• No results found

De belangrijkste toezichthouders

In document De praktijk van derdenrekeningen (pagina 71-74)

5 Financieel toezicht op derdenrekeningen

5.2 De belangrijkste toezichthouders

5.2.1 Notariaat en gerechtsdeurwaarders

Drie instanties zijn het meest direct belast met het toezicht op de nota-riële dienstverlening: de Kamers van Toezicht (KvT), het BFT en de Ko-ninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De voorzitter van elk van de negentien Kamers is belast met het generieke toezicht op de notaris-sen en de kandidaat-notarisnotaris-sen. De tuchtrechtspraak in hoger beroep wordt uitgeoefend door het Gerechtshof te Amsterdam. Het BFT houdt toezicht op de soliditeit van de notariële en gerechtsdeurwaardersprak-tijken. De KNB is onder de nieuwe wet een publiekrechtelijk lichaam met verordenende bevoegdheid. De KNB kan bindende richtlijnen geven ter waarborging van een goede beroepsuitoefening, de vakbekwaam-heid, de financiële administratie (administratieverordening) en andere onderwerpen die voor (de handhaving van) een goede praktijkvoering

Drie directe en vier indirecte toezichthouders in het notariaat

van belang zijn. Daarnaast hebben de minister van Justitie, de Inspectie der registratie en successie, de Ringvoorzitter en de Nationale ombuds-man een toezichthoudende rol.

Volgens de Werkgroep toezicht notariaat uit 1999 is het systeem van toezicht en kwaliteitsbewaking van het notariaat verbrokkeld. Er zijn volgens de Werkgroep toezicht notariaat acht instanties met het toe-zicht belast en iedere instantie heeft een specifieke verantwoordelijk-heid, terwijl er geen systeem van informatie-uitwisseling is en een cen-traal informatiepunt ontbreekt. Afgezien van de incidentele informatie-stromen van KNB en BFT naar de Kamers is er geen wettelijke basis voor de (regelmatige) informatie-uitwisseling tussen de toezichthouden-de instanties. Vanwege toezichthouden-de negentien onafhankelijke Kamers van Toe-zicht is er geen uniforme afhandeling van klachten door derden (inclu-sief de klachten van het BFT), geen geüniformeerd informatiesysteem en het risico van divergentie in jurisprudentie is groot. Recentelijk heeft de Commissie-Hammerstein geadviseerd om het toezicht en tuchtrecht van elkaar te scheiden en om de onderzoeksmogelijkheden van het BFT te verbeteren.18

De Kamers van Toezicht oefenen op arrondissementsniveau zowel een toezichthoudende als een tuchtrechtelijke functie uit. De Kamer behan-delt ingediende klachten, maar kan ook zelf een onderzoek instellen. De voorzitter van een Kamer kan een in opspraak geraakte (kandidaat-) notaris oproepen om uitleg te geven en kan zowel gegevens van het kantoor als van de privé-situatie van de beroepsbeoefenaar opvragen. De voorzitter kan het BFT een onderzoek laten uitvoeren. Verder is de voorzitter verplicht tot het instellen van een onderzoek als het bestuur van de KNB of het BFT hem daartoe verzoekt. Zo kan het BFT een tuchtrechtelijke procedure via een klacht entameren. Sinds 1999 is het BFT een zelfstandig bestuursorgaan en niet langer zoals zijn voorganger (het Centraal Bureau van Bijstand) een ondergeschikt uitvoeringsorgaan van de Kamers van Toezicht.

De gerechtsdeurwaarders staan onder financieel toezicht van het BFT. Voor de gerechtsdeurwaarders is er één tuchtrechter, te weten de Ka-mer voor Gerechtsdeurwaarders (KvG). De tuchtrechtspraak in hoger beroep wordt uitgeoefend door het gerechtshof te Amsterdam. Bij de gerechtsdeurwaarders is dus sprake van een geconcentreerd toezichts-regime, terwijl het notariaat meerdere toezichthoudende locaties kent. Er zijn bij deurwaarders minder preventieve handhavingsmogelijkheden dan bij notarissen. Omdat de KvG niet regelmatig bijeenkomt, zijn de procedures bij deurwaarders trager dan bij notarissen.

18 Werkgroep toezicht notariaat, Toezicht notariaat, Ministerie van Justitie en KNB, 1999; Commissie Evaluatie Wet op het Notarisambt; Het beste van twee werelden, s.l., 2005.

Verbrokkeld toezicht, geen centraal systeem van informatieuitwisseling

Kamers van Toezicht: toezicht en tuchtrecht

Gerechtdeurwaarders: één financiële toezichthouder en één tuchtrechter

5.2.2 Advocatuur

Het beheer van derdengelden is in de advocatuur op een andere wijze geregeld dan bij de notarissen en gerechtsdeurwaarders. De advocaten moeten gebruik maken van een Stichting Derdengelden voor de ont-vangst en betaling van derdengelden. Omdat deze stichting een aparte rechtspersoon is, blijven de middelen buiten het eventuele faillissement van een advocaat of advocatenkantoor. De verplichting om gebruik te maken van een Stichting Derdengelden is geregeld in de Boekhoudver-ordening van de Nederlandse Orde van Advocaten. Voor de regeling in de advocatuur was geen wettelijke regeling nodig zoals voor de notaris-sen en gerechtsdeurwaarders wel het geval was.

De controle op de naleving van de Boekhoudverordening berust bij de plaatselijke deken en bij de Raad van Toezicht van het arrondissement waar de advocaat staat ingeschreven. De deken staat daartoe een (be-perkt) arsenaal aan middelen ter beschikking. Allereerst is de advocaat verplicht om schriftelijk te verklaren dat hij aan alle verplichtingen aan-gaande de Boekhoudverordening en de Stichting Derdengelden heeft voldaan. Hij kan daarvoor het model Eigen Verklaring van de Neder-landse Orde van Advocaten gebruiken of hij kan mededelen dat hij ac-countant X opdracht heeft gegeven om zijn jaarrekeningen en de jaar-rekeningen van de Stichting Derdengelden op te stellen, te controleren en te beoordelen. Hiervoor kan een modelrapport van de Orde gebruikt worden. Verder is de advocaat verplicht om aan de deken19 de gewenste inlichtingen te verschaffen over de door hem gevoerde administratie, de hem ter beschikking staande of door hem bestuurde Stichting Derden-gelden en de financiële situatie van zijn praktijk, met inbegrip van de liquiditeit en de solvabiliteit daarvan. Wanneer de deken van oordeel is dat ten aanzien van die onderwerpen een nader onderzoek noodzakelijk is, gaat hij daartoe over. Daarvoor kan hij na overleg met de advocaat een accountant aanwijzen. De advocaat is verplicht aan een dergelijk onderzoek zijn medewerking te verlenen.

De deken controleert de naleving van de Boekhoudverordening en de regels aangaande de Stichting Derdengelden. Omissies tracht de deken in overleg met de advocaat op te lossen. Mocht dat niet lukken, dan stuurt de deken een klacht naar één van de vijf Raden van Discipline. Hoger beroep voor de advocaat is mogelijk bij het Hof van Discipline te 's-Hertogenbosch.

De Nederlandse Orde van Advocaten heeft een coördinerende en super-visierol. Zij beheert de gegevens die de advocaten moeten inleveren op

19 De secretaris van de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten kan namens de deken optreden.

Financiële toezicht in de advocatuur: Orde, deken en Raad van Toezicht

Centrale rol voor deken in het financiële toezicht

Orde coördineert en oefent het financiële toezicht uit

basis van de Boekhoudverordening. In dit kader is de balans van elke Stichting Derdengelden per 31 december van het jaar bekend.20

5.3 De aard van het toezicht van de belangrijkste

In document De praktijk van derdenrekeningen (pagina 71-74)