• No results found

Hoofdstuk 3: Kritiek en motivatie van de WNT

3.2 Contractsvrijheid en eigendomsrecht

3.2.1 Kritiekpunt: Contractsvrijheid en eigendomsrecht

Het reguleren van de toegestane beloning vormt een inbreuk op de contractsvrijheid en een beperking van het eigendomsrecht.

Het beginsel van contractsvrijheid is een van de grondbeginselen van het contractenrecht. Op basis van dit beginsel mogen partijen afspreken wat zij willen en hoe zij willen zonder enige vorm van inmenging van buitenaf. De contractsvrijheid heeft geen bepaling in de wet, maar heeft in het arbeidsrecht met name uitwerking in het recht op vrij collectief onderhandelen. Dit recht valt onder de reikwijdte van artikel 11 van het EVRM, het beginsel van

vakverenigingsvrijheid.51 De werkgever mag de arbeidsvoorwaarden wijzigen indien het gaat om redelijke voorstellen van de werkgever, waarbij de werknemer dit redelijkerwijs niet kan weigeren.52 In het geval van de WNT wordt er door een wetswijziging ingegrepen in de contracten tussen de topfunctionaris en de werkgever, waardoor de werkgever dit zal moeten doorvoeren in de arbeidsovereenkomst. Is een wetswijziging een redelijke grond voor de werkgever om het salaris fors te verlagen? Critici zijn van mening dat een substantiële verlaging van het loon in het algemeen niet redelijk is, omdat het betalen van loon de kernverplichting van de werkgever is.53

Het eigendomsrecht is neergelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Het eigendomsrecht kent drie hoofdregels: het beginsel van ongestoord eigendomsgenot, bescherming tegen de ontneming van eigendom en de mogelijkheid tot regulering van

51 EHRM 12 november 2008, nr. 34503/97 (Demir&Baykara/Turkije), alinea 107.

52 HR 11 juli 2008, NJ 2011, 185 (Stoof/Mammoet) en HR 26 juli 1998, JAR 1998, 199 ( (Van der Lely/ taxi Hofman).

53

Gundt 2012.

33

eigendom. 54 Het eigendomsrecht beschermt dus het eigendom van personen. Onder dit recht valt ook toekomstig eigendom, zoals toekomstig loon, indien het met voldoende zekerheid vaststaat.55 Een contractuele afspraak over loon zal onder het eigendomsrecht vallen en is beschermd tegen ontneming. Een contractuele ontslagvergoeding lijkt mij er niet onder te vallen, omdat het betrekking heeft op een onzekere gebeurtenis: je weet niet wanneer, hoe en waarom het ontslag zal plaatsvinden.

Er mag inbreuk worden gemaakt op het eigendomsrecht indien deze inbreuk bij wet is voorzien, het algemeen belang dient en er sprake is van fair balance. Fair balance houdt in dat de inbreuk op het eigendomsrecht proportioneel moet zijn. Bij de beoordeling van deze criteria hebben de lidstaten een ruime beoordelingsvrijheid (margin of appreciation).56 De WNT maakt inbreuk op het eigendomsrecht omdat bestaande afspraken over beloningen niet langer zijn toegestaan. De conclusie van het onderzoek van de Universiteit Leiden was dat het invoeren van de WNT zonder enige vorm van compensatie zeer waarschijnlijk strijdig zou zijn met het eigendomsrecht omdat het niet zou voldoen aan de eis van fair balance.57

3.2.2 Redenatie: Contractsvrijheid en eigendomsrecht

Is het gerechtvaardigd om een inbreuk te maken op de contractsvrijheid en het eigendomsrecht?

Mijns inziens zijn er in het arbeidsrecht allerlei beperkingen van de contractsvrijheid. Zo zijn er regels over het minimumloon, over de maximale arbeidsduur en over de

arbeidsomstandigheden. Deze regels zijn bijna allemaal opgesteld in het licht van de

beschermingsgedachte. Deze beschermingsgedachte ziet er op dat de werknemer de zwakkere partij is en dat deze beschermd dient te worden tegen de sterkere werkgever. Bij

topfunctionarissen lijkt deze beschermingsgedachte niet op te gaan, omdat zij over dusdanige kennis en vaardigheden beschikken dat zij als een gelijke van de werkgever moeten worden gezien. De contractsvrijheid is beperkt tot de grenzen die uit wet en regelgeving voortvloeien. De WNT kan worden gezien als slechts een aanvulling op de reeds bestaande grenzen.58 Wanneer men vanuit de leer van het wijzigingsbeding naar de inbreuk op contractsvrijheid kijkt, denk ik dat er wel sprake is van een redelijk voorstel om de arbeidsovereenkomst te wijzigen vanuit de werkgever, omdat de werkgever geen andere keuze heeft dan de wet na te

54

EHRM 23 september 1982, NJ 63164 (Sporrong & Lönnroth/Zweden). 55 EHRM 12 juli 2001 (Hans Adam II of Liechtenstein/Duitsland) 56 Barkhuysen, Emmerick & Barentsen 2009, p. 9.

57 Barkhuysen, Emmerick & Barentsen 2009, p. 17. 58

Verburg 2013.

34

leven. Indien de werknemer het aanbod tot verlaging van het loon niet accepteert, zal de minister het teveel betaalde alsnog terugvorderen, na oplegging van een dwangsom. Hiermee zullen beide partijen slechter af zijn dan wanneer de werknemer de loonsverlaging in de eerste plaats accepteert. Vanuit de werkgever bezien heeft de werkgever dus geen andere keuze dan de bestaande afspraken te wijzigen, maar de wetgever begaat hier wel een inbreuk op de contractsvrijheid. De werkgever en werknemer kunnen niet langer in vrijheid afspraken maken over de beloning, hoewel dat met de inachtneming van het minimumloon ook al niet kon.

Voor een gerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht moet de inbreuk ten eerste bij wet zijn voorzien. Hier is aan voldaan, aangezien de WNT is gepubliceerd in het staatsblad. Ten tweede moet er een algemeen belang worden gediend. In de eerste plaats voerde de wetgever aan dat er sprake was van een maatschappelijk debat waaraan gehoor dient te worden

gegeven. Dit vind ik persoonlijk een verkeerd argument voor een dergelijk ingrijpen op het eigendomsrecht. Een inbreuk op een fundamenteel recht dient in mijn ogen rationeel te worden onderbouwd en niet op basis van zogenaamde onderbuikgevoelens. Een argument dat wel hout snijdt is de verantwoording van overheidsuitgaven naar de belastingbetaler toe. Ik ben het er dan ook mee eens dat het algemeen belang wordt gediend door de WNT omdat het uitgeven van belastinggeld zorgvuldig en niet buitensporig dient te geschieden. Het laatste criterium waaraan moet worden voldaan is die van de fair balance. Blijkens het onderzoek van de universiteit Leiden zou er geen sprake zijn van fair balance wanneer de wetgever geen enkele vorm van compensatie biedt. De wetgever heeft hier op gereageerd door

overgangsrecht op te nemen in de WNT. Er is gekozen voor een ruime overgangsregeling van vier plus drie jaren. De eerste vier jaren blijven bestaande afspraken gehandhaafd. Daarna zal in drie jaren tijd worden afgebouwd naar het toegestane normbedrag. De WNT biedt hiermee een overgangsregeling van zeven jaar, wat mijns inzien een voldoende periode is. Zeker als men in aanmerking neemt dat een benoemingstermijn van een bestuurder vaak niet langer is dat vier jaren. Door een overgangsregeling op te nemen in de wet is mijns inziens voldaan aan de eisen die gesteld worden aan een rechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht. De wetgever beargumenteert tevens dat bestaande afspraken niet onbeperkt gerespecteerd kunnen worden, omdat dit er voor zou zorgen dat de personen die aanleiding zijn geweest voor de WNT, zelf geen effect zullen merken van de WNT.59 Dit lijkt mij een valide argument.

59

Memorie van toelichting, p. 30.

35

De Rechtbank Den Haag oordeelde in een zaak tussen zorgbestuurders en de Nederlandse Staat dat de WNT een gerechtvaardigde inbreuk vormde op het eigendomsrecht omdat de inbreuk bij wet was voorzien, de wetgever een ruime margin of appreciation toekomt en de proportionaliteit gewaarborgd is door middel van een ruime overgangsregeling.60 In een zaak met woningcorporaties oordeelde de Rechtbank Den Haag dat de wetgever bij het vaststellen van het algemeen belang geen blijk heeft gegeven van een totaal onredelijke redenering.61