• No results found

Hoofdstuk 10. Analyse focusgroep

11. Conclusies en aanbevelingen

11.2. De conclusies

Uit de data-analyse van de onderzoeksmethoden en de literatuurstudie is naar voren gekomen dat het gevoel van eenzaamheid invloed heeft op de veerkracht van ouderen. Het gevoel van eenzaamheid en kwetsbaarheid is niet statisch en zal per individu en situatie anders ervaren

beïnvloeden het gevoel van kwetsbaarheid en eenzaamheid. Het effect is dat eenzame

kwetsbare ouderen nauwelijks kunnen meekomen in de samenleving. Het opbouwen van een netwerk en het actief deelnemen aan de samenleving lijkt voor eenzame kwetsbare ouderen zonder de professionele ondersteuning ondoenlijk te zijn. Het effect is een toename in zorg mijdend gedrag en problemen die in heftigheid oplopen. Wederkerigheid kan bijdragen aan de waardering die groepen onderling hebben. Voor ouderen is dit buiten de eigen familie om vaak problematisch. Als ouderen meer hulp ontvangen als kunnen geven dan kan er een gevoel van schuld en schaamte ontstaan en draagt dit bij aan negatieve gevoelens. Ouderen zijn vaak afhankelijk van zorg en steun van anderen en kunnen zelf minder bieden. De samenleving en de verzorgingsstaat is veranderd en dit heeft een direct effect op de oudere die is opgegroeid in een ander tijdperk.

De zorg mijdende eenzame kwetsbare ouderen laten niet zomaar een sociaal werker binnen. Het contact moet langzaamaan worden opgebouwd. Het gevoel van wederzijds vertrouwen staat centraal in het contact. Onbevooroordeeld luisteren, oprechtheid in het contact en ongedwongen begeleiding bieden vormt de basis voor ouderen om het contact met de sociaal werker aan te gaan. Het bespreken van het gevoel van eenzaamheid en kwetsbaarheid is lastig en zal vaak pas besproken worden als er sprake is van wederzijds vertrouwen en een goed contact. Ouderen ervaren de technologische vooruitgang en de veranderende complexe samenleving als negatief en hebben dikwijls het gevoel er niet bij te horen. Er bestaat wantrouwen naar het politieke systeem en ouderen ervaren dat ze een ondergewaardeerde status hebben gekregen.

De sociaal werkers geven aan dat ze weten op welke signalen en factoren ze moeten letten bij eenzame kwetsbare ouderen. In de begeleiding is er sprake van impliciete kennis en

methodische kennis. Het achter de voordeur beleid, de presentiemethode en empowerment worden toegepast in de begeleiding. Het verschilt per sociaal werker hoe ze hier vorm aan geven. De sociaal werkers geven aan dat ze van de instelling meer steun en tijd moeten krijgen om zich verder te verdiepen in de methodes. Het ontbreekt bij het Leger des Heils aan een borgingssysteem om de kennis te behouden. De sociaal werkers geven aan dat de

beleidsmakers en de managers meer moeten vertrouwen op de professionaliteit die bij hun aanwezig is. Er moet minder gecontroleerd worden en meer worden vrijgelaten aan de expertise van de sociaal werkers. De sociaal werkers geven aan voldoende ervaring in huis te hebben. De sociaal werkers zetten soms bewust hun professionele ongehoorzaamheid in om

voelen zich niet gesteund bij het huidige beleid en de visie van het management. Het werk dat de sociaal werkers uitvoeren is een professie en geen ambacht. De sociaal werkers geven aan dat het management zich moet richten op het verkrijgen van een passende aanbesteding en de samenwerking met de gemeente. De sociaal werkers van Grijs Genoeg(en) adviseren het Leger des Heils om een aparte aanbesteding aan te vragen voor de specialistische

ouderenzorg die nu wordt geboden.

De wijkteammedewerkers bespreken het gevoel van eenzaamheid niet. Kwetsbaarheid wordt gesignaleerd en besproken. Doorverwijzen naar Grijs Genoeg(en) wordt alleen gedaan als de desbetreffende wijkteammedewerker bekend is met Grijs Genoeg(en). De onderlinge

bekendheid komt door de huidige samenwerking en door de vertelsessies georganiseerd door de gemeente. Het sociale wijkteam heeft nu in onvoldoende mate inzichtelijk wie er achter de voordeur zit en welke problemen er daadwerkelijk spelen. Aanmelden bij het wijkteam moet je zelfstandig doen. De wijkteammedewerkers proberen de aanmeldingen eerst zelfstandig op te pakken met behulp van hun eigen kennis en expertise. Als dit niet afdoende blijkt dan wordt er een specialistische organisatie ingeschakeld. Voor de ingewikkelde gevallen heeft het wijkteam onvoldoende tijd en middelen beschikbaar om voor langere tijd de begeleiding aan te bieden. De wijkteammedewerker geeft aan dat de samenwerking tussen de organisaties moet worden geïntensifieerd. Door gebiedsgericht onderling samen te gaan werken hoopt de wijkteammedewerker dat de problemen bij eenzame kwetsbare ouderen kunnen worden aangepakt. De samenleving en het actief burgerschap met de inzet van vrijwilligers wordt als oplossingsrichting aangeboden.

De ouderen en de professionals geven in hun toekomstdroom aan dat de ouderen ertoe doen. De samenleving moet zich verantwoordelijk voelen voor de ouderen. Er moet voldoende tijd en geld beschikbaar zijn om de specialistische ouderenbegeleiding in te kunnen blijven zetten.

11.3. Aanbeveling 1 De beleidsmakers en betrokken professionals moeten de ideologie van de maakbare samenleving nuanceren.

Volgens Baart en Carbo (2014) creëren eenzijdige paradigma’s zoals actief ouder worden en actief burgerschap een ideaal beeld waarin er sprake is van een maakbaarheidsgeloof waarbij leed en gebreken kunnen worden opgelost. Dit ideaalbeeld sluit de eenzame kwetsbare

worden om actief deel te nemen aan de samenleving. Sinds de invoering van de Wet

Maatschappelijke Ondersteuning heeft de lokale overheid de opdracht gekregen om mensen doormiddel van participatie en zelfredzaamheid deel te laten nemen aan de samenleving. Het sociale wijkteam vertegenwoordigd, controleert en voert dit beleid uit. De eigen kracht en empowerment worden te pas en onpas ingezet en als de enige oplossing gezien. Eenzame kwetsbare ouderen zijn nu de dupe van dit systeem. Professionals worden gedwongen om te eenzijdig te gaan werken en gaan voorbij aan de werkelijkheid van de ouderen. Dit doet afbreuk aan het contact en veroorzaakt frustraties. Zorg mijdend gedrag wordt hierdoor in de hand gewerkt. In de data-analyse geven ouderen aan dat er sprake moet zijn van een

ongehaast contact dat gebaseerd is op vertrouwen. Het maakbaarheidsgeloof moet genuanceerd worden als je als samenleving de eenzame kwetsbare ouderen een plek wil blijven geven. Baart en Carbo (2014) geven aan dat je doelen en waarden niet hoeft op te geven. De inzet van vrijwilligers, actief burgerschap en mensen aanspreken op hun eigen kracht en zelfredzaamheid is voor een grote groep mensen in de samenleving mogelijk. Door als systeemwereld meer aan te sluiten op de leefwereld en de aanwezige mogelijkheden van eenzame kwetsbare ouderen hoeven de waarden en idealen niet worden opgegeven.

Afstemmen op de mogelijkheden en met geduld stap voor stap het contact aangaan zorgt ervoor dat de doelstellingen gehaald kunnen worden. Het is taak aan de sociaal werkers om de ouderen te blijven opzoeken in hun sociaal isolement en met doorzettingsvermogen het contact aan te gaan. Als er sprake is van een daadwerkelijk getoonde interesse is de kans om aan te sluiten groter. De systeemwereld is gericht op kortdurende zorg dat steeds minder mag kosten. De vraag is of dit aansluit bij de huidige leefwereld van eenzame kwetsbare ouderen en of dit op de langere termijn daadwerkelijk goedkoper is. Ouderen komen nu steeds terug en de problematiek verergerd. De professionals moeten relationeel blijven werken om echte veranderingen teweeg te kunnen brengen. De inzet van professionele ongehoorzaamheid kan eraan bijdragen om mistanden in de samenleving en in het werk aan te tonen.