• No results found

De offensieve leerschool

In document Ervaringen voor Bagration (pagina 45-65)

Ondanks de enorme nederlagen die door het Rode Leger worden geleden in de eerste twee jaar van de oorlog probeerde het Rode Leger toch ook om tegenoffensieven op te zetten om de Duitse opmars tot staan te kunnen brengen. In dit hoofdstuk zal worden behandeld hoe deze offensieven verliepen en welke invloed deze hebben gehad bij het bedenken van Bagration.

Aan het begin van de Duitse inval werd in eerste instantie gewerkt aan de organisatie van het Rode Leger. Voor het voeren van de oorlog werd een hoofdkwartier (Stavka Verkhnogo

Glavnokomandovaniia ofwel Stavka) opgericht met een generale staf die dit hoofdkwartier moest

bedienen.105 Doordat de aanval van de Duitsers zo overrompelend was, gingen de voornaamste leden van het hoofdkwartier, maarschalken als Zjoekov en Timoshenko, bij het uitbreken van de oorlog direct naar het front om een overzicht van de situatie te kunnen krijgen en daarmee een vorm van overzicht te krijgen in een chaotische situatie.106 Op deze wijze konden de hoogste officieren binnen het Rode Leger met eigen ogen zien hoe effectief de strijdwijze van de Duitsers was en hoe weinig zij hier zelf tegenover konden stellen. Hun bevindingen aan het front maakten het duidelijk dat aan de zuidkant van het front de beste kansen waren voor een tegenaanval aangezien het Duitse hoofdoffensief hier was verwacht en hier dus ook de sterkste eenheden van het Rode Leger waren geplaatst. De eerste tegenaanval vond dan ook hier plaats en begon op 23 juni. Een gemechaniseerd korps, bestaande uit twee tankdivisies en een gemotoriseerde divisie (infanterie gebruik makend van gemotoriseerd transport) moest de rechterflank van het zuidelijke offensief van de Wehrmacht aanvallen in een poging een ingesloten infanteriedivisie uit haar benarde positie te bevrijden. Deze aanval en ook latere aanvallen maakten pijnlijk duidelijk tot

105 Glantz, When titans clashed 63.

hoe weinig het Rode Leger op dat moment toe in staat was. Er was een gebrek aan materieel om troepen te vervoeren, er werd weinig rekening gehouden met het terrein waardoor vertraging werd opgelopen, aanvallende eenheden coördineerden hun aanvallen niet waardoor zij elkaar geen ondersteuning konden geven en bovendien konden deze tegenaanvallen niet voldoende bevoorraad worden door de slechte logistieke situatie. Hoewel het er achteraf op lijkt dat het Rode Leger probeerde om een defensief plan in geval van oorlog uit te voeren, hetgeen te zien is aan de serie tegenaanvallen die rond de Dnjepr-rivier werden uitgevoerd, bleek keer op keer dat het Rode Leger niet klaar was voor het gecoördineerd uitvoeren van een tegenstoot. Er was simpelweg meer tijd nodig om van het leger een goed georganiseerde eenheid te maken die in staat was geslaagde tegenaanvallen uit te voeren.107

Tegenaanvallen in deze vorm bleven lange tijd doorgaan, waarbij deze vooral een wanhopige poging leken te zijn de Duitse opmars tot stilstand te brengen. Door slechte coördinatie, slecht materiaal, zwakke ondersteuning van artillerie, totale Duitse superioriteit in de lucht en een gebrek aan logistieke ondersteuning en communicatie liepen al deze aanvallen keer op keer op niets uit.

Een eerste teken dat het Rode Leger aan het leren was, was te zien voor de poorten van Moskou. Hier vond de eerste grootschalige Russische tegenaanval plaats in een poging de Duitse troepen in de omgeving van Moskou te vernietigen. De vernietiging van de Duitse troepen lukte weliswaar niet, maar voor het eerst wist het Rode Leger de Duitsers substantieel terug te dringen. In november had de strenge vorst ervoor gezorgd dat het Duitse leger weer in staat was om op te rukken na de heftige herfstregens en bijkomende modder van oktober. De wegen waren weer begaanbaar voor pantservoertuigen door het bevriezen van deze modder, waardoor de Wehrmacht een laatste poging kon doen om Moskou in te nemen voordat de Russische winter zodanig zou inzetten dat de Duitse soldaten niet in staat zouden zijn om verder op te rukken. Door tegenaanvallen van het Rode Leger lukte het de Wehrmacht zodanig te vertragen dat Moskou niet bereikt werd, en in de tussentijd waren de Sovjets druk bezig met het opbouwen van nieuwe reserves die gebruikt konden worden bij het grote tegenoffensief dat door het Rode Leger werd voorbereid.

De zware vorst had de Duitse opmars tot stilstand gebracht doordat tanks en vliegtuigen door de kou niet meer startten en de Duitse infanterie was uitgeput door de lange strijd en de strenge vorst waar zij niet op gekleed waren. In deze luwte wist de Stavka een offensief te organiseren waarbij het eerste doel was de vooruitgeschoven posities van de Duitsers nabij Moskou terug te dringen. Dit zou moeten gebeuren door de gepantserde speerpunten van Legergroep Midden te flankeren en deze speerpunten te omsingelen door een aanval ten noorden en ten zuiden van de vooruitgeschoven posities van

Legergroep Midden. Hierdoor zou de grote stootkracht van het Duitse leger aan dit deel van het front teniet gedaan worden. Voor het offensief waren door de reusachtige verliezen van de eerste maanden niet veel troepen beschikbaar om in de strijd te werpen tegen de Duitsers, maar de Stavka kreeg het toch voor elkaar kreeg om een lokale superioriteit op te bouwen door de beschikbare troepen te concentreren in het gebied van de aanval. Hiermee toonde het Rode Leger aan dat zij de doctrine van de diepe operatie toch niet helemaal waren vergeten. Deze lokale superioriteit had tot gevolg dat het Rode Leger, in combinatie met de verrassing die het offensief teweeg bracht (de Duitsers hadden verwacht dat het Rode Leger net zo uitgeput zou zijn als zij zelf waren en niet in staat zouden zijn tot een offensief) in een periode van twee dagen een gat in het front had geslagen. Hierdoor dreigde aan de noordzijde van het offensief de Duitse troepen afgesneden te raken terwijl in het zuiden een gat werd geslagen tussen Legergroep Midden en Legergroep Zuid. Van een omsingeling was in het zuiden echter geen sprake. De geniale Duitse tankcommandant Heinz Guderian voerde het bevel over de gepantserde speerpunt aan deze zijde en zag het offensief aankomen waardoor hij zijn troepen al bijtijds liet terugtrekken. Dat de omsingeling in het noorden uiteindelijk ook niet slaagde lag aan het feit dat de oprukkende troepen van het Rode Leger werden vertraagd door in allerijl opgerichte gevechtsgroepen (Kampfgruppen) van de Duitsers. Doordat de oprukkende troepen van het Rode Leger iedere Duitse gevechtsgroep wilde uitschakelen werd kostbare tijd verloren waardoor de Duitse troepen konden terugtrekken. Het Rode Leger moest nog leren de spitsen van hun offensief door te laten trekken en achtergebleven, vijandelijke troepen door de achterhoede te laten verslaan. De gewenste omsingeling van Duitse troepen vond weliswaar niet plaats, maar toch werd het Duitse leger in een maand tijd zo’n 100 kilometer

teruggedrongen en werd duidelijk voor de Sovjets dat de Wehrmacht verre van onoverwinnelijk was waardoor het moreel van de soldaten van het Rode Leger aanmerkelijk toenam.108

Dit succes zorgde ervoor dat Stalin overmoedig werd en een bevel gaf waardoor een groot deel van het behaalde voordeel teniet gedaan zou worden. In zijn overwinningsroes gaf Stalin het bevel tot een algemeen offensief over het hele front, verwachtend dat de Duitsers rijp voor de nederlaag waren. Zijn doel was met behulp van meerdere grootschalige omsingelingsoperaties de Duitse troepen van Leningrad tot aan de Krim te verslaan en daarmee de gedesorganiseerde vijand een grote nederlaag toe te brengen. Dit zou plaats moeten vinden in januari 1942. Zjoekov waarschuwde Stalin dat de Duitsers zich al aan het herstellen waren van de klap die het offensief van december teweeg had gebracht waarbij de Duitse troepen sterke posities in hadden weten te nemen en, ondanks de zware omstandigheden van

de winter, een goed moreel hadden.109 Stalin wilde hier echter niets van weten en gezien het succes dat de zeer mobiele gepantserde strijdkrachten in deze oorlog hadden gehad (vooral aan Duitse kant) besloot Stalin dat vrijwel alle mobiele troepen die tot de beschikking van het Rode Leger stonden in de strijd geworpen moesten worden.110

Stalin had met zijn wens tot een algemeen offensief met een aantal zaken geen rekening

gehouden. Het Rode Leger had door de zware verliezen van de zomer van 1941 niet veel reserves en kon met veel moeite, zoals bij Moskou, lokaal superioriteit behalen ten opzichte van de Wehrmacht. Een offensief over het hele front zou een dergelijk superioriteit onmogelijk maken waardoor aanvallen veel zwakker zouden zijn dan eigenlijk noodzakelijk was. De troepen die tot de beschikking stonden van het Rode Leger waren ook nog eens slecht geoefend en bewapend, en gemotoriseerde en gepantserde eenheden waren tot op dat moment nog niet met radio uitgerust. Het coördineren van een offensief op de schaal die Stalin wenste zou al moeilijk genoeg zijn zonder het gebrek aan verbindingen en training, nu werd het echter onmogelijk. 111 Doordat de zuiveringen van Stalin een groot deel van het ervaren officierskorps had doen verdwijnen werd het Rode Leger ook nog eens aangevoerd door onervaren officieren die vaak de leiding hadden over veel grotere eenheden dan zij aankonden. Om dit probleem op te vangen werden voor het winteroffensief van januari de meeste eenheden ingekrompen. Het korpsniveau verdween en legers werden verkleind tot enkele divisies. De gemechaniseerde eenheden werden ook aanzienlijk verkleind waardoor de grootste eenheid die het Rode Leger tot zijn beschikking had de tankbrigade was. Dit had te maken met de enorme verliezen aan materieel tijdens het Duitse offensief.112 Het logistieke apparaat van het Rode Leger was ook niet geschikt voor het ondersteunen

voor een algemeen offensief. Er waren niet genoeg voorraden, en de Russische oorlogsindustrie kon niet genoeg produceren om een offensief over het hele front van voldoende materieel te voorzien en verse voorraden aan te blijven voeren naarmate het offensief vorderde. Zelfs in de laatste jaren van de oorlog was de Russische oorlogsindustrie niet in staat om een dergelijk offensief te ondersteunen, hetgeen door de Stavka werd onderkend bij hun keuze voor het zomeroffensief van 1944.113 Het offensief van januari 1942 werd dan ook geen succes en aan het einde van het offensief, in april 1942, waren de verliescijfers van het Rode Leger door de grens van één miljoen man gegaan, waarvan de helft dood of vermist was.114

109 Beevor, The second world war 283. 110 Glantz, When titans clashed 94-95. 111 Ibidem 91-97.

112 Beevor, The second world war 243. 113 Glantz, When titans clashed 101.

114 Fritz Stoeckli, ‘Soviet and German loss rates during the second world war. The price of victory.’ In Journal of

Deze offensieven maakten voor het Rode Leger duidelijk dat, om met de gepantserde eenheden van de Wehrmacht te kunnen concurreren, er nieuwe gepantserde en gemechaniseerde eenheden nodig zouden zijn. Tankbrigades waren onvoldoende gebleken door hun te kleine hoeveelheid

pantservoertuigen. Zoals eerder vermeld was het Rode Leger net begonnen met een nieuwe generatie tanks te produceren die uitstekend partij konden bieden aan de Duitse tanks. Deze Russische tanks werden in 1942 in eerste in instantie vier tankkorpsen ingedeeld, bestaande uit 100 tanks, vooral KV- tanks en de T-34, en 5 603 man, waarmee deze korpsen ongeveer gelijkwaardig waren aan Duitse pantserdivisies. Deze nieuw geformeerde korpsen zouden hun vuurproef ondergaan bij een beperkt lenteoffensief in mei 1942. Stalin verwachtte dat de Duitsers in 1942 hun aandacht opnieuw op Moskou zouden richten en wilde daarom een aantal afleidende aanvallen in het zuiden.115 De Stavka ontwierp een plan waarbij de nieuwe korpsen gebruikt zouden worden bij een offensief dat zou proberen om de Duitse posities rond Kharkov te omsingelen. In het noorden zouden twee Russische legers (het 21e en 28e) de Duitse verdediging penetreren, ondersteund door afleidende aanvallen van naburige legers. Nadat het front was doorbroken zou een gemechaniseerd korps door het ontstane gat trekken en Kharkov vanaf het noorden naderen. In het zuiden zouden eveneens twee legers moeten doorbreken waarna twee gemechaniseerde korpsen door het ontstane gat Kharkov vanuit het zuiden moesten naderen. Een cavaleriekorps zou ondertussen de buitenste flank van de omsingeling moeten vormen om zo tegenaanvallen van de Duitsers af te kunnen slaan.116

De Duitse offensieven waren echter niet op Moskou gericht, maar juist op het zuidelijke front. Hiertoe waren vooral de eenheden tegenover de aanvallende troepen van het Rode Leger versterkt. Het Zesde Leger van generaal Friedrich Paulus was de voornaamste Duitse eenheid die zich aan dit deel van het front bevond. Weliswaar lieten de Duitsers zich verrassen toen het offensief op 12 mei begon en konden de Russen in eerste instantie successen boeken, maar nergens kon dit succes echt blijvend worden uitgebuit. Het Rode Leger was niet in staat gebleken om alle betrokken eenheden en artillerie bijtijds samen te trekken, waarbij sommige eenheden pas zes dagen na het begin van het offensief klaar waren om op te rukken.117 Dit langzame samentrekken van troepen bij het beginpunt van het offensief werd ook opgemerkt door de Luftwaffe. Weliswaar werd deze concentratie van troepen niet herkend als zijnde een aankomend offensief, maar aangezien de Luftwaffe nog steeds superioriteit in de lucht had was deze vrij om de samengetrokken troepen aan te vallen waardoor er nog verdere vertraging bij het

115 Zhukov, Marshall Zhukovs greatest battles 115. 116 Glantz, When titans clashed 111-114.

samentrekken werd opgelopen. Deze problemen droegen ertoe bij dat aan de noordkant maar beperkt succes werd geboekt, dat niet worden uitgebuit door het korps dat hiervoor was aangewezen. Het betreffende korps was nog bezig met verzamelen. De successen die hier werden geboekt werden al snel in gevaar gebracht door Duitse tegenaanvallen en het offensief in het noorden liep dan ook al spoedig vast. Het liep net niet uit op een ramp door haastig aangevoerde reserves die de flanken moesten beschermen. In het zuiden werd in eerste instantie fikse vooruitgang geboekt, maar dit bleek al snel een groot gevaar met zich mee te brengen. Doordat het offensief maar op een beperkt front plaatsvond, hadden de Duitsers de gelegenheid om vanaf naburige sectoren eenheden over te plaatsen naar bedreigde punten. Daarnaast kon een tegenstoot in het zuiden worden voorbereid. De Russische legers aan de zuidkant van Kharkov wisten in twee dagen, ondanks gebrek aan luchtsteun, 30 kilometer op te rukken en voor hen leek het offensief succesvol te verlopen. Ten zuiden van deze legers werd echter een tegenoffensief voorbereid door het Duitse Zeventiende Leger. Op 17 mei viel dit Leger de flanken van de aanvallende Sovjetlegers aan in een poging om deze legers af te sluiten van de rest van het Rode Leger en daarmee in één klap het front te herstellen. De opzet slaagde en het Rode Leger verloor in een enkele Duitse tegenstoot al haar nieuw geformeerde pantsertroepen, een dure les voor een leger dat al gebrek aan pantservoertuigen had.118

Het was echter een goede les voor het Rode Leger. Het creëren van mobiele formaties werd niet stopgezet door het Rode Leger, in plaats daarvan werd geprobeerd officieren officieren op te leiden die in staat waren deze formaties te coördineren en samen te laten werken met andere eenheden.

Daarnaast werden de gemechaniseerde formaties vergroot met een extra tankbrigade en werden er gespecialiseerde eenheden als artillerie en antitankeenheden aan toegevoegd.119 Een andere belangrijke conclusie die bij latere offensieven veel positieve invloed zou hebben was dat het noodzakelijk werd geacht een goede verkenning van vijandelijke posities uit te voeren. De legerleiding wilde voorkomen dat het Rode Leger nogmaals tegenover veel sterkere formaties zou komen te staan dan werd verwacht, met de daarbij behorende risico’s. Al deze lessen konden potentieel toegepast worden bij het grootste tegenoffensief van de Sovjet-Unie tot dan toe; operatie Uranus, ofwel de tegenaanval bij Stalingrad.120

Het Duitse zomeroffensief van 1942 was gericht tegen de zuidkant van het front en de daarbij horende industriegebieden van de Wolga en de olievelden van de Kaukasus. Na aanvankelijke grote successen kreeg het Zesde Leger van generaal Paulus bevel om de stad Stalingrad in te nemen vanwege zijn grote industriële en symbolische waarde. De verdediging van het Rode Leger was echter uitermate

118 Seaton, The Russo-German war 265-284.

119 Glantz, Soviet operational art since 1936 251-252. 120 Glantz, When titans clashed 116.

hardnekkig,en in de gevechten in de stad kon de Wehrmacht, geen gebruik maken van haar mobiliteit. De straatgevechten en gevechten van huis tot huis werden een zware uitputtingsstrijd die maanden in beslag nam. In de tussentijd kreeg het Rode Leger de tijd om een tegenstoot voor te bereiden, genaamd operatie Uranus. Dankzij goede verkenning was het Rode Leger op de hoogte de zwakkere Roemeense formaties die de flanken van het Zesde Leger moesten beschermen, en hier werd de tegenstoot dan ook voorbereid. Door deze formaties zo ver mogelijk van Stalingrad aan te vallen kon het Rode Leger een doorbraak forceren voordat gepantserde eenheden van het Zesde Leger te hulp zouden kunnen

schieten. Hierdoor zou het Rode Leger al veel meer troepen kunnen inzetten bij de doorbraak waardoor een uiteindelijke tegenaanval van het Zesde Leger tegen gehouden kon worden. Door aanvallen aan de noordkant en zuidkant van Stalingrad uit te voeren zou het Rode Leger in staat zijn om het Zesde Leger van Paulus te omsingelen, tezamen met enkele eenheden van het Vierde Pantserleger van generaal Hoth.121 Om deze doorbraak en omsingeling uit te kunnen voeren werd een grote concentratie van troepen en de nieuwe gemechaniseerde eenheden aan dit front geplaatst. Goede camouflage en het toespelen van desinformatie zorgden ervoor dat de Duitsers niet op de hoogte waren van deze concentraties en de daarbij behorende offensieve plannen.122 Uit deze geslaagde misleiding en sterke concentratie bleek dat het Rode Leger al veel geleerd had, zowel van de Wehrmacht, als van het eigen optreden in de periode hiervoor. In plaats van te proberen een algemeen offensief in te zetten,

probeerde het Rode Leger op één plek aan het front succes te boeken. Het succesvol concentreren van de benodigde troepen, alsmede de geslaagde misleiding van de vijandelijke troepen konden een grote verrassing teweeg brengen toen de aanval op 19 november 1942 werd ingezet. Het offensief slaagde dankzij de goede voorbereiding, ondanks dat er naarmate het offensief vorderde nog de nodige

problemen op logistiek gebied naar voren kwamen.Het aanvoeren van voldoende materieel bleek op dit moment nog niet mogelijk voor het Rode Leger, de oorlogsindustrie was nog niet op volle sterkte aan het draaien.123 Daarnaast bleek de omsingeling van het Zesde Leger maar met moeite stand te kunnen houden als er van buitenaf een tegenaanval werd ingezet. 124

Bovenstaande problemen, en dan met name de logistieke problemen werden nog niet

In document Ervaringen voor Bagration (pagina 45-65)