• No results found

De invloed van Europese uitspraken op Britse jurisprudentie

In document De auteursrechtelijke status van links (pagina 40-51)

5.2 Nationale rechtspraak

5.2.3 De invloed van Europese uitspraken op Britse jurisprudentie

Het oordeel in de Britse rechtspraak dat links in veel gevallen geen openbaarmakinghandeling

opleveren komt overeen met de jurisprudentie van het HvJEU. Ditzelfde geldt voor de irrelevantie van het onderscheid tussen de verschillende soorten van hyperlinks.182 Ten aanzien van links naar

onrechtmatig openbaargemaakte werken is er nog onduidelijkheid. In de Britse rechtspraak wordt de nadruk gelegd op de interveniërende rol van de linker.183 De mate van betrokkenheid van de linkende partij zal mijn inziens een rol kunnen spelen bij de kwalificatie van links naar onrechtmatige content. In de rechtspraak van het HvJEU is de mate van interventie namelijk van belang bij de beantwoording van de vraag of er in een bepaald geval sprake is van een nieuw publiek.184 Dit nieuw publiek wordt bereikt indien er sprake is van een bewuste tussenkomst of interventie door de partij die het werk mededeelt en deze hierbij een centrale rol speelt.185 Indien de auteursrechthebbende geen toestemming heeft gegeven voor het openbaarmaken van zijn werk zal de link tot gevolg hebben dat er een nieuw publiek wordt bereikt, ook als het werk door een andere partij reeds voor het gehele internetpubliek is openbaargemaakt. Door de link wordt immers bewerkstelligd dat een bepaald publiek toegang tot het werk verkrijgt, een publiek wat de auteursrechthebbende niet in aanmerking heeft genomen aangezien er geen toestemming is gegeven voor de openbaarmaking. Of deze rechtspraak in stand blijft zal wellicht duidelijk worden indien de Hoge Raad der Nederlanden besluit hieromtrent prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU inzake het geschil tussen GeenStijl en Sanoma.

181 HvJ EU 21 oktober 2014, ECLI:EU:C2014:2315, C-348/13 (BestWater International), r.o. 19.

182 The High Court of Justice, 13 november 2013, EWHC 3479, Case No: HC13F04302 (Paramount/British sky

broadcasting), r.o. 32.

183 High Court of Justice 29 maart 2010, EWHC 608, Case No. HC08C03346 (Twentieth Century/Newzbin), High Court of Justice 16 juli 2013, EWHC 2058, Case No. HC12F02471 (FAPL/Sky) en The High Court of Justice 13 november 2013, EWHC 3479, Case No: HC13F04302 (Paramount/British sky broadcasting). 184 HvJ EU 7 december 2006, ECLI:EU:C:2006:764, C-306/05 (SGAE/Rafael Hoteles), r.o. 42, HvJ EU 4 oktober 2011, ECLI:EU:C:2001:632, C-403/08 (Football Association Premier League), r.o. 195-196 en HvJ EU 13 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:648, C-431/09 (Airfield en Canal Digitaal/sabam en Agicoa), r.o. 82-84. 185 Visser 2013, p. 43- 49, HvJ EU 7 december 2006, ECLI:EU:C:2006:764, C-306/05 (SGAE/Rafael Hoteles), r.o. 41-46 en HvJ EU 4 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:631, C-403/08 (Football Association Premier League), r.o. 197-199.

41

6. Conclusie

In deze scriptie stond de vraag centraal of de door het Hof van Justitie van de Europese Unie gebruikte vereisten ter kwalificatie van een mededeling aan het publiek geschikt zijn om het linken naar content op het internet te reguleren. De uitspraken inzake Svensson en BestWater werden voor dat doel besproken en geanalyseerd. Tevens dienden de uitspraken als leidraad voor het onderzoek naar de consequenties voor toekomstige rechtspraak.

Hoewel het linken naar content als essentieel voor de werking van het internet en de verspreiding van informatie wordt beschouwd, bestaat er geen algemeen recht op linken. De rechten van

internetgebruikers dienen te worden afgewogen met de rechten van anderen, waaronder van auteursrechthebbenden.186 De Auteursrechtrichtlijn voorziet in een ruime bescherming van rechthouders die recht doet aan de huidige informatiemaatschappij en beoogt een evenwicht te bereiken tussen de belangen van auteursrechthebbenden en de gebruikers van de

informatiemaatschappij. Zowel het Europese als het nationale recht geven auteurs van rechtswege exclusieve rechten waarmee zij profijt kunnen maken van hun inspanningen en tevens ongeautoriseerd gebruik van het werk door anderen tegen kunnen gaan. Onder het Europese equivalent van het

openbaarmakingsbegrip wordt verstaan de mededeling aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling van werken voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn. Het enkele aanbieden of verschaffen van toegang tot een werk is hierbij voldoende.187 Volgens de vereisten volgend uit de rechtspraak van het HvJEU wordt een handeling gekwalificeerd als een mededeling aan het publiek indien er sprake is van een handeling bestaande in een mededeling van een werk en de mededeling daarvan aan een publiek.188 Indien een mededeling middels dezelfde technische wijze geschiedt, geldt er als extra vereiste dat er sprake moet zijn van een nieuw publiek, een publiek dat door de rechthebbenden niet in aanmerking werd genomen ten tijde van het verlenen van toestemming voor de oorspronkelijke mededeling aan het publiek.189 Dit nieuw publiek wordt bereikt indien er sprake is van een bewuste tussenkomst of interventie door de partij die het werk mededeelt en deze hierbij een centrale rol speelt. Daarbij kan ook winstoogmerk bij een mededeling een meewegende factor zijn bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van een mededeling aan een publiek.190

186 Headdon 2014, p. 662.

187 Tsoutsanis 2014, p. 499. 188

HvJ EU 7 maart 2013, ECLI:EU:C:2013, 147, C-607/11 (TVCatchup), r.o. 23-31.

189 Idem en HvJ EU 7 december 2006, ECLI:EU:C:2006:764, C-306/05 (SGAE/Rafael Hoteles), r.o. 41. 190 Visser 2013, p. 51, HvJ EU 7 december 2006, ECLI:EU:C:2006:764, C-306/05 (SGAE/Rafael Hoteles), r.o. 44, HvJ EU 4 oktober 2011, C-403/08 en C-429/08 (Football Association Premier League), r.o. 204 en HvJ EU 15 maart 2013, C-135/10 (SCF/Marco del Corso), r.o. 90.

42 In de Svensson uitspraak oordeelde het HvJEU voor het eerst over de auteursrechtelijke status van links naar reeds openbaargemaakte werken en werden de jurisprudentiële voorwaarden voor de mededelingskwalificatie rechtstreeks toegepast. Beslist werd dat het deeplinken naar, met

toestemming van de auteursrechthebbenden, voor het gehele internetpubliek toegankelijk gemaakte werken geen mededeling aan het publiek opleverde, omdat er geen nieuw publiek bereikt werd. Dit is anders in situaties waarbij de werken zijn afgeschermd door middel van beperkende maatregelen of indien het werk niet meer beschikbaar is op de oorspronkelijke website.191 Ditzelfde geldt ten aanzien van de framed en embedded link, zo volgt uit de beschikking inzake BestWater. De manier waarop de link het werk weergeeft heeft geen invloed op de kwalificatie van links als mededeling aan het

publiek.192

Door de rechtspraak van het HvJEU zijn een aantal onduidelijkheden met betrekking tot het linken naar content weggenomen. Ten eerste wordt duidelijk dat het vereiste van transmissie van een werk niet noodzakelijk is om een handeling te kwalificeren als een mededeling aan het publiek. Het HvJEU beslist dat voor de kwalificatie van een handeling als een mededeling slechts van belang is dat een werk op zodanige wijze voor het publiek ter beschikking wordt gesteld dat het voor leden van dit publiek toegankelijk is, zonder dat van beslissende belang is of zij gebruikt maken van die

mogelijkheid.193 Dit oordeel is gebaseerd op de veronderstelling dat dit eerste vereiste ruim opgevat dient te worden om te waarborgen dat er een hoog beschermingsniveau aan de houders van een auteursrecht bewerkstelligd wordt.

Tevens blijkt dat de manier waarop het werk wordt gelinkt niet van invloed is op de

mededelingskwalificatie, dit in tegenstelling tot de heersende opvattingen omtrent de verschillen tussen de soorten van links.194

Ten derde wordt de discussie195 omtrent de geschiktheid van het nieuw publieksvereiste bij linken beslecht doordat het HvJEU de jurisprudentiële vereisten voor de mededeling aan het publiek ook toepast bij kwalificatie van links. Hoewel er in veel gevallen geen sprake zal zijn van een nieuw publiek, namelijk indien een werk moet toestemming van de auteursrechthebbende op een voor iedereen toegankelijk website wordt geplaatst, betekent dit niet dat er op internet nooit sprake kan zijn van een nieuw publiek. Als voorbeeld geeft het HvJEU het omzeilen van beperkingsmaatregelen die tot doel hebben de toegang van het publiek te beperken. Daarbij kan ook het linken naar een werk wat

191 HvJ EU 13 februari 2014, C-466/12 (Svensson and others/Retriever Sverige AB), r.o. 31.

192 Idem, r.o. 29 en 30 en HvJ EU 21 oktober 2014, ECLI:EU:C2014:2315, C-348/13 (BestWater International), r.o. 17.

193 HvJ EU 13 februari 2014, ECLI:EU:C:2014:76, C-466/12 (Svensson and others/Retriever Sverige AB), r.o. 17- 20.

194

Ginsburg 2004, p. 8- 9, Honkasla 2011, p. 261-266, p. 1-4 en Tsoutsanis 2014, p. 496-498. 195 Bently e.a. 2013, par. 48, Visser & De Leeuwe 2013, p. 457 en Visser 2010, p. 13.

43 niet meer beschikbaar is op de website waar het oorspronkelijk werd medegedeeld een nieuw publiek bereiken.196

Echter bestaan er na de uitspraken van het HvJEU ook nog enkele onduidelijkheden met betrekking tot het linken. Dit ziet men name op de juridische kwalificatie van linken naar illegaal materiaal. Hoewel er in BestWater gelinkt werd naar een illegale kopie van een werk, is de auteursrechtelijke status van linken naar illegale content nog niet geheel duidelijk.197 Aangenomen wordt dat voor zover het werk met toestemming van de rechthouder vrijelijk toegankelijk beschikbaar is gesteld, het gehele

internetpubliek in aanmerking is genomen. Het linken naar die content is dan dus toegestaan.198 Onduidelijk is echter of dit ook geldt ten aanzien van de zonder toestemming van de rechthouder geuploade kopie van het werk op Youtube.

In de nationale rechtspraak van Europese lidstaten bestaan er verschillen omtrent de kwalificatie van dit soort links, wat de rechtszekerheid van de auteursrechthouders niet ten goede komt. Zo werd in de Britse rechtspraak meerdere keren aangenomen dat het linken naar onrechtmatig materiaal een mededeling aan het publiek opleverde, terwijl in Nederland werd aangenomen dat er geen sprake was van een openbaarmaking, maar van een onrechtmatige daad.

Tevens is niet duidelijk welke maatregelen onder het begrip beperkingsmaatregelen vallen en in hoeverre het publiek beperkt moet zijn door middel van deze maatregelen. Daarbij is er ook

onzekerheid of middels contractuele bepalingen het publiek beperkt kan worden, bijvoorbeeld door het verbieden van linken naar werken in de voorwaarden van de website. Reeds aanhangig is de

GeenStijl/Sanoma zaak waarbij het linken naar illegale content centraal staat. Het zou de

rechtszekerheid ten goede komen indien er prejudiciële vragen zouden worden gesteld aan het HvJEU over de te stellen eisen aan beperkingsmaatregelen en de kwalificatie van links naar onrechtmatig materiaal.199

Ondanks de kritiek ten aanzien van de toepassing van de jurisprudentiële vereisten van de mededeling aan het publiek op links, is het begrijpelijk en gewenst dat het HvJEU deze voorwaarden ook gebruikt heeft om het linken te reguleren. Hierdoor wordt namelijk bewerkstelligd dat het linken op

eenvormige wijze door het geharmoniseerde Europese auteursrecht gereguleerd kan worden. Het is daarom wenselijk als links naar onrechtmatig materiaal onder het geharmoniseerde

openbaarmakingsrecht vallen, zodat er niet hoeft te worden teruggevallen op verschillende nationale rechtsregels zoals het onrechtmatige daadsrecht. Als we de beslissingen inzake Svensson en BestWater algemeen beschouwen zien we een zorgvuldige afweging van belangen waarbij het HvJEU succesvol probeert rechtszekerheid te creëren voor auteursrechthebbenden in de huidige digitale wereld. Door te

196 HvJ EU 13 februari 2014, C-466/12 (Svensson and others/Retriever Sverige AB), r.o. 31. 197 Geerts 2014 en Visser 2015.

198

HvJ EU 21 oktober 2014, ECLI:EU:C2014:2315, C-348/13 (BestWater International), r.o. 16. 199 Van Peursem 2015, p. 49; r.o. 2.3.38.

44 bepalen dat hyperlinks in bepaalde gevallen een mededeling aan het publiek kunnen vormen, wordt de verantwoordelijkheid en de zeggenschap bij de auteursrechthebbenden zelf gelegd. Hierdoor komt het HvJEU tegemoet aan de eisen van het internet en aan zijn gebruikers, zonder de

45

Bibliografie

ALAI 2013

Association littéraire et artistique international, Report and Opinion on the making available and

communication to the public in the internet environment – focus on linking techniques on the Internet,

16 september 2013, http://www.alai.org/en/assets/files/resolutions/making-available-right-report- opinion.pdf. Geraadpleegd op 16 december 2014.

Baker 2014

A. Baker, ‘EU Copyright Directive: Can a Hyperlink be a “Communication to the Public”?’,

Computer and Telecommunications Law Review, 2014, 20(4), 100 – 103.

Bently e.a. 2013

L.A.F. Bently e.a., European Copyright Society, Opinion on The Reference to the CJEU in Case C- 466/12 Svensson, 15 februari 2013,

http://www.ivir.nl/news/European_Copyright_Society_Opinion_on_Svensson.pdf. Geraadpleegd op 10 januari 2015.

Chavannes 2003

R.D. Chavannes, ‘Hype of echt link? De hyperlinkaansprakelijkheid van

informatieaanbieders, internetaanbieders en zoekmachines’, JAVI 2003.

Chavannes en Van der Laan 2014

R.D. Chavannes en N. Van der Laan, ‘Kroniek technologie en recht’, NJB 2014-35, p. 2525-2540.

Deveci 2011

H.A. Deveci, ‘Hyperlinks citations, reproducing original works’, Computer Law & Security Review, Volume 27, 2011, p. 465-478.

Egeler & Lodder 2013

M.G.A. Egeler & A.R. Lodder, ‘Nederland.fm pleegt auteursrechtinbreuk door te hyperlinken naar radiostreams van radiostations’, Computerrecht 2013, nr. 83.

Engelfriet 2013

46 Geerts 2013

P.G.F.A. Geerts, Bescherming van de intellectuele eigendom, Deventer: Kluwer 2013.

Geerts 2014

P. Geerts, ‘BestWater: Geen uitspraak over toegestaan embedden naar illegale content’, 14 november 2014, B9 13332 Beschikbaar op: http://www.boek9.nl/files/2014B9/Boek9.nl_Paul_Geerts_-

_BestWater.pdf. Geraadpleegd op 27 januari 2015.

Gielen 2011

Ch. Gielen (red.), Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, Deventer: Kluwer 2011.

Headdon 2014

T. Headdon, ‘An epilogue to Svensson: the same old new public and the worms that didn’t turn’,

Journal of Intellectual Property & Practice, 2014, Vol. 9, no. 8.

Honkasalo 2011

P. Honkasalo, ‘Links and copyright law’, Computer Law & Security Review: The International

Journal of Technology and Practice, volume 27, issue 3 (2011), p. 258-266.

Van der Kooij en Mulder 2010

P.A.C.E. Van der Kooij en S.J.A. Mulder, Hoofdzaken intellectuele eigendom, Deventer: Kluwer 2010.

Krog 2006

G.P. Krog, ‘The Norwegian “Napster case”- Do hyperlinks constitute the “making available to the public” as a main or accessory act?’, Computer Law & Security Review, volume 22, issue 1, 2006, p. 73-77.

Lodder 2014

A. Lodder, ‘Er is maar één internetpubliek. Via een hyperlink kan dus nooit een nieuw of ruimer publiek worden bereikt’, Noot Computerrecht 2014, nr. 3.

Van Peursem

G.R.B. van Peursem, ‘Conclusie AG HR Geen Stijl/Sanoma’, 9 januari 2015, b9 14/01158 Beschikbaar op: http://www.boek9.nl/files/B92015/B920140109_Conclusie_AG-Van- Peurssem_Geenstijl_v_Sanoma.pdf. Geraadpleegd op 27 januari 2015.

47 Rieber-Mohn 2005

T. Rieber-Mohn, ‘NO-Norway: The Norwegian Supreme Court Decides the napster.nl Case’, IRIS, Vol. 3, no. 16, 2005

Rosati 2014

E. Rosati, ‘Copyright in the EU: in search of (in)flexibilities’, Journal of Intellectual Property law &

Practice, 2014, Vol. 9, no. 7.

Schuetze 2013

B. Schuetze, Germany: The Federal Court of Justice and ‘the reality’ about embedded content, Kluwer copyright blog, 18 juni 2013. Beschikbaar op: http://kluwercopyrightblog.com/2013/06/18/germany- the-federal-court-of-justice-and-the-reality-about-embedded-content/. Geraadpleegd op 20 januari 2015.

Seignette 2014

J.B.M. Seignette, Noot bij: HvJ EU 13 februari 2014, C-466/12, IER 2014/59 (Svensson and

others/Retriever Sverige AB).

Tsoutsanis 2014

A. Tsoutsanis, ‘Why copyright and linking can tango’, Journal of Intellectual Property Law &

Practice, volume 9, issue 6, 2014, p. 495-509.

Visser 2010

D.J.G. Visser, ‘Het embedden van een YouTube-filmpje op een Hyves-pagina’, Mediaforum, januari 2010, nr. 1.

Visser 2012

D.J.G. Visser, ‘Het is lente in ogen van de Turijnse tandartsassistente’, 15 maart 2012, B9 10942.

Visser 2013

D.J.G. Visser, ‘Openbaarmaken met Ketchup’, AMI 2013/2.

Visser 2014

48 Visser 2015

D.J.G. Visser, ‘Hoe ‘Luxemburg‘ de Britt Dekker-vragen gaat beantwoorden’, 12 januari 2015, IEF 14537. Beschikbaar op: http://www.ie-

forum.nl/index.php?//Hoe+%26%23039%3BLuxemburg%26%23039%3B+de+Britt+Dekker- vragen+gaat+beantwoorden////33418/. Geraadpleegd op 10 maart 2015.

Visser en de Leeuwe 2013

D.J.G. Visser en P. de Leeuwe, ‘Links en recht: De stand van zaken met betrekking tot hyperlinks en auteursrecht’, Ars Aequi 06/2013 p. 450-458.

Regelgeving

Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886.

Gesetz über Urheberrecht und verwandte Schutzrechte, 9 september 1965.

Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom van 1 januari 1995.

Richtlijn 2001/29/EG van het Europese Parlement en de Raad van 21 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het Auteursrecht en de Naburige Rechten in de Informatiemaatschappij (PbEU 2001, L167/10).

Universele Auteursrecht Conventie zoals herzien op 2 juli 1971.

Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht 1996.

Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht.

Parlementaire stukken

Kamerstukken II 1980/81, 16740, nr. 3 (MvT). Kamerstukken II 2001/02, 28 482, nr. 3 (MvT).

49 Jurisprudentie

Europa

HvJ EU 7 december 2006, ECLI:EU:C:2006:764, C-306/05 (SGAE/Rafael Hoteles)

HvJ EU 16 juli 2009, ECLI:NL:XX:2009:BJ3749, C-5/08, NJ 2011, 288, m.nt. P.B. Hugenholtz (Infopaq /DDF)

HvJ EU 4 oktober 2011, ECLI:EU:C:2012:115, C-403/08 (Football Association Premier League) HvJ EU 13 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:648, C-431/09 (Airfield en Canal Digitaal/Sabam en

Agicoa)

HvJ EU 1 december 2011, ECLI:EU:C:2011:798, C-145/10, NJ 2013, 66 (Eva-Maria Painer) HvJ EU 1 maart 2012, ECLI:EU:C:2012:115, C-604/10 (Football Dataco/Yahoo)

HvJ EU 7 maart 2013, ECLI:EU:C:2013:147, C-607/11 (TVCatchup)

HvJ EU 15 maart 2013, ECLI:EU:C:2012:140C-135/10 (SCF/Marco der Corso) HvJ EU 22 mei 2013, C-279/13 (C More entertainment/Sandberg), aanhangig

HvJ EU 13 februari 2014, ECLI:EU:C:2014:76, C-466/12 (Svensson and others/Retriever Sverige AB) HvJEU 10 april 2014, ECLI:EU:C:2014:254, C-435/12 (ACI Adam BV/Stichting de Thuiskopie). HvJ EU 21 oktober 2014, ECLI:EU:C:2014:2315, C-348/13 (BestWater)

Duitsland

Bundesgerichthof, 17 juli 2003, I ZR 259/00 (Paperboy) Bundesgerichthof 29 april 2010, I ZR 39/08 (Session-ID) Bundesgerichthof 16 mei 2013, I ZR 46/12 (BestWater)

Nederland Rechtbank

Rechtbank Rotterdam 3 september 2004, ECLI:NL:RBROT:2004:AT4681, LJN: AT4681 (Schlijper/Nieuw Rechts)

Rechtbank Haarlem 12 mei 2004, ECLI:NL:RBHAA2004:AO9318, NJ 2005, 357 (Techno

Design/Brein)

Vzr. Rechtbank Arnhem 16 maart 2006, ECLI:NL:RBARN:2006:AV5236, NJF 2006, 355 (NVM-

Makelaars/Zoekallehuizen.nl)

Rechtbank Haarlem 5 september 2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BB3144 , LJN: BB3144 (www.voeljeniksvan.nl)

Rechtbank Utrecht 26 augustus 2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6008, LJN: BJ6008 (Mininova) Rechtbank Amsterdam 22 oktober 2009, ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1067, LJN: BK1067 (The Pirate

50 Vzr. Rechtbank Den Haag 2 juni 2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BM6729, LJN BM6729, IER 2010, nr. 80, p. 522 (FTD/Eyeworks)

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage 8 juli 2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:BR1058 (Buma vs. Souren) Rechtbank ’s Gravenhage 2 november 2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3223, LJN: BU3223 (RealNetworks)

Rechtbank Amsterdam, 12 september 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BX7043, IER 2013, nr. 4, p. 29, m.nt. JMBS, (Sanoma/GeenStijl)

Rechtbank ’s Gravenhage 19 december 2012, HA ZA 11-2675, Computerrecht 2013/83, m. nt. Egeler en Lodder (Buma/Nederland.fm)

Rechtbank Limburg 26 maart 2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:2781, IEPT 20140326 (Premier

League/MyP2P)

Gerechtshof

Gerechtshof Amsterdam 15 juni 2006, ECLI:NL:GHARN:2006:AY0089, NJF 2006, 427 (Brein/Techno Design)

Gerechtshof Arnhem 4 juli 2006, ECLI:NL:GHARN:2006:AY0089, AMI 2007, nr. 12, p. 93, m.nt. Koelman (NVM/Zoekallehuizen)

Gerechtshof Den Bosch 12 januari 2010, IER 2010, nr. 34, p. 249, m.nt. Seignette en Schaafsma (C

More/MyP2P)

Gerechtshof ’s Gravenhage 15 november 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BO3980, LJN: BO3980 (FTD/Eyeworks)

Gerechtshof ’s Gravenhage 10 april 2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1078, LJN: BW1078 (Norma/Vecai)

Gerechtshof Amsterdam 15 januari 2013, ECLI:NL:GHAMS:2012:BY8420 LJN: BY8420

(A/Noordhoff Uitgevers en ThiemeMeulenhoff B.V.)

Gerechtshof Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:4019, IEF 13254 (GeenStijl/Sanoma)

Hoge Raad

Hoge Raad 6 mei 1938, NJ 1938, 653 (Caféradio).

Hoge Raad 4 januari 1991, ECLI:NL:PHR:2013:BY1529, NJ 1991, 608 (Van Dalen/Romme) Hoge Raad 27 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1628, NJ 1995, 669 (Bigott/Doucal). Hoge Raad 22 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9138, LJN: AD9138 (El Cheapo) Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, LJN: AU8940 (Lancome/Kecofa). Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153, NJ 2008, 556 (Endstra).

51 Noorwegen

Høyesterett 27 januari 2005, HR-2005-00133-A (Napster.no).

Het Verenigd Koninkrijk

High Court of Justice 29 maart 2010, EWHC 608, Case No. HC08C03346 (Twentieth

Century/Newzbin)

High Court of Justice 16 juli 2013, EWHC 2058, Case No. HC12F02471 (FAPL/Sky) The High Court of Justice 13 november 2013, EWHC 3479, Case No: HC13F04302 (Paramount/British sky broadcasting)

In document De auteursrechtelijke status van links (pagina 40-51)