• No results found

Den Hâneker: samen naar Nederlands duurzaamste en mooiste regio

4 ‘Uit je eigen stad’: van start op Marconistrip

5 Den Hâneker: samen naar Nederlands duurzaamste en mooiste regio

Natuur- en landschapsvereniging Den Hâneker bestaat al sinds 1994, een initiatief dat dus al bijna 20 jaar oud is en daarmee ook de casus is met de langste historie. De vereniging heeft zowel boeren als burgers in haar ledenbestand. Er is gesproken met drie personen die ieder op verschillende wijze nauw betrokken zijn bij Den Hâneker. Teunis Jacob Slob is een melkveehouder met een biologisch bedrijf en één van de mensen die van het begin af aan een grote rol in de vereniging heeft gespeeld. Rolia Wiggelinkhuijsen is burgerlid met een agrarische achtergrond en maakt deel uit van verscheidene werkgroepen van Den Hâneker. Max Zevenbergen is burgerlid zonder agrarische achtergrond; hij werkt bij de Utrechtse Milieufederatie en is, evenals Wiggelinkhuijsen, lid van de Werkgroep Energie (de jongste loot aan de werkgroepenstam van Den Hâneker waarin burgers en boeren de productie en consumptie van hernieuwbare energie proberen te realiseren).

5.1

Opzet en stand van zaken

Aanleiding en oprichting

Omstreeks 1990 bracht een groep melkveehouders uit Zuid-Amerika een bezoek aan de

Alblasserwaard en Vijfheerenlanden om kennis te nemen van de Nederlandse melkveehouderij, die toen nog alle kenmerken had van het naoorlogse landbouwmodel waarin goedkoop en productiviteit centraal stond. Teunis Jacob Slob vertelt hoe er een geanimeerde discussie volgde, waarbij met name één uitspraak van hun Zuid-Amerikaanse collega’s bleef hangen: ‘Wat jullie doen, is slecht voor ons.’ Daarmee doelden ze onder meer op de overproductie in westerse landen en het dumpen van

overschotten op de wereldmarkt tegen afbraakprijzen. Het zette een aantal boeren aan het denken, mede omdat er in die tijd meer en meer kritische geluiden vanuit de samenleving klonken over de schade die de moderne landbouw aan milieu en landschap toebracht door het proces van

rationalisering, dat gepaard ging met intensief gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Men vroeg zich met elkaar af of er niet een bredere vorm van agrarisch ondernemerschap mogelijk was waarin ook milieu, natuur en landschap zijn geïntegreerd, bijvoorbeeld door akkerranden- en weidevogelbeheer, zoals sommige boeren al deden. Een aantal bevlogen melkveehouders, waarvan sommigen de overschakeling aan het maken waren naar biologisch, sloeg de handen ineen en kwam met een alternatief voorstel toen de provincie Zuid-Holland grote stukken landbouwgrond aan de landbouw wilde onttrekken ten gunste van natuur. Door eigen praktijkvoorbeelden (het botanisch beheren van uiterwaardgrond met een natuurdoelstelling, het ruwvoer daarvan gebruiken voor het bedrijf) liet men zien dat landbouw en natuur met elkaar te verweven zijn en dat deze geen gescheiden zaken hoeven te zijn. Na een brede discussie met provincie, gemeenten, ngo’s en gebiedsvertegenwoordigers, volgde in 1994 de oprichting van Den Hâneker: een natuur- en

landschapsvereniging die zich samen met overheden en burgers wilde inzetten voor natuurwaarden en het aantrekkelijker maken van het landschap in hun streek.

Van natuur en landschap naar verbrede landbouw

De oprichters van Den Hâneker hadden als uitgangspunt dat ook burgers actief betrokken moesten worden bij de ontwikkeling van het gebied. De vereniging stond derhalve ook open voor burgers en anno 2013 zijn er circa 300 agrarische leden en 600 burgerleden. Dit overgrote aandeel van burgers in het ledenbestand maakt Den Hâneker tot een bijzondere natuur- en landschapsvereniging in

Nederland.

Meer concreet is bij natuur- en landschapswaarden te denken aan knotwilgenonderhoud en

Hoewel natuur- en landschapsbeheer nog altijd de centrale activiteit vormt van Den Hâneker, zijn daar mettertijd activiteiten bijgekomen die zich richten op streekproducten, plattelandstoerisme, recreatie en educatie. De activiteiten op het laatst genoemde vlak, die vaak vorm worden gegeven door de vrouwen van agrariërs, hebben intussen gezorgd voor fietsroutes en allerlei overnachtingsmogelijk- heden op de boerderijen. Momenteel, aldus Slob, zorgen het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, het plattelandstoerisme en recreatie voor de meeste arbeidsbehoefte en omzet. Daarna volgen de activiteiten op het terrein van streekproducten, landbouw en zorg, educatie en energie.

Onder Den Hâneker vallen verschillende werkgroepen waar (nieuwe) activiteiten en plannen worden ontwikkeld en doordacht. De vereniging beschikt over een kantoorruimte in Groot-Ammers met enkele betaalde medewerkers, en er is een streekcentrum tussen Groot-Ammers en Liesvelt. De vereniging heeft meer sponsors waarmee ook wordt samengewerkt (Rabobank, ANWB, provincie Zuid-Holland, woningcorporatie Tablis, Luxaflex, regionale netbeheerder Stedin, Leader en de Europese Unie).

5.2

Drijfveren en doelen

De drijfveren en doelen van Den Hâneker hebben zowel een ecologische, economische als culturele dimensie. Ecologisch gaat het om het realiseren van een schoon milieu en een goede omgevings- kwaliteit op basis van schone productie. Op het economisch vlak wil men niet louter bulkproducten produceren, maar laten zien dat natuur en landbouw zijn te integreren. Dit impliceert dat men ook niet wil gaan voor een lage kostprijsstrategie die samengaat met een voortdurende groei van de

bedrijfsomvang om schaalvoordelen te realiseren. Naast deze ecologische en economische doelstellingen, is er de (cultureel gekleurde) drijfveer van het rentmeesterschap: de grond goed doorgeven aan de volgende generatie. Een duurzame samenleving, zo wordt het gevoeld, ligt in het verlengde van dit rentmeesterschap.

Wanneer het onderwerp van een duurzame samenleving aan de orde komt, legt Rolia Wiggelinkhuijsen de lat hoog: ‘We willen de duurzaamste regio van Nederland worden en

energieneutraal zijn, zodat we zelf in de lokale energiebehoefte kunnen voorzien.’ Max Zevenbergen wijst hier op de samenhang tussen ecologie, economie en cultuur(landschap). ‘Biodiversiteit is niet alleen belangrijk in termen van plantjes en diertjes, maar ook in termen van een divers en

samenhangend landschap. Vergroting van biodiversiteit maakt het gebied ook aantrekkelijker om in te wonen en te werken, zorgt voor een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en heeft een positief effect op de waarde van woningen. Bovendien genereert een aantrekkelijk landschap via recreatie ook nog eens inkomsten.’

Teunis Jacob Slob stelt dat de integrale, duurzame benadering van Den Hâneker een aanpak vereist waarbij het de kunst is om gemeenschappelijke denkbeelden te combineren met de sterke punten en betrokkenheid van ieder individu met zijn of haar bedrijf of omgeving. ‘Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende motivaties van waaruit mensen vertrekken.’ Ook is het volgens hem zo dat natuur- en landschapsgebieden als Den Hâneker gebonden zijn aan een bepaalde omvang. Wordt het te groot, dan bestaat de kans dat ‘het gemeenschappelijke’ uit het oog wordt verloren en dat mensen elkaar alleen of hoofdzakelijk als concurrent gaan zien.

Het unieke aan het Hâneker-concept, benadrukken al onze gesprekspartners, is de open benadering van onderaf, de veelzijdigheid en de vele onderlinge verbindingen. Goed leven met elkaar,

gebruikmaken van elkaars creativiteit en kwaliteiten, uitgaan van de maatschappelijke behoeften en wensen van de bewoners in het gebied - de bottom-up-benadering - motiveert mensen en haalt het beste uit hen. Men doet het ergens voor, er is sprake van een intrinsieke motivatie die verder kijkt dan een lage kostprijs en geld alleen: de integratie van natuur en landbouw, de biodiversiteit, leefbaarheid, educatie, zorg, recreatieve voorzieningen. Dit alles draagt bij aan een gevoelde gemeenschappelijkheid, de eigen identiteit en het eigene van het gebied. De drijfveer tot actie komt niet zozeer voort uit de financiële prikkels van de markt of uit andere druk van buitenaf, maar ligt in het collectief zelf. Althans, dit is wat de meer actieve leden van Den Hâneker telkens weer proberen te organiseren.