• No results found

De groep

In document ‘bala bin, bala bai’ (pagina 41-65)

5. Gesprekken in Bon Futuro

5.2 Korte introductie van de gedetineerden

5.3.2 De groep

De groepen zijn bijna altijd ontstaan uit jongeren die in dezelfde wijk opgroeien. Omdat ze vaak in dezelfde armoedige omstandigheden opgroeien, gaan ze op zoek naar geld. Ze kennen elkaar meestal al van jongs af aan.

Ondanks dat alle jongens op het intake formulier hebben ingevuld dat ze tot een groep behoren blijkt tijdens de gesprekken dat ze lang niet allemaal aangesloten zijn bij een ‘vaste’

groep. Sommigen hebben alleen een enkele keer een delict gepleegd met meerdere jongens maar geven verder de voorkeur aan om alleen ‘dingen te doen’. Toch geven verschillende jongens aan dat zij tot een groep behoren. Met een groep bedoelen ze dan een groep waarmee ze vaak of minder vaak criminaliteit plegen. Op de vraag of zij de groep een ‘gang’ vinden wordt verschillend geantwoord. De ene jongen vindt van wel, de ander van niet. Wanneer ik vervolgens vraag wat zij onder een gang verstaan blijkt dat de jongens daar hele verschillende ideeën over hebben. De meeste van hen zijn van mening dat een ‘gang’ een groep vrienden is

13 Respondent Rachid.

14 Het Feffik college wordt door een medewerkster van de school als volgt aan mij omschreven: “Feffik is een vuilnisbak voor de Curaçaose samenleving. Als je van een middelbare school wordt getrapt ga je vaak richting Feffik.”

15 Het volgen van een opleiding op Curaçao is geen waarborg voor het vinden van werk. Bovendien kan met de drugshandel soms veel meer worden verdiend. Om deze reden stoppen veel Curaçaose jongens met hun opleiding, om hun geld op een illegale wijze te verdienen.

42 die met elkaar optrekt en slechte dingen doet. Minder dan de helft van de jongens die aangeven dat ze tot een groep behoren typeren deze groep als een ‘gang’. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met het gegeven dat alle jongens een verschillende mening hebben over de definitie van een ‘gang’. Om voor mijzelf een duidelijker beeld van de groep te krijgen vraag ik, zoals mijn definitie beschrijft, of de ‘buitenwereld’ weet dat ze een groep vormen. De meeste jongens geven wel aan dat het duidelijk is voor de buurt dat ze tot dezelfde groep behoren. Dit omdat ze elke dag weer op dezelfde plek hangen en dus iedereen ziet dat ze bij elkaar horen. Omdat Curaçao een klein eiland is weten jongens vaak wel ‘wie bij welke wijk hoort’.

Zij weten niet echt hoe ze de jongens waar ze mee optrekken moeten zien. De één noemt het vrienden, de ander kennissen en weer een ander spreekt over ‘gewoon jongens die ik vanuit de wijk ken’. Als kenmerk wordt ook veelal genoemd dat ze voor elkaar opkomen.

Net als Richello zeggen veel jongens dat de groep waartoe zij behoren een grote groep is, maar dat er eigenlijk zelden door de hele groep tegelijk een delict wordt gepleegd. De groepen kunnen totaal uit zo’n vijftien jongens bestaan maar ook uit vier of vijf. De grote groepen zijn vaak toch weer verdeeld in kleinere subgroepen. Ze doen niet altijd alles samen maar de groep splitst zich dus op. Vijf houden zich bijvoorbeeld bezig met drugs en drie met atrako’s. Nooit gaan ze met zijn allen tegelijk op pad. Een uitzondering hierop zijn feesten, waar wel vaak de gehele groep vertegenwoordigd is. Op deze gelegenheden zijn dan ook regelmatig confrontaties tussen verschillende groepen. Iedereen heeft zo binnen de groep ‘zijn eigen dingen’. Wel komen ze, nadat ze iets gedaan hebben, altijd weer bij elkaar terug. Vaak op een bepaalde hangplek in de wijk, zoals onder een boom of bij een ‘snek’.16

De leeftijd in de groepen varieert over het algemeen tussen de zestien en de dertig jaar.

In een heel enkel geval zit er een meisje in de groep. Meestal is er sprake van gewoon een vriendinnetje van één van de jongens die wel weet wat er in de groep gebeurt. Soms zijn het meisjes uit de wijk die vaak langs de hangplek van de groep lopen en dan blijven praten. De jongens geven aan dat deze meisjes wel weten waar de jongens mee bezig zijn maar details blijven geheim. Dat is met voorbedachte rade want de kans dat ze gaan praten is groot. Een enkele keer zit er een familielid in de groep, zoals een neefje.

16 Een snek is een (afhaal) eettentje die overal op het eiland te vinden is.

43 5.3.3 Interne omgang

In deze paragraaf zal ik beschrijven hoe de jongens in de groep onderling met elkaar omgaan.

In de meeste gevallen trekken de jongens uit eenzelfde wijk met elkaar op. Ze zijn met elkaar opgegroeid en zijn vrienden van kleins af aan. De jongens uit de wijk die zij ‘vaag’ kennen worden als ‘kennissen’ omschreven. Toch blijft de grens daartussen onduidelijk. Het is voor de jongens moeilijk vast te stellen of iemand nu als vriend of als kennis gezien moet worden.

Onderling wantrouwen speelt een belangrijke rol. Desondanks zijn de jongens wel solidair naar elkaar toe. Wanneer iemand alleen een delict pleegt waarmee hij veel geld opstrijkt, is het gebruikelijk dat hij een deel daarvan afstaat aan de andere jongens in de groep. Uit bijna elk verhaal is af te leiden dat ze enorm door vrienden worden beïnvloed, ook wel ‘peer pressure’ genoemd.

“Mijn vrienden hebben mij leren helpen met zien wat leven is. Ze hebben me alles geleerd. Ze hebben me alles uitgelegd over het leven zonder iets te verbergen. Ze zeiden nooit: “Je bent een kleine jongen dus ga naar school!” Nee, ze zeiden: “Je moet iets doen om in leven te blijven, bijvoorbeeld drugs….je moet je familie en jezelf aan eten helpen.” Je hebt geen school en je moet dus iets anders doen. Ik ben gewoon trots op wat ze voor me hebben gedaan omdat als ze dat niet hadden gedaan ik nog erger zou zijn.

Ik heb veel respect voor ze. Zonder hun had ik zelf het leven moeten uitvinden.”17

De manier waarop de jongens met elkaar omgaan verschilt heel erg. De één vindt dat hij altijd voor de jongens in zijn groep klaar moet staan en beschrijft de jongens als echte vrienden. De ander is teleurgesteld in de jongens waarvan hij dacht dat het vrienden waren, omdat hij sinds hij in de gevangenis zit nooit meer iets van ze heeft gehoord. Het idee leeft wel dat je op elkaar moet kunnen rekenen wanneer je in problemen zit maar in werkelijkheid lijkt het niet altijd zo te gaan.

Sommige jongens beamen dat jongere jongens in opdracht van ouderen ‘dingen’ moeten doen. Ze zeggen dat dit voornamelijk komt omdat jongens tegenwoordig al op hele jonge leeftijd heel veel willen. Mooie kleding, sportschoenen, sieraden, een mooie auto of scooter.

Zonder al deze materiële zaken hoor je er niet snel meer bij. Oudere jongens anticiperen hier slim op door jonge jongens een wapen te lenen en opdrachten te geven. Zo’n opdracht bestaat bijvoorbeeld uit het plegen van een atrako. Wanneer dit goed gaat wordt hij daarvoor beloond.

17 Respondent Kenneth.

44 “Als het goed gaat krijg je je ding; geld of een scooter… je weet toch!”18

Daarentegen heb ik ook veel jongens horen zeggen dat als je ‘nee’ zegt het ook gewoon ‘nee’

is. Zij geven aan dat ze nog nooit onder dwang iets hebben moeten doen voor een ouder persoon.

Wat ik vaak hoor is dat ze in de groep wel van tevoren bedenken hoe ze te werk gaan wanneer ze een delict gaan plegen. Met name wanneer het de ernstigere delicten betreft, zoals een atrako. Wanneer ze toevallig tegen kleinere ‘zaakjes’ aanlopen gaan ze dit niet uit de weg.

Dikwijls gaat het dan om kleine diefstalletjes.

“Als wij samen zijn bedenken wij waar er iets te halen valt. Wij bedenken de slechte dingen om te doen. Drugs gebruiken, kijken waar er ‘ganga’s (gelegenheden) zijn. Als een van ons tegen een gelegenheid aanloopt, komt hij dat vertellen in de groep. Wij komen ook samen bij een van de jongens thuis in een soort kantoortje van ons. Van hieruit worden de plannen gemaakt.”19

Wat mij opvalt tijdens de gesprekken is dat er veel verschillende opvattingen zijn over de vraag of er leiders aanwezig zijn in hun groep. Sommige jongens zijn zelfverzekerd en zijn ervan overtuigd dat zij de leider waren of in ieder geval als leider werden gezien.

“De jongeren beschouwen mij als de leider, maar voor mij geldt: iedereen op zichzelf

‘kada ken riba su kurpa”. Als ik iets zeg doen ze dat meteen. Er wordt gezegd dat ik de jongeren manipuleer. Ik weet dat er anderen zijn die meer ballen hebben dan ik; meer durven, meer lef hebben, maar ik word gezien als de leider. Zij geloven ook in wat ik zeg. Voorbeeld als ik zeg dat die en die persoon veel geld op zich heeft en een prooi of doelwit is, zijn zij eerder klaar om een overval op die persoon te plegen dan een ander die de info verstrekt. Zij hebben volop vertrouwen in mij.”20

Wat veel wordt gezegd is dat er op Curaçao niet echt sprake is van één bepaalde leider in een groep. Vaak is degene die met het initiatief komt voor die ene activiteit de leider. Je hebt wel de ‘zakenmannen’, dat zijn jongens waar drugs voor wordt gesmokkeld. Die verdienen vier of

18 Respondent Julian.

19 Respondent Gilson.

20 Respondent Luciano.

45 vijf keer zoveel geld als wat ‘de koerier’ ervoor krijgt. Dit verschijnsel komt vaak voor in de wat grotere, georganiseerde groepen, die vooral in de drugs zitten. Deze personen zijn wel vaak personen die in een wijk als leider worden gezien. Dit werd ook door Quantone in mijn gesprek met hem meerdere malen beaamd.

“We hadden geen leider. Degene van 30 jaar is hetzelfde als die van 16/17 jaar.

Gezamenlijk worden de dingen gewoon gedaan. Er is wel één iemand in de groep die veel vuurwapens heeft. Meer dan de anderen. De rest heeft er één, maar hij meer. Als er problemen zijn dan moet degene die meer vuurwapens heeft aan de anderen geven om de problemen op te lossen. Dat is de enige verschil in de groep. Het is niet zo dat hij dan meer status heeft.” 21

5.3.4 De delicten

Jongens die tot een groep behoren, houden zich met veel verschillende zaken bezig. Er wordt verschil gemaakt tussen gewoon ‘chillen’ en bezig zijn met criminele activiteiten. Met een aantal delicten hebben alle jongens wel een keer te maken gehad, namelijk atrako’s, diefstal en drugshandel en -smokkel. Drugshandel en -smokkel is altijd een makkelijke manier geweest om geld te verdienen op Curaçao. Door de 100% drugscontroles op Schiphol, de verscherpte controles op HATO22 en het steeds vaker onderscheppen van drugstransporten op zee door de Kustwacht, zijn jongeren die geen kans meer zagen om drugs te smokkelen steeds meer overvallen gaan plegen. Vaak gaan deze zogenaamde atrako’s gepaard met grof geweld.

In 2004 werd een recordaantal bereikt, er zijn in dat jaar zelfs meer dan 1100 overvallen op een bevolking van 120.000 inwoners gepleegd. Dit zijn gemiddeld meer dan drie (!) 2008 zijn er slechts 277 atrako’s gepleegd.24 Dit is vooral te danken aan het speciale

21 Respondent Harryson.

22 Vliegveld op Curaçao.

23 Op Curaçao zijn heel veel kleine Chinese afhaal-/eettentjes die een geliefd doelwit wit zijn voor overvallers.

24 Gegevens gekopieerd uit een document van de Politie Curaçao.

46 team, dat eind 2005 is opgericht en waarin de Koninklijke Marechaussee en leden van de Nederlandse Recherche samenwerken met Antilliaanse agenten. Naast deze meest voorkomende delicten is er altijd al sprake geweest van kleine criminaliteit, zoals diefstal.

Een aantal jongens zit ook mede vast voor moord. Dit omdat zij tijdens de overval het slachtoffer hebben vermoord. Twee jongens die ik spreek zitten mede vast voor verkrachting.

In een eigen wijk plegen de jongens niet of nauwelijks criminaliteit. Dit omdat ze daar herkenbaar zijn, maar ook omdat ze respect in hun eigen wijk willen behouden. Dit verkrijgen ze mede door het beschermen van hun wijk tegen ‘indringers’ uit andere wijken.

Een deel van het geld dat door criminaliteit wordt verkregen geven zij vaak aan hun moeder of een ander familielid die in geldnood zit. Zelf besteden ze het voornamelijk aan mooie kleding, sportschoenen, sieraden, feestjes en auto’s. Uit bijna elk gesprek blijkt dat de jongens het heel belangrijk vinden dat er tegen ze wordt opgekeken en dat andere jongens jaloers op hen zijn.

Vaak zeggen de jongens in het bezit te zijn van een wapen. De meeste jongens geven toe dat ze meer gewapende overvallen zijn gaan plegen vanaf het moment dat de drugscontroles strenger zijn geworden. Ze zijn aan het wapen gekomen door het van iemand te kopen. Zij, die geen eigen wapen hebben lenen er één wanneer ze dat nodig hebben. Vaak is dat van iemand in de wijk van wie bekend is dat hij er meerdere heeft. Het wapen wordt gedragen uit veiligheidsoverweging, om zichzelf te beschermen. Sinds ze ‘verkeerde dingen doen’ hebben ze vijanden en is het raadzaam om een wapen te dragen, aldus de jongens.

“Ik ben altijd klaar voor alles. Ik ben altijd gewapend. Mocht ik met de vijanden worden geconfronteerd laat ik het altijd klinken. ‘Ready for whatever’, zeggen wij. Twee of drie van de jongens uit onze groep zijn altijd gewapend. Ik heb altijd de mijne. Het is niet geleend maar van mijzelf. De andere jongens lenen een wapen. Die moet daarna terug.

Alleen als ik naar school ga loop ik niet gewapend.”25

5.3.5 De cultuur van de groep

In deze paragraaf zal ik beschrijven hoe de groepscultuur eruit ziet binnen de jeugdgroepen.

Onder groepscultuur wordt verstaan of de jongens contacten hebben met andere groepen op

25 Respondent Gilson.

47 Curaçao of groepen op andere (ei)landen, of de groepen bepaalde namen hebben, of de jongens zich met gangsymbolen uitdossen etc.

De jongens geven veelal aan dat ze contact hebben met andere groepen. Dit is zeker het geval bij jongens die in de drugshandel en -transport hebben gezeten. Deze kennen bijna allemaal wel mensen in Nederland of op één van de andere Caraïbische eilanden, zoals Bonaire en Sint Maarten. De meeste jongens hebben één of meerdere familieleden ergens anders wonen. Niet altijd is dit contact gerelateerd aan criminele activiteiten, maar veelal gaat het wel om samenwerkingsverbanden bij drugstransporten. Richello is de enige jongen die mij vertelt dat hij met contacten in Nederland informatie uitwisselt over bijvoorbeeld de beste manieren om drugs te smokkelen. Andere jongens blijven daar oppervlakkig over. Eén van hen wees mij op het bestaan van contacten tussen Curaçaose criminelen en groepen met een andere afkomst:

“We hebben contacten met Jamaicaanse groepen die ons ook tips geven waar er dollars te halen zijn. Zij kennen bepaalde Jamaicaanse toeristen die aan zijn gekomen vol met dollars op zak. Zij doen niet mee omdat zij hun eigen mensen kennen. Zij krijgen een deel van de pot. Ik draai niet met Dominicanen of Colombianen. Die zijn wat lastiger om mee te werken. Hier in gevangenis ben ik wel in contact met deze groepen.”26

Of de jongens een eigen territorium hebben verschilt onderling. De één geeft aan dat ze altijd op dezelfde plek hangen, de ander beweert van niet. De groepen lijken sterk wijkgebonden te zijn. Dikwijls wordt een eigen territorium ‘toegeëigend’ door hun eigen naam op die plek te graveren.

Jongeren die zich onderscheiden door het dragen van gangsymbolen heb ik niet kunnen vinden. Waar in Nederland het dragen van bepaalde kleding of accessoires waarmee je je als groep onderscheidt, een veel voorkomend verschijnsel is, komt dit op Curaçao niet of nauwelijks voor. Wel hebben bijna alle jongens gouden tanden met een bepaald tekentje erin gegraveerd. Dit is eigenlijk geen gangsymbool, eerder zeer gebruikelijk onder de lagere sociaal-economische klasse. Zoals deze respondent, waar ik in de titel van deze scriptie aan refereer:

26 Respondent Gilson.

48

“Ik heb twee gouden tanden met pistooltjes erin gegraveerd. Ja, als je in die wereld bent dan kom je van alles tegen. Je hoort ze zeggen: ‘bala bin, bala bai27’. Dan wil je dat ook hebben om erbij te horen en een boodschap mee te geven. Die twee pistolen tegenover elkaar betekent letterlijk: als jij schiet wordt wederom op jou geschoten.”28

Er zijn nog andere tekens die ik vaak ben tegengekomen. Zo hebben veel jongens een dollartekentje in hun tand gegraveerd of de eerste letter van hun voornaam. Het dollartekentje staat voor geld. Zoals door sommige jongens de term ‘money maker’ wel wordt genoemd:

van weinig geld veel maken. Bijna alle jongens hebben tatoeages, alleen hebben deze volgens de jongens niets met de groep te maken. Ik herken dan ook niet één tatoeage die ik bij meerdere jongens heb gezien. Wel heeft één van de jongens op zijn hand ‘No Limit’

getatoeëerd staan. Dit is de naam van een van de groepen die vaak wordt genoemd, zoals ook al eerder door Richello. Wat kleding betreft geven de jongens aan dat ze niet hetzelfde gekleed gaan. Een enkeling zegt dat ze meestal gekleed zijn in een capuchontrui, zodat niemand ze herkent. Richello gaf aan dat ze in zijn groep allemaal eenzelfde haarbandje droegen.

De meeste groepen blijken geen specifieke naam te hebben. Wel hoor ik tijdens de gesprekken regelmatig dezelfde namen vallen. Deze namen zijn gelijk aan de namen die Richello noemt, zoals No Limit, Cash Money, Murder Inc. en Outlaw. Een jongens uit Buena Vista vertelt mij het volgende:

“In Buena Vista heb je veel noo…Ze heten No Limit. Brievengat ook, Koraal Specht ook.

Ik weet alleen niet hoe die groepen heten. Ik woon in Buena Vista en No Limit zijn mensen die zingen, die rappen no…..Die jongeren houden van die muziek en dan zeggen ze dat ze een groep zijn nooo.. Allemaal zingen ze en houden ze van die gangsters. En ze noemen zich dan No Limit. No Limit is de record no… Ze houden van die rapper, de rappers zingen dingen die ze ook doen: drinken, drugs, wapen, geld, meisjes, cars…..Ze noemen zich daarom No Limit. In die begin van 99/2000 tot nu. Het is een grote groep met alleen jongeren uit Buena Vista….”29

27 Vertaald: als je op me schiet dan schiet ik terug.

28 Respondent Harryson.

29 Respondent Shurnel.

49 Richello legt het mij uit. Het zijn allemaal namen van record labels uit Amerika. De jongens zijn fan van artiesten die onder zo’n record label staan. Ze luisteren naar die muziek, kijken de

49 Richello legt het mij uit. Het zijn allemaal namen van record labels uit Amerika. De jongens zijn fan van artiesten die onder zo’n record label staan. Ze luisteren naar die muziek, kijken de

In document ‘bala bin, bala bai’ (pagina 41-65)