• No results found

Resultaten Randomisatiecheck

Hoofdanalyse 1: De invloed van de organisatiepijlers op sectorreputatie

Om te toetsen of de onafhankelijke pijlers uit het persbericht invloed hebben op de zes afhankelijke variabelen, zijn eenweg-covariantie analyses uitgevoerd. Elke toets is drie keer uitgevoerd; voor de totale groep, voor de mensen die zich bewust waren van de pijlerfocus en voor de mensen die zich daar niet van bewust waren. De controlevariabelen die de

afhankelijke variabelen bleken te beïnvloeden zijn als covariaten of fixed factors opgevoerd. De onderzoeksresultaten worden per afhankelijke variabele gerapporteerd.

Financiële prestaties. Uit de analyse (met covariaat leeftijd) voor de totale groep bleken er geen significante hoofdeffecten voor de verschillende varianten van het persbericht te zijn met F (3, 278) = 2,12, p = 0,097. Voor de participanten die zich bewust waren op welke onderwerp de focus lag, bleken er eveneens geen significante verschillen te bestaan F (3, 104) = 1,72, p = 0,169, net als voor de participanten die zich niet bewust waren van de focus in het persbericht F (3, 167) = 0,91, p = 0,439. Dit betekent dat, onafhankelijk van of de participanten zich bewust waren van de focus in een persbericht of niet, de sectorvariabele financiële prestaties niet beïnvloed wordt door financiële informatie over de organisatie, noch door productinformatie, noch door berichtgeving over maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie, noch door een neutraal bericht.

Leiderschap. Uit de analyse (met covariaat merkattitude) voor alle drie de groepen bleken er geen significante hoofdeffecten voor de verschillende varianten van het persbericht te zijn met F (3, 278) = 0,19, p = 0,902 voor de totale groep, met F (3, 104) = 0,27, p = 0,850 voor de focus-bewuste participanten en F (3, 167) = 0,20, p = 0,895 voor de participanten die zicht niet bewust waren van de focus. Dit betekent dat, onafhankelijk van of de participanten zich bewust waren van de focus in een persbericht of niet, de sectorvariabele leiderschap niet beïnvloed wordt drie gemanipuleerde pijlers en de neutrale versie.

Arbeidsomgeving. Uit de analyse (met covariaat merkattitude) voor de drie groepen bleken er eveneens geen significante hoofdeffecten voor de verschillende varianten van het persbericht te zijn (totaal: F (3, 278) = 0,58, p = 0,632, pijlerbewust: F (3, 104) = 1,03, p = 0,381, pijleronbewust: F (3, 167) = 0,54, p = 0,654). De sectorvariabele arbeidsomgeving wordt door geen van de verschillende reputatiepijlers beïnvloed, ongeacht of mensen zich bewust waren van de focus in het persbericht.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid. Uit de analyse voor de gehele

participantengroep bleek er voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau een significant hoofdeffect te zijn tussen condities (F (3, 286) = 5,93, p = 0,001). Wanneer er voor de covariaten merkattitude, opleidingsniveau en marketing/communicatiebaan

gecontroleerd wordt, blijkt dit net niet meer het geval met een marginaal significantieniveau van p = 0,050 (F (3, 273) = 2,64). Omdat dit de interesse van de onderzoeker wekt, zijn er twee analyses met select cases uitgevoerd, één voor de mensen die werken of studeren in de marketing en communicatie, en één voor de mensen die dat niet doen, waarbij merkattitude en opleidingsniveau als covariaten zijn meegenomen. Deze analyse is uitgevoerd omdat

verwacht werd dat mensen die in de marketing- en communicatie werken, vaker door hebben en beter weten hoe een persbericht is ingericht en welk doel het heeft. Uit de analyse voor de mensen die een baan in de marketing of communicatie hebben (N = 73), bleek het niet uit te maken welk persbericht de participanten lazen voor hun beoordeling van de maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau (F (3, 67) = 0,99, p = 0,405). Uit de analyse voor de participantengroep die niet in de marketing of communicatie werken (N = 210), bleek er voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau wel een significant hoofdeffect te zijn tussen condities (F (3, 204) = 5,16, p = 0,002). De post-hoc Bonferroni test toonde aan dat er een significant verschil was tussen M MVO = 4,38 SD = 0,21 en het persbericht met de

focus op financiën: M FIN = 3,33, SD = 0,21 (p = 0,002). De post-hoc Bonferroni test toonde

eveneens aan dat er een significant verschil (p = 0,027) was tussen het persbericht met de focus op maatschappelijke verantwoordelijkheid en het neutrale persbericht (M NEUT = 3,54,

SD = 0,21). Tussen de overige versies bleken voor de afhankelijke variabele maatschappelijke

verantwoordelijkheid op sectorniveau geen verschillen te zitten. Dit betekent dat de participanten die niet in de marketing of communicatie werken en het persbericht met de focus op maatschappelijke verantwoordelijkheid lazen, significant positiever denken over maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau dan de participanten die het neutraal en financieel georiënteerde bericht lazen.

Vervolgens zijn er twee analyses uitgevoerd, voor de mensen die zich bewust waren van de focus in het persbericht en voor de mensen die zich daar niet van bewust waren. Voor de mensen die zich bewust waren van de focus in het persbericht, bleek de inhoud van het persbericht geen invloed te hebben op de sectorvariabele maatschappelijke

verantwoordelijkheid, waarbij merkattitude, opleidingsniveau en marketingcommunicatiebaan als covariaten zijn meegenomen (F (3, 99) = 0,88, p = 0,456). Wanneer

marketingcommunicatiebaan niet als covariaat werd ingevoerd, was de analyse eveneens niet significant (F (3, 103) = 1,72, p = 0,167). Daarom zijn er geen aparte analyses uitgevoerd voor de mensen wel/niet een marketingcommunicatiebaan hebben.

Voor de mensen die zich niet bewust waren van de focus in het persbericht, bleek de inhoud van het persbericht eveneens geen invloed te hebben op de sectorvariabele

maatschappelijke verantwoordelijkheid, wanneer attitude en marketingcommunicatiebaan als covariaten werden opgevoerd (F (3, 162) = 2,05, p = 0,109). Wanneer

marketingcommunicatiebaan niet als covariaat werd ingevoerd, was de analyse wel significant (F (3, 166) = 3,74, p = 0,012). Om te bekijken of er verder kon worden gegaan met de

analyses voor de mensen die zich niet bewust waren van de focus en het onderscheid te maken tussen wel/niet marketingcommunicatiebaan, is gekeken of er problemen waren met skewness en kurtosis. Dit bleek niet het geval voor mensen die niet in de

marketing/communicatie werken (N = 128, skewness = 0,440, SE = 0,214, kurtotis = -0,497,

SE =0,425). Uit de analyse voor de participanten die zich niet bewust waren van de focus én

niet in de marketing of communicatie werken (met covariaten opleidingsniveau en

merkattitude), bleek er voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau wel een significant hoofdeffect te zijn tussen condities (F (3, 122) = 4,05, p = 0,009). De post-hoc Bonferroni test toonde aan dat er een significant verschil was tussen M MVO = 4,78, SD = 0,35

en het persbericht met de focus op financiën: M FIN = 3,36, SD = 0,25 (p = 0,007). Ook bleken

er significante verschillen tussen de maatschappelijk gefocuste versie en de neutrale versie M

NEUT = 3,48, SD = 0,27 (p = 0,026). Dit betekent dat de onbewust lezende participanten die niet

in de marketing of communicatie werken en het persbericht met de focus op maatschappelijke verantwoordelijkheid lazen, significant positiever denken over maatschappelijke

verantwoordelijkheid op sectorniveau dan de participanten die het neutrale en financieelgeoriënteerde bericht lazen.

Voor de participanten die wel in de marketing en communicatie werken maar zich niet bewust waren van de focus in het persbericht, had de focus van het persbericht geen invloed op hoe deze participanten maatschappelijke verantwoordelijkheid op sectorniveau

beoordeelden (F (3, 38) = 0,49, p = 0,694), (N = 44, skewness = 0,020, SE = 0,357, kurtotis = 0,081, SE =0,702).

Productinformatie. Uit de analyse voor de totale groep, waarbij

marketingcommunicatiebaan, top of mind awareness, frisdrankdrinkgedrag en attitude als covariaten en fixed factors zijn meegenomen, bleken er geen significante hoofdeffecten voor de verschillende varianten van het persbericht te zijn met F (3, 266) = 0,44, p = 0,724. Wanneer dezelfde analyse wordt uitgevoerd voor mensen zonder

marketingcommunicatiebaan, met verder dezelfde drie covariaten, blijkt er wel een significant hoofdeffect te zijn (F (3, 200) = 3,12, p = 0,027). De post-hoc Bonferroni test toonde aan dat er een significant verschil was tussen M MVO = 4,35, SD = 0,22 en het neutrale persbericht: M NEUT = 3,52, SD = 0,21 (p = 0,035). Tussen de overige versies bleken voor de afhankelijke

variabele productinformatie op sectorniveau geen verschillen te zitten. Dit betekent dat de participanten die niet in de marketing of communicatie werken en het persbericht met de focus maatschappelijke verantwoordelijkheid lazen, significant positiever denken over (frisdranken)producten op sectorniveau dan de participanten die het neutrale persbericht lazen. Uit de analyse voor de mensen die wel in de marketing of communicatie werken, bleek het niet uit te maken welk persbericht de participanten lazen voor hun beoordeling van de productpijler op sectorniveau (F (3, 64) = 0,58 p = 0,634).

Vervolgens zijn er twee analyses uitgevoerd, voor de mensen die zich bewust waren van de focus in het persbericht en voor de mensen die zich daar niet van bewust waren. Voor de mensen die zich bewust waren van de focus in het persbericht, bleek de inhoud van het persbericht geen invloed te hebben op de sectorvariabele producten en diensten, waarbij alle vier de covariaten zijn opgevoerd (F (3, 94) = 2,35, p = 0,077). Wanneer

marketingcommunicatiebaan niet als covariaat werd ingevoerd, waren de analyses eveneens niet significant (F (3, 99) = 2,62, p = 0,055). Daarom zijn er geen aparte analyses uitgevoerd voor de mensen wel/niet een marketingcommunicatiebaan hebben.

Voor de mensen die zich niet bewust waren van de focus in het persbericht, bleek de inhoud van het persbericht eveneens geen invloed te hebben op de sectorvariabele producten, wanneer attitude, top of mind awareness en marketingcommunicatiebaan als covariaten werden opgevoerd (F (3, 156) = 0,89, p = 0,451). Wanneer marketingcommunicatiebaan niet als covariaat werd ingevoerd, was de analyse ook niet significant (F (3, 162) = 0,89, p = 0,448).

Emotionele aantrekkingskracht. Uit de analyse voor de totale groep, waarbij marketingcommunicatiebaan, frisdrankdrinkgedrag en attitude als fixed factors en covariaten zijn meegenomen, bleken er geen significante hoofdeffecten voor de verschillende varianten van het persbericht te zijn met F (3, 273) = 0,77, p = 0,514. Het blijkt hiervoor niet uit te maken of participanten wel (F (3, 67) = 0,61, p = 0,614) of niet (F (3, 204) = 0,51 p = 0,676) in de marketing of communicatie werken. Voor de participanten die zich bewust waren van de pijlerfocus, bleken er eveneens geen significante verschillen te bestaan F (3, 99) = 0,22, p = 0,881, net als voor de participanten die zich niet bewust waren van de pijlerfocus in het persbericht F (3, 162) = 1,53, p = 0,209. Dit betekent dat, onafhankelijk van of de

participanten zich bewust waren van de focus in een persbericht of niet, de sectorvariabele emotionele aantrekkingskracht niet beïnvloed wordt door financiële informatie over de organisatie, noch door productinformatie, noch door berichtgeving over maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie.

Uit bovenstaande analyses kan geconcludeerd worden dat H1: Een individuele

organisatie kan met reputatiepijlers in persberichten de reputatie van de sector beïnvloeden,

grotendeels verworpen wordt. Dit geldt alleen voor het maatschappelijk gefocuste persbericht, wanneer gemeten voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en producten op sectorniveau. H1a:Persberichten met de focus op producten en diensten beïnvloeden de sectorreputatie positiever dan wanneer de focus op financiën en maatschappelijke verantwoordelijkheid ligt,

wordt verworpen. Persberichten met de focus op maatschappelijke verantwoordelijkheid blijken juist effectiever voor het beïnvloeden van de sector. Dit geldt echter alleen voor de sectorreputatiedimensies maatschappelijke verantwoordelijkheid en productinformatie