• No results found

Hoofdstuk 3 - Muziekonderwijs en het beïnvloeden van die beeldvorming

3.4 Culturele activiteit

Om te bekijken waar een culturele activiteit uit bestaat gezien vanuit de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn, is het belangrijk te weten dat de culturele activiteiten ontwikkeld kunnen worden vanuit de gedachte dat het kind centraal staat. Wat kan het kind van de activiteit leren en hoe sluit dit aan bij de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn?

Fianne Konings heeft in 2011 binnen haar onderzoek een instrument ontwikkeld waarmee duidelijk wordt gemaakt hoe het educatieve aanbod van de culturele instellingen kan bijdragen aan een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Dit onderzoek is ontstaan vanuit de constatering van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) dat er nog te weinig wordt samengewerkt tussen de culturele instellingen en de scholen waardoor de afstemming van het culturele aanbod voor de scholen nog niet voldoende is. Dit onderzoek geeft aan welke bijdrage het culturele aanbod kan leveren aan zowel het onderwijs als aan de ontwikkeling van de leerling. Konings gebruikt hiervoor de theorie van Cultuur in de Spiegel om aan te geven wat cultuuronderwijs is, hoe dit binnen een doorlopende leerlijn past en welke rol de culturele instellingen hierin spelen.

Het bijwonen van een concert van een orkest is voornamelijk een receptieve activiteit waarbij informatie wordt ontvangen. Ook kan het een gedeeltelijk productieve activiteit zijn wanneer de kinderen bijvoorbeeld mogen meespelen of zingen. Verder is het voor culturele instellingen belangrijk om na te denken over het geheugen van het publiek. Wat er wordt laten zien moet herkend worden. Dit kan alleen als er herkenning plaatsvindt. Wanneer het niet herkend wordt − er is dan geen herinnering − zal het niet worden erkend en dus niet worden opgeslagen in het geheugen. Het is dus voor culturele instellingen van belang om te weten wat de kinderen herkennen of niet herkennen wanneer zij iets te zien of te horen krijgen. Wanneer kinderen zich minder goed concentreren kan dit een teken zijn dat er te weinig erkenning plaatsvindt. Echter, herkenning is geen zekerheid voor erkenning maar maakt de kans wel groter dat de informatie opgeslagen en verwerkt wordt. Culturele instellingen kunnen zo dus rekening houden met het culturele geheugen van de kinderen om zo te kijken hoe dit aan de hand van het aanbod verder ontwikkeld kan worden81.

Net als voor de scholen is het ook voor de culturele instellingen belangrijk om te weten wat het kind op een bepaalde leeftijd beheerst over het onderwerp, welke basisvaardigheden dominant zijn en welke ontwikkeling zij doormaken binnen verschillende soorten media. Dit komt overeen met de drie pijlers van cultuuronderwijs zoals beschreven in paragraaf twee van dit hoofdstuk. Ook voor

Pagina | 41 de culturele instellingen is het belangrijk te weten wat het onderwerp wordt van de activiteit en of dit aansluit bij de beleving van kinderen. Wat weten de kinderen al over het onderwerp en in hoeverre past het bij het onderwijs in wat er al is aangeboden over dit onderwerp in de lessen? De tweede pijler, de cognitieve vaardigheden, zijn belangrijk in het vormgeven van een culturele activiteit wanneer er goed nagedacht is over welke vaardigheden bij de activiteit worden ingezet en of dit past bij de leeftijd van het kind. Zet de leerling de vaardigheden receptief in door het voornamelijk mee te maken of is er ook sprake van een productieve en dus een actieve bezigheid? En tot slot de derde pijler, de media, is belangrijk om te weten welk medium er gebruikt wordt tijdens de culturele activiteit, maar nog meer welk medium de leerlingen kunnen gebruiken om de activiteit te verwerken en erop te reflecteren82.

3.5 Conclusie

In dit hoofdstuk hebben we gekeken naar het cultuuronderwijs, muziekonderwijs en culturele activiteiten en hoe het cultureel zelfbewustzijn zich hierin bij kinderen kan ontwikkelen. Vervolgens is er meer specifiek gekeken naar een culturele activiteit. Voor dit onderzoek gaat het om het bezoeken van een klassiek concert. Hoe zou een klassiek concert de beeldvorming kunnen beïnvloeden? Het gaat hierbij om het maken en ontdekken van beeldvorming gezien vanuit de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn. Het gaan naar een concert is voornamelijk een receptieve activiteit. Dit houdt in dat de activiteit voornamelijk wordt aanschouwd door te kijken en te luisteren. Verder kan de activiteit ook actief zijn wanneer de leerlingen wordt gevraagd bijvoorbeeld actief mee te zingen of te spelen. Maar ook de derde vorm, de reflectie, is belangrijk voor bewustwording en ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn. Door te reflecteren ontstaat er een afstand en is er ruimte voor het geven van betekenis aan de activiteit. De reflectie is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn aangezien cultureel zelfbewustzijn een manier is om betekenis te geven aan cultuur door erop te reflecteren. De vier cognitieve vaardigheden waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren, geven kinderen de ruimte dit cultureel zelfbewustzijn te ontwikkelen. Deze vier vaardigheden kunnen op verschillende manieren terugkomen in het gaan naar een klassiek concert. Waarnemen zal voornamelijk plaatsvinden wanneer kinderen luisteren en kijken naar de musici en de dirigent tijdens een concert. Voor het verbeelden is een actieve houding van de kinderen nodig en kan dit plaatsvinden wanneer zij zelf muziek gaan maken. Conceptualisering en analysering kan voornamelijk voor- en achteraf van het concert plaatsvinden wanneer kinderen leren een betekenis eraan te geven.

Pagina | 42 Hoe de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn kan plaatsvinden voor, tijdens en na het bezoeken van een educatief klassiek concert zal in het empirisch kader van dit onderzoek verder onderzocht worden.

Pagina | 43