• No results found

11.9 De opziender van het schroef- en pletwerk

In document Cover Page The handle (pagina 70-74)

11.9.1 Instructie voor Stephanus Madekker, (1681) 1688

Bron: NA 3.01.27.01-689 fol. 287v-290105

Instructie voor Stephanus Madecker, naer dewelke hij gehouden sal sijn hem te reguleren in’t stuck van sijn officie op de Munte van Hollandt tot Dordreght.

1

In den eersten sal hij, Stephanus Madecker, gehouden sijn opsight te neemen over alle de instrumenten tot het v[oor]s[chreven] schroeff- ende pletwerck behoorende.

2

Sal gehouden sijn de voors[chreven] instrumenten schoon ende in goeden, behoorlijcken gangh te houden.

3

Sal van tijt tot tijt deselve instrumenten, als gebesight sullen werden ontsluijten ende gebruijckt sijnde, wederom opsluijten, opdat middelerwijle gheen schade daeraen van ijmandt werde toegebraght.

4

105 Deze instructie in ongeveer gelijke bewoordingen is ook te vinden in NA 1.01.44-13 fol. 47-48v (tussen 4 november en 31 december 1681) en GAD 150 652 (2 april 1688).

Ende soo wanneer gewerckt sal werden, sal hij gehouden sijn sorge te dragen dat geen van de Gesellen ofte ijmandt anders, wie het oock soude mogen sijn, geene uijtgesondert, eenige insolentie daerontrent en plege met in deselve eenige vuijligheijt te werpen ofte andersints door onbehoorlijcke werckinge te beschadigen.

5

Gelijck hij mede gehouden sal sijn aen ende ontrent de plethmolens ende schroeffwercken te sijn soo wanneer met deselve sal werden gewerckt, teneijnde die behoorlijke mogen werden behandelt.

6

Sal mede gehouden sijn als gewerckt wert, in plaets van mede te arbeijden (daertoe hij niet verplight sal sijn) dan bij noot tot instructie van de andere ende sooveele sijne vacatie sal konnen toelaten, rontom te sien ende naerstelijck aght te geven op alles, soo wanneer gepleth, geschaert ende geperst sal werden, teneijnde te besorgen dat alle gereetschappen scherp ende gedienstigh mogen sijn, alsmede naeuwkeurigh soo veel mogelijck is regart te nemen, dat de penningen soo in gewight als nettigheijt wel mogen werden bewerckt.

7

Insgelijcx sal hij gehouden sijn te besorgen dat het sandt wel ende behoorlijck gemengt, de tinnen wel gegoten ende van alle sandt gesuijvert werden, teneijnde de pletters ofte rollen niet bedorven werden.

8

Sal gehouden sijn te besorgen dat de scharen ende alle andere instrumenten, tot het

v[oo]rs[chreven] pleth- ende schroeffwerck specterende, wel ende behooorlijck door hemselven ofte tot sijnen koste hermaekt sullen werden, soo wanneer aen deselve ijets gebroocken ofte ontstelt souden moogen wesen.

9

Sal gehouden sijn selffs in eijgener persoon de walsen effen ende rondt te draijen, ende alle andere instrumenten te herstellen ende te vermaeken to sijnen koste.

10

Sal mede gehouden sijn van tijt tot tijt te studeren ende te practiseren dat het werck met alle mogelijcke faciliteijt werde voortgeset ende tot meerder perfectie gebraght, ten minsten koste ende schade van ’t Landt voor ‘t toekomende, soo ten regarde van de nieuwe, te maken ende te

138 Om de kwaliteit van het geld Opziender van het schroef- en pletwerk 139

11

Sal mede besorgen dat de penningen wel rondt gesneden ende gelijck en gladt gepleth ende geperst werden ende daertoe de scharen wel op haer snede houden.

12

Sal gehouden sijn te besorgen dat de stempels in ’t perssen vierkant ende egael vastgestelt werden in de bussen, teneijnde de penningen overal gelijck mogen aendrucken. Ende ten dien eijnde gehouden sijn de gesnede stempels te visiteren, opdat geen onbequame werde aengenomen, maer deselve aenstonts wederom doen vermaeken en verbeteren.

13

Sal gehouden sijn te besorgen dat de druckpers sterck aenpersse, en dat daer behoorlijck gewight aen gehangen werde, naer proportie des pennings, teneijnde de penningen wel rondt ende cierlijck aengeperst werden.

14

Oock sal hij, Madecker, gehouden sijn register te houden ende aenteijckeninge te doen van het getal der stempelen die dagelijcx ter Munte gebruijckt sullen werden.

15

Sal gehouden sijn altijt in eijgener persoon te vaceren tot de opsight ontrent alle bewerkingen van andere ende deselve grondigh te instrueren in voegen v[oo]rs[chreven] soo veel als de

gelegentheijtdt des tijts tot het waernemen van sijn bedieninge der instrumenten gerequireert, sal toelaten.

16

Alle welcke pointen ende articulen voorn[oem]t de andere Muntgesellen, geen uijtgesondert, gehouden sullen sijn in hem te gehengen ende te gedogen, sonder hem in eenigerhande manieren daerover te injuriëren, te vloeken ofte te schelden, op peene van twee goude ducatonnen te verbeuren voor jeder verwijtinge, die sij hem Madecker sullen komen te doen voor de eerste reijse, voor de tweede reijse gesuspendeert te werden ende voor de derde reijse t’ eenemael van de Munte affgeset te sullen werden.

17

Sullende hij Madecker in alle andere saeken de jurisdictie der provoosten mede onderworpen sijn, gelijck de andere Gesellen.

18

Sal mede gehouden sijn den Raden ende Generaelm[eeste]rs van de Munte, des vermaent sijnde, rapport en openinge te doen ende te geven van alle ’t geene ter Munte gepass[eer]t ende

voorgevallen sal sijn ende wat defecten aen de instrumenten werden bevonden ende wat remediën daertegen souden konnen werden geappliceert.

19

Voor alle het welcke hij Stephanus Madecker sal genieten ende jouisseren van de regten van exemptie ende alle andere geregtigheden ende vrijdommen des Meestergesellen compterende ende daervan sij in possessie sijn, sijn leeven langh geduijrende voor hem ende sijn familje gelijck andere Meestergesellen deselve sijn genietende.

20

Sal oock neffens de andere Meestergesellen gemeijnderhandt deijlen in ’t loon dat van elck werck ter Munte verdient wert, evenals Muntgesellen ende daerenboven genieten een tractement van vijff hondert Car[olus] g[u]l[den] jaerlijcx eens gelt, waervoor hij Madecker gehouden sal sijn ijder jaer alle onkosten op ’t voors[chreven] schroeff- en pletwerck lopende, hoedanigh die oock soude mogen wesen, tot sijnen laste te nemen, sonder eenige verdere onkosten daerover tot laste van ’t Landt in rekeninge te mogen brengen, alles volgens soodanige expresse acte ende commissie als hem Stephanus Madecker buijten sijne kosten daertoe bij d’ Ed[ele] Gr[oot] Mo[gende] heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt sal werden ter handt gestelt ende gegeven.

21

Sullende hij Madecker alle vierendeel jaers betaelt werden, mits dat de Waerdijn ofte Muntmeester verclaren sullen dat hij tot die tijdt toe alles behoorl[ijk] sal hebben gepresteert en naergekomen.

22

Ende in gevalle hij Madecker oijt in gebreeke bevonden wierde de v[oor]s[chreven] instrumenten behoorlijck gerepareert ofte ijder art[ikel] van dese sijne instructie ten dienste van den Lande niet behoorlijck geobserveert ende naergeleeft te hebben ofte ergens in versuijmigh geweest te sijn, sal hij verbeuren voor de eerste reijse suspensie van sijn vierendeel jaerstractement, ten tweede mael suspensie van sijn opsight ende ten derden mael verklaert werden vervallen te sijn van sijn ampt ende Muntsgeregtigheijt.

Artikel 23

Op alle welcke voor[schreven] art[ikelen] hij Stephanus Madecker gehouden sal sijn den behoorlijken eedt te doen omme nae sijn vermogen deselve te onderhouden.

Gedaen in den Hage, den tweeden april 1688. Onder stont ter ordonnantie van de Staten en was getekent Simon van Beaumont.

140 Om de kwaliteit van het geld Opziender van het schroef- en pletwerk 141

Op huijden den VIIe januarij a[nno] 1689 is dese instructie ter Camere van de Reeckeningen van Haer Ed[ele] Gr[oot] Mo[gende] domeinen gepresenteert en gelesen ende goet gevonden te registreren in ‘t 1e register van de Munte, beginnende p[rim]o maij 1580, fol. 286, onder stont mij jegenwoordigh ende was getekent J. Hop.

11.9.2 Instructie voor Hendrik Scholting, 1742

Bron: NA 3.01.27.01-689 fol. 359v-362v. 106

Instructie voor Hendrik Scholting naar de welke hij gehouden zijn hem te reguleeren in 't stuk van zijn officie op de Munte van Holland in Dordrecht.

1

In den eersten zal hij Hendrik Scholting gehouden zijn op sigt te nemen over alle de instrumenten tot het voors[chreven] schoef- en pletwerk behorende.

2

Zal gehouden zijn de voors[chreven] instrumenten schoon ende in goeden en behoorlijken gang te houden.

3

Zal van tijd tot tijd deselve instrumenten, als die gebeesigt zullen werden, ontsluijten ende gebruikt zijnde wederom opsluijten, opdat middelerwijle daaraan geen schade van ijmand werde toegebragt.

4

Ende zo wanneer gewerkt zal werden, zal hij gehouden zijn sorge te dragen dat geen van de Gesellen ofte ijmand anders, wie hij ook zoude mogen zijn, geene uijtgesondert, eenige insolentie daarontrend en plegen met in deselve eenige vuijligheijd te werpen of andersints door

onbehoorlijke werkinge te beschadigen.

5

Gelijk ook mede gehouden zal zijn aan ende ontrendt de pletmolens ende schroefwerken te zijn, zo wanneer met dezelve sal werden gewerkt, teneijnde die behoorlijk mogen werden behandelt.

6

106 Een versie van gelijke strekking en ongeveer gelijke spelling is te vinden in NA 3.01.43-62.

Zal mede gehouden sijn als gewerkt werd, in plaatse van mede te arbeijden (daartoe hij niet verpligt zal zijn) dan bij nood tot instructie van anderen ende zoveele sijne vacatie zal konnen toelaten, rontom te zien en naarstelijk agt te geven op alles. Zo wanneer geplet, geschaaft ende geperst zal werden, teneijnde te besorgen dat alle gereedschappen scherp ende gedienstig mogen zijn, alsmede naauwkeurigh zoveel mogelijk is regard te neemen dat de penningen, zo in ‘t gewigt als nettigheijd moge werden gewerkt.

7

Insgelijks zal hij gehouden zijn te besorgen dat het sand wel en behoorlijk gemengt, de tinnen wel gegoten ende van alle sand gesuijvert werden, teneijnde de pletters ofte rollen niet bedurven worden.

8

Zal gehouden zijn te besorgen dat de scharen en alle andere instrumenten tot het voors[chreven] plet- en schroefwerk specterende wel ende behoorlijk door hemselven ofte tot zijnen kosten hermaakt zullen worden, zo wanneer aan deselve iets gebrooken ofte ontset zoude moogen werden.

9

Zal gehouden zijn selfs in eijgen persoon de walsen effen ende rond te draaijen ende alle andere instrumenten te herstellen ende te vermaken tot zijnen kosten.

10

Zal mede gehouden zijn van tijt tot tijt te studeeren ende te practiseren dat het werk met alle mogelijke faciliteijt werde voortgeset ende tot meerder perfectie gebragt ten minsten kosten en schade van ’t Landt voor ’t toekomende, zo ten reguarde van de nieuwe te maken ende te inventeeren, als de gemaakte instrumenten te repareren.

11

Zal mede besorgen dat de penningen wel rond gesneeden ende gelijk en glad geplet ende geperst werden ende daartoe de scharen wel op haar sneede houden.

12

Zal gehouden zijn te besorgen dat de stempels in ‘t persen vierkant ende egaal vastgesteld werden in de bussen, teneijnde de penningen overal gelijk mogen aandrukken ende ten dien eijnde gehouden zijn de gesneede stempels te visiteren opdat geen onbequaame werden aangenomen, maar deselve aanstonts wederom doen vermaken en verbeeteren.

13

Zal gehouden zijn te besorgen dat de drukpers sterk aanperse en dat daar behoorlijk gewigt aan gehange werde, naar proportie des pennings, teneijnde de penningen wel rond ende cierlijk

142 Om de kwaliteit van het geld Opziender van het schroef- en pletwerk 143

aangeperst werden.

14

Ook zal hij Scholting gehoude zijn register te houden ende aanteijkening te doen van het getal der stempelen die dagelijks ter Munte gebruijkt zullen werden.

15

Zal gehouden zijn altijd in eijgener persoon te vaceeren tot de opsigt ontrent alle bewerkinge van anderen en deselve grondig te instrueren in voegen voors[chreven] zoveel als de gelegentheijd des tijds tot het waarneemen van zijn bedieninge der instrumenten gerequireert zal toelaten.

16

Alle welke pointen ende articulen voorn[oemt] de andere Muntgesellen, geen uijtgesondert, gehoude zullen zijn in hem te gehengen ende te gedogen zonder hem in eenigerhande mannieren daarover te injurieeren, te vloeken ofte te schelden op peene van twee goude ducatonnen te verbeuren voor ijder verwijtinge die sij hem Scholting zullen komen te doen voor de eerste reijse, voor de tweede reijse gesuspendeert te werden en voor de derde reijse t’ eenemaal van de Munte afgeset te zullen werden.

17

Zullende hij Scholting in alle andere saken de jurisdictie der Provoosten mede onderworpen zijn, gelijk de andere Gesellen.

18

Zal mede gehouden den Raaden en Generaalmeesters van de Munte des vermaant zijnde rapport en openinge te doen ende te geven van alle 't geene ter Munte gepasseert ende voorgevallen zal zijn ende wat defecten aan de instrumenten werden bevonden ende wat remediën daartegen zouden konnen werden geappliceert.

19

Voor alle welke hij Hendrik Scholting zal genieten ende jouisseeren van de regten van exemptie ende alle andere geregtigheden ende vrijdommen den Meestergesellen competerende en daarvan zij in possesie zijn, zijn leven langh geduurende voor hem ende zijn famillie, gelijk andere Meestergesellen deselve zijn genietende.

20

Zal ook neffens de andere Meestergesellen gemeijnderhand deijlen in ‘t loon dat van elk werk ter Munte verdient werd, evenals Muntgesellen ende daarenboven genieten een tractement van vijffhondert Car[olus] guldens jaarlijks eens gelt, waarvoor hij Scholting gehouden zal zijn ijder jaar alle oncosten op ’t voors[chreven] schroef- en pletwerk lopende, hoedanig die ook zouden mogen

wesen, tot zijnen laste te nemen, sonder eenige verdere onkosten daarover tot laste van 't Land in reekeninge te mogen brengen, alles volgens zodanige exspresse acte en commissie als hem Scholting buijten zijnen kosten daartoe bij de Ed[ele] Gr[oot] Mog[ende] heeren Staten van Holland ende West-Vriesland zal werden ter hand gestelt ende gegeven.

21

Zullende hij Scholting alle vierendeel jaars betaalt werden, mits dat de Waardijn ofte Muntmeester verklaren zullen dat hij tot die tijd toe alle behoorlijk zal hebben gepresteert en naargekomen.

22

Ende in gevalle hij Scholting ooijt in gebreeken bevonden wierde de voors[chreven] instrumenten behoorlijk gerepareert ofte ijder artic[ul] van dese zijne instructie ten dienste van den Lande niet behoorlijk geobserveert ende naargeleeft te hebben ofte ergens in versuijminge geweest te zijn, zal hij verbeuren voor de eerste reijse suspensie van sijn vierendeel jaarstractement, ten twede maal suspensie van sijn opsigt ende ten derde maal verklaart werden vervallen te zijn van zijn ampt ende Muntsgeregtigheijt.

23

Op alle welke voors[chreven] articulen hij Hendrik Scholting gehouden zal zijn den behoorlijken eed te doen omme na zijn vermogen deselve te onderhouden.

(onder stont:) accord[eer]t met zijn principaal (was getekent) Willem Buijs.

(lager stont:) op huijden den 21 december 1742 is dese instructie benevens de commissie voor Hendrik Scholting als opsigter van het pletwerk in de Munte te Dordregt aan de Edele Mog[end]e heeren Gecomitteerde Raden gepresenteert, gelesen en goedgevonden te registreren in ’t eerste register van de Munte, beginnende primo meij 1580, folio 358 verso en ultra (onder stont:) ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raden (was get[eken]t) C. Boeij.

11.9.3 Opzienders van het schroef- en pletwerk in de 18de eeuw

Opzienders van het schroef- en pletwerk van de Hollandse Munt

Opziender Adjunct 1681 Stephanus Madekker

1701 Huijbert van Zwol

1705 Hendrik Livelo107

1711 Hendrik Livelo 1721 Herman Livelo 1742 Hendrik Scholting 1764 Jan Scholting

107 NA 3.01.27.01-689 fol. 312-312v. Aanstelling van Hendrik Livelo tot knaap in plaats van Stephan Madecker d.d. 30 oktober 1705. Zijn naam wordt foutief gespeld als ‘Hoelo’. Hij wordt hier feitelijk genoemd als waarnemer van de functie van smid aan de Munt van Dordrecht als vervanger van diezelfde Madecker.

144 Om de kwaliteit van het geld Letterzetter 145

In document Cover Page The handle (pagina 70-74)