• No results found

Om de hypotheses te toetsen, wordt er gebruik gemaakt van verschillende databases om de benodigde informatie van de verschillende bedrijven te verkrijgen. In dit hoofdstuk worden de databases en het tot stand komen van de dataset besproken. Hierna worden de statistische grootheden en de correlatie tussen de onafhankelijke variabele besproken.

5.1 Database en selectie

In dit onderzoek worden bedrijven die een integrated report hebben uitgebracht vergeleken met bedrijven die geen integrated report hebben uitgebracht tussen 2010 en 2016. Op deze manier kan goed beoordeeld worden of het uitbrengen van een integrated report effect heeft op accrual based earnings management. Er is voor deze periode gekozen omdat er op deze manier zoveel mogelijk data wordt meegenomen in het onderzoek. Omdat er niet veel data bekend is over Nederlandse bedrijven, en er in 2016 slechts 36 Nederlandse bedrijven een integrated report hebben uitgebracht (zie appendix 1), is het nodig om meerdere jaren mee te nemen in het onderzoek. Hierdoor kan er alsnog een goede regressie worden uitgevoerd.

De data wordt verkregen uit de database Worldscope en de database van de Global Reporting Initiative (GRI). In de database van de GRI kan gevonden worden welk rapportage type is gebruikt door bedrijven. Bedrijven die een rapport uitbrengen waarin gebruik gemaakt wordt van het G4 rapportage type en deze geïntegreerd toepassen, worden aangemerkt als bedrijven die een integrated report hebben uitgebracht. Deze data is handmatig toegevoegd aan de database.

De GRI en de IIRC werken samen als strategische partners. Zij delen een visie voor de evolutie van bedrijfsrapportage waarin alignment en duidelijkheid van rapportageraamwerken, normen en eisen van bedrijven zorgen voor consistente en vergelijkbaarheid. Wanneer deze duidelijk en afgestemd zijn, leidt dit tot verbeterde efficiëntie en effectiviteit in bedrijfsrapportagemethoden. Beide organisaties erkennen het belang van bedrijfsrapportage bij het bevorderen van duurzame ontwikkeling. De G4 van GRI is een belangrijk startpunt om ervoor te zorgen dat robuuste duurzaamheidsmetrieken worden opgenomen in geïntegreerde rapporten, gebaseerd op het internationale Integrated Reporting Framework.

stata de data van de Global Reporting Initiative toegevoegd, waarna 50 observaties samenvloeien. De regressies van beide modellen zijn tweemaal uitgevoerd. De eerste keer is er een correctie gemaakt voor industrieën die slechts 10 en 5 observaties betroffen bij respectievelijk het Modified Jones Model en het Modified Dechow en Dichev Model. De tweede keer is er een correctie gemaakt voor industrieën die slechts 5 en 3 observaties betroffen bij respectievelijk het Modified Jones Model en het Modified Dechow en Dichev Model. Na deze correctie werden respectievelijk 288 en 144 observaties verwijderd bij het Modified Jones Model, en respectievelijk 348 en 312 observaties verwijderd bij het Modified Dechow en Dichev Model uit de dataset.

TABEL 3 Dataset

Totale data 3.979 Vekregen uit database Worldscope

Ontbreken van data 1.471 Voor sommige bedrijven waren niet altijd alle benodigde variabele aanwezig

Data financiële instellingen 2 De data van de financiële instellingen is uit de dataset verwijderd. Dit is gedaan omdat deze data niet goed vergelijkbaar is met de overige data. De activa en schulden verschillen en hierdoor veroorzaken ze outliers.

Data < 2010 1.782 Na berekeningen mbt het Modified Jones Model worden de data uit jaren voor 2010 verwijderd Total acc/ppeg ontbreken 173 Bedrijven waarvan niet alle gegevens bekend

zijn/berekend kunnen worden, worden verwijderd uit de dataset

Salesgrowth==. 135 Bedrijven waarvan de sales growth niet berekend kan worden, worden verwijderd uit de dataset

5.2 Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken zijn weergeven in de tabel hieronder.

TABEL 4 Statistische kerngrootheden N = 416 Variabele Gemiddelde Mediaan Standaard

deviatie Min. Max. IRdummy 0.0962 0 0.295 0 1 SIZE 13.931 13.966 2.115 5.793 19.746 ROA 0.101 0.120 0.162 -1.499 0.782 BTM 0.509 0.045 1.085 -18.533 2.899 SALES GROWTH 0.058 0.030 0.302 -1 2.698 LOSS 0.231 0 0.422 0 1 LEV 0.792 0.542 3.056 -21.339 44.071 OCF 0.085 0.089 0.108 -0.652 0.534

Deze tabel geeft Statistische kerngrootheden weer. De sample van deze test bevat 416 observaties. Alle variabele zijn reeds gedefinieerd in Hoofdstuk 4.

Hierboven zijn de belangrijke statistische grootheden van de onafhankelijke variabele weergeven. Van de variabele zijn het gemiddelde, de mediaan, de standaarddeviatie, het minimum en het maximum getoond. Zoals in de kop ook weergeven is, zijn van deze variabele 416 observaties aanwezig. Hierdoor kan worden gesteld dat de dataset volledig is en er geen observaties van de variabelen ontbreken. De IRdummy en LOSS betreft een dummy en kan hierdoor enkel de waardes 0 of 1 aannemen. Opvallend is dat het minimum van OCF negatief is. Dit komt omdat bij een aantal bedrijven de operationele activiteiten negatief is. Als deze negatief is, kan dat betekenen dat deze bedrijven financiële problemen heeft. De operationele activiteiten zijn negatief wanneer er minder geld is ontvangen met de activiteiten waarvoor de onderneming is opgericht. Daarnaast is het opvallend dat het minimum van de BTM erg laag is en erg verschilt van het gemiddelde.

5.3 Correlaties

variabele volledig positief is. Wanneer de waarde 0 is, betekend dit dat er totaal geen correlatie is tussen twee variabelen.

De positieve correlatie tussen de variabelen IR dummy en bedrijfsgrootte (SIZE) is significant op het niveau van 1%. De correlatie is niet heel erg sterk, slechts 20%. Hetzelfde geldt tussen de variabelen bedrijfsgrootte (SIZE) en het rendement op de activa (ROA). Ook deze correlatie is significant op het niveau van 1%, maar is slechts 21%.

Naast deze correlaties, correleert bedrijfsgrootte (SIZE) ook significant op het niveau van 1% op verlies (LOSS). Maar ook deze correlatie is niet sterk.

De sterkste correlatie is tussen de twee variabelen: rendement op de activa (ROA) en operating cashflow (OCF). Deze variabelen correleren voor 56% en is significant op het niveau van 1%. Het is logisch dat deze twee variabele correleren omdat beide variabele op basis van de totale assets worden berekend.

Variabele TABEL 5 Correlatiematrix van Pearson

IR du mmy SIZ E RO A BTM SA L E S GRO W T H L O SS LE V OCF IR dummy 1.000 SIZE 0.196*** 1.000 ROA 0.013 0.209*** 1.000 BTM -0.001 -0.027 -0.070 1.000 SALES GROWTH -0.077 0.046 -0.040 -0.063 1.000 LOSS -0.077 0.159*** -0.352*** -0.037 -0.039 1.000 LEV -0.023 -.129*** -0.114 0.039** 0.310 0.062*** 1.000 OCF -0.030 0.082* 0.560*** 0.021 -0.058 -0.436*** -0.011 1.000 Deze tabel geeft de Pearson correlatiematrix weer. De sample van deze test bevat 416 observaties. Alle variabele

zijn reeds gedefinieerd in Hoofdstuk 4. * significantie op een niveau van 10%, ** significantie op een niveau van 5%, significantie op een niveau van 1%.

In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek besproken. Vervolgens wordt er in hoofdstuk zeven een conclusie gegeven.