• No results found

De onderzoeksresultaten

5 Integratie in Bergpolder Zuid

5.5 De onderzoeksresultaten

De CPC onderzoeksresultaten voor kwetsbaarheid en klimaatbestendigheid worden gekoppeld en gepresenteerd met behulp van onderstaand logisch kader (Figuur 5.1). Het EVAI model verbindt kwetsbaarheid en adaptatie aan effecten van klimaatverandering. De implementatie van adaptatiemaatregelen is in de Bergpolder Zuid niet aan de orde geweest.

Figuur 5.1 Het EVAI model (Effect –Vulnerability–Adaptation – Implementation).

Voor ieder van de elementen in dit model zijn passende informatieproducten ontwikkeld om de uitkomsten van het onderzoek te delen met de stakeholders.

De effecten van klimaatverandering zijn in eerste instantie niet specifiek voor Bergpolder Zuid. Daarom is gebruik gemaakt van al bestaande uitkomsten, zoals de tabellen met de verandering in

klimaatparameters, zoals gemiddelde temperatuur, aantal zomerse dagen (maximum temperatuur hoger dan 25˚C), of verandering in de gemiddelde hoeveelheid neerslag (zoals in KNMI, 2014). De kaarten uit de interactieve klimaat(effect)atlas voor Rotterdam (Gemeente Rotterdam, 2013) zijn gebruikt in discussies met stakeholders om de effecten van klimaatverandering (wateroverlast, hitte, droogte) te laten zien in vergelijking met andere wijken.

Om de kwetsbaarheid van de Bergpolder zuid in beeld te brengen is gebruik gemaakt van verschillende methoden die vooral gericht waren op blootstelling en gevoeligheid voor hitte (zie paragraaf 2.2 voor uitleg van deze begrippen): modellering van de temperatuur (Toparlar et al., 2014 ),

gevoeligheidsprofielen voor straten (Hotkevica, 2013) en kwetsbaarheidstypologie van wijken (Van der Hoeven en Wandl, 2014). Via deze methoden is de kwetsbaarheid van Bergpolder Zuid voor de effecten van klimaatverandering weergegeven op verschillende kaarten (Figuren 5.2 t/m 5.5).

De meteorologische metingen die binnen CPC zijn uitgevoerd waren niet direct gericht op Bergpolder Zuid. Daarom is het de temperatuur met behulp van modellen in kaart gebracht (Figuur 5.2). Hierbij zijn in een aantal gevallen resultaten van metingen in andere wijken vertaald naar Bergpolder Zuid. De modellen laten duidelijk zien dat gebouwen in de wijk overdag warmte vasthouden en in de nacht weer uitstralen. Binnentuinen en straten loodrecht op de windrichting zijn gevoeliger voor de opwarming door het ontbreken van koeling door ventilatie.

103 Figuur 5.2: Resultaat van de modelstudie: luchttemperatuur(links) en windsnelheid (rechts) overdag (boven) en ’s nachts (onder) in Bergpolder Zuid (Toparlar et al,. 2014).

Overdag bepaalt de straling van de zon grotendeels het comfort op straat. Een detailanalyse (Figuur 5.3) laat zien welke straten (bijvoorbeeld Schieweg) en welke delen van een straat gevoelig zijn voor

hitteoverlast. Vooral de bovenste appartementen aan de zonkant van de straat zijn gevoelig voor opwarming binnenshuis door de grotere instraling van de zon.

Er zijn geen historische gebeurtenissen bekend met wateroverlast in de wijk. Extreme regenbuien komen echter weinig voor en zijn heel plaatselijk. Als er echter in de Bergpolder Zuid een bui zou vallen van meer dan 20 mm in een uur dan zou het riool overlopen (Vergroesen, 2013) en hinder ontstaan door water op straat. Modellering laat zien dat vooral de laaggelegen binnentuinen blootgesteld zijn aan wateroverlast (Figuur 5.4, Veerbeek en Husson, 2013). Overigens blijkt uit praktijkervaringen in Amsterdam en

Kopenhagen dat de werkelijke gevoeligheid voor het optreden van schade afhankelijk is van heel lokale factoren, zoals de aanwezigheid van drempels, kelders en andere gebouwkenmerken.

104 Figuur 5.3 Gevoeligheidsprofielen voor straten in Bergpolder Zuid, Rotterdam. In de gekleurde straatprofielen is het aantal uren met directe zonstraling in de straat en op façades weergegeven (bron: Hotkevica, 2013).

105 Figuur 5.4 Overstromingskaart van Bergpolder Zuid voor een regenbui die eens in de 10 jaar voorkomt en waarbij in een uur 35 mm neerslag valt). Hoe donkerder de blauwe kleur, hoe dieper het water (Veerbeek en Husson, 2013).

106

Figuur 5.5 brengt de verschillende elementen samen in een kwetsbaarheidskaart (in dit geval voor hitte,

voor heel Rotterdam) (Van der Hoeven en Wandl, 2014). De kwetsbaarheid wordt bepaald door wijkeigenschappen, kwaliteit van de gebouwen, aanwezigheid van ouderen (als erg gevoelige groep) en de leefbaarheid per buurt. Bergpolder Zuid komt uit deze kaart naar voren als een van de meest kwetsbare buurten in Rotterdam door de karakteristieken van de wijk (veel verharding, hoge

bebouwingsdichtheid, weinig groen) en de kwaliteit van de gebouwen. De wijk behoort daarmee tot de kwetsbaarste wijken voor hittestress in Rotterdam en vertoont een gemiddeld beeld wat betreft wateroverlast op straat. Binnen Bergpolder Zuid zijn het vooral de meest verharde open ruimtes, de spoordriehoek en oost-west georiënteerde smalle straten en woonblokken die het meest zijn blootgesteld aan hitte.

Doordat de verschillende resultaten op heel verschillende momenten beschikbaar kwamen was het niet mogelijk de uitkomsten te combineren in één integrale en gedetailleerde kwetsbaarheidskaart voor Bergpolder Zuid. Evenmin was het mogelijk om de effecten van de uitvoering van het masterplan op de kwetsbaarheid integraal weer te geven.

Voor de discussie met stakeholders over adaptatiemaatregelen en quick wins is als werkmateriaal een ideeënboekje samengesteld . Vooral effecten van maatregelen op gebouwniveau en van groene

maatregelen zijn in kaart gebracht. Voor het type galerijwoning dat frequent voorkomt in Bergpolder Zuid blijken het openen van ramen als de buitentemperatuur lager is dan de binnentemperatuur en het toepassen van beweegbare zonwering te resulteren in de grootste afname van het aantal uren met oncomfortabel hoge binnentemperatuur (Figuur 5.6)(Van Hooff et al., 2014). Woningisolatie zal moeten samengaan met, bijvoorbeeld, een van de hiervoor genoemde maatregelen, omdat het anders in hete zomers zal leiden tot een verslechtering van het binnenklimaat. Groene daken lijken nauwelijks te leiden tot verandering in het aantal oncomfortabele uren.

Figuur 5.6 Het toepassen van beweegbare zonwering resulteert in 90% afname van het aantal

oververhittingsuren in een galerijwoning. Op de horizontale as de buitentemparatuur, op de verticale as de hierbij optredende binnentemperatuur, ieder stipje geeft een uurwaarde aan. Punten (uren) boven de zwarte lijn zijn oncomfortabel warm (voor meer uitleg zie paragraaf 2.2.2) (Van Hooff et al., 2014).

Een combinatie van problemen met betrekking tot het afstemmen van de verschillende

deelonderzoeken, het vergelijkbaar maken van de uitkomsten en de gegevensverzameling over kosten en baten van de afzonderlijke adaptatiemaatregelen maakte een systematische en kwantitatieve vergelijking van de maatregelen onmogelijk. Als alternatieve methode is een ontwerpatelier

georganiseerd. In dit atelier hebben stakeholders en onderzoekers gewerkt aan een schets voor een klimaatbestendige Bergpolder Zuid (Figuur 5.7).

107 Figuur 5.7 Schets van de mogelijkheden voor klimaatadaptatie in Bergpolder Zuid gemaakt tijdens het

ontwerpatelier met de stakeholders.

De voorlopige resultaten van het CPC onderzoek en de gebieds- en beleidskennis van de stakeholders vormden hiervoor de basis. Deze activiteit bleek erg goed te werken om kennis van stakeholders boven water te halen over, bijvoorbeeld, conditie van de ondergrond, opvattingen van bewoners, locatie van kabels en riolen. Tegelijkertijd bood het een uitstekende gelegenheid om CPC kennis over, bijvoorbeeld, de effectiviteit van groene maatregelen in te brengen. Verschillende maatregelen werden met elkaar vergeleken waarbij ‘wenselijkheid’ en ‘uitvoerbaarheid’ als belangrijke criteria werden gebruikt naast ‘effectiviteit’.

Het ontwerpatelier bracht ook verschillen tussen de diverse stakeholders aan het licht: waar de

gemeentevertegenwoordigers over het algemeen meer bomen in de wijk wilden, was de wijkcoördinator heel expliciet over de wensen en klachten van bewoners over zulke plannen en wees op de moeilijkheden bij de praktische realisatie ervan.