• No results found

Ondanks de kinderopvangtoeslag, vinden ouders de kinderopvang duur.135 De geïnterviewde ouders vinden het toeslagenstelsel bovendien ingewikkeld en niet voldoende transparant. Ou-ders hebben problemen met het aanvragen van de toeslag, vinden het onduidelijk hoe de toeslag wordt berekend en welke maximale tarieven de overheid hanteert en ervaren het toe-slagenstelsel als omslachtig. Deze administratieve barrières komen ook terug in onderzoek van het SCP.136 Bovendien vinden ouders het problematisch dat het recht op kinderopvang-toeslag alleen geldt als beide ouders werken.

134 Roeters & Bucx (2018: p. 136).

135 Idem: p. 81, p. 139.

136 Idem: p. 82.

71 Hoge kosten. De geïnterviewde ouders vinden de kinderopvang duur, ook als zij kinderopvang-toeslag ontvangen. Vanwege onder andere de hoge kosten van de kinderopvang kiezen ou-ders voor een combinatie van formele en informele kinderopvang. Evelien: “Wij houden door de hoge kinderopvangkosten maar weinig over om te sparen. Dan is het wel fijn als opa en oma ook een dagje kunnen oppassen.” De kinderopvangkosten beïnvloeden soms ook keuzen op het gebied van werk. Marije: “Een BSO-dag is goedkoper dan een dag dagopvang. Dat speelt een rol in mijn beslissing om nog even te wachten met mijn volgende carrièrestap waar-bij ik meer zou moeten gaan werken tot beide kinderen op de basisschool zitten.”

Ouders met een laag inkomen zijn iets positiever over de betaalbaarheid. Dat is te verklaren doordat deze ouders meer kinderopvangtoeslag ontvangen. Ouders die geen gebruik maken van kinderopvang, zijn nog negatiever over de betaalbaarheid. Uit onderzoek van Ouders &

Onderwijs blijkt dat ruim de helft van de ouders vindt dat kinderen twee dagen of meer gratis naar de kinderopvang zouden moeten kunnen gaan.137

Complex. Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag vinden veel ouders ingewikkeld. Marije:

“Er worden moeilijke vraagstellingen gebruikt.” Met name bij ouders van kwetsbare gezinnen is deze complexiteit een probleem. 138 Zahra, die uit Syrië komt en ook veel andere ouders met een migratieachtergrond kent, vertelt: “Ik weet dat veel ouders problemen hebben met het aanvragen van kinderopvangtoeslag. Het is al ingewikkeld, maar als je de taal niet zo goed spreekt, is het nog moeilijker om alles te begrijpen.” Geen van de ouders kreeg hulp aangebo-den bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag van bijvoorbeeld de gemeente of de kin-deropvangorganisatie.

Daarnaast weten de ouders niet hoe de kinderopvangtoeslag berekend wordt. Marije: “Ik mis een schema waaruit duidelijk wordt op basis van welke factoren de toeslag is berekend. Ook zou het helpen als er een rekentool zou zijn waarmee je de kinderopvangtoeslag kan berekenen door verschillende variabelen in te vullen. Dan zou je kunnen zien hoe de kinderopvangtoeslag verandert als je een tweede kind krijgt, als je inkomen verandert of als je je kind een extra dag naar de opvang brengt. Inzicht hierin kan het maken van bepaalde keuzen, zoals meer of min-der gaan werken, makkelijker maken. Nu is het voor mij steeds een verrassing wat er met de kinderopvangtoeslag gebeurt als er iets verandert.”

Verder leidt het maximale uurtarief dat de overheid hanteert tot onduidelijkheid. Evelien: “Wij moeten een ander uurtarief aan de belasting doorgeven dan het tarief dat we aan de kinder-opvang betalen. Ik ben er pas achter gekomen dat de overheid een maximum uurtarief han-teert waar sommige kinderopvangorganisaties boven gaan zitten. Voor ouders is dat heel ver-warrend. Waarom kan niet elke kinderopvang hetzelfde tarief aanhouden?” Bovendien vinden ouders het omslachtig dat zij eerst het volledige bedrag aan de kinderopvang moeten betalen, en pas later in de maand de toeslag van de belastingdienst krijgen. Evelien: “Het zou fijner zijn als dit al achter de schermen wordt berekend, en je dus direct alleen het deel betaalt dat je niet van de belastingdienst terugkrijgt.”

Ook de terugvorderingen worden als een vervelende omslachtigheid ervaren. Marije: “Omdat onze salarissen door de inflatie elk jaar omhooggaan, klopt ons werkelijke salaris niet met het

137 Ouders & Onderwijs (2020: p. 8)

138 Roeters & Bucx (2018: p. 134)

72 salaris dat we aan het begin van het jaar hebben opgegeven. In juni zorgt dit altijd voor een stressmoment. Dan krijgen we een brief dat we geld moeten terugbetalen omdat we meer kinderopvangtoeslag hebben gekregen dan waar we recht op hadden. De belastingdienst weet precies wat ons inkomen is, waarom kan dit niet automatisch worden meegenomen in het toekennen van de kinderopvangtoeslag?”

Geen werk, geen kinderopvangtoeslag. Verschillende ouders ondervonden hoe lastig het is dat er alleen een recht op kinderopvangtoeslag is als beide ouders werken. Marije: “Een paar jaar geleden raakte mijn man zijn baan kwijt. Omdat de kinderopvangtoeslag stopte, haalden we onze dochter, die toen zes maanden oud was, van de kinderopvang. Het was voor mijn man pittig om opeens de hele week met een baby thuis te zitten. Bovendien kwam hij nauwelijks toe aan solliciteren.” Toen haar man weer een baan vond, was het probleem niet meteen opgelost: “Mijn man kon de volgende maand aan de slag, maar er was nog geen plekje op de kinderopvang voor onze dochter.” Bovendien kon hun dochter na een jaar thuis maar moeilijk wennen op de opvang. Marije: “Ik bracht haar met een schuldgevoel weg.”

Twee andere ouders krijgen op dit moment geen kinderopvangtoeslag omdat hun partner niet in staat is te werken. Karin: “Mijn man kan door zijn autisme niet werken. We krijgen dus geen kinderopvangtoeslag.” Maar kinderopvang is wel nodig. Het is een te grote belasting voor de man van Karin om op alle momenten waarop Karin werkt voor de kinderen te zorgen. Daarom is een sociaal medische indicatie (SMI) gegeven.139 De SMI is voor een jaar afgegeven en is een tijdelijke regeling. Karin: “Daar maak ik me wel eens zorgen over. Als het wegvalt, hebben we een groot probleem. Dan redden we het niet.” Bovendien is de tegemoetkoming volgens Karin niet voldoende: “In crisissituaties of tijdens schoolvakanties is er extra opvang nodig. Dan red-den we het niet met de huidige tegemoetkoming.”

Ook Johan heeft geen recht op kinderopvangtoeslag: “Toen mijn vrouw ernstige psychische problemen kreeg, was zij niet meer in staat om te werken en voor de kinderen te zorgen.

Daarom stopte de kinderopvangtoeslag. Ik betaal nu alles zelf: een flinke kostenpost. Voor een SMI komen we volgens de gemeente niet in aanmerking, maar ik ben het niet eens met die beslissing. Het zou goed zijn als een onafhankelijke partij beoordeelt wanneer een gezin hier recht op heeft. Eigenlijk net zoals de jeugdarts dit doet bij een VVE-indicatie.”

Onderzoekers spreken over een gemiste kans als het gaat om ouders die geen recht hebben op de toeslag omdat zijzelf en/of hun partner niet werken. Veel van deze gezinnen bevinden zich namelijk in een kwetsbare situatie en zouden juist veel profijt kunnen hebben van kinder-opvang. Ontwikkelingsachterstanden zouden hiermee kunnen worden bestreden. Bovendien zou het voor ouders een prikkel kunnen zijn om werk te zoeken als hun kind een deel van de week naar betaalbare opvang gaat en zij daarom meer tijd hebben om zich op werk te oriën-teren.140

139 Deze regeling biedt een financiële tegemoetkoming voor kinderopvangkosten, bedoeld om ouders te ontlasten die om sociale en/of medische redenen niet in staat zijn voor hun kinderen te zorgen en niet in aanmerking komen voor kinderop-vangtoeslag. Bron: https://vng.nl/publicaties/sociaal-medische-indicatie

140 Roeters & Bucx (2018: p. 22)

73