• No results found

Dat context in RiC-CM een centrale plaats heeft is duidelijk, maar wat is voor de EGAD daarbij de leidende gedachte geweest: wat verstaat de samenstellende commissie onder ‘context’? In tegenstelling tot de vier voorgaande ICA-standaarden heeft RiC-CM een uitgebreide inleiding, die inzicht moet geven in de totstandkoming van de standaard en de ideeën die erachter zitten.

Daarmee is de inleiding op RiC-CM de aangewezen bron om het denken over context door de EGAD te achterhalen. Interessant is na te gaan hoe dit denken zich verhoudt tot de ontwikkeling in het denken over context zoals dat in hoofdstuk 2 uiteen is gezet. Gaat de EGAD daarin mee of blijft het vasthouden aan oude ideeën?

Bij de bespreking van de inleiding en de visie van de EGAD is het onmogelijk te ontkomen aan de kritiek die hierop geuit is. Zo stelt Duranti dat er bijvoorbeeld te weinig wordt gereflecteerd op het gebruik van ISAD(G) en aanverwante standaarden voor het vormen van RiC-CM.181 En de KVAN

laat in haar reactie weten dat het precieze doel van RiC-CM onvoldoende wordt toegelicht.182 Aan die

kritiek kan worden toegevoegd dat de EGAD geen duidelijke definitie of omschrijving geeft van wat zij onder ‘context’ verstaat. In de inleiding worden de verschillende lagen van het begrip, zoals uiteengezet in hoofdstuk 2, door elkaar gebruikt. ‘Context’ wordt vooral veel in brede zin toegepast, als de omgeving waarbinnen iets plaatsvindt. In een enkel geval wordt een specifieke contextsoort genoemd, zoals een sociale of documentaire context, maar dan zonder uit te leggen wat daaronder verstaan wordt. En helaas zonder daarbij aan te sluiten bij de theorie hierover, bijvoorbeeld bij de contextsoorten zoals gedefinieerd door MacNeil en Hofman.183 De verwarring is compleet wanneer

niet alleen gerefereerd wordt aan de context van archieven, maar ook nog eens aan de context waarbinnen RiC-CM is ontwikkeld (die van de samenleving en de internationale archiefgemeenschap) en de context waarin RiC-CM praktisch gebruikt zou kunnen worden (die van archivarissen).

180 Zie Hofman, ‘Een uitdijend heelal?’, pp. 62-63.

181 Duranti, Comments on “Records in Contexts” Issued by InterPARES Trust, pp. 3 en 4.

182http://kvan.nl/images/BRAIN_KVAN/RiCCM_Nederland_en_Vlaanderen_v170109_def2.pdf (laatst

geraadpleegd 16 juli 2018). Zie ook Furner, ‘‘Records in context’’, p. 51.

183 Datzelfde geldt voor de tussentijdse verslagen van de EGAD. Zie Committee on Best Practices and Standards

/ Sub-committee on archival description, Progress report for revising and harmonising ICA descriptive standards (z.pl., z.j.); G. Gueguen, V.M. Marques da Fonseca, D.V. Pitti en C. Sibille-de Grimoüard, ‘Toward an

International Conceptual Model for Archival Description: A Preliminary Report from the International Council on Archives’ Experts Group on Archival Description’, in: The American Archivist. Vol. 76, No. 2 (2013), pp. 566- 583; D. Pitti, B.-F. Popovici, W. Stockting en F. Clavaud, ‘Experts Group on Archival Description: Interim Report’, in: Girona 2014: Arxius I Indústries Culturals: Proceedings of the 2nd Annual Conference of Archives (2014),

www.girona.cata/web/ica2014/ponents/textos/id56.pdf (laatst geraadpleegd 17 juli 2018). Ook niet in B.F. Popovici, ‘Records in Contexts. Towards a New Level in Archival Description?’, in: Tehnični in vsebinski problemi klasičnega in elektronskega arhiviranja (Radenci, 2016), pp. 13-31.

38

Uit de inleiding komt wel naar voren dat de EGAD heeft geprobeerd een standaard op te stellen die aansluit bij het postmoderne paradigma, of in ieder geval lijkt de EGAD door de ideeën van dat paradigma beïnvloed te zijn. Zo wordt gesteld dat er met RiC bewust aandacht is voor digitale archieven en wordt er uitgegaan van een post-custodiale archivaris die niet langer hoeder is van archieven maar zorgdraagt voor het naar voren brengen van verschillende perspectieven en contexten.184 Een ander belangrijk punt hierin, dat samenhangt met ‘context’, is de kritiek van de

EGAD op het principle of provenance, dat zij opdelen in het principe van respect des fonds en dat van oorspronkelijke ordening. Waar ISAD(G) nog voor een groot deel is gebaseerd op die tweedeling, wordt die basis in RiC-CM in twijfel getrokken. Het principe van respect des fonds doet volgens de EGAD geen recht aan de sociale en materiële complexiteit waarbinnen archieven ontstaan. Dat zou vooral komen doordat er teveel uitgegaan wordt van één persoon of groep als archiefvormer.185 Hier

neemt de EGAD bewust afstand van ISAD(G), dat volgens hen vanwege de hiërarchische top-down benadering te weinig aandacht heeft voor de dynamiek van archief.186 Die dynamiek bestaat uit

meerdere personen en groepen die continue in contact met elkaar staan, die gezamenlijk documenten en archief vormen, en dezelfde documenten en stukken gebruiken en delen. Een netwerk dus waarbinnen archieven ontstaan en gebruikt worden. De EGAD concludeert dan ook het volgende: ‘All of these observations and more, lead to the conclusion that provenance is much more complex than the long established understanding of fonds.’187

In de inleiding van RiC-CM wordt ook ingehaakt op de kritiek die binnen het postmoderne paradigma is ontstaan op het principe van oorspronkelijke ordening. De EGAD herhaalt nog eens dat het grote probleem van het principe van oorspronkelijke ordening is, dat het zelden duidelijk is op welke ordening dan teruggegaan moet worden. Die vraag geldt zeker voor digitale archieven die binnen een netwerk van archiefvormers ontstaan. Het idee van oorspronkelijke ordening geeft iets weer van de staat van een archief op een bepaald moment in tijd. Maar, zoals de EGAD stelt, archieven zijn dynamisch en constant aan verandering onderhevig, en kunnen in de loop van de tijd meerdere keren herordend zijn.188

In de Handleiding van 1898 en ISAG(G) komt context vrijwel alleen naar voren in de

toepassing van de bovenstaande tweedeling van respect des fonds en oorspronkelijke ordening, maar in de inleiding van RiC-CM komt context expliciet ter sprake. Ook hiermee wordt aangesloten bij het postmoderne denken. Zo wordt gesteld dat archieven niet geïsoleerd mogen worden van de ‘sociaal- documentaire’ context waarin ze ontstaan zijn, omdat ze anders niet te begrijpen zijn.189 Het

beschrijven van de context van archieven is volgens de EGAD dan ook ‘essential to the preservation of records.’190 Maar het moet wel opgemerkt worden, dat men bij de bespreking hiervan in de

inleiding de begrippen ‘provenance’ en ‘context’ vaak door elkaar gebruiken en af en toe zelfs synoniemen lijken te zijn. Daarvoor is onder anderen door Douglas gewaarschuwd.191 Zo stelt de

EGAD: ‘RiC-CM aspires to reflect both facets of the Principle of Provenance, as these have

traditionally been understood and practiced, and at the same time recognize a more expansive and dynamic understanding of provenance.’ En dan, zeer typerend: ‘It is this more expansive

184 EGAD, Records in Contexts, pp. 2 en 6. 185 Zie o.a. EGAD, Records in Contexts, p. 11. 186 EGAD, Records in Contexts, p. 8.

187 EGAD, Records in Contexts, p. 5. 188 EGAD, Records in Contexts, p. 5. 189 EGAD, Records in Contexts, p. 4. 190 EGAD, Records in Contexts, p. 7. 191 Douglas, ‘Origins’, p. 37.

39

understanding that is embodied in the word “Contexts.”’ Door provenance gelijk te stellen aan context wordt het begrip ‘provenance’ wel erg ver opgerekt en andersom kan niet gesteld worden dat alle context onder provenance is te vatten. Hier had de EGAD preciezer kunnen zijn door provenance heel bewust als contextsoort te presenteren, naast allerlei andere soorten context.

De beperkte opvatting van ‘context’ is opvallend aangezien de EGAD in een eerdere versie van de inleiding nog schreef over de contexten van ‘creation, maintenance, use and custody.’192 En

ook wordt in een voorlopig verslag van de EGAD naar voren gebracht dat men bewust heeft gekozen voor de bredere term ‘context’. Zelfs wordt daarin opgemerkt dat context meer is dan provenance: ‘Also, it has been recognised that for promoting a full understanding of records, a notion of context, broader and thus more encompassing than provenance and original order, should be adopted by archivists.’193 Hoewel dergelijke uitgangspunten in de huidige inleiding niet naar voren komen, is het

heel goed mogelijk dat men bij het inrichten van de verschillende gegevensvelden van RiC-CM daarmee wel degelijk rekening heeft gehouden. Het zou goed geweest zijn als de inleiding van RiC- CM ook daadwerkelijk de ideeën achter de standaard had weergegeven. Nu lijken de inleiding en de daadwerkelijke standaard te weinig inhoudelijk een verband te hebben.