• No results found

Democratie en mensenrechten als kernwaarden van de EU en

In document Democratisering van Kazachstan: (pagina 41-46)

De EU en de OVSE hebben zich ontwikkeld tot internationale organisaties waar democratie en mensenrechten als kernwaarden worden beschouwd en in verdragen zijn opgenomen. Om te zorgen dat Kazachstan wordt bewogen tot verdere democratisering

is het allereerst van belang om te analyseren in hoeverre democratie en mensenrechten zijn verankerd in de samenwerking van de EU en OVSE met Kazachstan. Om te bepalen of deze waarden sterk verankerd zijn in de relatie met Kazachstan dient ook terug te worden gegaan naar de wortels van de EU en OVSE. Daarom zal eerst gekeken worden of en hoe beide organisaties zich ontwikkeld hebben tot organisaties die democratie en mensenrechten hoog in het vaandel hebben staan. Vervolgens zal in de volgende paragraaf geanalyseerd worden op welke wijze deze waarden in het beleid voor Kazachstan zijn verankerd en hoe deze verschillen van elkaar.

Schimmelfennig, Engert en Knobel spreken over de westerse internationale gemeenschap die bestaat uit een gemeenschap van staten, gebaseerd op liberale politieke waarden en normen. Het politieke systeem van deze staten is gebaseerd op liberale waarden en principes zoals vrijheid, mensenrechten, het pluralisme, de rechtsstaat en politieke participatie. Staten die handelen vanuit deze normen en waarden worden als legitiem beschouwd door de westerse gemeenschap. De liberale binnenlandse waarden worden door de staten toegepast in hun buitenlands beleid. Omdat deze binnenlandse liberale waarden gebruikt worden in het internationale politieke domein, constateren Schimmelfennig, Engert en Knobel dat internationale socialisatie gericht is op de bevordering van liberale mensenrechten en democratie.95

De westerse gemeenschap van staten is geïnstitutionaliseerd in organisaties als de EU, NAVO, Raad van Europa en de OVSE.

Zowel de EU als de OVSE verwijzen in hun verdragen en overeenkomsten naar de constitutieve normen en waarden van de westerse gemeenschap en het bevorderen hiervan. Beide organisaties hebben echter een verschillende ontwikkeling doorgemaakt wat betreft het opnemen van democratie en mensenrechten als liberale waarden.

De EU heeft met het Verdrag van Rome (1959), waarmee de Europese Economische Gemeenschap (EEG) is opgericht, wel verwezen naar het behouden en versterken van vrede en vrijheid. Dit verdrag bevat echter geen expliciete verwijzing naar mensenrechten en democratie.96 Pas met het Verdrag van Maastricht (1992) is in het Verdrag over de Europese Unie expliciet opgenomen dat de EU is gefundeerd op 95 Schimmelfennig, Engert, en Knobel, International Socialization in Europe 27-31.

96 Peter, R. Baehr en Monique Castermans-Holleman, The role of human rights in foreign policy (3e druk, Hampshire 2004) 107-108.

de principes van vrijheid, democratie, mensenrechten en de rechtsstaat.97 Ook heeft dit verdrag voorzien in een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de EU dat onder meer ten doel heeft om deze waarden te ontwikkelen en extern te bevorderen. De verdragen van Amsterdam (1999), Nice (2001) en Lissabon (2007) hebben de verwijzing en bevordering van democratie en mensenrechten verder versterkt. De EU heeft zich dus in de loop der jaren ontwikkeld van een economische organisatie, naar een organisatie die gefundeerd is op liberale normen en waarden als democratie en mensenrechten. Tegelijkertijd heeft de EU zich in de begin jaren negentig sterk gemaakt om deze waarden ook uit te dragen in haar externe relaties met niet-Europese lidstaten. De EU houdt zich dus zowel intern als extern bezig met het motiveren van democratie en mensenrechten als waarden. Uit de vele verdragswijzigingen vanaf de jaren negentig, blijkt dat de EU zich als organisatie continu heeft ontwikkeld met aandacht voor democratie en mensenrechten in haar interne en externe beleid.

De OVSE heeft zich sinds het ontstaan van de organisatie in de jaren zeventig gericht op mensenrechten en democratie.98 De Slotakte van Helsinki (1975) is het eerste document waarin afspraken zijn gemaakt op drie gebieden namelijk: politiek-militair, milieu-economisch en mensenrechten. Dit worden ook wel de drie dimensies van de OVSE genoemd. De Slotakte van Helsinki is een erg belangrijk document geweest voor sociale groepen in de voormalige Sovjet-Unie. De paragrafen over mensenrechten van de Slotakte van Helsinki werden door groepen dissidenten in de Sovjet-Unie tegen hun regering gebruikt als protest tegen de mensenrechtenschendingen. Hierdoor steeg het belang van het verdedigen van mensenrechten en het vastleggen van deze rechten door de OVSE.99 De Slotakte heeft het bevorderen van mensenrechten in Centraal en Oost-Europa verder geholpen, doordat burgers de inhoud van de Slotakte konden lezen en hun overheden daarop konden aanspreken.100 Opvallend is dat de OVSE direct na de ondertekening van het Helsinki akkoord werd gebruikt door burgers en dat de mensenrechten direct van 97 Verdrag van de Europese Unie, Verdrag over de Europese Unie, Artikel 6

98 De OVSE heette tot 1995 de Conferentie van Veiligheid en Samenwerking in Europa en is in 1973 opgericht. Het diende als een multilateraal forum voor samenwerking en onderhandeling tussen Oost en West. Op www.osce.org, geraadpleegd juli 2010.

99 Baehr, en Castermans-Holleman, The role of human rights in foreign policy 109.

100 Johan ten Hove, 31 juli 2000, 'De geschiedenis heeft zich van Helsinki weinig aangetrokken',

belang werden geacht. De EU is zich vanaf de jaren negentig meer gaan bezig houden met democratie en mensenrechten en heeft zich voortdurend blijven ontwikkelen gezien de opeenvolgende verdragen die daarna zijn gesloten.

De OVSE heeft tegenwoordig een beperktere rol; op het gebied van mensenrechten fungeert de organisatie als een forum waarin staten elkaar kunnen raadplegen.101 Naast de Slotakte van Helsinki is het Handvest van Parijs (1990) een ander belangrijk document voor de OVSE. Met het einde van de Koude Oorlog in 1989 geeft de OVSE aan dat een nieuw tijdperk van democratie, vrede en eenheid in Europa is aangebroken. Naast de bezegeling van het einde van de Koude Oorlog door lidstaten, erkent het Handvest van Parijs democratie als grondslag voor het bestuur van een staat. Ook wordt een 'bureau voor vrije verkiezingen' ingesteld in Warschau (Polen). Lidstaten kunnen hier informatie en contacten ten behoeve van vrije verkiezingen uitwisselen. Tijdens de Helsinki Bijeenkomst (1992) is dit bureau omgevormd tot het bureau van democratische instituties en mensenrechten (ODIHR).

102 De rol van ODIHR is hiermee versterkt en vormt het instituut om de afspraken van de 'menselijke dimensie' van de OVSE te waarborgen, te monitoren en te bevorderen.

103 Deze dimensie bestaat uit een set van normen en activiteiten verbonden aan mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. De andere twee dimensies zijn de politiek-militaire en de milieu-economisch dimensies.104 Naast het ODIHR instrument zijn de OVSE kantoren in de Centraal-Aziatische landen ook een belangrijk instrument om democratie en mensenrechten te bevorderen. Hoewel de rol van de OVSE als beperkt wordt gezien kan desalniettemin geconcludeerd worden dat de OVSE zich ook na het tekenen van de Slotakte flink heeft ontwikkeld tot een organisatie die zich actief inzet voor democratie en mensenrechten.

Eerder is in deze paragraaf geconstateerd dat beide organisaties op verschillende wijze democratie en mensenrechten als waarden van de organisaties hebben opgenomen. Er is nog een aantal verschillen tussen de EU en OVSE aan te geven die ook van invloed kunnen zijn op hun rol en daarmee op het democratiseringsproces van Kazachstan. Het tweede verschil betreft het verschil in de 101 Baehr, en Castermans-Holleman, The role of human rights in foreign policy 109.

102 In het Engels wordt dit bureau ODIHR genoemd: Office of democratic institutions and

human rights.

103 OSCE, Helsinki Summit 1992, V1 Human Dimension

binding van de verdragen. De verdragen van de EU zijn juridisch bindend voor de lidstaten. Dit is in tegenstelling tot de OVSE waar afspraken niet juridisch maar politiek bindend zijn. Dit betekent dat de afspraken van de EU juridisch afdwingbaar zijn en de afspraken van de OVSE slechts met politieke druk kunnen worden bevorderd. Het derde verschil is dat de afspraken van de OVSE ook ondertekend zijn door Centraal-Aziatische landen, Rusland, de VS en Canada. Het aantal lidstaten dat verbonden is aan de OVSE is groter, namelijk 52. De EU bestaat uit 27 Europese lidstaten. Een vierde verschil is dat beide organisaties een andere context kennen waardoor lidstaten prioriteit hebben gegeven aan democratie en mensenrechten. Bij de OVSE hangt dit sterk samen met het tijdperk van het einde van de Sovjet-Unie en de onafhankelijkheid en lidmaatschap van de Centraal-Aziatische staten. Bij de EU hangt dit zowel samen met het einde van het communistische tijdperk en de hereniging van Duitsland, maar ook met het conflict in ex-Joegoslavië en het internationaal terrorisme waardoor het buitenlands beleid is gecreëerd.105

De EU en OVSE verschillen dus qua binding van de afspraken, de grootte van de organisatie en de context waarin beleid is geformuleerd. Dit zouden mogelijke verklaringen kunnen zijn voor waarom de OVSE een vrij beperkte rol heeft op het gebied van democratie en mensenrechten. Als afspraken niet nagekomen worden door lidstaten dan kan dit ook niet op een juridische wijze worden afgedwongen en daarmee verliezen de ooit belangrijke afspraken over bescherming van democratie en mensenrechten hun waarde en hun preventieve werking. Tevens kan het een stuk lastiger en trager gaan om met 56 lidstaten te onderhandelen en tot afstemming te komen over activiteiten op de drie dimensies dan met 27 lidstaten.

Hoewel geconcludeerd kan worden dat de EU en OVSE een verschillende ontwikkeling hebben doorgemaakt in het opnemen van democratie en mensenrechten in hun verdragen, zijn deze duidelijk en expliciet als kernwaarden opgenomen. Daarmee is vastgesteld dat zowel de EU als de OVSE onderdeel zijn van de westerse gemeenschap en gebaseerd zijn op constitutieve liberale waarden van democratie en mensenrechten. Nu zal bekeken worden in welke mate deze waarden ook in de relatie met Kazachstan terugkomen en worden bevorderd.

105 Raad van de Europese Unie, Het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, www.consilium.europa.eu, geraadpleegd juli 2010.

In document Democratisering van Kazachstan: (pagina 41-46)