• No results found

De resultaatontwikkeling bij grote en kleine instellingen

In document Het verhaal achter de rode cijfers (pagina 44-49)

6.2 Basis analyse: Resultaatontwikkeling en prestatie

6.2.1 De resultaatontwikkeling bij grote en kleine instellingen

Om deze analyse uit te voeren, heb ik gekeken naar de resultaten van de grote en kleine instellingen. Ik heb ervoor gekozen om de dotaties aan de voorzieningen mee te nemen bij de

resultaatontwikkeling, in verband met de grote impact die deze dotaties kunnen hebben op het resultaat.

Grote instellingen

In onderstaande tabel is te zien hoe het resultaat plus de dotatie aan de voorzieningen zich heeft ontwikkeld door de jaren heen voor de vijf grote instellingen uit dit onderzoek.

In de bijlage heb ik een overzicht opgenomen met het daadwerkelijke resultaat en de dotaties aan de voorzieningen. Met behulp van onderstaande grafiek en dit schema, heb ik vervolgens de

resultaatontwikkeling geanalyseerd.

Grote instellingen: Resultaat + dotatie voorzieningen

-10.000.000,00 -8.000.000,00 -6.000.000,00 -4.000.000,00 -2.000.000,00 0,00 2.000.000,00 4.000.000,00 6.000.000,00 8.000.000,00 10.000.000,00 2003 2004 2005 2006 2007 in e u ro' s Carinova TZ Groningen TZ NW Twente en de Koppel TZ de Friese Wouden Amsterdam TZ

Figuur 10: Weergave van het resultaat en de dotatie aan de voorzieningen, grote instellingen.

Het algemene beeld van de grafiek is dat het vanaf 2004 eigenlijk bergafwaarts gaat met het resultaat van de grote thuiszorginstellingen. Het meest fluctueert de positie van Thuiszorg Groningen en Thuiszorg Amsterdam. In dit kader is het goed om alvast aan te geven dat Thuiszorg Groningen inmiddels failliet is en Thuiszorg Amsterdam probeert om door een kredietfaciliteit van Cordaan de

financiële problemen op te lossen. Thuiszorg De Friese Wouden daarentegen blijft door de jaren heen relatief stabiel. Voor een beter begrip is het belangrijk om te kijken wat bij elke instellingen precies is gebeurd, deze analyse zal ik hieronder dan ook uitvoeren. Hiervoor is bijlage 2 opgesteld.

6.2.1.1 Analyse van de resultaatontwikkeling bij grote instellingen

Uit de jaarverslagen blijkt dat in 2004 bij Carinova een flink bedrag aan de voorzieningen is toegevoegd, hierdoor geeft het nog positieve resultaat in dat jaar een wat vertekend beeld. Het lijkt alsof Carinova in 2005 en 2006 probeert om nog geen rode cijfers te vertonen; er wordt namelijk aanzienlijk ingeteerd op de voorzieningen. In 2007 escaleert het vervolgens en zien we een flink negatief resultaat en een flinke afname van de voorzieningen. In het jaarverslag van dat jaar wordt veelvuldig gesproken over de gevolgen van de overheveling van de functie huishoudelijke verzorging naar de WMO. Dit heeft net als voor veel andere instellingen invloed gehad op het resultaat. Door de overheveling van deze functie naar de gemeenten werd vaker een beroep gedaan op alfahulpen in plaats van hoger opgeleid (thuiszorg) personeel (PwC, 2008). Het lijkt dat onder andere Carinova hiervan de gevolgen ondervindt.

Voor Thuiszorg Groningen zien we dat er in 2003 bijna € 5.000.000 aan de voorzieningen is toegevoegd. Een paar jaar later is van deze ontwikkeling weinig meer te zien. In 2005 wordt het resultaat nog positief weergegeven, maar wanneer we kijken naar de dotatie aan de voorzieningen, zien we dat de onttrekkingen aanzienlijk zijn. In 2007 zien we hetzelfde als bij Carinova, er wordt zowel een negatief resultaat gepresenteerd met tegelijk een afname van de voorzieningen. Op 1 maart 2009 is bekend geworden dat Thuiszorg Groningen door de negatieve resultaten over gaat in een nieuwe stichting. De “oude” stichting is op 9 maart 2009 failliet verklaard

(www.thuiszorggroningen.nl). Een daadwerkelijke oorzaak hiervoor is moeilijk aan te wijzen, wel wordt in de jaarverslagen herhaaldelijk gesproken over een sterke daling van de opbrengsten uit de AWBZ-zorg. In het jaarverslag van 2007 wordt ook de overgang van de huishoudelijke verzorging naar de WMO benadrukt als een maatregelen met veel nadelige gevolgen. Verder heeft in 2007 nog één ontwikkeling een rol gespeeld. Er is namelijk een project dat op initiatief van Meavita Nederland werd genomen mislukt. Meavita Nederland heeft dit project afgeschreven en doorbelast aan de werkmaatschappijen, onder andere Thuiszorg Groningen. Dit was een bedrag van € 4.141.000,- . Een combinatie van factoren is waarschijnlijk de oorzaak geweest voor het uiteindelijke faillissement van deze instelling. Mogelijk is er ook een rol weggelegd voor het management van deze organisatie, aangezien er in de jaarverslagen niet veel te terug te vinden is van het tijdig vormen van voorzieningen om de effecten van de aangekondigde overheidsmaatregelen op te vangen. Bij Thuiszorg De Friese Wouden, wat op de volgende pagina zal worden toegelicht, is dit wel gebeurd.

De volgende instelling is Thuiszorg Noord West Twente. Wanneer we hier naar kijken valt het op dat de dotaties veel minder hoog zijn dan bij andere instellingen. Toch zien we ook hier in 2007 zowel een groot negatief resultaat als een onttrekking aan de voorzieningen. De toekomst moet uitwijzen hoe deze instelling zich financieel gezien verder zal ontwikkelen. Mogelijk brengt de fusie met

ZorgAccent een betere resultaatontwikkeling met zich mee.

Bij de Friese Wouden is te zien dat vanaf 2004 duidelijk wordt ingeteerd op de voorzieningen, dit is beduidend eerder dan bij de andere thuiszorginstellingen. Dit is waarschijnlijk één van de redenen dat zij een positief resultaat weten te behouden in 2006. De Friese Wouden is hiermee de enige van de grote instellingen. Wanneer ik dit nader analyseer kom ik tot een aantal bevindingen. In het jaarverslag van De Friese Wouden zien we een aantal voorzieningen terug die rechtstreeks volgen uit de

overheidsmaatregelen ter bevordering van marktwerking in de gezondheidszorg. In het jaarverslag van 2004 is te lezen dat in dat jaar al een voorziening wordt gevormd voor de overheveling van de

huishoudelijke verzorging naar de WMO. In 2005 is speciaal een voorziening gevormd voor het opvangen van de gevolgen van de functiegerichte bekostiging. Deze voorziening is vervolgens in 2006 geheel aangewend. De negatieve dotaties aan de voorzieningen uit de tabel komen hoofdzakelijk voort uit het aanwenden van voorzieningen die te maken hebben met herontwerp en reorganisatie. Ook een maatregel die kan volgen op de maatregelen ter bevordering van de marktwerking. Al met al lijkt deze strategie van De Friese Wouden ertoe dat ze zich aardig ontwikkelen en het in 2007 aanzienlijk beter doen dan de andere grote instellingen.

Als laatste van de grote instellingen bekijken we Thuiszorg Amsterdam. Deze instelling geeft tot 2005 een positief resultaat, daarna komt de instelling flink in de rode cijfers. Ook het resultaat inclusief de dotatie aan de voorzieningen geeft in 2006 nog een verlies van ruim 6,5 miljoen euro. In 2007 vertonen de cijfers van Thuiszorg Amsterdam hetzelfde beeld als die van de andere instellingen, met uitzondering van de Friese Wouden, zowel een negatief resultaat als een daling van het

voorzieningenniveau. Thuiszorg Amsterdam heeft in dat jaar geprobeerd om met behulp van een reorganisatie de onderneming “te redden”. In het jaarverslag van 2007 is verder te lezen dat Cordaan een kredietfaciliteit van € 4,5 miljoen euro heeft verstrekt aan Thuiszorg Amsterdam. Daarbij is er een intentieverklaring getekend ten aanzien van een fusie met Cordaan.

Concluderend zien we dat het met de grote instellingen in 2007 slecht gaat. In 2007 daalt bij alle instellingen zowel het resultaat als het voorzieningenniveau. Er worden bij de grote instellingen allerlei oplossingen bedacht om zich uit de slechte financiële positie te herstellen. Bij de Friese Wouden heeft waarschijnlijk het tijdig vormen van voorzieningen voor toekomstige

overheidsmaatregelen in combinatie met een herstructurering ervoor gezorgd dat de instelling niet in de rode cijfers is beland voor wat betreft het resultaat exclusief de dotatie aan de voorzieningen. Dit

management zien we niet terug bij de andere grote instellingen. Dus wellicht dat er naast de

implementatie van de overheidsmaatregelen een rol ligt bij het management, om de verslechterende financiële cijfers te verklaren.

Kleine instellingen

Naast een analyse van de grote instellingen is ook een analyse van het resultaat van de kleine

instellingen interessant. In de nu volgende grafiek is weergegeven hoe het resultaat inclusief de dotatie aan de voorzieningen zich hier ontwikkeld heeft. Aangezien van de kleine instellingen in 2002 ook al dotaties aan de voorzieningen bekend zijn, heeft deze grafiek 2002 als startpunt.

Kleine instellingen: Resultaat + dotatie voorzieningen

-8.000.000,00 -6.000.000,00 -4.000.000,00 -2.000.000,00 0,00 2.000.000,00 4.000.000,00 6.000.000,00 2002 2003 2004 2005 2006 2007 in e u r o 's

TZ Het Friese Land TZ Noord Limburg TZ Gooi en Vechtstreek TZ Nederland Agathos

Figuur 11: Weergave van het resultaat en de dotatie aan de voorzieningen, kleine instellingen.

Uit de grafiek blijkt dat het resultaat inclusief de dotatie aan de voorzieningen voor de kleine

instellingen sterker fluctueert dan voor de grote instellingen. Opvallend is het grote negatieve bedrag bij Thuiszorg Noord Limburg. Na nadere analyse blijkt dit hoofdzakelijk het gevolg te zijn van een stelselwijziging. Ook valt het op dat Agathos Thuiszorg door de jaren heen een positieve trend vertoont, hiermee lijkt deze instelling de enige te zijn.

Ook bij de kleine instellingen zal ik voor een beter begrip de instellingen nader bekijken, hiervoor is bijlage 4 opgesteld.

6.2.1.2 Analyse van de resultaatontwikkeling bij kleine instellingen

Wanneer we kijken naar Thuiszorg Het Friese Land zien we door de jaren heen een afname van het resultaat, met uiteindelijk in 2006 een negatief saldo van € 1.720.000. Opvallend is verder dat in 2004 een groot bedrag is onttrokken aan de voorzieningen. Bijna 98% van deze onttrekking is het gevolg

van het benutten van de reorganisatievoorziening. Na deze reorganisatie gaan de cijfers er inderdaad op vooruit in 2005. In het jaarverslag van 2006 wordt een verklaring gegeven voor het zeer slechte resultaat van dat jaar. We vinden hier letterlijk terug dat dit te maken heeft met de

overheidsmaatregelen, zoals de aanbestedingen in verband met de overheveling van de huishoudelijke verzorging naar de WMO, de consequenties van de functiegerichte bekostiging en de aanscherping van de indicatiestelling. Allerlei ontwikkelingen die in een eerder hoofdstuk in dit onderzoek uitvoerig beschreven zijn. Mogelijk is de reorganisatie in 2004 niet op de juiste manier uitgevoerd of betreft het niet een reorganisatie die erop is gericht om te reageren op de overheidsmaatregelen, gezien het slechte resultaat in 2006.

Voor Thuiszorg Noord Limburg is tot en met 2005 een goede resultaatontwikkeling te zien. In 2006 komt uiteindelijk een “klein” verlies naar voren. Dit verlies was aanzienlijk groter geweest wanneer er geen onttrekking aan de voorzieningen had plaatsgevonden. De onttrekking van een bedrag van ruim 5 miljoen euro, komt zelfs bij de grote instellingen niet voor. De oorzaak hiervan is dat Thuiszorg Noord Limburg onder de voorzieningen een reserve aanvaardbare kosten heeft opgenomen. Overigens is dit niet juist gevormd volgens de richtlijnen voor het opstellen van het jaardocument. In 2006 kiest de instelling ervoor om deze post weer te geven onder het eigen vermogen. Deze post heeft in 2006 nog een omvang van € 4.938.040. Er lijkt dus voorlopig nog wel ruimte te zijn voor het opvangen van verliezen bij Thuiszorg Noord Limburg.

Bij Thuiszorg Gooi en Vechtstreek valt het op dat de zeer slechte resultaten van 2004 enigszins worden gecompenseerd door een beter resultaat in 2005. De oorzaak van dit verbeterde resultaat heeft te maken met herstructurering. In 2005 is er ruim 7 ton aan deze voorziening onttrokken. Dit lijkt een positief effect te hebben gehad op het resultaat, deze herstelt zich namelijk tot en met het jaar 2006. Helaas komt de instelling in 2007 weer uit in de rode cijfers.

De volgende instelling is Thuiszorg Nederland. Dit is een kleine instelling, die weinig doteert aan voorzieningen. De enige voorziening betreft een voorziening voor jubileumuitkeringen die door een stelselwijziging in 2005 ten laste van het eigen vermogen is gevormd. De resultaten van Thuiszorg Nederland zijn gedaald door de jaren heen. Het slechte resultaat van 2007 is volgens de Raad van Bestuur van deze instelling, deels te wijten aan de overheveling van de huishoudelijke verzorging naar de WMO.

Wanneer we ten slotte kijken naar de cijfers van Agathos, lijkt deze instelling zich goed te redden met de marktwerking in de gezondheidszorg. Als enige van de kleine instellingen vertonen zij in 2007 een positief resultaat. Dit lijkt het gevolg te zijn van het hergroeperen van de organisatie in 2005, hiervoor

is ook de bijbehorende voorziening aangewend. Na deze hergroepering vertonen de cijfers van Agathos een steeds beter beeld.

Het lijkt dat de kleine instellingen zich momenteel beter weten te redden dan de grote instellingen. Ook hier wordt de verschuiving van de huishoudelijke verzorging naar de WMO door veel instellingen benoemd als een oorzaak voor de slechte resultaten.

In document Het verhaal achter de rode cijfers (pagina 44-49)