Met Web Image Monitor kunt u de status van een printer controleren en de in-stellingen wijzigen.
❖ Functionaliteiten
U kunt de status van een printer op afstand controleren of de instellingen via het netwerk configureren met behulp van een webbrowser.
In Web Image Monitor zijn de volgende functies beschikbaar:
• Printerstatus en -instellingen weergeven
• Status en geschiedenis van een afdruktaak controleren en de afdruktaak verwijderen
• Printerinstellingen configureren
• Netwerkprotocolinstellingen configureren
• Veiligheidsinstellingen configureren
• Een overzicht van opgeslagen bestanden weergeven. *1
• Opgeslagen bestanden afdrukken. *1
• Opgeslagen bestanden wissen. *1
*1 Voor het gebruik van deze functie is de optionele HDD-eenheid vereist.
❖ De printer configureren
Hiervoor moet TCP/IP geïnstalleerd zijn. Nadat de printer is geconfigureerd voor gebruik van TCP/IP, kunt u de instellingen wijzigen met Web Image Monitor.
Verwijzing
Voor meer informatie over het configureren van de printer voor gebruik van TCP/IP, raadpleegt u Pag.7 “Installatie van het apparaat in een net-werk”.
8
❖ Browser
• Windows
• Microsoft Internet Explorer 5.5 of later
• Netscape 6.2 of later
• Macintosh
• Netscape 6.2 of later
• Safari 1.0 of hoger Beperking
❒ Als de gebruikte webbrowser ouder is dan de aanbevolen versie of als [Ja-vaScript] en [Cookie] niet beschikbaar zijn, kunnen zich problemen voor-doen bij de weergave en de werking.
❒ Indien u een proxy-server gebruikt past u de instellingen van uw web-browser aan. Neem contact op met uw netwerkbeheerder over de instellin-gen.
❒ Soms wordt de vorige pagina niet weergegeven nadat u op [Vorige] heeft geklikt. Klik in dit geval op [Vernieuwen] of [Herladen].
❒ Deze printerinformatie kan niet automatisch worden vernieuwd. Klik in de webbrowser op [Herladen] of [Vernieuwen], of klik in het werkgebied op [Vernieuwen] wanneer u de printerinformatie wilt vernieuwen.
❖ Het adres opgeven
Voer in het veld [Adres] het adres in (Bijvoorbeeld http://XXX.XXX.XXX.XXX waarbij de X-en staan voor de cijfers van het IP-adres.)
Als de hostnaam van de printer is geregistreerd op de DNS-server of WINS-server, kunt u deze hostnaam invoeren.
Naar de startpagina gaan
8 Naar de startpagina gaan
1.
KopgebiedU kunt favoriete URL’s vastleggen met [URL]. Om de Help te bekijken, klikt u op [Help].
2.
MenugebiedDeze menu’s zijn voor het configureren van de netwerkinterfacemodule en het controleren van de printerstatus.
3.
StatusHiermee toont u de printerstatus, naam van de netwerkinterfacemodule en op-merkingen.
Informatie wordt niet automatisch bijge-werkt. Om de informatie bij te werken, klikt u in de rechterbovenhoek van het venster op [Vernieuwen].
4.
HelpOm de Help te bekijken, klikt u op [Help].
NL ACV018S
8
Soorten menu configuratie en modus
Items die worden weergegeven in het menugebied zijn verschillend voor de ge-bruikersmodus en de beheerdermodus.
In het werkgebied dat wordt weergegeven onder het geselecteerde menu wordt in de gebruikersmodus de printerstatus weergegeven en in de beheerdermodus worden hier de printerstatus en -instellingen weergegeven.
Opmerking
❒ ❍ geeft aan dat de printerstatus kan worden weergegeven.
❒ $ geeft aan dat de printerinstellingen kunnen worden gewijzigd.
Menu
Gebruiker-smodus
Beheerder-modus
Afdruktaak resetten - $
Status Invoerlade ❍ ❍
Uitvoerlade ❍ ❍
Master ❍ ❍
Drum ❍ ❍
Functie ❍ ❍
Systeem ❍ ❍
Printertaal ❍ ❍
Taak Printer Taakhistorie ❍ ❍
Foutenlogboek ❍ ❍
Opgeslagen bestand $ $
Soorten menu configuratie en modus
8
*1 U kunt de instellingen van de IEEE 802.11b-interface of parallelle interface configu-reren. U kunt ook de Ethernet-status bekijken.
Verwijzing
Voor meer informatie over het weergeven van de status en het wijzigen van instellingen raadpleegt u Pag.67 “De Help van Web Image Monitor gebrui-ken”.
Configuratie Systeem - $
Printer ❍ $
Netwerk Interface ❍ $ *1
Protocol Protocol ❍ $
TCP/IP ❍ $
NetWare ❍ $
AppleTalk ❍ $
SMB ❍ $
SNMP - $
Systeemlogboek ❍ ❍
Webpagina ❍ $
Beveiliging Wachtwoord - $
Toegangscontrole - $
IPP-verificatie - $
Menu
Gebruiker-smodus
Beheerder-modus
8
Menu samenvatting
In deze paragraaf worden de menu’s beknopt beschreven.
Verwijzing
Voor meer informatie over elk menu raadpleegt u de Help van Web Image Monitor. Zie Pag.67 “De Help van Web Image Monitor gebruiken”.
Afdruktaak resetten
Door op de startpagina op [Printertaak resetten] te klikken, kunt u taken die wor-den uitgevoerd opnieuw instellen.
Status
Hiermee toont u printerstatusinformatie, zoals het resterend aantal vellen in de papierinvoerlade en de resterende hoeveelheid master.
Taak
Hiermee toont u de lijst met taak- en foutloggegevens.
Opgeslagen bestand
Hiermee toont u de lijst met opgeslagen bestanden. U kunt opgeslagen bestan-den afdrukken en verwijderen.
Configuratie
• Systeem
Sommige instellingen kunt u configureren met het bedieningspaneel, zoals de systeem- en interface-instellingen.
• Netwerk
Hiermee kunt u de interfaces configureren, zoals Ethernet en draadloos LAN, diverse protocollen configureren en in- en uitschakelen, zoals TCP/IP en
Net-De instellingen van de netwerkinterfacemodule controleren
8 De instellingen van de
netwerkinterfacemodule controleren A
Start Web Image Monitor.B
Voer in het veld [Adres] het IP-adres van het apparaat in (Bijvoorbeeld http://XXX.XXX.XXX.XXX waarbij de X-en staan voor de cijfers van het IP-adres.)De status van de gekozen printer wordt weergegeven in Web Image Monitor.
C
Klik in het menugebied op het geselecteerde menu.Als er een submenu verschijnt, klikt u hierop.
Verwijzing
Voor meer informatie over de afzonderlijke items raadpleegt u Pag.67 “De Help van Web Image Monitor gebruiken”.
8
De instellingen van de
netwerkinterfacemodule configureren A
Start Web Image Monitor.B
Voer in het veld [Adres] het IP-adres van het apparaat in (Bijvoorbeeld http://XXX.XXX.XXX.XXX waarbij de X-en staan voor de cijfers van het IP-adres.)De status van de gekozen printer wordt weergegeven in Web Image Monitor.
C
Klik op [Beheerdermodus].Het dialoogvenster voor het invoeren van het wachtwoord en de gebruikers-naam verschijnt.
D
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op [OK].Om het standaardaccount te gebruiken, voert u geen gebruikersnaam in en voert u “password” in als wachtwoord.
E
Selecteer het item in het menugebied en configureer de instellingen.F
Klik op [Toepassen].De configuratie wordt verzonden.
Verwijzing
Zie Pag.67 “De Help van Web Image Monitor gebruiken” voor meer infor-matie over het opgeven van instellingen.
De Help van Web Image Monitor gebruiken
8 De Help van Web Image Monitor
gebruiken
Wanneer u de Help voor de eerste keer gebruikt, klikt u boven in het venster op [Help] of in het werkgebied op het pictogram “?”. Het volgende venster ver-schijnt dan. Hierin kunt u de Help op de twee onderstaande manieren bekijken:
❖ De Help bekijken via internet
U kunt de meest recente versie van de Help bekijken.
❖ Help downloaden en controleren
U kunt de Help downloaden naar de harde schijf van de computer en vervol-gens bekijken. Op de Help URL kunt u het pad instellen naar het lokale be-stand om Help te raadplegen zonder een verbinding met het internet te maken.
Opmerking
❒ Als u in het kopgebied op [Help] klikt, wordt de inhoud van Help op de nor-male wijze weergegeven.
❒ Als u op “?” of op het Help-pictogram in het werkgebied klikt, verschijnt de Help voor de items die worden weergegeven in het werkgebied.
8
Help downloaden
A
In de [Besturingssysteem]-lijst selecteert u het besturingssysteem.B
In de [Taal]-lijst selecteert u de taal.C
Klik op [Downloaden].D
Download de Help door de instructies op het scherm te volgen.E
Sla het bestand op dat u heeft gedownload en gedecomprimeerd en decom-primeer het bestand.Opmerking
❒ Om de Help te openen, geeft u het pad op waar het bestand is gedecom-primeerd.
-Het adres (URL) aan de knop [Help] koppelen
U kunt het adres (URL) van de knop {Help} koppelen aan de Help-bestanden op de computer of op een webserver.
A Download de Help-bestanden naar de gewenste locatie op de computer.
B Navigeer in Web Image Monitor naar de startpagina en klik op [Beheerdermo-dus].
C Voer uw wachtwoord in (het is niet nodig een gebruikersnaam in te voeren) en klik op [OK].
D Klik op [Configuration] en klik vervolgens op [Webpagina].
E Voer in het veld [Help URL] het pad naar de Help-bestanden in.
Als u de Help-bestanden heeft gekopieerd naar “C:\HELP\EN”, voert u
“file://C:/HELP/” in. Als u de bestanden bijvoorbeeld naar een webserver h e e f t g e k o p ie e r d e n d e U R L v a n h e t in d e x b e s t a n d i s “ h t t p : / / a.b.c.d/HELP/EN/index.html”, voert u “http://a.b.c.d/HELP/” in.
F Klik op [Toepassen].