• No results found

S De Hoofdstukken 5 en 6 beschrijven de evaluatie waarmee het implementatieproces van e‐

Vita in kaart werd gebracht. Het doel van deze evaluaties is om meer inzicht te krijgen in hoe  en  waarom  patiëntenplatformen  van  toegevoegde  waarde  kunnen  zijn  bij  de  zelfmanagementondersteuning van patiënten, maar tegelijkertijd ook zorgverleners kunnen  ondersteunen  bij  het  uitvoeren  van  hun  dagelijkse  werkzaamheden.  Hiervoor  is  een  zogenaamde ‘convergent parallel mixed methods design’ toegepast, waarbij kwalitatieve en  kwantitatieve data naast elkaar werd verzameld, afzonderlijk werd geanalyseerd, en waarvan  de resultaten vervolgens bij elkaar werden gebracht. Logdata werd gebruikt om inzicht te  krijgen  in  hoe  e‐Vita  op  de  lange  termijn  werd  gebruikt.  Daarnaast  werden  focusgroepen  georganiseerd  om  inzicht  te  krijgen  in  het  beoogde  gebruik  van  e‐Vita  Diabetes  volgens  zorgverleners. Interviews met zorgverleners en usability tests met potentiele eindgebruikers  werden  gebruikt  om  de  verschillen  tussen  het  beoogde  en  het  daadwerkelijke  gebruik  te  kunnen verklaren.  

Uit de interviews volgde dat de zorgverleners onvoldoende begeleiding hebben ervaren bij  de integratie van e‐Vita in de dagelijkse werkprocessen. Hierdoor bleef het onduidelijk hoe  zij de verschillende onderdelen van het platform zodanig kunnen integreren in de dagelijkse  werkroutines,  dat  deze  ook  daadwerkelijk  van  toegevoegde  waarde  zijn.  De  training  die  zorgverleners  ontvingen  was  voornamelijk  gericht  op  het  verzamelen  van  data  voor  de  evaluatiestudies, en daardoor waren zij onvoldoende voorbereid op wat er van hen werd  verwacht  bij  het  gebruik  van  e‐Vita  bij  de  zorg  voor  de  patiënten.  Hierdoor  vonden  zorgverleners het moeilijk om patiënten te motiveren om het platform ook daadwerkelijk te  gaan gebruiken. e‐Vita werd dan ook gezien als een extra belasting bovenop de reguliere  taken, in plaats van als een ondersteuning.  

Tijdens de focusgroepen gaven de zorgverleners aan dat de coaching via een PHR centraal  zou  moeten  staan,  en  dat  het  gebruik  van  de  overige  onderdelen  (zoals  educatie  en  monitoring) hierbij aan zou moeten sluiten. Echter, uit de logdata bleek dat deze onderdelen  niet  werden  gebruikt  zoals  beoogd.  De  usability  tests  lieten  zien  dat  de  gebruiksvriendelijkheid  van  het  platform  (met  name  de  gebruikte  terminologie)  waarschijnlijk ook van invloed is geweest op het daadwerkelijke gebruik.  

De  conclusie  van  de  evaluatie  is  dat  het  gebruik  van  het  platform  door  patiënten  sterk  is  beïnvloed  door  de  attitude  van  de  zorgverleners.  Deze  attitudes  werden  op  hun  beurt  waarschijnlijk  sterk  beïnvloed  door  het  gebrek  aan  ondersteuning  die  de  zorgverleners  hebben  ervaren  bij  het  daadwerkelijk  inzetten  van  het  platform  in  de  dagelijkse  werkzaamheden. Om dergelijke problemen te voorkomen, is het van groot belang om alle  eindgebruikers  al  vroeg  in  de  eHealth  ontwikkeling  te  betrekken.  Op  deze  manier  kan  de  toegevoegde  waarde  van  de  eHealth  toepassing  worden  vergroot,  en  de  daadwerkelijke  implementatie  worden  gefaciliteerd.  Korte  en  iteratieve  ontwikkelcycli  zijn  cruciaal  om 

problemen al in een vroeg stadium van de ontwikkeling te signaleren en om de kans op een  succesvolle implementatie te vergroten. Bij het evalueren van de implementatie van eHealth  technologie is een mixed methods benadering van grote toegevoegde waarde gebleken bij  het  vinden  van  verklaringen  die  niet  gevonden  hadden  kunnen  worden  in  experimenteel  onderzoek.  

De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot een aantal geleerde lessen: 

Les  1:  Implementatie  is  geen  post‐design  activiteit.  e‐Vita  is  ontwikkeld  op  basis  van  brainstormsessies met patiënten en zorgverleners om inzicht te krijgen in hun ervaringen  met het leven met een chronische aandoeningen (patiënten) of het leveren van zorg aan  chronisch zieken (zorgverleners). Op basis van deze informatie werd een eerste versie van  het  platform  ontwikkeld.  Echter,  pas  toen  het  platform  al  enige  tijd  in  gebruik  was  genomen, bleek dat er tijdens de ontwikkeling onvoldoende aandacht is geweest voor de  inbedding  van  het  platform  in  het  dagelijks  leven  en  de  werkprocessen  van  de  eindgebruikers. Veel (potentiele) eindgebruikers gaven immers aan niet goed te weten  hoe zij het platform dusdanig in kunnen zetten, dat het van toegevoegde waarde kan zijn.  Helaas was het door de aard van de lopende studies niet meer mogelijk om het platform  hierop aan te passen. Een van de belangrijkste conclusies van dit onderzoek is dan ook dat  het van groot belang is om alle eindgebruikers en andere stakeholders te betrekken in alle  fases  van  eHealth  ontwikkeling.  Korte  en  iteratieve  ontwikkelcycli  zijn  cruciaal  om  eventuele problemen al vroeg op te sporen en de technologie aan te kunnen passen op  basis van de aanbevelingen van de eindgebruikers en andere stakeholders. Hiermee start  de implementatie van een toepassing al in de eerste fases van de ontwikkeling.  

 

Les  2:  Een  platform  implementeert  niet  vanzelf  wanneer  het  wordt  aangeboden  aan  de  eindgebruikers.  Uit  eerdere  (literatuur)onderzoeken  weten  we  dat  de  aansluiting  van  technologie op de werkroutines en de interoperabiliteit met andere systemen belangrijke  voorwaarden  zijn  voor  de  acceptatie  van  de  technologie  door  de  zorgverleners.  Deze  zorgverleners spelen op hun beurt een grote rol bij het motiveren van patiënten om een  toepassing te gaan gebruiken. Training en ondersteuning van alle eindgebruikers in het  gebruik van een technologie is dus onmisbaar. Aan de andere kant, als de toegevoegde  waarde van een toepassing beperkt is, zal het nog steeds nauwelijks worden gebruikt. Het  is dus van groot belang om toegevoegde waarde te creëren, nog voordat een technologie  daadwerkelijk in gebruik wordt genomen. De eindgebruikers en andere stakeholders zijn  daarom onmisbaar in alle fases van eHealth ontwikkeling, implementatie en evaluatie.