• No results found

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

In document Geïntegreerd Jaardocument 2020 (pagina 147-187)

16. Overige gegevens

16.2   Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het CvB en de RvT van Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs &

volwasseneneducatie

Verklaring over de in het Geïntegreerd Jaardocument opgenomen jaarrekening 2020

Ons oordeel

Wij hebben de jaarrekening 2020 van Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs &

volwasseneneducatie te Terneuzen gecontroleerd.

Naar ons oordeel:

 geeft de in het Geïntegreerd Jaardocument opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs & volwasseneneducatie op 31 december 2020 en van het resultaat over 2020 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs;

 zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2020 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in

overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 ‘Referentiekader’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020.

De jaarrekening bestaat uit:

 de balans per 31 december 2020;

 de staat van baten en lasten over 2020; en

 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020 vallen. Onze

verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs & volwasseneneducatie, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij

assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd

In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2020 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1 onderdelen n en o, Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.

Verklaring over de in het Geïntegreerd Jaardocument opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het Geïntegreerd Jaardocument andere informatie, die bestaat uit:

• voorwoord;

• instellingsgegevens;

• bestuursverslag;

• overige gegevens;

• bijlage: Monitoring en verantwoording kwaliteitsagenda.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

• alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf

‘2.2.2 Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020 is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip,

verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf ‘2.2.2 Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze

controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

Het CvB is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het

bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 ‘Bestuursverslag” van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020.

Beschrijving van berantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van het CvB en de RvT voor de jaarrekening

Het CvB is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in

overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het CvB is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 ‘Referentiekader’ van het

Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020.

In dit kader is het CvB tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het CvB noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het CvB afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het CvB de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het CvB het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.

Het CvB moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De RvT is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.

Rotterdam, 21 juni 2021

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel getekend door A.P. Boonman MSc RA

Bijlage bij de controleverklaring

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse

controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

• het identificeren en inschatten van de risico’s

o dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude,

o van het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, die van materieel belang zijn

het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze

werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling;

• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het CvB en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

• het vaststellen dat de door het CvB gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven;

• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de

balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Wij communiceren met de RvT onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Bijlage: Monitoring en verantwoording kwaliteitsagenda

Thema 1: De arbeidsmarkt van morgen: doorlopende leerlijnen naar meer hybride onderwijs

Thema 1 Beschrijving nulsituatie conform KA

Beschrijving ambitie

voor 2020 conform KA Evaluatie 2020 conform GJD Verklaring afwijkingen Zijn de onderwerpen/ is de doelstelling voor 2020 gerealiseerd?

Zo ja, zijn er bijzonderheden te melden m.b.t. de uitvoering? techniek, is dat er nog niet specifiek gericht op energietransitie, laat staan een ‘ecosysteem’ dat actief dit thema binnen de techniek reguleert en

Ja, er zijn inmiddels zes domeintafels (bouw/metaal/elektro&installatie/ICT/mobil iteit/procestechniek), met een

vertegenwoordiging vanuit het

bedrijfsleven, die in verbinding staan met het onderwijs (dmv gastlessen, stages, excursies, opdrachten) onder leiding van de verbindingsofficier. Scalda is mede kartrekker van het platform Energy Port Zeeland, waarbij inmiddels meer dan 200 organisaties betrokken zijn, waaronder de kernpartners gemeente Vlissingen, Scalda, Provincie Zeeland, Impuls Zeeland, Centre of Expertise Water &

Energy, North Sea Port en Eneco.

Daarnaast is door middel van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Wind op Zee en de aanpak van de

multidisciplinaire projecten binnen het cluster een groot netwerk van bedrijven betrokken bij de onderwijsontwikkeling, uitvoering en evaluatie. Deze

kwaliteitscyclus van activiteiten, de samenwerking met elkaar en de gezamenlijke externe contacten leiden weer tot nieuwe activiteiten, nieuwe innovaties en ontwikkelingen. Het netwerk is niet subsidieafhankelijk, afhankelijk van externe bekostiging, maar houdt door deze activiteiten zichzelf als het ware 'in leven'. We spreken dan van een 'ecosysteem', waarin elementen elkaar nodig hebben en versterken.

-Thema 1 Beschrijving nulsituatie conform KA

Beschrijving ambitie

voor 2020 conform KA Evaluatie 2020 conform GJD Verklaring afwijkingen

Ja, i.s.m. het betrokken netwerk is het onderwijs rondom windtechniek, circulaire bouw en energietransitie vormgegeven.

Bedrijven hebben input gegeven voor de opzet van het onderwijsprogramma (keuzedeel windtechniek, vormgeving van het windlab). Deze bedrijven zijn ook betrokken bij de evaluatie (bv. bij peer-review van civ wind op zee, maar ook bij specifieke onderwijsmodulen), bijstelling van het programma en het beschikbaar stellen van stageplaatsen. Daarnaast zijn verschillende bedrijven opdrachtgever bij

energietransitie vraagstukken aan de slag gaan. Dit wordt het komend schooljaar uitgebreid naar 3 MIT-brede keuzedelen circulaire economie, business vmbo en moet nu worden doorgezet. Het practoraat richt zich tot nu toe vooral op de vmbo-docenten. In dit nieuwe traject wordt de doorlopende lijn naar het mbo doorgezet.

Uitvoering doorstroom-programma’s

Het doorstroomprogramma vmbo-mbo wordt uitgevoerd. Leerlingen vanuit de VKR CTT kunnen doorstromen naar alle MIT-opleidingen op basis van een doorstroomverklaring. Op basis van een verkenning met de verschillende vo-scholen in Zeeuws Vlaanderen is er, in plaats van het ontwikkelen van een technologieroute, gekozen voor een algemene technieklijn op elke vo-school, die, in samenwerking met Scalda, wordt ontwikkeld vanuit het project Sterk Techniek Onderwijs Zeeland.

Vanaf het schooljaar 20/21 volgen naast de vmbo-leerlingen van Mondia

Scholengroep ook de 3e-jaars leerlingen van CSW de praktijklessen PIE in het Technum in Vlissingen. Dit zal volgend schooljaar uitgebreid worden naar de 4e-jaars leerlingen van CSW. Daarnaast is er een uitgebreid samenwerkings- en onderwijsontwikkelplan opgesteld dat de komende jaren vanuit het (Sterk

Techniekonderwijs Zeeland (STOZ)-project (verschillende werkgroepen) opgepakt gaat worden.

Thema 1 Beschrijving nulsituatie conform KA

Beschrijving ambitie

voor 2020 conform KA Evaluatie 2020 conform GJD Verklaring afwijkingen Pilot mbo-hbo, practoraat

op stoom

Het gaat hier om twee verschillende ambities gericht op het verbeteren van de aansluiting en doorstroming. De eerste betreft de doorstroming mbo-hbo. Het hbo (opleiding Procestechniek HZ University of Applied Sciences) maakt jaarlijks gebruik van de proeffabriek in het CTT. Er zijn daarnaast pilots mbo-hbo uitgevoerd met bv. ICT-studenten (en docenten) (project de vooruitlopers),

elektrotechniekstudenten (gezamenlijke werkweek), samenwerking binnen het airtubproject (Wind op Zee) en

ontwikkeling van de AD Energietransitie.

Ieder pilot, zoals die hiervoor zijn genoemd, heeft tot doel de aansluiting te verbeteren en de doorstroming te vergemakkelijken en te vergroten.

De tweede ambitie betrof de doorstroming vmbo - mbo, met name in de techniek, binnen het CTT. Het practoraat heeft, kort gezegd, met tijdelijke, externe

financiering, ontwerpgericht onderzoek gedaan om een zo goed mogelijk ontwerp voor het CTT te realiseren, met oog op de doorstroming naar Scalda. Het practoraat CTT is in 2019 en 2020 goed op stoom gekomen en heeft dit jaar zijn opdracht (bijdrage leveren aan hybride

onderwijsontwikkeling en

monitorontwikkeling) i.s.m. de docenten en management binnen de VKR goed vorm kunnen geven. 'Hybride' duidt hier op de samenwerking tussen vmbo, mbo, bedrijfsscholen en bedrijven binnen het CTT.

Op dit moment wordt gewerkt aan de afronding van het practoraat d.m.v. een publicatie (verwachte verschijningsdatum mei 2021). Het ontwerp is gereed en kan nu verder gemonitord blijven worden door de betreffende docent-onderzoekers.

Samenwerking met bedrijven geborgd

Door middel van een

CTT-verbindingsofficier is er een voortdurende verbinding van het bedrijfsleven met het onderwijs. Gastlessen, excursies, stages en opdrachten voor leerlingen en studenten worden hierdoor snel geregeld en tijdens CTT-netwerktafels

(domeintafels genaamd), twee keer per jaar, wordt de samenwerking per domein telkens geëvalueerd en bijgesteld. De netwerktafel in juni 2020 is vanwege COVID-19 niet doorgegaan, maar de bijeenkomst in nov/dec 2020 is succesvol online gehouden.

Thema 1 Beschrijving nulsituatie conform KA

Beschrijving ambitie

voor 2020 conform KA Evaluatie 2020 conform GJD Verklaring afwijkingen Totaal 4 innovatieve

opdrachten uit de businessclub

Om overlapping te voorkomen is In het CTT-bestuur besloten geen aparte businessclub op te richten. In plaats hiervan is gekozen voor de opzet van branchegerichte domeintafels, zoals hierboven genoemd, die minimaal twee keer per jaar gehouden worden. Er is voortdurend aandacht voor opdrachten vanuit het bedrijfsleven. Via de

verbindingsofficier van het CTT worden zo goed als mogelijk “echte opdrachten”

vanuit het bedrijfsleven aangeleverd. Deze opdrachten worden per domein tijdens de praktijklessen in het CTT van de VKR ingezet. In 2020 is een begin gemaakt met een cross-over-project in het CTT: het ontwerpen en inrichten van

techniekhuisjes. Diverse VKR-domeinen binnen het CTT en een deel van het mbo-ICT-domein hebben hier samengewerkt.

Voor 2021 wordt er verder ingezet op het binnenhalen van “echte opdrachten”.

1.3 Hybridisering:

Praktijkroute DVG

De praktijkroute horeca was begin 2019 nog niet gestart, economie alleen in het eerste leerjaar.

Start implementatie overig Zeeland

Walcheren; Horeca, is gerealiseerd.

Praktijkroute Economie per 21/22 wordt voorbereid.

Zeeuws-Vlaanderen; Commerciële en Zakelijke Dienstverlening uitbreiding met een 2e leerjaar is gerealiseerd.

Start Horeca en Toerisme is gerealiseerd in West Zeeuws-Vlaanderen, vanaf 20/21 in heel Zeeuws-Vlaanderen.

Schouwen-Duiveland; Horeca en Toerisme is gerealiseerd

Overige regio’s en crebo’s;

voorbereidingen Zuid Beveland voor Horeca, Economie en Toerisme zijn gestart, nog gaande. Verwachting is dat de samenwerkings-overeenkomsten in februari ’21 getekend zullen worden.

Samenwerking cluster Groen om Praktijkroute Dierverzorgende op te starten in Zeeuws-Vlaanderen loopt.

Thema 1 Beschrijving nulsituatie met een 2e leerjaar is gerealiseerd.

Verklaring

In 2020 zijn de trajecten Praktijkroute Entree (Participatielab) in samenwerking met de SW-bedrijven in Vlissingen en Zierikzee uitgevoerd. Dat heeft geleid tot de eerste diplomering van een aantal studenten in november/december. Dit ondanks de lockdown, die voor de SW-bedrijven tot gevolg had dat de

werkplaatsen een tijd gesloten waren. De werkpakketten op het gebied van scholing, organisatie en ontwikkeling zijn uitgevoerd. Scholing o.a op het gebied van het toepassen van de methode ‘werkstap’

voor docenten, trajectbegeleiders van de SW-bedrijven en externen. De organisatie om het onderwijs goed te kunnen regelen staat: de projectgroep zorgt voor de juiste randvoorwaarden en de stuurgroep (met directies en bestuurders) komt volgens planning regelmatig bijeen om de kaders te controleren en de voortgang te bespreken. Bijzonder is te vermelden dat in augustus 2020 ook is gestart met een derde hybride traject in

Zeeuws-Vlaanderen. Met de gemeente Terneuzen en Dethon is een groep van 15 studenten gestart met de opleiding. Dat verloopt op bijzonder plezierige wijze.

In totaal zijn ongeveer 35 studenten ingeschreven in de diverse trajecten.

Daarmee is de doelstelling bereikt.

In 2020 zijn de trajecten Praktijkroute Entree (Participatielab) in samenwerking met de SW-bedrijven in Vlissingen en Zierikzee uitgevoerd. Dat heeft geleid tot de eerste diplomering van een aantal studenten in november/december. Dit ondanks de lockdown, die voor de SW-bedrijven tot gevolg had dat de werkplaatsen een tijd gesloten waren.

De werkpakketten op het gebied van scholing, organisatie en ontwikkeling zijn uitgevoerd. Scholing o.a op het gebied van het toepassen van de methode ‘werkstap’

voor docenten, trajectbegeleiders van de SW-bedrijven en externen. De organisatie om het onderwijs goed te kunnen regelen staat: de projectgroep zorgt voor de juiste randvoorwaarden en de stuurgroep (met directies en bestuurders) komt volgens planning regelmatig bijeen om de kaders te controleren en de voortgang te bespreken. Bijzonder is te vermelden dat in augustus 2020 ook is gestart met een derde hybride traject in

Zeeuws-Vlaanderen. Met de gemeente Terneuzen en Dethon is een groep van 15 studenten gestart met de opleiding. Dat verloopt op bijzonder plezierige wijze. In totaal zijn ongeveer 35 studenten ingeschreven in de diverse trajecten. Daarmee is de

doelstelling bereikt.

Thema 1 Beschrijving nulsituatie conform KA

Beschrijving ambitie

voor 2020 conform KA Evaluatie 2020 conform GJD Verklaring afwijkingen alleen in het eerste jaar gestart, in de andere opleidingen is er nog geen praktijkroute.

Voorbereiding aansluiting ZPO op niveau 5 en 6;

start op VP 4

Vanuit het project ZPO worden binnen een zestal ouderenzorg organisaties leergemeenschappen opgezet. Studenten van Zorg en Welzijn van zowel Scalda en HZ University of Applied Sciences (HZ), evenals andere studenten die een link hebben met de leergemeenschap worden hierbij betrokken, zoals studenten engineering. De intentie van de op te zetten leergemeenschappen is de aankomende professionals van diverse opleidingsniveaus samen met

zorgprofessionals en cliënten en/of familie van de zorgorganisatie aan de hand van real-life cliëntenproblematiek te laten leren. Het gezamenlijke doel hierbij is interprofessioneel samenwerken bevorderen, samen kennis delen en ontwikkelen, hetgeen bijdraagt aan het individuele leerproces van elk betrokken individu en leidt tot een leven lang leren (Bielaczyc & Collins, 1999). Tevens kan door deze kennisdeling een kwalitatieve spin-off plaatsvinden binnen de

zorgorganisatie waar de leergemeenschap is gesitueerd.

Evaluatie pilots Pilot niveau 4 afgerond en geïmplementeerd

Aantallen zijn behaald: Momenteel 378 studenten in de ZPO, verdeeld over VZ/MZ niveau 3 bol en bbl en mbo

Verpleegkunde niveau 4 bol en bbl

1.6 Hybride

Om een vervolg te geven aan de eerste drie hybride leeromgevingen zijn de projecten geëvalueerd en lessons learned geformuleerd voor de op te starten hybride

Om een vervolg te geven aan de eerste drie hybride leeromgevingen zijn de projecten geëvalueerd en lessons learned geformuleerd voor de op te starten hybride

In document Geïntegreerd Jaardocument 2020 (pagina 147-187)