• No results found

2.3 Vertrouwen

3.2.2 Deel 2: kwantitatief onderzoek

In deze paragraaf wordt het uitgebreide, kwantitatieve deel besproken. De voorstudie van de documentenanalyse en het kleinschalige kwalitatieve deel leveren input voor de doorontwikkeling van de vragenlijst.

3.2.2.1 Ontwikkeling van de vragenlijst

De vragenlijst is per e-mail gestuurd aan 47 respondenten. De begeleidende, interne e-mail aan de inspecteurs van het domein Jeugd bevat een beschrijving van het doel van het onderzoek, een indicatie van de tijd die het invullen van de survey duurt en een garantie dat de antwoorden vertrouwelijk worden behandeld. 42 respondenten hebben de survey ingevuld, waarvan vier respondenten de vragenlijst gedeeltelijk hebben ingevuld. Om die reden zijn deze vier vragenlijsten niet meegenomen in het onderzoek. De 38 respondenten die de survey geheel hebben ingevuld geven een percentage van 81% respons.

Masterthesis Mireille J.D. van Asperen, Universiteit Leiden, 2019 45

De vragenlijst begint met een aantal vragen over de algemene demografische factoren. Daarna volgen vragen over vertrouwen, autonomie, handhaving en oordeelsvorming, waarin ook elementen als het ‘Afwegingskader vertrouwen’, responsiviteit, individuele en collectieve discretionaire ruimte en handhavingsstijl staan. Bij de laatste, open vraag kunnen de respondenten commentaar geven op de vragenlijst of opmerken wat zij hebben gemist in de vragenlijst. De vragenlijst is verspreid onder alle inspecteurs van het domein Jeugd en daarom is geen steekproef genomen.

Het belangrijkste onderdeel van het ontwikkelen van de vragenlijst is het bepalen van de thema’s, deze zijn verder uitgewerkt in de indicatoren van de concepten in het operationaliseringsschema. Zie voor de volledige vragenlijst voor het kwantitatieve onderzoek bijlage 3. Om de betrouwbaarheid te vergroten en omdat het onderzoek context-specifiek is, bevat het onderzoek zowel een reeds gevalideerde en vastgestelde meetschaal van De Boer (2019) als zelfontwikkelde context-specifieke metingen. De Boer (2019) heeft een gevalideerde onderzoeksmethode ontwikkeld voor het onderzoek naar handhavingsstijlen van inspecteurs. Onder andere is de multidimensionale meetschaal van De Boer (2019) toegepast om te meten in welke mate handhaving en responsiviteit van invloed is op het oordeelsvormingsproces bij het domein Jeugd. Dit is gedaan door in het kwantitatieve onderzoek de oorspronkelijke vragen uit het meetinstrument van De Boer (2019) toe te voegen en daar dezelfde weging aan toe te kennen als De Boer in haar onderzoek heeft toegepast. In onderstaand figuur 4 staan de verschillende vragen uit de vragenlijst van de Boer (2019) om de handhavingsstijl van een inspecteur te meten.

Legal dimension (ω = .80)

During client encounters, I focus on:

1. Implementing policy X by following the letter of the law 2. That I enforce in an unambiguous way

3. That I make strict agreements with clients

4. That I execute the client encounter as completely as possible

5. That I uphold high standards regarding clients’ compliance with rules and regulations Facilitation dimension (ω = .85)

During client-encounters, I focus on:

1. Transferring my professional knowledge to clients 2. Giving indications how to improve compliance to clients 3. Being as helpful as possible to clients

4. The circumstances of clients that I encounter Accommodation dimension (ω = .83)

Masterthesis Mireille J.D. van Asperen, Universiteit Leiden, 2019 46 1. The opinions about government task A of colleagues from my team

2. The opinions about government task A of other teams 3. The opinions about government task A of other clients 4. The opinions about government task A of my team leader

Figuur 4: Meting van de handhavingsstijl uit de vragenlijst van De Boer (2019).

Om de concepten vertrouwen, autonomie en oordeelsvorming te meten is voor dit onderzoek een meetschaal ontwikkeld. De surveyvragen zijn gesteld aan de hand van treffende indicatoren gekoppeld aan de concepten uit dit onderzoek. Zie verder paragraaf 3.3 voor deze operationalisatie van de concepten. De vragenlijst is via Qualtrics geprogrammeerd en gepubliceerd.

Naast de in dit onderzoek behandelde concepten zijn de respondenten ook op een aantal dimensies uitgevraagd die tot doel hebben te onderzoeken of er verschillen zijn tussen groepen binnen het domein jeugd. Het gaat hierbij om de dimensies leeftijd, duur van het dienstverband, functie binnen het domein jeugd en opleiding / achtergrond. Deze dimensies zijn interessant voor het onderzoek omdat ze aanknopingspunten bieden voor aanbevelingen in het geval dat op groepsniveau zwaktes worden geïdentificeerd. In de meetschaal van De Boer (2019) worden de metingen van figuur 4 verbonden aan specifieke vragen over de persoonskenmerken van een inspecteur (zie figuur 5). Deze vragen zullen worden overgenomen in dit onderzoek met uitzondering van de vraag over hoeveel tijd een inspecteur traditionele media gebruikt. Deze vraag heeft geen relatie met de concepten en hypotheses in deze thesis en is om die reden weggelaten in de survey van dit onderzoek.

Construct Item(s) Measure

Perceived organizational effectiveness

(ω = .83; α = .82)

My division is successful in:

1. Tracing violations of rules and regulations

2. Ensuring companies comply with rules and regulations 3. Monitoring risks

4. Reducing risks

10-point scale with: 1 = completely disagree 10 = completely agree

Perceived trust I would typify my degree of trust in inspectees concerning their

compliance as: 10-point scale with: 1 = low trust 10 = high trust Rule obedience In general, I am someone who follows the rules even if I

disagree with them 10-point scale with: 1 = completely disagree

10 = completely agree

Masterthesis Mireille J.D. van Asperen, Universiteit Leiden, 2019 47

Construct Item(s) Measure

Social desirability I am always willing to admit to a mistake 10-point scale with: 1 = completely disagree 10 = completely agree

Figuur 5: Meting van persoonskenmerken van De Boer (2019)

Er is in verband met de waarborg van de anonimiteit ervoor gekozen om niet naar het geslacht van de respondenten te vragen. Gezien de relatief kleine survey kan het geslacht in combinatie met de functie binnen domein Jeugd namelijk herleidbaar zijn naar de persoon. Daarnaast is ervoor gekozen om dezelfde reden van het waarborgen van de anonimiteit om de leeftijd in te delen in groepen. Zie in het onderstaande figuur 6 de leeftijd uitvraag in de survey.

Figuur 6: Meting van de leeftijdsgroep zoals gebruikt in de survey.

De respondenten hebben vragen voorgelegd gekregen die betrekking hebben op de concepten zoals die centraal staan in dit onderzoek. Op deze vragen konden de respondenten een antwoord geven op een 10-puntsschaal, lopend van 0 tot 10. Reden voor de 10-puntsschaal is dat een deel van de vragen in de survey aansluiten bij de meetinstrumenten van de Boer (2019), die ook een 10-puntsschaal kennen. Aangezien in de vraagstelling met grote regelmaat de term “voldoende” is gebruikt, wordt daarnaast bij individuele onderzoeksvragen verondersteld dat respondenten een 6 beschouwen als voldoende / net bovengemiddeld en 5 als onvoldoende / net beneden gemiddeld. In onderstaande figuur 7 geeft de 10-puntschaal weer, zoals gebruikt in de survey.

Q1 Wat is je leeftijd

o

tot en met 30 (1)

o

31-40 (2)

o

41-50 (3)

o

51-60 (4)

o

61+ (5)

Masterthesis Mireille J.D. van Asperen, Universiteit Leiden, 2019 48 Figuur 7: 10-puntschaal zoals gebruikt in de survey.

Om de relatie tussen concepten en de hypotheses te toetsen is meestal gebruik gemaakt van de independent samples T test in SPSS maar ook van correlatietesten. Resultaten worden significant beschouwd als ze binnen een 95% betrouwbaarheidsinterval vallen waarbij tweezijdig wordt getoetst. Aangezien in de hypotheses vaak een eenzijdige relatie wordt onderzocht (hoger of lager), mag in veel gevallen ook eenzijdig worden getoetst. Om die reden zijn incidenteel correlaties die net buiten het 95% betrouwbaarheidsinterval vallen, als significant beschouwd.

De uitkomsten van deze metingen worden uitgewerkt en geanalyseerd in hoofdstuk 6 en zie voor de statistieken horend bij de survey daarnaast ook bijlage 4.