• No results found

Cultuurhistorische verklaringen

4.3 Boundaries van de ‘rechtse’ journalistiek

4.3.2 Boundaries tussen ‘linkse’ en ‘rechtse ’journalistiek

4.3.2.1 Cultuurhistorische verklaringen

Een aantal journalisten geeft aan dat de identiteit van de journalistiek in Nederland een zogenoemde ‘links-socialistische/politieke’ achtergrond heeft. Dit heeft volgens deze respondenten vooral te maken met het zogeheten journalistieke ideaal, namelijk dat de journalistiek van oudsher bekendstaat als een beroepsgroep die de wereld beter wil maken. Deze idealistische benadering wordt als ‘links’ aangeduid.

Journalist: “Als X links was geweest denk ik dat het stuk lastiger voor hem was geweest, juist omdat de journalistiek bekend staat als een redelijk linkse

57 de Arbeid. Rechtse mensen stellen bepaalde prioriteiten in het leven, namelijk ‘ik wil een baan hebben die het een en ander oplevert’. Financieel gezien. Met alle respect voor de journalistiek, maar dat is het momenteel niet. Dan valt het al af voor heel veel rechtse mensen, terwijl veel linkse mensen een soort ideaal hebben van ‘ik ga de wereld verbeteren, ik ga verslag leggen, ik ga vertellen hoe de wereld in elkaar zit’. Het is lastig, omdat ik over groepen mensen spreek. Maar dat zijn tendensen.”

Slechts een deel van de journalisten stelt dat de beroepsidentiteit atemporeel van aard is, oftewel dat de afgelopen decennia binnen de beroepsgroep weinig veranderingen

– onder meer op technologisch en ideologisch vlak – zijn opgetreden. Een paar journalisten zegt echter dat het imago van de journalistiek slechts tijdelijk is. Zo zou deze ‘linkse’ uitstraling historisch gezien wel te verklaren zijn, maar dergelijke stempels kunnen volgens deze journalisten per tijdsperiode weer anders worden uitgelegd. Met andere woorden: wat vroeger ‘links’ was, wordt nu aangeduid als ‘rechts’, en vice versa.

Journalist: “In Nederland en het politieke bedrijf – zelfs daarbuiten – is links vooral ‘leuk zijn voor immigranten’. Dat is de belangrijkste indicator geworden de afgelopen decennia, vooral sinds de eeuwwisseling. De traditie van links in de Nederlandse context was sociaaleconomisch links, dus wie er veel

uitkeringen wil en hoge belastingen. Deze indicator was zelfs tientallen jaren dominant. Daarvoor was rechts de confessionele hoek en links al het andere. (…) Maar voor de duidelijkheid, er wordt nogal wat aangerommeld met het begrip. Dat de betekenis van links en rechts opschuift in de tijd, daar is verdomd weinig onderzoek naar gedaan.”

4.3.2.2 ‘Rechtse’ thema’s en invalshoeken

Door bijna alle journalisten wordt de term ‘rechts’ geassocieerd met politieke thema’s en aanvliegroutes. Hierbij gaat het om de thema’s en invalshoeken die volgens politieke groeperingen of partijen – VVD, CDA, PVV – van waarde zijn. Deze groep journalisten geeft aan dat binnen de beroepsgroep er wel degelijk een scheiding is tussen ‘links’ en ‘rechts’, en dat journalisten dagelijks dit soort thema’s en invalshoeken hanteren in hun

58 werk. Een voorbeeld is het onderscheid tussen rationalistische (‘linkse’) en

darwinistische (‘rechtse’) journalisten.

Journalist: “‘Linkse’ journalistiek is ten diepste rationalistisch. Dus het levert meestal langere stukken op. Schoolse stukken. Ze gaan het nog even voor je uitleggen. Het zit dus helemaal in die rationele traditie. (…) Daarbij is de onderbuik altijd de vijand, want die geeft ons altijd verkeerde ideeën. Ten diepste is journalistiek rationalistisch. (…) Als ‘linkse’ journalistiek

rationalistisch is, dan zeg ik dat ‘rechtse’ journalistiek darwinistisch is. ‘Rechtse’ journalistiek – waarvan GeenStijl een interessant voorbeeld is – test iemand als Cohen niet op zijn dossierkennis. Want we weten best wel dat zijn dossierkennis op orde is, dus hij is volgens de rationele traditie een hele goede politicus. ‘Rechtse’ journalisten gaan hem testen of we iets aan hem hebben op het moment dat we samen met hem op een onbewoond eiland aanspoelen of dat we erachter komen dat die man totaal niks kan. En dat we – mochten we overleven – Job Cohen weer zo snel mogelijk in zee zouden gooien, dat we zonder hem dus minder ballast zouden hebben.”

De meerderheid van de journalisten stelt dat het onderscheid tussen de ‘rechtse’ en ‘linkse’ journalistiek ook te verklaren is door de inrichting van het mediabestel. Dit houdt in dat de media – en dus de journalisten die hiervoor werken – een bepaald politiek geluid vertegenwoordigen. Zo zijn diverse omroepen in Nederland politiek gebonden.

Journalist: “Ik denk dat juist in het omroepbestel zoals het bestaat je ervoor moet waken. Als een omroep daar een balans in moet vinden houd je helemaal niks over. Het aandeel van WNL is juist om een ‘rechts’ geluid te laten horen. Dus dat betekent dat wij zelden iemand van GroenLinks uitnodigen en regelmatig iemand van VVD of CDA.”

Toch wordt er wel een groot vraagteken geplaatst bij de vraag of journalisten zelf als ‘rechts’ of ‘links’ kunnen worden beschouwd. Zo is een grote groep van de

59 respondenten in zijn werk helemaal niet bezig met de vraag of een thema of invalshoek een ‘rechtse’ dan wel ‘linkse’ lading heeft. Daarnaast zeggen meerdere ondervraagden dat het onderscheid tussen ‘linkse’ of ‘rechtse’ journalistiek niet meer van deze tijd is. Wel zijn de meeste respondenten zich ervan bewust dat de insteek van een verhaal op dergelijke wijze kan worden verklaard. Slechts een klein deel van de respondenten zegt te handelen vanuit hun eigen (politiek) ‘rechtse’ ideologie.

Journalist: “Als je De Telegraaf doorbladert zullen er best wel stukken zijn – commentaren vooral – die je ‘rechts’ kunt noemen. Maar ik weet dat heel veel van onze lezers in het ‘linkse’ kamp zitten. Sowieso zijn de verhalen die ik schrijf niet ‘links’ of ‘rechts’ te noemen. Het zijn gewoon misstanden. Ik heb nog nooit een ‘rechtse’ misstand aangetoond. Of een ‘linkse’ misstand, haha. Je kunt natuurlijk gaan zoeken in een ‘linkse’ of ‘rechtse’ hoek. Ik denk dat De Telegraaf meer geïnteresseerd is in misstanden, in gepamperde en

gesubsidieerde organisaties dan een ‘linkse’ krant. Maar ‘linkse’ kranten heb je bijna ook niet meer.”

Een aantal respondenten zegt ook puur ‘zijn werk te doen’, zich te conformeren aan de waarden en normen van de werkgever, en vooral blij te zijn ‘gewoon’ een baan te hebben. Hierbij spelen de eigen politieke affiliaties geen rol van betekenis.

Journalist: “Ik ben ook maar gewoon bij PowNed terecht gekomen. En ik had het misschien ook wel leuker gevonden om nu bij VICE te zitten. Als journalist heb je ook niet altijd de luxe om te kiezen waar je zit.”