• No results found

De vraag naar passagiersgegevens: vorderingen en informatieverzoeken

In document EVALUATIE PNR-WET (pagina 56-62)

3. Het gebruik van de PNR-wet in cijfers

3.4. De vraag naar passagiersgegevens: vorderingen en informatieverzoeken

Om de directe vraag naar passagiersgegevens ten behoeve van onderzoek naar terrorisme dan wel ernstige misdrijven te duiden, zijn er op dit moment drie soorten gegevens: 1. het aantal vorderingen dat bij de Pi-NL is ingediend, 2. het aantal informatieverzoeken afkomstig van Europol, EU-lidstaten en derde landen dat bij Pi-NL is ingediend en 3. het aantal informatieverzoeken dat door Nederlandse bevoegde instanties is ingediend bij PIU’s van andere EU-lidstaten.154 De vorderingen kunnen gesplitst worden naar bevoegde instantie waar de vorderingen van afkomstig zijn, naar het type delict waarop de vordering betrekking heeft en op basis van of er depersonalisatie van passagiersgegevens vereist is. Ook zijn gegevens beschikbaar van het aantal unieke parketnummers waarop de vorderingen betrekking hebben. De informatieverzoeken kunnen ook gesplitst worden naar het land en/of de autoriteit van afkomst en naar het type delict.

Vorderingen van Nederlandse bevoegde instanties

Bij de vorderingen is duidelijk te zien dat de politie de meeste vorderingen indient (1.598 in 2020) (figuur 5), gevolgd door de KMar en de FIOD. De overige bevoegde instanties hebben sinds de inwerkingtreding van de PNR-wet minder dan vijftig vorderingen ingediend.

Figuur 5. Aantal vorderingen per bevoegde instantie.

De door de bevoegde instanties ingediende vorderingen hebben in 2019 betrekking op 348 unieke parketnummers en in 2020 op 756 unieke parketnummers. Dit betekent dat er gemiddeld per zaak drie vorderingen worden gedaan.

Deze vorderingen kunnen gesplitst worden in vorderingen toekomstige gegevens en vorderingen historische gegevens (tabel 4). Deze laatste groep kan weer worden opgesplitst in vorderingen waarin passagiersgegevens van meer dan zes maanden oud worden gevraagd en waarvoor dus extra

154 Wanneer een Nederlandse bevoegde instantie informatie opvraagt bij de Pi-NL wordt dit gedaan middels een vordering. Wanneer een PIU, een bevoegde instantie van een ander land of Europol informatie opvraagt, is er sprake van een informatieverzoek.

toestemming van een OvJ nodig is, en vorderingen waarin gegevens van maximaal zes maanden oud worden gevraagd. Zoals in de onderstaande tabel is te zien, lag in 2019 het aantal vorderingen waarvoor toestemming van de OvJ nodig was nog laag: 0,4% van het totaal aantal vorderingen (zie tabel 4). Dit lage aantal kan worden verklaard door het feit dat de wet pas halverwege 2019 in werking trad en er dus nog weinig gegevens van meer dan zes maanden oud konden zijn. In 2020 is een toename te zien van het aandeel vorderingen historische gegevens, en daarbinnen gegevens van meer dan zes maanden oud (16% van totaal aantal vorderingen). Naar verwachting zal dit aantal toenemen naarmate de passagiersgegevens langer verzameld worden en er meer historische gegevens beschikbaar zijn.155

Tabel 4. Aantal ontvangen vorderingen per type vordering.

Type vordering Aantal ontvangen vorderingen

2019 (deel)156 2020 (vol jaar)

Toekomstige gegevens 622 (60%) 958 (46%)

Historische gegevens 416 (40%) 1.134 (54%)

waarvan met toestemming OvJ

voor opheffen depersonalisering 4 (0,4%) 334 (16%)

Totaal 1.038 (100%) 2.092 (100%)

Het type delict waarop veruit de meeste vorderingen worden gedaan, is illegale handel in verdovende middelen en witwassen (787 respectievelijk 610 in 2020). Dit wordt met afstand gevolgd door deelneming aan een criminele organisatie en moord, doodslag en zware mishandeling. Het totaal aantal vorderingen uitgesplitst naar type delict ligt hoger dan het aantal vorderingen uitgesplitst naar bevragende bevoegde instantie, omdat een vordering meerdere delicten kan bevatten. De onderstaande figuur geeft de vorderingen per type delict voor 2019 en 2020 (figuur 6).157

155 In interviews met verschillende bevoegde instanties is naar voren gekomen dat zij verwachten vaker historische gegevens te zullen vorderen naarmate de PNR-gegevens langer worden verzameld en er meer historische gegevens beschikbaar komen.

156 Periode vanaf 18-06-2019 t/m 31-12-2019.

157 Zie Bijlage 1 (tabel 27) voor de vorderingen per type delict gegeven voor alle delicten die in bijlage 2 van de PNR-wet zijn genoemd.

Figuur 6. Aantal vorderingen per delict in deel 2019 (vanaf 18 juni) en heel 2020.

Informatieverzoeken van en naar andere landen Informatieverzoeken aan de Pi-NL

Het aantal informatieverzoeken aan de Pi-NL ligt een stuk lager dan het aantal vorderingen. In de laatste drie maanden van 2020 kwamen er gemiddeld 54 informatieverzoeken per maand binnen terwijl dat er in 2019 gemiddeld 11 waren. De meeste informatieverzoeken zijn afkomstig van PIU’s van andere lidstaten, gevolgd door bevoegde instanties uit andere lidstaten. Bij de verdeling van verzoeken naar bevragend land is te zien dat zowel bij informatieverzoeken vanuit PIU’s als vanuit bevoegde instanties de buurlanden Duitsland en België bovenaan staan (tabel 6).

Tabel 5. Aantal ontvangen informatieverzoeken per type informatieverzoek.

Type informatieverzoek Aantal ontvangen informatieverzoeken

2019 (deel)158 2020 (vol jaar)

Toekomstige gegevens 5 13% 71 18%

Historische gegevens 33 87% 326 82%

waarvan met toestemming OvJ

voor opheffen depersonalisering niet voorhanden - niet voorhanden -

Totaal 38 100% 397 100%

De informatieverzoeken kunnen ook worden verdeeld in verzoeken die betrekking hebben op toekomstige gegevens of op historische gegevens (tabel 5). In zowel 2019 als 2020 had meer dan 80%

van de verzoeken betrekking op historische gegevens. Dit is een verschil met vorderingen afkomstig van Nederlandse bevoegde instanties, waar maar rond de 50% betrekking had op historische gegevens (zie tabel 4, tabel 5).

158 Periode vanaf 18-06-2019 t/m 31-12-2019.

419

Tabel 6. Aantal ontvangen informatieverzoeken per organisatie en/of land van herkomst.

Herkomst land of organisatie Aantal ontvangen informatieverzoeken

2019 (deel)159 2020 (vol jaar)

Verzoeken van een PIU van een andere lidstaat 25 284

Duitsland 12 103

België 2 43

Ierland 0 30

Zweden 4 15

Verenigd Koninkrijk (Vanaf 31 januari 2020 een derde land) 0 14

Polen 0 12

Roemenië 2 12

Overig (<10 per land)160 5 55

Verzoeken van een bevoegde instantie van een andere EU-lidstaat 8 58

Duitsland 2 12

België 0 11

Overig (<10 per land)161 6 35

Europol 0 32

Verzoeken van autoriteiten van derde landen 5 23

Noorwegen 0 8

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba162 0 4

Australië 2 2

Denemarken163 0 2

Zwitserland 0 2

Overig (<2 per land)164 3 5

Totaal 38 397

159 Periode vanaf 18-06-2019 t/m 31-12-2019.

160 Voor 2019: Estland (3), Frankrijk (1), Spanje (1). Voor 2020: Bulgarije (1), Cyprus (3), Estland (4), Finland (9), Frankrijk (6), Hongarije (1), Italië (9), Kroatië (3), Letland (4), Litouwen (2), Oostenrijk (3), Slowakije (1), Slovenië (1), Spanje (5), Tsjechië (3), Verenigd Koninkrijk (1).

161 Voor 2019: Frankrijk (1), Oostenrijk (3), Spanje (1). Voor 2020: Estland (1), Finland (6), Frankrijk (5), Ierland (1), Italië (2), Polen (6), Portugal (1), Roemenië (1), Slowakije (1), Spanje (4), Verenigd Koninkrijk (5), Zweden (2).

162 Bonaire, Sint-Eustatius en Saba worden in de door de Pi-NL geleverde data aangeduid als derde landen.

163 Denemarken is een EU-lidstaat, maar neemt geen deel aan de samenwerking in de EU Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)).

164 De overige derde landen waarvan een autoriteit in 2019 en/of 2020 een verzoek bij de Pi-NL heeft ingediend, zijn Canada, IJsland, Israël, Oekraïne, Paraguay, Sint-Maarten en de Verenigde Staten.

Met betrekking tot het type delict waarop de informatieverzoeken betrekking hebben, valt op dat ook hier illegale handel in verdovende middelen bovenaan staat, maar dat het hier in vergelijking met vorderingen naar verhouding minder vaak gaat om witwassen en juist vaker om deelneming aan een criminele organisatie of fraude (zie figuur 7).165

Figuur 7. Aantal ontvangen informatieverzoeken per delict in deel 2019 (vanaf 18 juni) en heel 2020.

Informatieverzoeken aan een PIU van een andere lidstaat

Tot augustus 2020 zijn er door Pi-NL geen informatieverzoeken ingediend bij andere PIU’s. Ook Nederlandse bevoegde instanties hebben tot augustus 2020 geen informatieverzoeken bij PIU’s van een andere lidstaat ingediend. Uit de interviews is gebleken dat dit verklaard kan worden door het feit dat de Pi-NL in die periode nog niet aangesloten was op het SIENA-systeem, waardoor deze verzoeken niet via de Pi-NL, maar via het LIRC liepen.166 Vanaf augustus 2020 lopen deze verzoeken wel via de Pi-NL. Vanaf augustus tot en met december 2020 zijn door drie Nederlandse bevoegde instanties in totaal 73 informatieverzoeken ingediend bij Pi-NL die verzoeken doorzet naar een PIU van een andere lidstaat.167 De bevoegde instanties die dit gedaan hebben, zijn de politie (69), de FIOD (2) en de I-SZW (2).

Bij de verdeling van verzoeken naar land waar het verzoek wordt ingediend, is net zoals bij de verzoeken vanuit andere lidstaten naar de Pi-NL te zien dat de buurlanden Duitsland en België

165 Zie Bijlage I (tabel 28) voor informatieverzoeken per type delict gegeven voor alle delicten die in bijlage 2 van de PNR-wet zijn genoemd en voor een uitsplitsing naar type aanvrager (PIU, bevoegde instantie van een andere lidstaat, Europol of een bevoegde instantie van een derde land).

166 Zie paragraaf 4.2.5.

167 Volgens de Jaarrapportage PNR-wet over 2020 is het aantal informatieverzoeken van Nederlandse bevoegde instanties 66. Het verschil met de door de Pi-NL voor dit onderzoek aangeleverde gegevens kan worden verklaard door het gebruik van verschillende definities. In dit rapport worden alle informatieverzoeken meegeteld, in de Jaarrapportage PNR-wet alleen de informatieverzoeken die de Pi-NL aan PIU’s van de andere lidstaten doorgezet had.

Ontvoering (4)

bovenaan staan (tabel 7). Omdat een verzoek van de Pi-NL aan meerdere landen kan worden gestuurd, ligt het totaal aantal informatieverzoeken hier hoger.

Tabel 7. Aantal door Nederlandse bevoegde instanties verstuurde informatieverzoeken per lidstaat van ontvangende PIU.

Lidstaat PIU Aantal door Nederlandse bevoegde instanties verstuurde informatieverzoeken

2019 (deel)168 2020 (vol jaar)

België 0 45

Duitsland 0 32

Frankrijk 0 14

Spanje 0 12

Overig (<10 per land in 2020)169 0 35

Totaal 0 138

De verdeling tussen informatieverzoeken voor toekomstige gegevens en historische gegevens is hier anders dan bij de vorderingen: 81% van de informatieverzoeken had betrekking op historische gegevens, terwijl dit bij vorderingen rond de 50% ligt (tabel 8).170

Tabel 8. Aantal verstuurde informatieverzoeken door Nederlandse bevoegde instanties naar andere PIU’s per type informatieverzoek per type informatieverzoek.

Type informatieverzoek Aantal verstuurde informatieverzoeken door Nederlandse bevoegde instanties naar andere PIU’s

2019 (deel)171 2020 (vol jaar)

Toekomstige gegevens 0 0 14 19%

Historische gegevens 0 0 59 81%

waarvan met toestemming OvJ voor opheffen depersonalisering

niet

voorhanden - niet

voorhanden -

Totaal 0 0 73 100%

Het type delict dat ook hier het vaakst in de informatieverzoeken wordt genoemd, is illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, gevolgd door moord, doodslag en zware mishandeling (figuur 8). Het gemiddeld aantal delicten per vordering is 1,2.

168 Periode vanaf 18-06-2019 t/m 31-12-2019.

169 Voor 2020: Cyprus (1), Estland (1), Finland (1), Griekenland (3), Hongarije (3), Ierland (1), Italië (3), Kroatië (1), Letland (1), Litouwen (1), Luxemburg (1), Malta (1), Oostenrijk (2), Polen (8), Portugal (1), Roemenië (1), Slovenië (1), Slowakije (1), Tsjechië (1), Verenigd Koninkrijk (1), Zweden (1).

170 Zie tabel 4.

171 Periode vanaf 18-06-2019 t/m 31-12-2019.

Figuur 8. Aantal verstuurde informatieverzoeken aan een PIU van een andere lidstaat per delict in deel 2019 (vanaf 18 juni) en heel 2020.

In document EVALUATIE PNR-WET (pagina 56-62)