• No results found

5. Presentatie van de data

5.2 Data nulalternatief

In paragraaf 3.3 is uitgelegd dat voor een serieus nulalternatief uitgegaan dient te worden van een zelfde aantal woningen, met dezelfde oppervlakten. Het exploitatiegebied zal als gevolg daarvan dezelfde omvang behouden: indien de oppervlakte uitgeefbaar niet verandert, zal de verharding in het exploitatiegebied ook niet hoeven te veranderen. Als nulalternatief is derhalve gekozen voor het exploitatiegebied van Meerstad met een reguliere hoeveelheid groen en blauw. In deze paragraaf zal worden bepaald hoe groot deze exacte hoeveelheden zijn. Om te komen tot een realistische hoeveelheid groen en blauw is gekeken naar het ruimtegebruik in recente nieuwbouwwijken van de

stad Groningen. Voor een zeventiental nieuwe wijken zijn de kerngetallen met betrekking tot het ruimtegebruik op een rij gezet (november 2005).19 De totale cijfers zijn weergegeven in tabel 5.5.

TABEL 5.5: KERNGETALLEN RUIMTEGEBRUIK NIEUWBOUW GRONINGEN IN VERGELIJKING TOT MEERSTAD. Ruimtegebruik Vierkante meters Percentage Percentage exploitatiegebied

Meerstad Percentages deelgebieden 1t/m 11 Meerstad Uitgeefbaar 1.787.498 54,7% 74,3% 43,0% Verharding 578.971 17,7% 15,3% 13,0% Groen 568.437 17,4% 6,9% 30,6% Water 332.840 10,2% 3,5% 13,4% Totaal 3.268.25220 100% 100% 100%

Bron: Gemeente Groningen, dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken, afd. Vastgoedontwikkeling, tabel 5.3.

Het totaal aantal hectare aan nieuwbouw dat is gebouwd bedraagt 326,8 hectare. Dit is relatief weinig in vergelijking tot de totale oppervlakte van Meerstad. Het totaal aantal woningen dat in deze wijken is gebouwd is 7.190, terwijl in Meerstad ruim 10.000 woningen zullen verrijzen. Dit geeft aan hoe groot de omvang van het project zal zijn. De gemiddelde uitgeefbaarheid per woning (dit is de grond die in handen is van eigenaren en waarmee zowel de bebouwing als de tuin is bedoeld) bedraagt in de Groningse nieuwbouwwijken ongeveer 249 vierkante meter, hetgeen neerkomt op een gemiddelde woningdichtheid per hectare van 22.

Het onderscheid dat binnen het ruimtegebruik van Meerstad wordt gemaakt tussen exploitatiegebieden en planstructuren is niet terug te vinden in het ruimtegebruik van de overige Groningse nieuwbouwwijken. De cijfers uit tabel 5.5 omvatten het ruimtegebruik in de gehele nieuwbouwgebieden, dat wil zeggen inclusief parken, vijvers en andere groen/water. Om tot een eerlijke vergelijking te komen dienen de cijfers van de huidige Groningse nieuwbouw vergeleken te worden met de percentages van de deelgebieden (inclusief de planstructuren).

Indien de percentages van de deelplannen 1 t/m 11 vergeleken worden met de cijfers van de overige nieuwbouw in de gemeente Groningen, dan valt op dat voor Meerstad de percentages voor groen en water hoger zijn. Voor het nulalternatief dienen we echter een reguliere hoeveelheid groen

en water te gebruiken. Dit kan berekend worden door de verhouding tussen uitgeefbaar en groen/water in de overige nieuwbouwwijken als uitgangspunt te nemen en deze verhouding toe te passen op Meerstad. De verhouding tussen enerzijds uitgeefbaar en anderzijds groen en water is voor de reguliere nieuwbouwwijken van Groningen respectievelijk 3,14 en 5,37. Indien we de geplande oppervlakte uitgeefbaar van Meerstad delen door deze getallen, krijgen we reguliere hoeveelheden groen en water, ten opzichte van de hoeveelheid uitgeefbaar in Meerstad. Dit levert oppervlakten groen en water op van respectievelijk 203,3 en 118,9 hectare.21 Indien dit per woning wordt bekeken, dan is hier sprake van een zeer groene wijk: 191 m2 groen per woning voor het nulalternatief tegenover 79 m2 groen per woning in de huidige nieuwbouwwijken. Dit is een gevolg van de grote kavels in Meerstad en van het feit dat de oppervlakte uitgeefbaar als uitgangspunt is genomen en niet het aantal woningen.

Vervolgens dient berekend te worden uit welke categorieën deze hoeveelheid groen en blauw bestaat. Allereerst dient het groen/water uit het exploitatiegebied hiervan af worden getrokken. Dit betrof 302.919 m2 water (is 1/3) en 605.839 m2 groen (is 2/3). In totaal blijft er 88,7 hectare water over en 142,7 hectare groen. De oppervlakte water kan in zijn geheel worden toegerekend aan het meer. Hiermee wordt het meer in het nulalternatief substantieel kleiner dan in de huidige plannen: slechts 16% van meer blijft in het nulalternatief bestaan. De oppervlakte groen bestaat uit zowel GIOS groen als GIOS water. De geplande verhouding van GIOS groen en GIOS water is 80% tegenover 20%. Deze verhouding houden we ook aan voor het nulalternatief. Dit levert 114,2 hectare aan GIOS groen op en 28,5 hectare aan GIOS water. De ecologische

19 In bijlage III is een overzicht te vinden van de kerngetallen per wijk.

20 Wanneer de afzonderlijke bedragen worden opgeteld, is de som 3.267.746. Er is sprake van een afrondings/meetfout van 506 vierkante meter.

hoofdstructuur wordt in het nulalternatief buiten beschouwing gelaten, aangezien in een reguliere woonwijk over het algemeen geen groen wordt ontwikkeld die voldoet aan de eisen die aan EHS worden gesteld. In het exploitatieplan wordt de GIOS groen nog nader onderverdeeld in parkachtig groen (36%), bos en struweel (50%) en natuur (14%). In het nulalternatief wordt echter alleen parkachtig groen verwacht, aangezien bos en struweel en natuur normaliter niet in een reguliere woonwijk zijn te vinden.

Er zijn twee posten die betrekking hebben op verharding. We veronderstellen dat de verharding binnen het exploitatiegebied gelijk blijft, aangezien de oppervlakte uitgeefbaar niet verandert. Daarnaast veronderstellen we dat de omvang van de hoofdinfrastructuur afhankelijk is van de totale oppervlakte per deelgebied. De totale oppervlakte van het nulalternatief (exclusief hoofdinfrastructuur) bedraagt 1092,9 hectare. Door dit te delen door de totale oppervlakte van de deelgebieden 1 t/m 11 (minus de hoofdinfrastructuur) kan berekend worden welk deel van de hoofdinfrastructuur in het nulalternatief nodig is. Dit betreft 76,81%, hetgeen neerkomt op 46,5 hectare.

TABEL 5.6: VERSCHIL RUIMTEGEBRUIK MEERSTAD EN NULALTERNATIEF.

MEERSTAD NULALTERNATIEF MEERSTAD – NULALTERNATIEF

Exploitatiegebieden uitgeefbaar 638 638 0 verhard 132 132 0 groen/water 91 91 0 water 0 0 0 TOTAAL EXPLOITATIE 861 861 0 Planstructuren Hoofdinfrastructuur 63 47 +16 Meer 557 89 +468 GIOS groen 435 114 +321

Waarvan: Parkachtig groen 157 114 +43

Bos en struweel 216 0 +216 GIOS natuur 62 0 +62 GIOS water 106 29 +77 EHS 100 0 +100 TOTAAL PLANSTRUCTUUR 1.261 279 +982 TOTAAL 2.122 1.140 +982

Bron: GREX 2008 (juni), Gemeente Groningen, dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken, afd. Vastgoedontwikkeling, eigen berekeningen.

Hiernaast dient nog bepaald te worden welk percentage van de deelgebieden 20, 21 en 30 voor het nulalternatief van belang zijn. Deze deelgebieden bestaan alleen uit bovenwijks groen en water. In de cijfers van de gemeente Groningen is echter alleen het groen en het blauw binnen de wijken zelf meegenomen. Rondom de nieuwbouwwijken van Groningen bevindt zich echter ook bovenwijks groen. Zo bevindt zich bijvoorbeeld naast de nieuwbouwwijk ‘de Held’ een stuk EHS. Inzake het bovenwijks groen zijn bij de gemeente Groningen echter geen uitlegcijfers beschikbaar.22 Op landelijke schaal zijn hier echter wel normcijfers bekend. In de Nota Ruimte uit 2006 wordt inzake nieuwbouwwijken gestreefd naar een groennorm van 75 m2 per woning. Deze norm heeft uitsluitend betrekking op het groen met een omvang groter dan 0,5 ha zoals parken, grote plantsoenen, bossen en recreatiegebieden. Het groen in de straat wordt in deze berekening niet meegenomen. Indien deze norm op Meerstad wordt toegepast, dan betekent dat er ruim 76 ha aan groter groen dient te zijn. Deze norm is in het nulalternatief van de deelgebieden 1 t/m 11 al behaald

(ruim 114 ha GIOS groen, naast het groen in de straat), waarmee de deelgebieden 20, 21 en 30 in zijn geheel genegeerd kunnen worden.

In tabel 5.6 is een overzicht weergegeven waarin het ruimtegebruik in Meerstad en het nulalternatief worden vergeleken. In het exploitatiegebied zijn geen veranderingen opgetreden. Met betrekking tot de planstructuren blijkt dat er in het alternatief in totaal 982 ha minder aan groen en water is ingeruimd. In het nulalternatief is er 982 ha die een agrarisch bestemming zal behouden.