• No results found

1 VMBO bb / MBO 2 VMBO kb, gl, tl / MBO

5.5 Data-analyse

Deelvraag 1

De eerste deelvraag luidde: In hoeverre ervaren jongvolwassenen extrinsieke druk

afhankelijk van hun opleidingsniveau? De hypothesen opgesteld bij deelvraag 1 zijn

geanalyseerd met een variantieanalyse. Er is getoetst of de verschillende

opleidingscategorieën verschillen in de gemiddelde ervaring van druk opgelegd vanuit de maatschappij, ouders, het onderwijs en cultureel kapitaal.

Omdat de groep basisonderwijs maar uit 2 respondenten bestaat, is deze voor de analyses en als gevolg van het literatuuronderzoek (Nuffic, 2014) uiteindelijk toch buiten beschouwing gelaten. De publicatie van Nuffic liet zien dat basisonderwijs niet opgenomen is als kwalificatieniveau in het kwalificatiekader. Onderstaande tabel 3 geeft de beschrijvende statistieken behorende bij deelvraag 1 weer. Deze statistieken zijn op basis van een 5-punts Likertschaal.

Tabel 3: Beschrijvende statistieken deelvraag 1

Maatschappelijke druk Ouderlijke druk Druk onderwijs Druk cult. kapitaal

Bron: Eigen onderzoek

N M SD N M SD N M SD N M SD VMBO 7 2.964 .668 7 2.714 1.325 7 3.086 .863 7 4.071 .838 MBO 28 3.143 .780 28 3.238 .907 28 3.400 .734 28 3.250 1.058 HAVO 4 2.500 .736 4 2.168 .793 4 3.150 .574 4 2.625 .946 VWO 5 3.300 .891 5 3.067 1.299 5 3.960 .639 5 1.800 .908 Propedeuse HBO 12 2.730 .849 12 2.111 1.038 12 3.300 .932 12 2.958 1.177 HBO bachelor 23 3.196 .869 23 2.797 .764 23 3.522 .643 23 2.456 .656 Propedeuse WO 10 3.050 .405 10 2.533 .958 10 3.760 .523 10 2.350 .1.132 WO bachelor 30 3.242 .718 30 2.568 .863 30 3.820 .620 30 2.083 .810 WO master 32 3.102 .944 32 2.563 .787 32 3.700 .847 32 2.203 .888 Totaal 151 3.103 .803 151 2.700 .934 151 3.579 .747 151 2.566 1.051

De variantieanalyse (zie bijlage 8.9 voor overzicht van alle variantieanalyses) laat zien dat er geen significant verschil is in de gemiddelde ervaring van

maatschappelijke druk met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = .827, p = .580. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde ervaring van maatschappelijke druk afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte wordt berekend door eta

squared. De effectgrootte is .045 en is klein tot gemiddeld te noemen. Er is geen post-

hoc test uitgevoerd omdat er geen significant verschil in gemiddelde tussen de verschillende opleidingscategorieën is gevonden.

Vanuit variantieanalyse kan geconcludeerd worden dat er geen ook significant verschil is in de gemiddelde ervaring van druk vanuit het onderwijs met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 1.774, p = .087. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde ervaring van druk vanuit het onderwijs afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte is .091 en is gemiddeld te noemen. Ook hier is geen post-hoc test

uitgevoerd omdat er geen significant verschil in gemiddelde tussen de verschillende opleidingscategorieën is gevonden.

Variantieanalyse laat echter wel zien dat er een significant verschil is in zowel de gemiddelde ervaring van ouderlijke druk en de gemiddelde druk vanuit cultureel kapitaal. De opleidingscategorieën verschillen in gemiddelde ouderlijke druk met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 2.423, p = .017. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde ervaring van ouderlijke druk afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten kan worden aangenomen. De effectgrootte is .120 en is middelgroot te noemen. Omdat de groepsgroottes verschillen zal er door middel van de Hochberg’s GT2 test

geanalyseerd worden welke groepen gemiddeld verschillen in ouderlijke druk. De post-hoc test (zie bijlage 8.10 voor alle post-hoc testen) laat zien dat MBO (M = 3.238, SD = .907) en propedeuse HBO (M = 2.111, SD = 1.038) de enige twee groepen zijn die significant verschillen in gemiddelde.

De opleidingscategorieën verschillen dus ook in gemiddelde druk vanuit cultureel kapitaal met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 6.753, p = .000. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde ervaring van druk vanuit cultureel kapitaal afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten kan worden aangenomen. De effectgrootte is .276 en is groot

te noemen. De Hochberg’s post-hoc test laat zien dat VMBO (M = 4.071, SD = .838), VWO (M = 1.800, SD = .908), HBO bachelor (M = 2.456, SD = .656), propedeuse WO (M = 2.350, SD = 1.132), WO bachelor (M = 2.083, SD = .810) en WO master (M = 2.203, SD = .888) onderling significant verschillen in gemiddelde.

Deelvraag 2

De tweede deelvraag luidde: In hoeverre ervaren jongvolwassenen intrinsieke druk

afhankelijk van hun opleidingsniveau? De hypothesen opgesteld bij deelvraag 2 zijn

geanalyseerd met een variantieanalyse. In dit geval is er getoetst of de verschillende opleidingscategorieën verschillen in de gemiddelde motivatie, vergelijkingsdruk en bewustzijn van druk. Onderstaande tabel 4 geeft de beschrijvende statistieken van deelvraag 2 weer. Deze statistieken zijn op basis van een 5-puntslikertschaal.

Tabel 4: Beschrijvende statistieken deelvraag 2

Bewustzijn Vergelijkingsdruk Motivatie

N M SD N M SD N M SD VMBO 7 3.857 .790 7 3.143 .900 7 3.381 .448 MBO 28 4.107 .715 28 3.059 1.077 28 3.571 .785 HAVO 4 3.250 .631 4 2.500 1.138 4 3.333 .903 VWO 5 4.133 .558 5 3.533 .447 5 3.467 .869 Propedeuse HBO 12 4.083 .767 12 2.472 .926 12 3.472 .717 HBO bachelor 23 4.087 1.011 23 2.985 .896 23 3.927 1.020 Propedeuse WO 10 4.100 .568 10 3.367 .761 10 3.433 1.007 WO bachelor 30 4.122 .415 30 3.333 .783 30 3.622 .985 WO master 32 4.302 .418 32 3.146 .825 32 4.167 .611 Totaal 151 4.113 .668 151 3.099 .902 151 3.726 .865

Uit de variantieanalyse blijkt dat er geen significant verschil in de gemiddelde bewustzijn van druk is met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 1.316, p = .240. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde bewustzijn van druk afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte is .069 en is gemiddeld te noemen. Er is geen post- hoc test uitgevoerd.

Vanuit de analyse blijkt ook dat er geen significant verschil in gemiddelde vergelijkingsdruk is met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 1.565, p = .141. Waardoor ook hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde vergelijkingsdruk afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte is .081 en is gemiddeld te noemen. Ook hier is geen post-hoc test uitgevoerd.

Uit de resultaten van de variantieanalyse kan geconcludeerd worden dat er echter wel significante verschillen in de gemiddelde motivatie zijn met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 2.037, p = .046. Hierdoor kan hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde motivatie afhankelijk van het

opleidingsniveau’ op basis van de resultaten worden aangenomen. De effectgrootte is .103 en is middelgroot. De Hochberg’s post-hoc test toont geen significante

verschillen in gemiddelde aan. Mogelijk is dit het gevolg van te weinig statistische

power of berust het verschil op toeval. De LSD post-hoc test zonder correctie laat zien

dat er significante verschillen in de gemiddelde motivatie is. De groep WO master (M

= 4.167, SD = .611) verschilt gemiddeld van de groepen VMBO, MBO, propedeuse

HBO, propedeuse WO en WO bachelor.

Deelvraag 3

De derde deelvraag luidde: In hoeverre ervaren jongvolwassenen faalangst

afhankelijk van hun opleidingsniveau? De derde en laatste deelvraag is geanalyseerd

door een variantieanalyse. Hier is getoetst of de verschillende opleidingscategorieën verschillen in de gemiddelde ervaring van faalangst. De onderstaande tabel 5 op de volgende pagina geeft de beschrijvende statistieken van deelvraag 3 weer. Deze statistieken zijn op basis van een 5-puntslikertschaal.

Tabel 5: Beschrijvende statistieken faalangst N M SD VMBO 7 2.643 .796 MBO 28 2.899 .597 HAVO 4 2.792 .629 VWO 5 3.367 .740 Propedeuse HBO 12 2.597 .441 HBO bachelor 23 2.601 .621 Propedeuse WO 10 3.000 .671 WO bachelor 30 2.856 .606 WO master 32 2.641 .712 Totaal 151 2.774 .646

Bron: Eigen onderzoek

Uit de variantieanalyse blijkt dat er geen significant verschil is in de

gemiddelde ervaring van faalangst met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met:

F (8, 142) = 1.427, p = .190. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de

gemiddelde ervaring van faalangst afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte is .074 en is daarmee gemiddeld te noemen. Er is geen post-hoc test uitgevoerd vanwege het ontbreken van significante verschillen in gemiddelde.

Hoofdvraag

De hoofdvraag luidde: In hoeverre ervaren Nederlandse jongvolwassenen

prestatiedruk afhankelijk van hun opleidingsniveau? Om de hoofdvraag te kunnen

beantwoorden is er een variantieanalyse uitgevoerd. Getoetst zal worden of de verschillende opleidingscategorieën verschillen in de gemiddelde ervaring van prestatiedruk. De onderstaande tabel 6 op de volgende pagina geeft de beschrijvende statistieken van de hoofdvraag weer. Deze statistieken zijn op basis van een 5- puntslikertschaal.

Tabel 6: Beschrijvende statistieken prestatiedruk N M SD VMBO 7 3.118 .700 MBO 28 3.320 .536 HAVO 4 2.738 .816 VWO 5 3.457 .139 Propedeuse HBO 12 2.903 .562 HBO bachelor 23 3.161 .593 Propedeuse WO 10 3.263 .398 WO bachelor 30 3.274 .411 WO master 32 3.240 .559 Totaal 151 3.212 .535

Bron: Eigen onderzoek

Uit de variantieanalyse blijkt dat er geen significant verschil is in de

gemiddelde ervaring van prestatiedruk met p < .05 tussen de 9 verschillende groepen met: F (8, 142) = 1.510, p = .159. Waardoor hypothese ‘H1: Er is een verschil in de gemiddelde ervaring van prestatiedruk afhankelijk van het opleidingsniveau’ op basis van de resultaten wordt verworpen. De effectgrootte is .078 en dus middelgroot te noemen. Bij de hoofdvraag zal geen post-hoc test worden uitgevoerd omdat er geen significant verschil in gemiddelde ervaring van prestatiedruk tussen de

opleidingscategorieën is gevonden.