• No results found

Informatiebehoefte. bouwkosten. Rawaz Tahir de haagse hogeschool Michel Molijn hogeschool rotterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Informatiebehoefte. bouwkosten. Rawaz Tahir de haagse hogeschool Michel Molijn hogeschool rotterdam"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bouwkosten

Informatiebehoefte

Rawaz Tahir | de haagse hogeschool

Michel Molijn | hogeschool rotterdam

(2)

versie 3.1 april 2013

Informatiebehoefte

bouwkosten

Rawaz Tahir | de haagse hogeschool

Michel Molijn | hogeschool rotterdam

Informatiebehoefte: Bouwkosten 2

(3)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave... 3

Samenvatting ... 4

Inleiding ... 7

1. Bouwkosten ... 9

1.1. Wat zijn bouwkosten? ... 9

1.2. Ontwerpproces ... 11

1.3. Nauwkeurigheid ... 14

1.4. Conclusie ... 16

1.5. Validatie ... 17

2. Informatiebehoefte ... 19

2.1. Bouwkosten ... 19

2.2. Deelposten ... 22

2.3. Conclusie ...29

2.4. Validatie ... 30

3. Algemeen conclusie... 31

Verklarende woordenlijst ... 33

Bronnenlijst ... 35

Bijlage ... 37

Informatiebehoefte: Bouwkosten 3

(4)

Samenvatting

De aanleiding tot dit deelonderzoek is het hoofdonderzoek naar een mogelijke koppeling tussen LCC en BIM. Het doel van dit deelonderzoek is het inzichtelijk maken wat de

technische mogelijkheden zijn van BIM. Hierbij wordt gekeken naar welke data beschikbaar dient te zijn, voor het in kaart brengen van de bouwkosten, tijdens de ontwerpfase. Ter validatie is er gekeken naar vergelijkbare onderzoeken, waarin dezelfde onderwerpen worden behandeld.

De hoofdvraag van het onderzoek is:

Wat is de informatiebehoefte van LCC en hoe kan dit worden berekend??

Hoofdstuk 1, gaat in op de vragen: Wat zijn bouwkosten en hoe speelt dit een rol tijdens het ontwerpproces?

Bouwkosten zijn de kosten die verband houden de realisatie van het ontwerp van een

bouwwerk, deze hebben betrekking het fysieke gebouw, dus het kopen en aanbrengen van alle materialen en onderdelen. 1

Bouwkosten 100%

Onderzoekkader

Directe Bouwkosten n.t.b.

Indirecte bouwkosten 20%

Bouwplaatskosten

Algemene Kosten

Winst + risico

10% 6%

4%

Fig. 1. Bouwkosten. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009)

1 H. Flapper (2005) Jellema 10: Ontwerpen. Amersfoort: Thieme-Meulenhoff

Informatiebehoefte: Bouwkosten 4

(5)

Het is mogelijk om de bouwkosten op begrotings- of calculatieniveau te berekenen.

- er vanaf LOD 000 t/m 200 gerekend wordt met een niveau van; geheel bouwwerk of ruimtelijke delen, elementenclusters en / of elementen. (niveau 1 t/m 3).

- het vanaf LOD300 mogelijk wordt om te rekenen met een uitwerkingsniveau van technische oplossingen. (niveau 3 t/m 6)

Bij het begroten van de bouwkosten is het van belang dat er rekening gehouden wordt met een onzekerheidsfactor, omdat het begroten een schatting van de kosten is. Afhankelijk van de hoeveelheid informatie dat bekend is kan het gevolg zijn dat de kosten in werkelijkheid hoger of lager uit zullen vallen.

NEN 2634 AACE International

Fase in het bouwproces Benaming Niveau Estimate

Class Purpose of estimate Accuracy rage LOD000 Initiatief/

haalbaarheid Initiatiefbegroting 1 – 2 Class 5 Concept screening -50/+100 Projectdefinitie Haalbaarheids-

begroting 2 - 3 Class 4 Study or feasibility --30/+50 LOD100 SO-ontwerp SO-begroting 3 - 4 Class 3 Budget authorization

or control -20/+30 LOD200 VO-ontwerp VO-begroting 4 - 5

Class 2 Control or bid/ternder -15+20 DO-ontwerp DO-begroting 4 - 5

LOD300 Technisch

ontwerp Directiebegroting 5 - 6

Class 1 Check estimate or

bid/tender -10/+15 Prijsvorming Inschrijvings

-begroting 5 - 6

Informatiebehoefte: Bouwkosten 5

(6)

Hoofdstuk 2, gaat in op de vragen: Wat is de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten?

Voor het berekenen van de bouwkosten is gekeken naar de NEN 2634, zodat inzichtelijk wordt gemaakt wat de informatiebehoefte is tijdens het ontwerpproces. De volledige

informatiebehoefte is weergeven in onderstaand schema:

Fig. 2. Schematisering informatiestroom LCC-berekening

Codering

Omschrijving (Objectspecificatie)

Hoeveelheden

Eenheid

LCC berekening

BIM Database

NEN 2634

Begroting

Prijs/ eenheid (kostenkengetal)

Onzekerheid

Calculatie

Materiaal

Arbeid (materiaal)

Materieel

Arbeid (materieel)

Stelpost

Algemene Bouwplaats Kosten

Algemene kosten

Winst en risico

Projectinformatie

Deskundig informatiebeheer

Informatiebehoefte: Bouwkosten 6

(7)

Inleiding

Aanleiding

Uit het vooronderzoek (LCC: informatiestroom) blijkt dat exploitatiekosten tot vijf keer hoger zijn dan de investeringskosten van een gebouw. Het inzichtelijk maken van de

investeringskosten is noodzakelijk ter vergelijking van producten en het beoordelen van de levensduurkosten.

Hoofdvraagstelling

Wat is de informatiebehoefte van LCC en hoe kan dit worden berekend?

LCC-formules

Dit houdt formules in ten behoeve van een LCC berekening. In dit rapport wordt gekeken naar de informatiebehoefte voor het in kaart brengen van de bouwkosten, tijdens het

ontwerpproces. Tevens worden de investeringskosten gedefinieerd, omdat deze ook tijdens het ontwerpproces in kaart gebracht zou kunnen worden.

Subvragen

Sub-vraag 1 Wat zijn bouwkosten en hoe speelt dit een rol tijdens het ontwerpproces?

Sub-vraag 2 Wat is de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten?

Doelstelling

Het in kaart brengen van de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten tijdens het ontwerpproces.

Informatiebehoefte: Bouwkosten 7

(8)

Onderzoeksopzet

In dit onderzoek wordt gekeken naar de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten, waarbij in de eerste instantie de verschillende deelposten binnen

investeringskosten in kaart wordt gebracht.

In het kader van het onderzoek ligt de focus op de bouwkosten. Hiervan wordt verder

gespecificeerd waar ze uit bestaan en hoe deze berekend en vastgelegd worden gedurende het ontwerpproces.

Voor het berekenen van de bouwkosten wordt vastgesteld hoe deze opgebouwd is en welke informatie nodig is.

Uiteindelijk worden de onderzochte onderdelen gevalideerd aan de hand van relevante onderzoeken uit de praktijk, waarbij, indien noodzakelijk, de onderzoeksresultaten worden aangevuld.

De onderzoeksopzet volgt in hoofdlijnen het onderstaande processchema.2

Fig. 3. Schema onderzoeksopzet

2J. van Aken & D. Andriessen (2011) Handboek ontwerpgericht onderzoek. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers

Informatiebehoefte (plan)

Berekening (do)

Wat zijn bouwkosten?

Hoe wordt het berekend?

Begroten

Calculeren

Kostenkengetallen

Validatie (check) Evaluatie (adjust)

Validatie theoretisch kader a.d.h.v.

onderzoeken uit praktijk

Evalueren van onderzoeks- resultaten Life Cycle Costing

Bouwkosten

Informatiebehoefte: Bouwkosten 8

(9)

1. Bouwkosten

Wanneer een besluit genomen wordt tot het (laten) realiseren van een gebouw is het goed om inzicht te hebben in de verschillende kosten die worden gemaakt. In de NEN 2631 zijn voor de investeringskosten van een bouwwerk, de opbouw vastgelegd en verschillende kostenposten gedefinieerd. Hieronder vallen de bouwkosten.

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de investeringskosten van een gebouw. Er wordt in kaart gebracht uit welke deelposten dit bestaan en met welke gegevens deze berekend kunnen worden.

Vraagstelling

Wat zijn bouwkosten en hoe speelt dit een rol tijdens het ontwerpproces?

1.1. Wat zijn bouwkosten?

Bouwkosten zijn de kosten die verband houden de realisatie van het ontwerp van een

bouwwerk, deze hebben betrekking het fysieke gebouw, dus het kopen en aanbrengen van alle materialen en onderdelen.3 De investeringskosten zijn alle kosten die voor de stichting van de onroerende zaak (het bouwwerk) nodig zijn en is deel van het totale Life Cycle Costing

(investerings- en exploitatiekosten) van gebouwen.4 Dit bestaan uit de kosten voor het bouwen van een bouwwerk, de grondkosten, inrichtingskosten, bijkomende kosten en de BTW. En kunnen oplopen tot twee keer maal de bouwkosten. 5

Fig. 4. Illustratie deelposten referentieproject. Bron: RSW Architecten

3 H. Flapper (2005) Jellema 10: Ontwerpen. Amersfoort: Thieme-Meulenhoff

4 NEN 2699

5 N.b. (2013) Consumenten regeling 2013; Rechtsverhouding Consument – Architect. Amsterdam: BNA

Informatiebehoefte: Bouwkosten 9

(10)

Deelpost Percentage Grondkosten

Per BVO, als grondquote of residuele waarde 10 – 50%

Bouwkosten 100%

Directe Bouwkosten n.v.t.

Indirecte bouwkosten 20%

Bouwplaatskosten

Algemene kosten

Winst + risico

10%

6% 4%

Inrichtingskosten Pm

Bijkomende kosten 20 – 30%

Totaal 150 – 200%

Totaal incl. BTW 170 – 220%

Fig. 5. Investeringskosten. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009)

Bouwkosten Dit bestaan uit directe en indirecte bouwkosten.

Directe bouwkosten De kosten die direct toe te wijzen zijn aan het bouwen of installeren van bouwkundige of installatietechnische onderdelen van terreinen en gebouwen.

Indirecte

bouwkosten De (ook wel aannemersstaart) zijn éénmalige kosten die een aannemer rekent voor het realiseren van een project.

Bouwplaatskosten

Algemene kosten Het percentage ligt gemiddeld op 9,7% (2006). Het verschilt echter per bouwbedrijf.

Winst en Risico Het percentage wordt bepaald door het bedrijfsbeleid en de marktsituatie.

Ligt onder normale omstandigheden tussen de 2 – 5%.6

Grondkosten Dit zijn kosten als verwervingskosten, kosten voor infrastructurele voorzieningen en het bouwrijp maken.

Inrichtingskosten Dit zijn alle kosten voor de losse voorzieningen, zoals een vloerbedekking.

Bijkomende kosten zijn alle overige kosten die voor de investering gemaakt worden. Dit zijn onder andere advieskosten, onderzoekkosten, aanloopkosten, verzekering en honoraria. (zie bijlage 2)

6 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB

Informatiebehoefte: Bouwkosten 10

(11)

1.2. Ontwerpproces

Tijdens het ontwerpproces zijn de plannen voor een te realiseren gebouw in geld te vertalen aan de hand van een raming, begroting of calculatie van de bouwkosten.

Begroten is het bepalen van de kosten aan de hand van bestek en bestektekeningen. Deze begrotingen worden in verschillende stadia gemaakt, met elke een eigen doel. Zo maakt een architect in ontwerpfase een elementenbegroting.7

Er is sprake van een toename aan informatie, gedurende het bouwproces. De beschrijving van het gebouw wordt tijdens het ontwerpproces steeds gedetailleerder, waardoor deze kosten steeds nauwkeuriger berekend kunnen worden.8

Fig. 6. Informatie toename tijdens het ontwerpproces. Bron: Kosten en Kwaliteit (Gerritse, 1999)

7 A. Bone, Basisboek Bouwkunde, 2011, Thieme-Meulenhoff

8 Jellema 10; Ontwerpen, 2005, Thieme-meulenhoff

9 W. Keyner en M. van Rosmalen, 2006, Bouwkosten management, Reed Business Information

Raming Begroten Calculatie

De bouwkosten worden geraamd op basis van kengetallen of eenheidsprijzen.

Een begroting van bouwkosten is gebaseerd op (prijs vermenigvuldigd met hoeveelheid) voor de verschillende onderdelen van een gebouw.

Voor ieder onderdeel van het te realiseren bouwwerk wordt voor de technische oplossingen de

prijsconsequenties bepaald van hoeveelheden, materialen, inzet van materieel, arbeidsuren, leveranciers en onderaannemers9

Informatiebehoefte: Bouwkosten 11

(12)

Deze toename aan informatie is weer te geven in een kostenpiramide. (zie fig. 8) De term kostenpiramide geeft weer dat de informatie, naarmate men lager in de piramide komt, toeneemt. Hoog in de piramide (vooral als het gebouw niet goed vergelijkbaar is met eerdere projecten) is het vaak nog schatten wegens beperkte informatie.

Onder begroten wordt verstaan het via schatting bepalen van de instapping die nodig is om toekomstige activiteiten uit te voeren, en de daarmee gepaard gaande kosten.10

Naarmate het bouwproces vordert, verandert het type begroting en het detailleringsniveau.(zie bijlage 4) Aanvankelijk is de detaillering minimaal (massa m3, vloeroppervlak m2). De raming is dan ook in de fase op basis van m2/m3 kostenkengetallen. Tijdens het voorlopig ontwerp wordt informatie bekend over de constructies, materialisatie, ruimtelijke indelingen,

schachten/ technische ruimten en principedetails. Begrotingen zijn dan in deze fase op basis van elementen.11

Rond een traditionele aanbesteding is een gedetailleerd niveau aan informatie bekend van elementen en producten. Calculaties zijn, in deze fase, op basis van technische oplossingen (elementoppervlak m2, producten per stuks).

Fig. 7. Kostenpiramide. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009)

10 M.J. Hooft van Huysduynen (1992) Handboek Begroten. Amsterdam: NEFPUG

11 E. Nozeman (2008) Handboek Projectontwikkeling. Voorburg: NEPROM

Bouwkosten

M2 bvo begroting

Elementenbegroting

Werkbegroting Inschrijvingsbegroting

Besteksbegroting Functionele kengetallen

Informatiebehoefte: Bouwkosten 12

(13)

Doordat er steeds gedetailleerdere informatie bekend is, is het ook mogelijk om steeds exacter te rekenen. Vroeg in het bouwproces zal dus met een marge gerekend worden

(schattingswaarde). Later in het ontwerpproces is meer bekend en zal de marge dus kleiner zijn.

Stadium Begrotingssoort Niveau van de uitklaptabel

Initiatief

1 Initiatief/ haalbaarheid Initiatiefbegroting Niveau 1-2 2 Projectdefinitie Haalbaarheids-/budgetbegroting Niveau 2-3

Ontwerp

3 Structuurontwerp Structuurontwerpbegroting Niveau 3-4 4 Voorontwerp Voorlopige ontwerpbegroting Niveau 4-5 5 Definitief ontwerp Definitieve ontwerpbegroting Niveau 4-5 6 Technisch ontwerp/bestek Directiebegroting Niveau 5-6 7 Prijs/contractvorming Inschrijfbegroting Niveau 3-6

Uitvoering

8 Uitvoering/ uitvoerings-

gereed ontwerp Uitvoerings-/werkbegroting Niveau 5-6 9 Uitvoering/ directievoering Controle-/bewakingsbegroting Niveau 5-6

Exploitatie 10 Nazorg

11 Gebruik Exploitatiekosten Niveau 5-6

Niveau 1  Rubrieken

Niveau 2  Clusters

Niveau 3  Elementenclusters

Niveau 4  Elementen

Niveau 5  Oplossingen Niveau 6  Stabu Fig. 8. Niveau van de uitklaptabel gekoppeld aan de fasen van het bouwproces. Bron: NEN 2699

Informatiebehoefte: Bouwkosten 13

(14)

1.3. Nauwkeurigheid

Bij het begroten van de kosten is er altijd sprake van een schatting van de kosten op basis van historische gegevens, afkomstig van referentieprojecten. Het is mogelijk dat de begrote kosten, in werkelijkheid hoger of lager uit zullen vallen. Om alsnog uitspraken te kunnen doen over de bouwkosten, dat tot in een later stadium handhaafbaar kan zijn, is het goed om een

onzekerheidsmarge mee te begroten.12

Gedurende het ontwerpproces worden er meer gegevens over het bouwwerk bekend en kan er met meer zekerheid begroot worden. Dit wil zeggen dat de risico’s bij het begroten afnemen en de fluctuatie van de kansverdeling verkleint.

Onzekerheid

Risico is de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt vermenigvuldigd met het gevolg van die gebeurtenis en de kans dat een bepaald scenario waarin de eerder genoemde kans plaatsvindt voorkomt (dit in tegenstelling tot het begrip onzekerheid waarbij de kansen niet bekend zijn).

Dit gevolg kan positief dan wel negatief zijn.

Tijdens het ontwerpproces zijn er vijf momenten, waarin het project gemeten wordt. ‘Het gevolg’ opgenomen in een standaard verdeeld over vijf classes.13 De classificatie is afgestemd op de hoeveelheid beschikbare informatie en het begrote object met daarbij horende geschatte onzekerheid. (zie bijlage 5). Hierbij is de projectdefinitie aangegeven met een bepaald

percentage en de bijbehorende begroting. Tevens wordt er vermeld wat de nauwkeurigheid is van de begroting.

Fig. 9. Niveau van de uitklaptabel gekoppeld aan de fasen van het bouwproces. Bron: AACE International

12 J. Wamelink (2009) Inleiding Bouwmanagement. Delft: VSSD

13 Christensen, P. & Dysert, L. R. (2011) Cost Estimate Classification System. N.b.: AACE international

Informatiebehoefte: Bouwkosten 14

(15)

Het gevolg is dus dat de kosten in werkelijkheid hoger of lager uit zullen vallen, afhankelijk van de hoeveelheid informatie die bekend is. De kans dat dit gebeurt is nog onbekend, omdat het afhankelijk is van het geen dat berekend wordt. Aangezien hier dus alleen het gevolg bekend is en niet de kans dat dit gevolg plaats kan vinden, is er sprake van: onzekerheid. (en geen risico)

Gedurende het ontwerpproces wordt er meer detail/ontwerpinformatie bekend en bij het begroten van de kosten neemt de onzekerheid af.

Tijdens het begroten is informatiebehoefte voor de onzekerheid de maximale en minimale boven- en onderwaarde van de bijbehorende projectfase.

Onzekerheid

 Bovenwaarde

Minimaal

Maximaal

 Onderwaarde

Minimaal

Maximaal

Fig. 10. Schematisering van de afname van de onzekerheid gedurende het ontwerpproces. Bron: AACE International)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 15

(16)

1.4. Conclusie

Wat zijn bouwkosten?

Bouwkosten zijn de kosten die verband houden de realisatie van het ontwerp van een

bouwwerk. Deze hebben betrekking het fysieke gebouw, dus het kopen en aanbrengen van alle materialen en onderdelen.

Deelkosten Percentage

Grondkosten

Per BVO, als grondquote of residuele waarde 10 – 50%

Bouwkosten 100%

Onderzoekkader

Directe Bouwkosten n.t.b.

Indirecte bouwkosten 20%

Bouwplaatskosten

Algemene Kosten

Winst + risico

10% 6%

4%

Inrichtingskosten Pm

Bijkomende kosten 20 – 30%

Totaal 150 – 200%

Totaal incl. BTW 170 – 220%

Fig. 11. Investeringskosten. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009) Hoe speelt dit een rol tijdens het ontwerpproces?

Voor het bepalen van de (directe en indirecte) bouwkosten wordt gedurende het ontwerpproces begrotingen gemaakt.

Vanaf LOD 000 t/m 200 wordt er gerekend op een niveau van; geheel bouwwerk of ruimtelijke delen, elementenclusters en / of elementen. (niveau 1 t/m 3). En vanaf LOD300 is het mogelijk om te rekenen met een uitwerkingsniveau van technische oplossingen. (niveau 3 t/m 6)

Bij het begroten van de bouwkosten is het van belang dat er rekening gehouden wordt met een onzekerheidsfactor, omdat het begroten een schatting van de kosten is. Afhankelijk van de hoeveelheid informatie dat bekend is kan het gevolg zijn dat de kosten in werkelijkheid hoger of lager uit zullen vallen.

NEN 2634 AACE International

Fase in het bouwproces Benaming Niveau Estimate

Class Purpose of estimate Accuracy rage LOD000 Initiatief/

haalbaarheid Initiatiefbegroting 1 - 2 Class 5 Concept screening -50/+100 Projectdefinit

ie Haalbaarheids-

begroting 2 - 3 Class 4 Study or feasibility --30/+50 LOD100 SO-ontwerp SO-begroting 3 - 4 Class 3 Budget authorization

or control -20/+30 LOD200 VO-ontwerp VO-begroting 4 - 5

Class 2 Control or bid/ternder -15+20 DO-ontwerp DO-begroting 4 - 5

LOD300 Technisch

ontwerp Directiebegroting 5 - 6 Class 1 Check estimate or

bid/tender -10/+15 Prijsvorming Inschrijvingsbegroting 5 - 6

Informatiebehoefte: Bouwkosten 16

(17)

1.5. Validatie

In het onderzoeksrapport Cost Estimate Classification System – As Applied in Engineering (2005) uitgegeven door AACE International, worden verschillende bronnen vergeleken ter validatie van de onzekerheidsfactor. Door verschillende instanties is onderzocht wat de hoogte van deze risico’s zijn tijdens elke (ontwerp)fase.

Fig. 12. Niveau van de uitklaptabel gekoppeld aan de fasen van het bouwproces. Bron: AACE International

Informatiebehoefte: Bouwkosten 17

(18)

Fig. 13. Classificatie tijdens het ontwerpproces. Bron: AACE International

Informatiebehoefte: Bouwkosten 18

(19)

2. Informatiebehoefte

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar hoe de directe en indirecte bouwkosten worden berekend en vastgelegd. De informatiebehoefte hiervan wordt in kaart gebracht, om vervolgens te

onderzoeken in hoeverre de informatie beschikbaar is en wat de bronnen zijn hiervoor.

Vraagstelling

Wat is de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten?

2.1. Bouwkosten

Voor het berekenen van de bouwprijs worden de benodigde hoeveelheden aan materialen aan de hand van (de tekeningen van) het bestek vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. (zie fig.

15) Een uittrekstaat laat zien hoe hoeveelheden van een product opgebouwd is. Hoeveelheden worden uitgedrukt in eenheden. De prijs is gekoppeld aan de eenheid waarin wordt gemeten.14 De hoeveelhedenstaat is een lijst van alle te leveren en te verwerken of te produceren

hoeveelheden materialen, onderdelen en overige posten, die bij elkaar het totale werk vormen.

Gecombineerd met normen en prijzen per eenheid, geeft dit een begroting van het totale werk.15

Fig. 14. Berekening van de bouwkosten. Bron: Jellema 10; ontwerpen

14 H. Flapper (2005) Jellema 10: Ontwerpen. Amersfoort: Thieme-Meulenhoff

15 W. Keyner & M. van Rosmalen (2006) Bouwkosten Management. Amsterdam: Reed Business Information

Informatiebehoefte: Bouwkosten 19

(20)

Hoeveelhedenstaat

De hoeveelhedenstaat is een lijst van alle te leveren en te verwerken of te produceren

hoeveelheden materialen, onderdelen en overige posten, die samen het totale werk vormen.16 Een uittrekstaat dient overzichtelijk te worden opgesteld, op volgorde van de uitvoering van de bouw. De logische volgorde van het vermelden van de ruimte, wand of vloer voorkomt

zoekwerk, wanneer bijvoorbeeld een verrekening voor meer- en minderwerk moet worden gemaakt.

Het uittrekken gaat per materiaalsoort, hierdoor ontstaat er een overzichtelijke staat, gesorteerd naar werkonderdeel en materiaalsoort. Alle maten worden in de staat verwerkt, liefst met de vermelding per regel op welk onderdeel die maten betrekking hebben.17

Fig. 15. Voorbeeld uittrekstaat. Bron: Calc-pro+

16 W. Keyner & M. van Rosmalen (2006) Bouwkosten Management. Amsterdam: Reed Business Information

17 N.b. (2009) Een uittrekstaat is een tijdbesparend hulpmiddel. Geraadpleegd op 23 april. 13, via

http://ondernemingsdatabank.indicator.nl/bouwcalculatie/een_uittrekstaat_is_een_tijdbesparend_hulp middel/NLTABWAR_EU111404/32/related

Informatiebehoefte: Bouwkosten 20

(21)

Voor het opstellen van begrotingen van bouwkosten zijn er richtlijnen voor het hanteren van een kolommenstructuur, om kostengegevens te noteren, die in begrotingen gebruikt kunnen worden. Er zijn twee kolommenstructuren, die zijn bedoeld voor verschillende

rekenmethoden. De volgorde van de kolommen is niet dwingend voorgeschreven.18 Tijdens het bouwproces kan de kostprijs aan de hand van onderstaand informatie op

verschillende momenten bepaald worden. Voor het bepalen van de Inschrijvingssom, ook wel Aannemingssom genoemd, dient Winst & Risico en eventueel de bruto Stelposten bij de kostprijs opgeteld te worden.19 (zie bijlage 5)

Raming/Begroting - LOD 000 / 100 / 200 / 300

Bij een raming of begroting wordt alleen de kosten voor de element/product per eenheid gerekend.

Code(s) Omschrijving Hoeveelheid Eenheid €/eenheid Totaal

Fig. 16. Kolommenstructuur A. Bron: NEN 2634

Inschrijfbegroting/Calculatie - LOD 300 / 400 / 500

Bij een Calculatie wordt naast (materiaal)kosten per element/product ook de

verwerkingskosten van de aannemer meegerekend. Een aannemer rekent namelijk ook de kosten voor het plaatsen (manuurkosten) en de kosten voor verwerking (materieelkosten). Als een object geheel of gedeeltelijk uitbesteed wordt, wordt er ook gerekend met de kosten voor de onderaannemer.

code(s) omschrijving hoeveel-

heid eenheid €/eenheid totaal materiaalkosten materieelkosten stel- post materiaal arbeid sub-

totaal materiaal arbeid sub- totaal

Fig. 17. Kolommenstructuur B. Bron: NEN 2634

18 van der Aa, R. (2002) NEN 2634:2002: Termen, definities en regels voor het overdragen van gegevens over kosten en kwaliteitsaspecten voor bouwprojecten. Delft: Nederlands Normalisatie-instituut

19 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB

Informatiebehoefte: Bouwkosten 21

(22)

2.2. Deelposten

Voor het begroten of calculeren van de bouwkosten zijn uittrekstaten onderzocht op de informatiebehoefte. In deze paragraaf wordt de informatiebehoefte nader geanalyseerd om in kaart te brengen hoe de waardes tot stand komen.

Informatiebehoefte

Begroting Calculatie

- Codering - Omschrijving - Hoeveelheden - Eenheden - Eenheidsprijzen

- Codering - Omschrijving - Hoeveelheden - Eenheden

- Materiaalkosten - Arbeid

- Materieelkosten

- Onderaannemerskosten

- Algemene Bouwplaats Kosten20 - Algemene Kosten (AK)

- Stelposten - Winst en risico

Om de beschikbaarheid van de data in kaart te brengen is een analyse gedaan van een aantal bronnen in de praktijk. (zie bijlage 7)

Hieruit blijkt dat een begroting opgesteld kan worden door gebruik te maken van

kostenkengetallen. De eenheden van kostenkengetallen verschillen in de praktijk per product.

Daarnaast verschilt het per bron of er ook rekening wordt gehouden met verschillende factoren als:

Wel of geen aannemersstaart

Verschillende uitvoeringsvarianten

Verschillende invloedfactoren

20 (ABK, alle kosten die niet direct verband houden met specifieke onderdelen van het werk, maar wel met het werk samenhangen)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 22

(23)

Codering en Omschrijving

Coderingen zijn classificaties voor het indelen van elementclusters, elementen en/of producten in groepen op grond van overeenkomst of verwantschap in eigenschappen of kenmerken.

Deze methodieken zijn veelal Top Down opgezet. Deze benadering heeft als voordeel bij het begroten op basis van activiteiten dat een verschil in detaillering kan worden aangebracht, al naar gelang de grootte van het project.21

De waarde van de code is afhankelijk van de gekozen classificatiesoort. Bij het indelen van (BIM)objecten kunnen onder ander gebruik gemaakt worden van NL/SfB, NEN 2634 en STABU-Element.Voor het gestructureerd indelen van middelen, zoals materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming, kan gebruik worden gemaakt van een eigen codering of classificatie die is afgestemd op de ERP-applicatie en toepassingen. De STABU2

werksoortindeling wordt bij bouwbedrijven als kapstok gebruikt voor een middelencodering.22

Fig. 18. Voorbeeld indeling activiteiten. Bron: Handboek begroten

Elementenmethode STABU

- Ontwerpgericht

- Elementen, elementengroepen, varianten en variantengroepen - Aansluitend op andere

informatiesystemen en CAD- applicaties dankzij de indeling eindige lijst waar alles onder valt, praktische bijkomstigheid voor informatietoepassingen

- Uitvoeringsgericht

- Bouwdelen, materialen en werksoorten - Aansluitend op bestekken en

werkindelingen van de uitvoering - ‘oneindige lijst’ d.w.z. bij nieuwe

innovaties komt een nieuw rubriek, bovendien veel ruimte voor ‘vrije invulling’.

Fig. 19. Verschil tussen classificaties. Bron: Inleiding Bouwmanagement (Wamelink, 2009)

21 N.b (1992) Handboek Begroten. Amsterdam: NEFPUG

22 Straatman, J. (2012) Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking Virtueel Bouwen. Zoetermeer:

RRBouw

Informatiebehoefte: Bouwkosten 23

(24)

Hoeveelheden

In uittrekstaten worden de hoeveelheden van de ontworpen inhoud/oppervlak/lengte van ruimten/elementen en/of producten uitgedrukt in getallen.

Het is gebruikelijk om hoeveelheden uit te trekken in eenheden die door de handel en

leveranciers worden gebruikt, bijvoorbeeld de hoeveelheid grond in m3; plaatmateriaal in m2;

keukens per stuk.23

Voor het opstellen van eenduidige oppervlakte- en inhoudsanalyses zijn in de NEN 2580 richtlijnen gegeven voor het berekenen van oppervlakten. Een schematisering (zie fig. 21) van de NEN 2580 brengt in kaart hoe de verschillende functies in het gebouw gecategoriseerd worden ten behoeve van oppervlakteberekening.

In een persbericht van de NEN op 2013-02-12 te Delft24, staat:

“Samen met NEN 2580 (oppervlakten en inhouden) vormt NEN 2699 een integraal afsprakenstelsel voor communicatie over investeringen in en exploitatie van de gebouwde omgeving.”

Fig. 20. Verschil tussen classificaties. Bron: Jellema 10: Ontwerpen (Flapper, 2005)

23 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB

24 van der Aa, R. (2013) Nieuw norm investerings- en exploitatiekosten gepubliceerd. Delft: Nederlands Normalisatie-instituut

Informatiebehoefte: Bouwkosten 24

(25)

Eenheid

Voor het meten van een bepaalde grootheid, wordt de hoeveelheid uitgedrukt met een relevante eenheid. Naarmate het ontwerpproces vordert, zullen de eenheden veranderen omdat hoeveelheden anders gedefinieerd worden. In LOD000/100 zijn nog geen producten gedefinieerd, waardoor hoeveelheden in m3 bruto inhoud of m2 bruto vloeroppervlak uitgedrukt worden. Na LOD 200/300 is de eenheid afhankelijk van het gebruikte element of product, waardoor de eenheden verschillen per gemeten onderdeel.

Bij geldbedragen is de eenheid gekoppeld aan de valuta. Dit is de prijs per eenheid. Wanneer de eenheidsprijs bekend is voor een bepaald object, is het ook bekend wat de rekeneenheid hiervoor is.

Informatief Normatief

Onderdeel Specificatierichtlijnen Meeteenheden Afmetingen Meetregels 5.6 Elektrotechnisch installatiewerk

5.6.1 Leiding,

leidingweg Afzonderlijk te bepalen hoeveelheden:

- per installatie, per leiding-

/leidingwegtype, per materiaalsoort/combi natie van materialen

- lengte van het installatiedeel (m)

- afmetingen van het installatiedeel - afmetingen

van leidingmateri aal en hulpstukken (mm) 5.6.2

Apparaat, toestel

Afzonderlijk te bepalen hoeveelheden:

- per installatiedeel, per apparaattype, inclusief hulpstukken,

appendages, ophang- en bevestigingsmiddelen

- aantal apparaten, toestellen (st) - aantal

hulpstukken en verbindingen (st)

- afmetingen van het

installatiedeel - maten

omschreven blok (mm) - afmetingen

van

hulpstukken - de massa van

het apparaat of toestel (kg)

Fig. 21. Overzicht van verschillende bouwonderdelen met richtlijnen voor meeteenheden. Bron: NEN 3699

Informatiebehoefte: Bouwkosten 25

(26)

Prijs/Eenheid

Voor het maken van begrotingen tijdens het ontwerpproces, wordt er gebruik gemaakt van kostenkengetallen. Dit is een rekengemiddelde van de kosten die een aannemer ‘exact’

berekent, zoals materiaal-, materieel-, arbeid- en onderaannemingskosten.

De NEN 2699 omschrijft kostenkengetallen als volgt:

Kenmerkende kosten per eenheid van kostendrager voor het gehele bouwwerk, een ruimtelijk deel daarvan, een elementencluster, een element, of per functionele eenheid.

Kostenkengetallen komen voort uit gemaakte calculaties van eerder uitgevoerde bouwwerken en worden gebruikt in een fase van het project wanneer er weinig informatie over het project beschikbaar is, ze geven namelijk een kostenindicatie van gedefinieerde onderdelen of groepen van onderdelen van het project.

€/m2 bruto vloeroppervlakte (voor het gehele gebouw), bepaald volgens NEN 2580;

€/m2 geveloppervlakte (voor de elementencluster "gevel");

€/m3 inhoud (van het gehele gebouw of voor de installatie);

€/bed (voor een ziekenhuis of hotel);

€/leerling (voor een school).

Fig. 22. Voorbeelden van kostenkengetallen. Bron: NEN 2634 Naarmate het project vordert, stijgt het detailniveau en worden meer gegevens beschikbaar over het project, waardoor prijzen exacter berekend kunnen worden. Hierdoor is er sprake van een aflopend gebruik van kengetallen gedurende het project.25

Oriëntatie Project-

definitie Ontwerp Bestek en

aanbesteding Uitvoering Ingebruik-

name Gebruik

raming en

toetsing raming en

toetsing raming en toetsing

toetsing toetsing toetsing raming en toetsing

Fig. 23. Toepassing kostenkengetallen tijdens het bouwproces. Bron: Bouwkosten Management (Wamelink, 2009)

25 W. Keyner & M. van Rosmalen (2006) Bouwkosten Management. Amsterdam: Reed Business Information

Informatiebehoefte: Bouwkosten 26

(27)

Materiaalkosten

Materiaalkosten zijn de kosten voor al het materiaal dat nodig is om een project te realiseren.

Door het vermenigvuldigen van de hoeveelheid met de prijs per eenheid worden de materiaalkosten in euro gevormd.

Informatiebehoefte - Hoeveelheid - Materiaalprijs

Arbeid

De arbeidskosten zijn alle directe kosten, voor de arbeid dat moet worden verricht.

Arbeidskosten bestaan uit uurtarief voor een functie en de manuren die nodig zijn voor het uitvoeren van een taak. Het begroten van de benodigde tijd (in uren) wordt berekend op basis van kennis, referentieprojecten en/ of documentatie.

Door het vermenigvuldigen van het aantal arbeidsuren met het uurtarief worden de arbeidskosten in euro gevormd.

Informatiebehoefte

- Hoeveelheidsnorm (in uren) - Uurtarief

Materieelkosten

De materieelkosten zijn alle kosten van hulpmiddelen voor de uitvoering van werken die na oplevering daarvan niet achterblijven. Door het vermenigvuldigen van het aantal uren dat een bepaald materieel gebruikt wordt met het uurtarief worden de materieelkosten in euro

gevormd.

Informatiebehoefte

- Hoeveelheidsnorm (uren) - Prijs

Onderaannemerkosten

De onderaannemerskosten zijn alle kosten, dat een onderaannemer rekent voor een prijsaanvraag van een bouwproject.

Van de onderaannemer wordt gebruik gemaakt, wanneer het werk te specialistisch is voor een bouwbedrijf of een bouwbedrijf te weinig personeel in dienst heeft.

Informatiebehoefte

- De prijsopgave van een onderaannemer kan een vast totaalprijs of een prijs per eenheid zijn.26

26 W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB

Informatiebehoefte: Bouwkosten 27

(28)

Stelposten

Indien de keuze van de opdrachtgever nog niet exact bekend is, bv. welk merk en type voordeur of badkamer de opdrachtgever uiteindelijk wil, wordt daar een stelpost voor opgenomen. Na afloop wordt het begrote en werkelijk bestede bedrag verrekend.

Informatiebehoefte

- De stelposten zijn vaste bedragen, voorgeschreven in het bestek.

Algemene bouwplaatskosten

Algemene bouwplaatskosten zijn alle kosten van materieel en/of arbeid die nodig zijn voor de uitvoering van een bouwproject, voor zover deze kosten niet zijn verbonden aan middelen, zoals materialen, die op de bouwplaats bij oplevering achterblijven.

Door het vermenigvuldigen van het opslagpercentage met de kosten voor materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming worden de Algemene Bouwplaats Kosten berekend.

Informatiebehoefte

- Opslagpercentage (%)

Algemene kosten

Algemene kosten zijn alle kosten die geen directe relatie hebben met de uitvoering van het bouwproject, maar wel toegerekend worden aan het bouwproject

Door het vermenigvuldigen van het opslagpercentage met de totale kosten voor materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming en de Algemene Bouwplaats Kosten worden de Algemene Kosten berekend.

Informatiebehoefte

- Opslagpercentage (%)

Winst en risico

Winst zijn alle gecalculeerde inkomsten minus de gecalculeerde uitgaven.

Risico zijn de kosten van reservering tegen onverwachte gebeurtenissen die op het bouwwerk betrekking hebben en die niet als meerwerk in rekening kunnen worden gebracht.

Informatiebehoefte

- Opslagpercentage (%)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 28

(29)

2.3. Conclusie

Wat is de informatiebehoefte voor het berekenen van de bouwkosten?

Bouwkosten kunnen berekend worden indien onderstaand informatie beschikbaar is. Uit het onderzoek blijkt dat voor LOD200 een begroting opgesteld kan worden aan de hand van kostenkengetallen en na LOD200, meestal in LOD300, ook een (uitgebreide) calculatie opgesteld kan worden voor technische oplossingen.

LOD200 LOD200

Begroting Calculatie

Informatiebehoefte - Codering - Omschrijving

(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid

(kostenkengetal) - Onzekerheid

- Codering - Omschrijving

(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid

(kostenkengetal)

- Materiaal

- Arbeid (materiaal) - Materieel

- Arbeid (materieel) - Stelpost

- Algemene Bouwplaats Kosten - Algemene kosten

- Winst en risico

Verschil

- Onzekerheid - Materiaal - Materieel - Arbeid - Stelposten - Algemene Kosten

- Algemene Bouwplaats Kosten - Winst en Risico.

Informatiebehoefte Formule

Materiaal Kosten (€) = hoeveelheid x materiaalprijs Arbeid Kosten (€) = tijdsnorm x uurtarief Materieel Kosten (€) = tijdsnorm x prijs

Onderaanneming Kosten (€) = Exacte prijs (€) of Eenheidsprijs (€/eenheid) Algemene Bouwplaats

Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, arbeid, materieel en onderaanneming)

Algemene Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming en algemene

bouwplaatskosten) Stelposten Kosten (€) = Exacte prijs (€)

Winst en Risico Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (kostprijs)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 29

(30)

2.4. Validatie

Ter validatie wordt gebruik gemaakt van het onderzoeksrapport Developments in Cost Estimating and Scheduling in BIM Technology, uit 2011, door van Xinan Jiang aan de Northeastern University.

Hieronder is wordt de omschrijving van de verschillende projectfases met bijbehorend begrotingsniveau vergeleken met de gevonden resultaten uit dit onderzoek. Hierdoor kan gevalideerd worden wat de overeenkomsten en de verschillen zijn tussen de twee

onderzoeken.

LOD 100 LOD 200 LOD 300 LOD 400 LOD 500

Design Nongeometric line, areas or volume zones

Three dimension- generic elements

Specific elements with dimensions, capacities and space relationships

Shop drawing/

fabrication with

manufacture, installation and other specified information

As-built

Developments in Cost Estimating

Cost

Estimation Conceptual cost

estimation Estimated cost based on

measurement of generic element

Estimated cost based on measurement of specific assembly

Committed purchase price of specific assembly at buyout

As-built cost

Kostenniveau

Onderzoek Begroting met kostenken- getallen

Begroting met kostenken- getallen

Begroting met kostenken- getallen en/of exacte

berekening

Inschrijf- begroting/

investerings- som

Bouwkosten

Berekenen met kostenken- getallen is een begroting met een schattings- factor

Berekenen met kostenken- getallen is een begroting met een schattings- factor

Berekenen met kostenken- getallen is een begroting met een schattings- factor

Exacte berekening

Gelijkenis

Conceptueel Estimated/

geschat Estimated/

geschat met meer

nauwkeurigheid Verschil

Informatiebehoefte: Bouwkosten 30

(31)

3. Algemeen conclusie

Wat is de informatiebehoefte van LCC en hoe kan dit worden berekend?

Er zijn twee rekenmethoden om de directe en indirecte bouwkosten te berekenen tijdens het ontwerpproces, namelijk begroten en calculeren. Bij het begroten worden de kosten benaderd en bij calculeren wordt er exact berekend wat de werkelijke kosten zijn.

Bij begroten is het van belang dat er rekening gehouden wordt met een fluctuatie in de berekening, omdat de kosten worden benaderd en niet exact zijn. Hierdoor wordt er begroot, rekening houdend met een onzekerheid.

Bij calculeren is er meer informatiebehoefte, omdat er ook gekeken wordt naar

uitvoeringsprocessen. Hierdoor zijn kosten verdeeld onder materiaal, materieel en arbeid.

Vanaf LOD 300 is het mogelijk om te calculeren, omdat dan bekend is welk producten er worden toegepast.

LOD200 LOD200

Begroting Calculatie

Informatiebehoefte - Codering - Omschrijving

(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid

(kostenkengetal) - Onzekerheid

- Codering - Omschrijving

(Objectspecificatie) - Hoeveelheden - Eenheid - Prijs/ eenheid

(kostenkengetal)

- Materiaal

- Arbeid (materiaal) - Materieel

- Arbeid (materieel) - Stelpost

- Algemene Bouwplaats Kosten - Algemene kosten

- Winst en risico

Informatiebehoefte Formule

Materiaal Kosten (€) = hoeveelheid x materiaalprijs Arbeid Kosten (€) = tijdsnorm x uurtarief Materieel Kosten (€) = tijdsnorm x prijs

Onderaanneming Kosten (€) = Exacte prijs (€) of Eenheidsprijs (€/eenheid) Algemene Bouwplaats

Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, Arbeid, Materieel en onderaanneming)

Algemene Kosten Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (materiaal, Arbeid, Materieel, onderaanneming en algemene

bouwplaatskosten) Stelposten Kosten (€) = Exacte prijs (€)

Winst en Risico Kosten (€) = percentage (%) x totale kosten (kostprijs)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 31

(32)

Hoeveelheid

Objectspecificatie Eenheid

- NL-SfB

- STABU - Revit Family

- IfcBuildingElement - Inhoud - Oppervlak - Lengte - Element - Product

M3 M2 M St Kg

BIM-model

Fig. 24. Datastroom bouwkosten Databanken

Materiaalprijs

Materieelprijs

Arbeid

Prijs per eenheid

Prijs per eenheid Tijdsnorm

Prijs per eenheid Tijdsnorm

Algemene Kosten

Algemene Bouwplaats Kosten

Winst en risico Bedrijfsgegevens

Totale bouwkosten

- Kostenkengetallen

Prijs per eenheid Functie Element Variant

Onzekerheid

NEN 2699

LOD 100 LOD 200 LOD 300

Informatiebehoefte: Bouwkosten 32

Codering

(33)

Verklarende woordenlijst

Investeringskosten De initiële kosten die door de belegger geïnvesteerd moeten worden om het project te realiseren.

Levensduurkosten Totale kosten die gerelateerd zijn aan het gebruik van het product; derhalve afschrijvingen,

onderhouds- en exploitatiekosten omvattend.

Ontwerpproces Een vijfstappen proces in de bouw voor het maken van een ontwerp. 1. Initiatief, 2. haalbaarheid, 3.

voorontwerp (VO), 4. definitief ontwerp (DO) en 5.

Detailontwerp (bestek).

Deelposten onderdeel een rekening.

Aanbesteding Bij een aanbesteding offreren verschillende partijen voor een opdracht. De beste optie wordt uiteindelijk gekozen.

Bovenwaarde Hoogste waarde tijdens het benaderen van een

bepaalde waarde.

Onderwaarde Laagste waarde tijdens het benaderen van een bepaalde waarde.

Onroerende zaak De grond en alles wat zich daarin of daarop bevindt, voor zover dat aard- of nagelvast daarmee is

verbonden.

Uitrekstaat De uittrekstaat dient ervoor om de hoeveelheden op het elementenniveau te onderbouwen.

Meer- en minderwerk De verrekening van de wijzigingen die tijdens de bouw zijn uitgevoerd ten opzichte van wat er bij de aanbesteding in het bestek en de bouwtekeningen was vastgelegd.

Raming/Begroting Een schatting van inkomsten en uitgaven. Een in bedragen uitgewerkt plan voor toekomstige activiteiten, ten behoeve van leiding en controle.

Kostprijs De kostprijs bestaat uit de aan een product

toegerekende vaste en variabele kosten.

Informatiebehoefte: Bouwkosten 33

(34)

Aanneemsom Dit is het afgesproken bedrag waarvoor een

bouwbedrijf de uitvoering van een werk aanneemt.

Inschrijfbegroting/Calculatie De inschrijfbegroting is het document waarmee de uitvoerende partij zich financieel verbindt aan het bestek.

Bruto vloeroppervlakte Dit betreft de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten (volgens NEN 2580) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen

Informatiebehoefte: Bouwkosten 34

(35)

Bronnenlijst

Boeken

J. van Aken & D. Andriessen (2011) Handboek ontwerpgericht onderzoek. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers

H. Flapper (2005) Jellema 10: Ontwerpen. Amersfoort: Thieme-Meulenhoff J. Wamelink (2009) Inleiding Bouwmanagement. Delft: VSSD

W. de Bruijn en H. Wijnja (2011) Studieboek Management Calculatie. Zoetermeer: KOB M.J. Hooft van Huysduynen (1992) Handboek Begroten. Amsterdam: NEFPUG

E. Nozeman (2008) Handboek Projectontwikkeling. Voorburg: NEPROM

W. Keyner & M. van Rosmalen (2006) Bouwkosten Management. Amsterdam: Reed Business Information

Straatman, J. (2012) Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking Virtueel Bouwen.

Zoetermeer: RRBouw

Publicaties

N.b. (2013) Consumenten regeling 2013; Rechtsverhouding Consument – Architect.

Amsterdam: BNA

van der Aa, R. (2002) NEN 2634:2002: Termen, definities en regels voor het overdragen van gegevens over kosten en kwaliteitsaspecten voor bouwprojecten. Delft: Nederlands

Normalisatie-instituut

van der Aa, R. (2013) Nieuw norm investerings- en exploitatiekosten gepubliceerd. Delft:

Nederlands Normalisatie-instituut

N.b. (2009) Family Guide Architecture. San Francisco: Autodesk

N.b. (2012) IFC 2x3 Reference Guide for ArchiCad 16 Budapest: Graphisoft

Spekkink, D. (2012). IPC voor Architecten: Detailniveau BIM per fase. Woudrichem: Spekkink C&R

Christensen, P. & Dysert, L. R. (2011) Cost Estimate Classification System. N.b.: AACE international

Informatiebehoefte: Bouwkosten 35

(36)

Internet

S. van Burken (2012) BIM en Hoeveelhedenstaten. Geraadpleegd op 24 april. 13, via http://www.bouwprofs.net/forum/topics/bim-en-hoeveelhedenstaten

N.b. (2009) Een uittrekstaat is een tijdbesparend hulpmiddel. Geraadpleegd op 23 april. 13, via http://ondernemingsdatabank.indicator.nl/bouwcalculatie/een_uittrekstaat_is_een_tijdbespar end_hulpmiddel/NLTABWAR_EU111404/32/related

N.b. (2012) Tip van de Week 27: Werken met Assembly Codes in SmartRevit. Geraadpleegd op 14 maart. 13, via http://www.smartrevit.nl/tip-van-de-week-27-werken-met-assembly-codes- 1217

Informatiebehoefte: Bouwkosten 36

(37)

Bijlage

Informatiebehoefte: Bouwkosten 37

(38)

Bijlage #1: Schema Investeringskosten, Consumentenregeling 2013

Informatiebehoefte: Bouwkosten 38

(39)

Informatiebehoefte: Bouwkosten 39

(40)

Bijlage #2: Investeringskosten; NEN 2631, Maart 1979, Investeringskosten van gebouwen

De investeringskosten van een gebouw omvatten de volgende kosten: grondkosten, bouwkosten, inrichtingskosten en bijkomende kosten.

Bijkomende kosten zijn:

a. Voorbereidings- en begeleidingskosten b.v. projectmanagement, programma van eisen, architecttoezicht, constructeur, adviseur, bouwfysica, grondonderzoek, adviseur installatie, binnenhuisarchitect, opmetingskosten van het terrein en deskundige bouwkosten.

b. Heffingen enz. b.v. leges, bouwaanvraag, precario en aansluiten nutsbedrijven c. Verzekeringen

d. Aanloopkosten 1 b.v. bestuurskosten, werving personeel, vervroegde aanstellingen,

schoonmaken eerste oplevering, verhuisden, openingskosten, leegstand, bedrijfskapitaal en kas.

e. Financieringskosten b.v. afsluitkosten en renten f. Risico-verrekeningen

g. Onvoorziene uitgaven

h. Onderhoudskosten 2 van het verworven terrein i. Omzetbelasting 3

1 Voorzover deze kosten niet ten laste van de exploitatie van het gebouw of de gebouwen worden gebracht.

2 Deze kosten moeten worden verminderd met eventuele opbrengsten van exploitatie van het terrein, indien

deze opbrengsten niet onder 3.1 .1 reeds zijn afgetrokken.

3 Omzetbelasting heeft eveneens betrekking op in deze tabel genoemde bijkomende kosten.

Informatiebehoefte: Bouwkosten 40

(41)

Bijlage #3 : Gerritse, 1999, Kosten en kwaliteit; Sturing van de relatie kosten / kwaliteit in de vroege fasen van het huisvestingsproces

In figuur 5 wordt het mechanisme van ramingen in de diverse procesfasen weergegeven Nadat de fase van bestek en tekeningen is afgerond, kan een kostenraming op basis van

produktiemiddelen plaatsvinden. De hoeveelheidscomponent is dan

bijvoorbeeld het aantal manuren of m3 beton. Deze hoeveelheid wordt vermenigvuldigd met een prijs per eenheid. De hoeveelheidscomponent noemen we de kostendrager.

In de ontwerpfase zijn de

hoeveelheden produktiemiddelen nog niet te ramen. Daarvoor ontbreekt de informatie. Wel bekend zijn de hoeveelheden waarmee de vormgever op dat moment manipuleert. Het zijn hoeveelheden die vanaf de schetsen op te meten zijn. Het gaat

dan over op te meten m2

vloeroppervlakte, dakoppervlakte en de oppervlakte van de gevels, de gevelopeningen, de binnenwanden etc. Het gaat over aantallen bouwlagen en trappen. Men is niet bezig met hoeveelheden produktiemiddelen, maar met hoeveelheden elementen en elementclusters. Er is dan inmiddels een heel ander type kostendrager aan de orde.

Het vaststellen van de eenheidsprijzen die bij de elementen horen, gebeurt op basis van gedetailleerde kennis over gerealiseerde oplossingen in projecten.

De elementprijs wordt gerelateerd aan een bepaalde oplossing, aan een referentie. In wezen budgetteert men een bedrag waarvoor dat bepaalde element gemaakt moet kunnen worden. De gedetailleerde kennis wordt vertaald naar een hoger niveau in de piramide.

Informatiebehoefte: Bouwkosten 41

(42)

Bijlage #4: Onderzoek naar het ontwerpproces en rekenniveaus.

De volgende tabellen komen uit de Nen-2634 en het BIM protocol detailniveaus. Hiermee zijn vergelijkingen gemaakt, waarbij gekeken word naar: Welke begrotingsniveaus er zijn, wanneer deze voorkomen in het bouwproces en met welke kostengegevens je te maken hebt. Deze worden vervolgens naast de LOD-structuur gelegd, om te kijken of er een uitspraak gedaan kan worden over wanneer (bij welke LOD) er welke kosteninformatie nodig is of voorkomt, voor het opstellen van een begroting of calculatie.

Begrotings- en kwaliteitsniveaus

Niveau nr. Niveaubenaming Niveaukenmerk

Kosten Kwaliteit

1 Geheel bouwwerk of

ruimtelijke delen kostenkengetallen per aan het

gebruik gerelateerde eenheid kwaliteitsgegevens op gebouwniveau 2 Elementenclusters kostenkengetallen per

elementencluster kwaliteitsgegevens op het niveau van ruimtelijke delen van het gebouw

3 Elementen kostenkengetallen per element kwaliteitsgegevens op het niveau van een ruimte of element

4 Technische

oplossingen prijzen per technische

oplossing kwaliteitsgegevens op het

niveau van de technische oplossing

Vanaf niveau 1 t/m 3 wordt er volgens de nen-2634 gerekend met kostenkengetallen.

Vanaf niveau 4 wordt er gerekend met prijzen per technische oplossing.

Relatie tussen fasen in het bouwproces en te hanteren niveaus

Fase in het bouwproces Begrotingsbenaming Niveau waarop gegevens moeten worden overgedragen 1. initiatief Initiatiefbegroting 1. geheel bouwwerk of ruimtelijke delen

2. haalbaarheidsstudie haalbaarheidsbegroting 1. geheel bouwwerk of ruimtelijke delen 3. projectdefinitie haalbaarheidsbegroting 1. geheel bouwwerk of ruimtelijke delen

2. elementenclusters 4. structuurontwerp SO-begroting 2. elementenclusters

3. elementen 5. voorlopig ontwerp VO-begroting 3. elementen

4. technische oplossingen 6. definitief ontwerp DO-begroting 4. technische oplossingen Globaal kunnen we aan fasen default verschillende detailniveaus koppelen.27

Fasen Detailniveaus

Vraagspecificatie DN 000, DN 100

Functioneel Ontwerp DN 100, DN 200

Definitief Ontwerp DN 300

Technische Specificatie / Productievoorbereiding

/ Uitvoering DN 400

Oplevering / Gebruik DN 500

27 IPC voor Architecten, 2012, BIM protocol; detailniveaus

Informatiebehoefte: Bouwkosten 42

(43)

Fase LOD Niveau Begroting Kosten Initiatief 000 1. Geheel bouwwerk

of ruimtelijke delen Initiatiefbegroting 1. kostenkengetallen per aan het gebruik

gerelateerde eenheid Haalbaarheid 000 1. Geheel bouwwerk

of ruimtelijke delen haalbaarheidsbegr oting

1. kostenkengetallen per aan het gebruik

gerelateerde eenheid Projectdefinitie 000 /

100 1. geheel bouwwerk of ruimtelijke delen 2. elementenclusters

haalbaarheidsbegr oting

1. kostenkengetallen per aan het gebruik

gerelateerde eenheid 2. kostenkengetallen per elementencluster Structuurontwer

p 100 /

200 2.

elementenclusters 3. elementen

SO-begroting 2. kostenkengetallen per elementencluster 3. kostenkengetallen per element

Voorlopig

ontwerp 200/

300 3. elementen 4. technische oplossingen

VO-begroting 3. kostenkengetallen per element

4. prijzen per technische oplossing

Definitief

ontwerp 200/

300 3. elementen 4. technische oplossingen

DO-begroting 3. kostenkengetallen per element

4. prijzen per technische oplossing

Het is mogelijk dat tijdens voorlopig en definitief ontwerp verschillende detailniveaus voorkomen. Het BIM protocol detailniveaus geeft aan dat hier een aantal bouwonderdelen een afwijkend detail-niveau hebben i.v.m. andere bouwelementen in dezelfde fase, dit is projectspecifiek. Zie volgend tabel.

Informatiebehoefte: Bouwkosten 43

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Stel samen met uw kind alvast wat vragen op, die gesteld kunnen worden tijdens de (online) Open dag. • Bespreek de (online) Open dag na en kom ook terug op de vooraf

ondernemers een transparante overheid. Een burger wil kunnen achterhalen welke WOZ-waarde van toepassing is op zijn huis en het liefst ook dat van de buren. Dankzij de beoogde Wet

Op basis van dit gesprek beveelt de commissie aan dat het CvB meer uitgesproken aandacht heeft voor en ondersteuning biedt aan het kenniscentrum Health Innovation in zijn

4 Afstuderen 14 w Start februari 5 Studenten kunnen zich aanmelden tot een week voor de start van de stages.. Stage - Ellen

● Op basis van bovenstaande overweging(en) en artikel 3.10 derde lid van de Wabo hebben wij ons besluit genomen voor de aangevraagde verandering betreffende de activiteit milieu

Denk hierbij aan de kosten voor de architect voor het ontwerp en de uitwerking, de kosten voor de constructeur voor alle sterkteberekeningen en -tekeningen, de kosten voor rapportages

Directeuren zijn tekenbevoegd. Overeenkomsten met een looptijd langer dan 2 jaar en/of een gemoeid bedrag van meer dan E. Voor het aangaan van overeenkomsten van twee jaar of

Indien het vermoeden van een misstand is gemeld via de vertrouwens- persoon integriteit en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt