2. Informatiebehoefte
2.2. Deelposten
Voor het begroten of calculeren van de bouwkosten zijn uittrekstaten onderzocht op de informatiebehoefte. In deze paragraaf wordt de informatiebehoefte nader geanalyseerd om in kaart te brengen hoe de waardes tot stand komen.
Informatiebehoefte
Begroting Calculatie
- Codering - Omschrijving - Hoeveelheden - Eenheden - Eenheidsprijzen
- Codering - Omschrijving - Hoeveelheden - Eenheden
- Materiaalkosten - Arbeid
- Materieelkosten
- Onderaannemerskosten
- Algemene Bouwplaats Kosten20 - Algemene Kosten (AK)
- Stelposten - Winst en risico
Om de beschikbaarheid van de data in kaart te brengen is een analyse gedaan van een aantal bronnen in de praktijk. (zie bijlage 7)
Hieruit blijkt dat een begroting opgesteld kan worden door gebruik te maken van
kostenkengetallen. De eenheden van kostenkengetallen verschillen in de praktijk per product.
Daarnaast verschilt het per bron of er ook rekening wordt gehouden met verschillende factoren als:
− Wel of geen aannemersstaart
− Verschillende uitvoeringsvarianten
− Verschillende invloedfactoren
20 (ABK, alle kosten die niet direct verband houden met specifieke onderdelen van het werk, maar wel met het werk samenhangen)
Informatiebehoefte: Bouwkosten 22
Codering en Omschrijving
Coderingen zijn classificaties voor het indelen van elementclusters, elementen en/of producten in groepen op grond van overeenkomst of verwantschap in eigenschappen of kenmerken.
Deze methodieken zijn veelal Top Down opgezet. Deze benadering heeft als voordeel bij het begroten op basis van activiteiten dat een verschil in detaillering kan worden aangebracht, al naar gelang de grootte van het project.21
De waarde van de code is afhankelijk van de gekozen classificatiesoort. Bij het indelen van (BIM)objecten kunnen onder ander gebruik gemaakt worden van NL/SfB, NEN 2634 en STABU-Element.Voor het gestructureerd indelen van middelen, zoals materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming, kan gebruik worden gemaakt van een eigen codering of classificatie die is afgestemd op de ERP-applicatie en toepassingen. De STABU2
werksoortindeling wordt bij bouwbedrijven als kapstok gebruikt voor een middelencodering.22
Fig. 18. Voorbeeld indeling activiteiten. Bron: Handboek begroten
Elementenmethode STABU
- Ontwerpgericht
- Elementen, elementengroepen, varianten en variantengroepen - Aansluitend op andere
informatiesystemen en CAD-applicaties dankzij de indeling eindige lijst waar alles onder valt, praktische bijkomstigheid voor informatietoepassingen
- Uitvoeringsgericht
- Bouwdelen, materialen en werksoorten - Aansluitend op bestekken en
werkindelingen van de uitvoering - ‘oneindige lijst’ d.w.z. bij nieuwe
innovaties komt een nieuw rubriek, bovendien veel ruimte voor ‘vrije invulling’.
Fig. 19. Verschil tussen classificaties. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009)
21 N.b (1992) Handboek Begroten. Amsterdam: NEFPUG
22 Straatman, J. (2012) Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking Virtueel Bouwen. Zoetermeer:
RRBouw
Informatiebehoefte: Bouwkosten 23
Hoeveelheden
In uittrekstaten worden de hoeveelheden van de ontworpen inhoud/oppervlak/lengte van ruimten/elementen en/of producten uitgedrukt in getallen.
Het is gebruikelijk om hoeveelheden uit te trekken in eenheden die door de handel en
leveranciers worden gebruikt, bijvoorbeeld de hoeveelheid grond in m3; plaatmateriaal in m2;
keukens per stuk.23
Voor het opstellen van eenduidige oppervlakte- en inhoudsanalyses zijn in de NEN 2580 richtlijnen gegeven voor het berekenen van oppervlakten. Een schematisering (zie fig. 21) van de NEN 2580 brengt in kaart hoe de verschillende functies in het gebouw gecategoriseerd worden ten behoeve van oppervlakteberekening.
In een persbericht van de NEN op 2013-02-12 te Delft24, staat:
“Samen met NEN 2580 (oppervlakten en inhouden) vormt NEN 2699 een integraal afsprakenstelsel voor communicatie over investeringen in en exploitatie van de gebouwde omgeving.”
Fig. 20. Verschil tussen classificaties. Bron: Jellema 10: Ontwerpen (Flapper, 2005)
23 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB
24 van der Aa, R. (2013) Nieuw norm investerings- en exploitatiekosten gepubliceerd. Delft: Nederlands Normalisatie-instituut
Informatiebehoefte: Bouwkosten 24
Eenheid
Voor het meten van een bepaalde grootheid, wordt de hoeveelheid uitgedrukt met een relevante eenheid. Naarmate het ontwerpproces vordert, zullen de eenheden veranderen omdat hoeveelheden anders gedefinieerd worden. In LOD000/100 zijn nog geen producten gedefinieerd, waardoor hoeveelheden in m3 bruto inhoud of m2 bruto vloeroppervlak uitgedrukt worden. Na LOD 200/300 is de eenheid afhankelijk van het gebruikte element of product, waardoor de eenheden verschillen per gemeten onderdeel.
Bij geldbedragen is de eenheid gekoppeld aan de valuta. Dit is de prijs per eenheid. Wanneer de eenheidsprijs bekend is voor een bepaald object, is het ook bekend wat de rekeneenheid hiervoor is.
Informatief Normatief
Onderdeel Specificatierichtlijnen Meeteenheden Afmetingen Meetregels 5.6 Elektrotechnisch installatiewerk
5.6.1 Leiding,
leidingweg Afzonderlijk te bepalen hoeveelheden:
- per installatie, per
leiding-/leidingwegtype, per materiaalsoort/combi natie van materialen
- lengte van het
Afzonderlijk te bepalen hoeveelheden:
- per installatiedeel, per apparaattype, inclusief hulpstukken,
appendages, ophang- en bevestigingsmiddelen
- aantal
Fig. 21. Overzicht van verschillende bouwonderdelen met richtlijnen voor meeteenheden. Bron: NEN 3699
Informatiebehoefte: Bouwkosten 25
Prijs/Eenheid
Voor het maken van begrotingen tijdens het ontwerpproces, wordt er gebruik gemaakt van kostenkengetallen. Dit is een rekengemiddelde van de kosten die een aannemer ‘exact’
berekent, zoals materiaal-, materieel-, arbeid- en onderaannemingskosten.
De NEN 2699 omschrijft kostenkengetallen als volgt:
Kenmerkende kosten per eenheid van kostendrager voor het gehele bouwwerk, een ruimtelijk deel daarvan, een elementencluster, een element, of per functionele eenheid.
Kostenkengetallen komen voort uit gemaakte calculaties van eerder uitgevoerde bouwwerken en worden gebruikt in een fase van het project wanneer er weinig informatie over het project beschikbaar is, ze geven namelijk een kostenindicatie van gedefinieerde onderdelen of groepen van onderdelen van het project.
€/m2 bruto vloeroppervlakte (voor het gehele gebouw), bepaald volgens NEN 2580;
€/m2 geveloppervlakte (voor de elementencluster "gevel");
€/m3 inhoud (van het gehele gebouw of voor de installatie);
€/bed (voor een ziekenhuis of hotel);
€/leerling (voor een school).
Fig. 22. Voorbeelden van kostenkengetallen. Bron: NEN 2634 Naarmate het project vordert, stijgt het detailniveau en worden meer gegevens beschikbaar over het project, waardoor prijzen exacter berekend kunnen worden. Hierdoor is er sprake van een aflopend gebruik van kengetallen gedurende het project.25
Oriëntatie
Project-definitie Ontwerp Bestek en
aanbesteding Uitvoering
Ingebruik-name Gebruik
raming en
toetsing raming en
toetsing raming en toetsing
toetsing toetsing toetsing raming en toetsing
Fig. 23. Toepassing kostenkengetallen tijdens het bouwproces. Bron: Bouwkosten Management (Wamelink, 2009)
25 W. Keyner & M. van Rosmalen (2006) Bouwkosten Management. Amsterdam: Reed Business Information
Informatiebehoefte: Bouwkosten 26
Materiaalkosten
Materiaalkosten zijn de kosten voor al het materiaal dat nodig is om een project te realiseren.
Door het vermenigvuldigen van de hoeveelheid met de prijs per eenheid worden de materiaalkosten in euro gevormd.
Informatiebehoefte - Hoeveelheid - Materiaalprijs
Arbeid
De arbeidskosten zijn alle directe kosten, voor de arbeid dat moet worden verricht.
Arbeidskosten bestaan uit uurtarief voor een functie en de manuren die nodig zijn voor het uitvoeren van een taak. Het begroten van de benodigde tijd (in uren) wordt berekend op basis van kennis, referentieprojecten en/ of documentatie.
Door het vermenigvuldigen van het aantal arbeidsuren met het uurtarief worden de arbeidskosten in euro gevormd.
Informatiebehoefte
- Hoeveelheidsnorm (in uren) - Uurtarief
Materieelkosten
De materieelkosten zijn alle kosten van hulpmiddelen voor de uitvoering van werken die na oplevering daarvan niet achterblijven. Door het vermenigvuldigen van het aantal uren dat een bepaald materieel gebruikt wordt met het uurtarief worden de materieelkosten in euro
gevormd.
Informatiebehoefte
- Hoeveelheidsnorm (uren) - Prijs
Onderaannemerkosten
De onderaannemerskosten zijn alle kosten, dat een onderaannemer rekent voor een prijsaanvraag van een bouwproject.
Van de onderaannemer wordt gebruik gemaakt, wanneer het werk te specialistisch is voor een bouwbedrijf of een bouwbedrijf te weinig personeel in dienst heeft.
Informatiebehoefte
- De prijsopgave van een onderaannemer kan een vast totaalprijs of een prijs per eenheid zijn.26
26 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB
Informatiebehoefte: Bouwkosten 27
Stelposten
Indien de keuze van de opdrachtgever nog niet exact bekend is, bv. welk merk en type voordeur of badkamer de opdrachtgever uiteindelijk wil, wordt daar een stelpost voor opgenomen. Na afloop wordt het begrote en werkelijk bestede bedrag verrekend.
Informatiebehoefte
- De stelposten zijn vaste bedragen, voorgeschreven in het bestek.
Algemene bouwplaatskosten
Algemene bouwplaatskosten zijn alle kosten van materieel en/of arbeid die nodig zijn voor de uitvoering van een bouwproject, voor zover deze kosten niet zijn verbonden aan middelen, zoals materialen, die op de bouwplaats bij oplevering achterblijven.
Door het vermenigvuldigen van het opslagpercentage met de kosten voor materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming worden de Algemene Bouwplaats Kosten berekend.
Informatiebehoefte
- Opslagpercentage (%)
Algemene kosten
Algemene kosten zijn alle kosten die geen directe relatie hebben met de uitvoering van het bouwproject, maar wel toegerekend worden aan het bouwproject
Door het vermenigvuldigen van het opslagpercentage met de totale kosten voor materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming en de Algemene Bouwplaats Kosten worden de Algemene Kosten berekend.
Informatiebehoefte
- Opslagpercentage (%)
Winst en risico
Winst zijn alle gecalculeerde inkomsten minus de gecalculeerde uitgaven.
Risico zijn de kosten van reservering tegen onverwachte gebeurtenissen die op het bouwwerk betrekking hebben en die niet als meerwerk in rekening kunnen worden gebracht.
Informatiebehoefte
- Opslagpercentage (%)
Informatiebehoefte: Bouwkosten 28
2.3. Conclusie
Wat is de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten?
Bouwkosten kunnen berekend worden indien onderstaand informatie beschikbaar is. Uit het onderzoek blijkt dat voor LOD200 een begroting opgesteld kan worden aan de hand van kostenkengetallen en na LOD200, meestal in LOD300, ook een (uitgebreide) calculatie opgesteld kan worden voor technische oplossingen.
LOD200 LOD200
Begroting Calculatie
Informatiebehoefte - Codering - Omschrijving
(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid
(kostenkengetal) - Onzekerheid
- Codering - Omschrijving
(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid
(kostenkengetal)
- Materiaal
- Arbeid (materiaal) - Materieel
- Arbeid (materieel) - Stelpost
- Algemene Bouwplaats Kosten - Algemene kosten
- Algemene Bouwplaats Kosten - Winst en Risico.
Informatiebehoefte Formule
Materiaal Kosten (€) = hoeveelheid x materiaalprijs Arbeid Kosten (€) = tijdsnorm x uurtarief Materieel Kosten (€) = tijdsnorm x prijs
Onderaanneming Kosten (€) = Exacte prijs (€) of Eenheidsprijs (€/eenheid) Algemene Bouwplaats
Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming)
Algemene Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming en algemene
bouwplaatskosten) Stelposten Kosten (€) = Exacte prijs (€)
Winst en Risico Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (kostprijs)
Informatiebehoefte: Bouwkosten 29
2.4. Validatie
Ter validatie wordt gebruik gemaakt van het onderzoeksrapport Developments in Cost Estimating and Scheduling in BIM Technology, uit 2011, door van Xinan Jiang aan de Northeastern University.
Hieronder is wordt de omschrijving van de verschillende projectfases met bijbehorend begrotingsniveau vergeleken met de gevonden resultaten uit dit onderzoek. Hierdoor kan gevalideerd worden wat de overeenkomsten en de verschillen zijn tussen de twee
onderzoeken.
LOD 100 LOD 200 LOD 300 LOD 400 LOD 500
Design Nongeometric line, areas or elements with dimensions,
Developments in Cost Estimating
Cost
Estimation Conceptual cost
estimation Estimated cost based on
measurement of generic element purchase price of specific
Onderzoek Begroting met kostenken-getallen is een begroting met een schattings-factor
Berekenen met kostenken-getallen is een begroting met een schattings-factor
Berekenen met kostenken-getallen is een begroting met
Conceptueel Estimated/
geschat Estimated/
geschat met meer
nauwkeurigheid Verschil