• No results found

De gevolgen van het wetsvoorstel onbeperkt spreekrecht

In dit hoofdstuk worden de gevolgen besproken van het nieuwe wetsvoorstel. Allereerst worden de voordelen en de nadelen van het wetsvoorstel voor het slachtoffer behandeld. Daarna komen de gevolgen van het wetsvoorstel voor de verdachte aan bod. Dit zal voornamelijk geschieden in het licht van het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 van het EVRM.

4.1 Gevolgen ten aanzien van het slachtoffer

In deze paragraaf wordt onderzocht wat de voor- en nadelen zijn van het wetsvoorstel ten aanzien van de rechten en belangen van het slachtoffer.

4.1.1 De voordelen

Het wetsvoorstel heeft verscheidene gevolgen ten aanzien van de positie van het slachtoffer. In deze paragraaf zullen de voordelen worden besproken. Uit het eerste hoofdstuk bleek dat ongeveer de helft van de slachtoffers die gebruik hebben gemaakt van hun spreekrecht de reikwijdte hiervan te beperkt vond.167 Deze groep slachtoffers zou ook graag willen spreken over de feiten en de strafmaat. 168 Voor sommige slachtoffers is de beperking zelfs een reden om af te zien van het spreekrecht.169 Het kan namelijk zo zijn dat slachtoffers zich niet erkend en serieus genomen voelen in de rechtszaal. Het onbeperkte slachtofferspreekrecht maakt een eind aan deze belemmering.

Het wetsvoorstel lijkt tegemoet te komen aan de belangen van het slachtoffer die zijn besproken in paragraaf 1.4., namelijk het herstel en de rechtvaardigheid. Dit is een voordeel voor het slachtoffer. Het wetsvoorstel lijkt voorts een van zijn belangrijkste doelen te behalen, namelijk het herstel van emotionele schade. Uit de Memorie van Toelichting van het spreekrecht uit 2005 blijkt dat het herstel van emotionele schade een van de doelen van het spreekrecht is.170 Indien het slachtoffer vrij is in zijn verklaring en het gevoel heeft echt gehoord te worden, dan kan een verdere uitbreiding van het spreekrecht een bijdrage leveren

167

K. Lens, A. Pemberton & M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict/Prisma Print 2010, p. 78, 99. 168

K. Lens, A. Pemberton & M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict/Prisma Print 2010, p. 78, 99. 169

MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 6. 170

37 aan meer herstel van emotionele schade bij het slachtoffer.171 Door de huidige belemmering op te heffen heeft het slachtoffer ruimere mogelijkheden deel te nemen aan het strafproces en krijgt tevens het gevoel erkend te worden en het gevoel serieus te worden genomen.172 Het gevoel serieus te worden genomen kan voor slachtoffers zelfs belangrijker zijn dan de concrete uitkomst van een strafzaak.173

De uitbreiding van het slachtofferspreekrecht kan vanuit de positie van het slachtoffer bijdragen aan de procedurele rechtvaardigheid, doordat het slachtoffer het gevoel krijgt serieus te worden genomen. Op die manier heeft het slachtoffers immers het gevoel dat hij een wezenlijke bijdrage levert aan het strafproces.174 Uit onderzoek is gebleken dat de gelegenheid tot het vertellen van het eigen verhaal, participatie in het beslissingsproces, een respectvolle behandeling en vertrouwen in de neutraliteit van de rechter grote bijdrage leveren aan het rechtsvaardigheidsgevoel van het slachtoffer.175

Het vorige brengt een ander voordeel voor het slachtoffer met zich mee. Het slachtoffer krijgt een sterkere juridische positie. Hierdoor krijgt het slachtoffer het gevoel dat er echt naar hem wordt geluisterd. Wel moet worden opgemerkt dat een uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat het slachtoffer geen procespartij wordt maar een procesdeelnemer blijft.176 Het is dus niet zo dat het slachtoffer een Nebenkläger wordt zoals in Duitsland.177 Volgens Teeven is de overheid verantwoordelijk voor het strafproces en moet de overheid zorg dragen voor de belangen van slachtoffers in het strafproces. Deze verantwoordelijkheid zou niet moeten worden afgewenteld op slachtoffers.178

Het onbeperkte spreekrecht brengt nog een ander voordeel met zich mee. Het wetsvoorstel maakt een eind aan ongelijke situaties waarin sommige slachtoffers meer mogen

171

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 262.

172

M. Groenhuijsen e.a., Spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: INTERVICT/PrismaPrint: WODC 2010.

173

M. Groenhuijsen e.a., Spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: INTERVICT/PrismaPrint: WODC 2010.

174

M. Meijers en M. de Boer, Een keer is genoeg – verkennend onderzoek naar secundaire vicitimisatie van slachtoffers als getuigen in het strafproces, Utrecht: Marjan Wijers Research & Consultanc: WODC 2010, p. 26.

175

M. Meijers en M. de Boer, Een keer is genoeg – verkennend onderzoek naar secundaire vicitimisatie van slachtoffers als getuigen in het strafproces, Utrecht: Marjan Wijers Research & Consultanc: WODC 2010, p. 26.

176

MvT Wetsvoorstel Onbeperkt spreekrecht, p. 20.

177MvT Wetsvoorstel Onbeperkt spreekrecht, p. 20.

178

Toespraak Teeven op de Europese dag van het slachtoffer, te raadplegen via:

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/toespraken/2014/02/21/toespraak-europese- dag-van-het-slachtoffer.html

38 zeggen dan anderen. Uit het eerste hoofdstuk bleek dat veel rechters rekkelijk waren in het laten spreken van het slachtoffer in de oude situatie. Veel slachtoffers uitten zich in het oude spreekrecht al over de strafmaat, gingen in op de feiten van het misdrijf en verweerden zij zich tegen verklaringen van de verdachte.179 Men zou dus kunnen stellen dat het onbeperkte spreekrecht geen nieuw verschijnsel is maar slechts een codificatie van de praktijk. Desondanks zullen er ook rechters zijn geweest die zich wel strikt hebben gehouden aan de beperking van het spreekrecht. Bij deze rechters konden slachtoffers dus enkel spreken over de gevolgen die het misdrijf bij hen teweeg heeft gebracht. Hierdoor konden sommige slachtoffers dus meer zeggen dan andere slachtoffers. De nieuwe wet maakt een einde aan deze ongelijke situaties. Tevens kan het spreekrecht de kwaliteit van de strafrechtspleging bevorderen doordat het slachtoffer de feiten en de schade duidelijk maakt aan de justitiële autoriteiten.180

4.1.2 De nadelen

In de vorige paragraaf zijn de voordelen voor het slachtoffer besproken. Het wetsvoorstel lijkt de positie van het slachtoffer aanzienlijk te verbeteren. Desondanks brengt het wetsvoorstel ook nadelen met zich mee voor het slachtoffer. Deze nadelen worden in deze paragraaf besproken.

4.1.2.1 Secundaire victimisatie

Het wetsvoorstel neemt de kans op secundaire victimisatie, oftewel het herhaald slachtofferschap niet weg. In paragraaf 1.5.3. is de secundaire victimisatie reeds besproken ten aanzien van het oude spreekrecht. Gebleken is dat er nauwelijks negatieve effecten werden ondervonden ten aanzien van de hertraumatisering bij slachtoffers.181 De kans op secundaire victimisatie ligt echter hoger bij het onbeperkte spreekrecht. De verhoogde kans op secundaire victimisatie kan zich op twee manieren realiseren.

De verhoogde kans op secundaire victimisatie kan optreden door het horen van het slachtoffer als getuige en door verkeerd gewekte verwachtingen bij het slachtoffer.182 Het

179

K. Lens, A. Pemberton & M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict/Prisma Print 2010, p. 89. 180

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 261.

181

K. Lens, A. Pemberton & M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict/Prisma Print 2010.

182

M.S. Groenhuijsen & T. Kooijmans, ‘Probleemoplossing door voortschrijdende wetgeving in het strafrecht?’, DD 2010/25, afl. 4, p. 440.;

39 slachtoffer loopt een groter risico om kritisch ondervraagd te worden. De rechter kan een belastende verklaring namelijk enkel als bewijs aanwenden indien het door de verdediging mogelijk is deze verklaring te betwisten. Hierdoor kan de rechter beslissen om het slachtoffer als getuige te beëdigen voor de volledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.183 Het slachtoffer kon als getuige beëdigd en gehoord worden bij het oude spreekrecht, bijvoorbeeld als hij bij een rekkelijke rechter zijn spreekrecht te buiten ging. Het bleek in de praktijk echter weinig voor te komen dat het slachtoffer als getuige werd gehoord.184 Bij het onbeperkte spreekrecht krijgt het slachtoffer meer ruimte om te spreken en mag hij ook belastend verklaren. Dit maakt dat het slachtoffer ook vaker als getuige zal worden gehoord.

Het horen van het slachtoffer als getuige brengt het risico van secundaire vicitimisatie met zich mee. Daarbij komt dat de periode tussen het delict en het uitvoeren van het spreekrecht gemiddeld anderhalf jaar beslaat zoals besproken in paragraaf 1.5.3. Dit is een zeer lange periode, waardoor de mogelijkheid bestaat dat de verklaring van de slachtoffer ter terechtzitting niet geheel zal overeenkomen met diens eerder gedane aangifte. In een dergelijk geval komt aan de verdachte het recht toe om commentaar te leveren op de verklaring van het slachtoffer en zelfs de juistheid en betrouwbaarheid van diens verklaring in te twijfel te trekken. Het slachtoffer staat tijdens zijn verhoor onder ede. In het meest vergaande geval kan een meineedprocedure tegen het slachtoffer worden gestart, omdat zijn verklaring ter terechtzitting afwijkt van zijn eerder gedane aangifte. De mogelijkheden van de verdediging kunnen een grote impact hebben op het slachtoffer, waardoor de kans op secundaire victimisatie wordt vergroot.

Secundaire victimisatie kan ook optreden door verkeerd gewekte verwachtingen bij het slachtoffer.185 Bij het onbeperkte spreekrecht mag het slachtoffer zich ook uiten over de schuld van de verdachte en de strafmaat. Hierdoor kan het slachtoffer het gevoel krijgen de zaak te kunnen beïnvloeden. De rechter dient echter rekening te houden met meer zaken dan de wens van het slachtoffer. Voorbeelden hiervan zijn het wettelijk strafmaximum, opgelegde straffen in vergelijkbare zaken, de persoon van de dader (zoals bijvoorbeeld spijtbetuigingen en psychische gesteldheid) en de eis van het Openbaar Ministerie. Slachtoffers wensen in de

183

MvT onbeperkt spreekrecht, p. 19. 184

M.S. Groenhuijsen & T. Kooijmans, ‘Probleemoplossing door voortschrijdende wetgeving in het strafrecht?’, DD 2010/25, afl. 4, p. 440.;

Raad voor de Rechtspraak 2013, p. 6. 185

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 260.

40 meeste gevallen een hogere straf dan mogelijk is om op te leggen.186 Als het oordeel van de rechter sterk afwijkt van de wens van het slachtoffer, dan kan dit bij het slachtoffer leiden tot grote teleurstelling en tot secundaire victimisatie. Het slachtoffer kan op deze manier immers het gevoel krijgen niet serieus te worden genomen ondanks de uitbreiding van diens spreekrecht. Voorts is de motiveringsplicht van de rechter die bedoeld was ten aanzien van het adviesrecht niet opgenomen in dit wetsvoorstel (zie paragraaf 3.2.). De rechter is dus niet verplicht inhoudelijk in te gaan op de verklaring van het slachtoffer tenzij hij wordt beëdigd als getuige. Hierdoor kan het slachtoffer ook het gevoel krijgen niet serieus te worden genomen hetgeen weer kan leiden tot secundaire victimisatie.

De schriftelijke slachtofferverklaring zoals beschreven in paragraaf 1.4.3. is een manier om de secundaire victimisatie tegen te gaan. Dit komt doordat het niet noodzakelijk is voor het slachtoffer om te verschijnen ter terechtzitting. Het slachtoffer mag zich ook uiten over de schuld van de verdachte, de strafeis en de bewijsbaarheid. Het slachtoffer is niet meer gehouden zich enkel uit te laten over de gevolgen van het delict. Het kan voor de verdachte in zijn belang zijn om deze belastende verklaring te betwisten. Hierdoor kan het slachtoffer als getuige worden gehoord, terwijl het slachtoffer juist minder kwetsbaar was door niet te hoeven participeren in het proces. In dit geval schiet de schriftelijke slachtofferverklaring zijn doel voorbij omdat door deze verklaring af te leggen hij toch als getuige kan worden gehoord. Hierdoor neemt de kans op secundaire victimisatie toe.

Wel moet worden opgemerkt dat de kans op secundaire victimisatie per slachtoffer erg uiteenloopt en daarbij de kans kan worden verkleind door goede advisering en het geven van inlichtingen voorafgaand aan de zitting.187 Zo moet het slachtoffer worden geïnformeerd over het feit dat zijn verklaring slechts een zeer beperkte invloed heeft op de straftoemeting en dat hij niet verplicht is om een slachtofferverklaring af te leggen. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door de officier van justitie of slachtofferhulp Nederland.

4.1.2.2 Juridisering van het slachtoffer

Het wetsvoorstel zal leiden tot een juridisering van de rol van het slachtoffer. Dit komt doordat de verklaring zoveel mogelijk juridisch zal worden ingekleurd door het slachtoffer in de hoop de rechter te kunnen overtuigen van zijn standpunten. In het oude spreekrecht sprak het slachtoffer in beginsel enkel over de gevolgen van het strafbaar feit. Dit is erg gericht op de gevoelens van het slachtoffer en de problemen die hij ervaart door het delict. Indien het

186

K. Lens, A. Pemberton & M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict/Prisma Print 2010, p. 89. 187

41 slachtoffer in het onbeperkte spreekrecht zich uit over vragen betreffende artikel 350 Sv zal zijn verklaring een veel meer juridisch karakter krijgen. Dit kan ertoe leiden dat het slachtoffer zich, vanwege de juridische aard van het spreekrecht, moet laten vertegenwoordigen door een advocaat.188 Slachtoffers zijn immers leken op het gebied van het strafproces. Hierdoor kan het zijn dat de persoonlijke ervaringen van het slachtoffer niet meer op de voorgrond komen te staan bij de uitvoering van hun spreekrecht. Dit zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor het herstel van emotionele schade.189

4.1.2.3 Geen duidelijke scheidingslijn in verklaringen

Het aanbrengen van onderscheid in de soorten verklaringen die worden afgelegd kan problematisch zijn. Er bestaat geen duidelijke scheidingslijn tussen een verklaring waarin op grond van feiten een mening wordt gegeven die relevant is voor de beantwoording van de vragen van artikelen 348 en 350 Sv en tussen overige meningen die bij het uitoefenen van het spreekrecht worden geuit.190 De rechter zal tegen de achtergrond van het aanwezige materiaal moeten beoordelen of een verzoek tot ondervraging van het slachtoffer moet worden toegewezen.191 Dit zou lastig kunnen zijn voor de rechter. Hierdoor kan het zijn dat een slachtoffer ten onrechte als getuige wordt beëdigd en wordt onderworpen aan het ondervragingsrecht. Als het slachtoffer bijvoorbeeld verklaart dat naar zijn mening de verdachte een hoge straf verdient, dan ligt toewijzing van een verzoek tot ondervraging niet voor de hand. De rechter zou dit echter kunnen zien als een antwoord op een van de vragen van art. 350 Sv. Een duidelijke scheiding in de verklaringen zou dit probleem oplossen. Het probleem kan voorts worden geminimaliseerd middels het aanbieden van extra trainingen aan rechters.

Wel moet worden opgemerkt dat bovenstaande onduidelijkheid ook ten voordele van het slachtoffer kan uitvallen. In die situatie is het als een nadeel voor de verdachte te beschouwen. Hier wordt in paragraaf 4.2.5 op ingegaan.

4.2 Gevolgen ten aanzien van de verdachte

In deze paragraaf worden de gevolgen voor de verdachte bij het invoeren van het onbeperkte spreekrecht besproken. Bij de behandeling wordt de nadruk gelegd op het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in artikel 6 van het EVRM. Tevens dient de rechter het beginsel van

188

Raad voor de Rechtspraak 2013, p. 8. 189

Raad voor de Rechtspraak 2013, p. 8. 190

MvT Wetsvoorstel Onbeperkt spreekrecht, p. 19. 191

42 redelijke en billijke belangenafweging goed in ogenschouw te nemen. Daarom wordt ook de strafoplegging besproken.

4.2.1 Emotionalisering van het proces en de onpartijdigheid van de rechter

Het wetsvoorstel kan leiden tot emotionalisering van het strafproces. Tevens kan het voor de rechter lastig zijn om zijn onpartijdige rol vast te houden en tegelijk een empathische houding jegens het slachtoffer aan te nemen. In paragraaf 1.5.2. bleek dat het oude spreekrecht niet leidde tot extreme emotionalisering van het proces. Indien het slachtoffer meer mag zeggen, dan is de kans groter dat het strafproces geëmotionaliseerd wordt. Dit kan het vertrouwen in de rechtspraak schaden.192 Het kan voor de rechter moeilijk zijn om met deze emoties om te gaan en genoeg aandacht te hebben voor de zaak waar het primair om gaat. Namelijk het oordeel over de schuld van de verdachte.193 Mensen die geconfronteerd worden met heftige emoties kunnen hierdoor zelf ook geëmotioneerd raken, rechters zijn hier niet van uitgesloten.194 Emoties van rechters zijn onvermijdelijk van invloed op hun oordeelsvorming.195 Des te meer het slachtoffer zich uit mag spreken, des te meer beïnvloeding van de rechter plaats zou kunnen vinden. Veel slachtoffers maken dan ook gebruik van hun spreekrecht met als doel de rechter te kunnen beïnvloeden196.

Ten aanzien van de toetsing van de onpartijdigheid van de rechter zijn er twee aspecten van belang, namelijk daadwerkelijke partijdigheid en de schijn van partijdigheid.197 Bij de toets van subjectieve partijdigheid wordt getoetst of de rechter daadwerkelijk partijdig is. Bij de toets van objectieve partijdigheid wordt getoetst of de vrees dat de rechter partijdig is redelijkerwijs is gerechtvaardigd.198Indien het Openbaar Ministerie of de verdediging van

192

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 261.

193

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 261.

194

Kampen e.a., `Het effect van de slachtofferverklaring op straftoemeting: een experimenteel onderzoek onder rechtenstudenten`, TvC 2013, afl. 1, p. 29.

195

M. IJzermans, De rol van rechterlijke emoties bij het oordelen, Den Haag: Sdu Uitgevers 2012, p. 16-37.

196

M.S. Groenhuijsen e.a., Spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: INTERVICT/PrismaPrint: WODC 2010.

197

A.J. Blok en L.Ch. Besier Het Nederlandsche strafproces, Haarlem 1926, deel III, p. 92. 198

Groenhuijsen, M. S., & Knigge, G. (editors) (1999). Het onderzoek ter zitting: Eerste interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001. Groningen: Drukkerij Rijksuniversiteit Groningen, p. 149

43 mening zijn dat de rechter partijdig is of de schijn van partijdigheid is gewekt, dan kunnen zij een wrakingsverzoek indienen.199 Het slachtoffer kan geen verzoek doen tot wraking.

Van de wrakings- en verschoningsprocedure wordt relatief weinig gebruik gemaakt doordat rechters professioneel genoeg om de schijn van partijdigheid te voorkomen.200 Indien er toch problemen ontstaan, dan worden deze meestal op informele wijze opgelost en onttrekt de rechter zich aan de behandeling van de zaak. In de zittingsplanning wordt van te voren al rekening gehouden met een aantal voorspelbare bezwaren. Er wordt rekening gehouden met beïnvloeding van rechters met het oog op een bepaalde zaak.201 Toch is niet alles te voorkomen omdat niet alles voorspelbaar is.

Het onbeperkte spreekrecht zou vaker kunnen leiden tot een schijn van partijdigheid bij de rechter. Vooral omdat de rechter grenzen moet stellen die niet staan aangegeven in de wet, bijvoorbeeld aan de verklaring van het slachtoffer of het ondervragingsrecht van de verdachte. Het is niet duidelijk hoever slachtoffers en verdachten mogen gaan bij uitvoering van deze rechten. Als de rechter hier geen grenzen aan stelt, dan kan dit bij de tegenpartij partijdig overkomen. Ook als de rechter juist te strenge grenzen stelt kan dit de schijn van partijdigheid opwekken. Bij het oude spreekrecht was er wel een reikwijdte gesteld ten opzichte van de verklaring van het slachtoffer. Het nieuwe spreekrecht kent geen beperking.

Het kan voor de rechter lastig zijn het slachtoffer te vertellen dat hij zijn emotionele verklaring dient te beperken of af te ronden. Toch wordt dit in concrete gevallen aan de rechter overgelaten.202 Hiervoor zijn wellicht nog enkele trainingen nodig voor rechters. Andersom zou de verdachte bij de uitoefening van zijn ondervragingsrecht het slachtoffer kunnen kwetsen.203 Echter zullen bovenstaande problemen in de meeste gevallen niet leiden tot schendingen van artikel 6 EVRM vanwege de professionele houding van rechters. Dit verschilt wel per geval en zal afhangen van de afzonderlijke rechter.