• No results found

4. Het dateren van de sporen

4.6 Dateringen van de sporen van erf D

Huisplattegrond 30

Dit is een huis van het type Odoorn C’ en wordt gedateerd in de 9e eeuw. Op basis van het aardewerk is geen datering mogelijk omdat er geen randscherven zijn gevonden in de paalgaten van dit huis.

Huisplattegrond 31

Type Gasselte B wordt gedateerd tussen 1000 en 1400. In de paalgaten van dit huis is maar één te dateren scherf gevonden. Dit is een scherf pingsdorfaardewerk die wordt gedateerd tussen 900 en 1225. De mogelijke einddatering van dit huis kan daarom iets vervroegd worden.

Huisplattegrond 32

In de paalgaten van dit huis zijn veel scherven aangetroffen. Dit duidt op een niet-aardvaste stijl waardoor het aannemelijk is dat de scherven uit de paalgaten voor de bouw van het huis in de paalgaten terecht zijn gekomen. Van de in totaal 81 scherven waren vier scherven nader te dateren. De overige scherven waren voornamelijk wandscherven van kogelpotaardewerk. De huisplattegronden van huis 31 en 32 overlappen elkaar en huis 32 hoort net als huis 31 tot het type Gasselte B met een datering tussen 1000 en 1400. Eén scherf is vroeger dan deze datering; kogelpot type E die tot het jaar 1000 in gebruik kan zijn gebleven. De andere bruikbare scherven voor de datering zijn van type G, een type dat vanaf het jaar 1000 voorkwam. Daarnaast is er nog een pingsdorfscherf gevonden in de paalgaten. Op basis van het kogelpotaardewerk kan geconcludeerd worden dat dit huis waarschijnlijk rond het jaar 1000 gebouwd. De aanwezigheid van de pingsdorfscherf spreekt dit niet tegen.

Huisplattegrond 37

In de paalgaten van dit huis van type Odoorn C’ is geen aardewerk aangetroffen en deze kan dus niet op basis van aardewerk gedateerd worden.

Huisplattegrond 38

Ook dit huis is van het type Odoorn C’ is gebouwd met een aardvaste stijl, want er is weinig aardewerk gevonden in de paalgaten. Twee scherven konden op soort gedateerd worden, namelijk pingsdorf en Hessens-Schortens. Deze dateringen komen niet overeen, aangezien Hessens-Schortens tot 800 voorkomt en pingsdorf vanaf 900. Gezien de aardvaste stijl en de typologie van het huis is de meest voor de hand liggende verklaring dat het

Hessens-Schortensaardewerk voor de bouw van het huis in een paalgat terecht is gekomen en de pingsdorfscherf na afbraak. Een vermoedelijke datering op basis van het aardewerk is 800-900. Dit komt overeen met de typologie.

Huisplattegronden 41, 42 en 44

Deze huizen konden wegens het ontbreken van gedateerde scherven in de paalgaten niet gedateerd worden.

Schuur 35

Deze schuur bevindt zich naast de plattegronden van huizen 31 en 32 (Gasselte B) en is een kleine schuur. Van de twee scherven uit de paalgaten kon één scherf gedateerd tussen 775 en 1000 (type C). Daarmee is dit één van de weinige schuren waarbij enige indicatie mogelijk is over de ouderdom. Op basis van typologie is niets over de ouderdom van deze schuur te zeggen, maar door de ligging op het erf en pal naast de huizen 31 en 32 is het aannemelijk dat de schuur bij één van deze huizen heeft gehoord. Op basis van de vroege datering van het aardewerk zou dit huis komt huis 31 hiervoor in aanmerking, aangezien dit de voorloper is van huis 32 en dus de oudste van de twee.

Schuur 43

Dit is een eenbeukige, middelgrote schuur met gebogen wanden. Dit type schuur kwam vermoedelijk voor ten tijde van huizen van type Gasselte B (Waterbolk, 2009). In de

paalgaten van deze schuur is één kogelpotscherf aangetroffen: type E met een datering tussen 800 en 1000. Deze schuur zou dus ouder kunnen zijn dan de huizen van het type Gasselte B. Door de datering op basis van aardewerk in combinatie met de ligging op het erf, naast huis 44 van type Gasselte A subtype Pesse, ligt een vroegere datering van deze schuur meer voor de hand.

Spieker 5

In de paalgaten van deze spieker zijn zes scherven gevonden waarvan één toe te kennen was aan kogelpot type F. Deze spieker moet daarom geplaatst worden tussen 800 en 1100. De sporen van deze spieker overlappen de sporen van schuur 43 en spiekers S6 en S7, dus kunnen deze gebouwen niet gelijktijdig bestaan hebben. Het is op grond van dit aardewerk echter niet mogelijk om uit te sluiten welk gebouw vroeger was. Spiekers S5, S6 en S7 volgen elkaar op, maar S6 en S7 konden niet op basis van aardewerk gedateerd worden. Er wordt meestal vanuit gegaan dat spiekers in de vroege middeleeuwen voorkwamen.

Spieker 9

In een paalgat van S9 zijn drie wandscherven van kogelpotaardewerk en één scherf Hessens-Schortens aangetroffen. Hessens-Hessens-Schortens heeft een datering tussen 500-800, dus

waarschijnlijk is dit een spieker uit de beginfase van de nederzetting. Dit is goed mogelijk gezien het vermoeden dat spiekers voornamelijk in de vroege middeleeuwen voorkwamen.

Waterput 7

Waterput 7 is een plankenput waarin veel scherven zijn gevonden. De waterput bevindt zich binnen de plattegrond van huis 44 (Gasselte A subtype Pesse) dat op basis van de typologie in de 10e eeuw geplaatst wordt. De waterput kan dus niet gelijktijdig met huis 44 hebben

bestaan. De ronde vlek van de waterput zelf bevond zich binnen een grotere onregelmatige kuil. Naast scherven is er ook een stukje leer gevonden in de put. Het diepste gemeten punt van de put is -282 cm.

De dateerbare scherven uit de waterput zijn zeer divers. De enige types

kogelpotaardewerk die niet in de put zijn aangetroffen zijn de vroege types A en B. Van groep G zijn de meeste scherven gevonden in de waterput. Daarnaast zijn er pingsdorfscherven aangetroffen. Er is geen verschil in de ouderdom van de scherven die bovenin de put en de scherven die onderin de put zijn gevonden. Dit wijst erop dat de put na gebruik is

dichtgegooid met nederzettingsafval uit verschillende periodes.

Vanwege het ontbreken van het hele vroege kogelpot en het feit dat de waterput niet gelijktijdig met huis 44 bestaan kan hebben kan geconcludeerd worden dat de waterput in ieder geval na de afbraak van huis 44 is gebouwd. Het jongste kogelpotaardewerk uit de put is van het type H dat voor het eerst voorkomt rond 1100 en tot ongeveer 1400 in gebruik blijft. Waterput 7 zal naar alle waarschijnlijkheid tussen 1100 en 1400 dichtgegooid zijn.

Waterput 8

Waterput 8 is een boomstamput die vermoedelijk uit twee halve boomstammen heeft bestaan. De put had een doorsnede van bijna 4 m en het diepste punt was -285 cm. De put doorsnijdt de wand van huis 42 (Gasselte A subtype Gasselte) die gedateerd wordt in de 10e eeuw. De put kan daarom niet gelijktijdig met huis 42 bestaan hebben. Van het aardewerk dat in de waterput is gevonden konden vier scherven gedateerd worden. Dit zijn de kogelpottypes B, F, G en een pingsdorfscherf. Net als bij waterput 7 zijn oudere en jongere scherven bij elkaar in de put gevonden, en is er geen verschil op te merken in de ouderdom van de scherven die bovenin of onderin de put zijn gevonden. Op basis van het aardewerk kan geconcludeerd worden dat de put hoogstwaarschijnlijk is dichtgegooid tussen 1000 en 1300.

Tabel 9. Overzicht van de dateringen van de sporen van erf D

Spoor Datering typologie Datering aardewerk

Huisplattegrond 30 800-900 niet mogelijk

Huisplattegrond 31 1000-1400 900-1225

Huisplattegrond 32 1000-1400 bouw omstreeks 1000

Huisplattegrond 37 800-900 niet mogelijk

Huisplattegrond 38 800-900 800-900

Huisplattegrond 44 900-1000 niet mogelijk

Schuur 35 middeleeuwen 775-1000

Schuur 43 1000-1400 800-1000

Spieker 5 waarschijnlijk vroege

middeleeuwen

800-1100

Spieker 9 waarschijnlijk vroege

middeleeuwen

500-800

Waterput 7 middeleeuwen dichtgegooid tussen 1100-1400

Waterput 8 middeleeuwen dichtgegooid tussen 1000-1300