• No results found

Consolation strategies voor programmamakers

3: Consolation strategies

3.2 Consolation strategies voor programmamakers

Door de programmamakers worden ook consolation strategies toegepast. Er worden bewuste keuzes gemaakt om mogelijke schadelijke effecten van nieuws te voorkomen, maar voor deze keuzes worden over het algemeen geen specifieke regels of modellen gebruikt.136 Vaak worden de verschillende strategieën intuïtief door programmamakers toegepast. Ze gebruiken daarvoor de kennis die ze hebben opgedaan tijdens hun werk.137

De makers van jeugdjournaals gaan uit van een behoefte aan geruststelling bij hun publiek. Ze doen hun best om te voorkomen dat kinderen angstig worden van het nieuws. Ze kiezen voor mechanismen die het mogelijk maken om met verontruste gevoelens om te gaan: hulpverleners, telefoonnummers, emailadressen, websites.138

Walma van der Molen en de Vries (2003) hebben de consolation strategies opgesteld: een typologie van manieren om kinderen gerust te stellen als zij geconfronteerd worden met gewelddadig nieuws of ander nieuws waar kinderen van slag kunnen raken.139 Zij merkt daarbij op dat zo‟n strategie een relatief begrip is, omdat de invloed van de strategieën natuurlijk niet bij ieder kind hetzelfde is. Daarom bekijkt zij de consolation strategies gezien vanuit het perspectief van de redacteuren. Het gaat erom dat de makers van het nieuwsprogramma de intentie hebben om kinderen gerust te stellen. Die intentie kan op drie verschillende niveaus in het programma terugkomen. Deze niveaus worden weer verdeeld in verschillende subcategorieën. De verschillende niveaus zullen in de volgende paragrafen nader toegelicht worden en terugkeren in de inhoudsanalyse.

3.2.1 Programmaniveau

Ten eerste is er het programmaniveau. Op dit niveau worden keuzes gemaakt over het wel of niet laten zien van heftig nieuws. Vaak worden bij het NOS Jeugdjournaal heftige items tussen twee lichtere items geplaatst, de zogeheten sandwichformule.140 Dat doen de redacteuren omdat ze ervan overtuigd zijn dat heftig nieuws minder zwaar voelt als het wordt omringd door grappige of lichte items.141 In een later onderzoek van Nikken en Walma van der Molen (2002) wordt ook nog de rol van de presentator aan het model toegevoegd.142 Die studie benadrukt dat de teksten die door de presentator worden uitgesproken ook een rol kunnen spelen in het proces van geruststelling. Ze kunnen iets persoonlijks zeggen en verwijzen naar een plek waar kinderen terecht kunnen voor meer informatie of steun. Dat kan een hulptelefoonnummer zijn, maar ook de website van het

135 Idem

136 Nikken en Walma van der Molen, Operation Iraqi Freedom in Children‟s News, 179

137 Idem

138 Maire Messenger Davies, „Wat Good Came From It At Last? Ehtos, Style, and Sense of Audience in the Reporting of War By Children‟s News Programs‟, in Children and Media in Times of War and Conflict, ed. Dafna Lemish en Maya Gotz (Cresskill: Hampton Press Inc., 2007) 163

139 Walma van der Molen en de Vries, Violence and Consolation, 7

140 Ibidem, 8

141 Idem

programma zelf. Kinderen kunnen dan daar hun mening kwijt en eventueel meer informatie vinden.

Nikken en Walma van der Molen (2002) plaatsen dit element onder de strategieën op itemniveau maar in dit onderzoek wordt deze strategie onder het programmaniveau gerekend. Zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk benadrukt Matthews dat bij jeugdjournaals presentatoren een belangrijke rol hebben: ze zijn een persoonlijkheid die kinderen herkennen en leuk vinden.143 De manier van presenteren overstijgt het itemniveau omdat een bepaalde stijl van presenteren in het programma verwerkt zit. Daarom wordt de rol van de presentator hier onder het programmaniveau gerekend. Los van de inhoud van de presentatieteksten kan aan het model nog worden toegevoegd dat de manier van presenteren en de toon waarop gesproken wordt ook in een bepaalde mate geruststellend kunnen zijn. In dit onderzoek wordt dat buiten beschouwing gelaten omdat gezichtsuitdrukkingen moeilijk te uniformeren zijn. Dat geldt ook voor de houding van de presentatoren.

3.2.2 Itemniveau

Als tweede niveau onderscheiden Walma van der Molen en de Vries het itemniveau. Er wordt op dit niveau vooral gelet op het verhaal dat verteld wordt (de narratieve structuur) en de middelen die worden gebruikt om het verhaal te vertellen. Er zijn verschillende subcategorieën te onderscheiden. Ten eerste is er de uitleg van een expert die geruststellend kan werken. Een expert is een volwassene met kennis van zaken over het betreffende onderwerp die als een autoriteit betrouwbare uitspraken kan doen. Experts kunnen bijvoorbeeld benadrukken dat het nieuwsfeit dat wordt besproken heel ver weg is gebeurd, of ze kunnen proberen een positief element aan het verhaal te benadrukken. Zo kan een expert in het geval van een natuurramp aan kinderen uitleggen hoe zij de kinderen in het getroffen gebied kunnen helpen (door geld in te zamelen bijvoorbeeld). Hier dient bij te worden opgemerkt dat een volwassene in het Jeugdjournaal door de doelgroep snel wordt gezien als deskundige. Het is dus aan de redactie om zorgvuldig te kiezen welke volwassene er aan het woord komt.

Kinderen neigen vaak naar „wat als‟ gedachten als zij te maken krijgen met beangstigende nieuwsberichten. Ze stellen zich dan voor hoe het zou zijn als zij mee zouden maken wat ze net in het nieuws hebben gezien. Wat als ik in dat vliegtuig zat wat neerstortte? Of: Wat als ik ontvoerd zou worden?144 In zulke gevallen kan een expert uitleggen hoe vaak zoiets voorkomt en hoe groot de kans is dat het „jou‟ overkomt. Daarnaast kan de deskundige vertellen hoe kinderen er het beste mee om kunnen gaan als er zoiets gebeurt. Kinderen kunnen zich door uitingen van een expert begrepen voelen in hun angsten waardoor de angsten ook kunnen afnemen.145

Ten tweede kan het geruststellend werken om een verhaal vanuit het perspectief van een kind te vertellen. Dit kan aan de ene kant de zorg van een kind vergroten, omdat het verhaal persoonlijker is en de kinderen dan erg meevoelen met het kind waar het over

143 Matthews, It‟s All a Question of Form, 34

144 Keenan, Talking to Kids About Violence, 76

gaat. Aan de andere kant wordt het verhaal voor kinderen wel tastbaar waardoor ze het beter in perspectief kunnen plaatsen. Bovendien kennen die persoonlijke verhalen vaak een positief einde waardoor wordt voorkomen dat kinderen zelf gaan fantaseren over mogelijke gevolgen voor het kind.146 Ten derde kunnen reacties van kinderen gebruikt worden om gerust te stellen. Dat kan door reacties van kinderen voor te lezen die via de website of via e-mails binnen gekomen zijn. Maar dat kan ook door langs te gaan bij bijvoorbeeld een klas en kinderen op camera om een reactie te vragen.147

Er kunnen nog extra subcategorieën worden toegevoegd aan dit niveau. De mogelijkheid van geruststelling in de voice-over tekst wordt door Nikken en Walma van der Molen (2002) toegevoegd aan het model. In de tekst die in het item wordt uitgesproken kunnen geruststellingen worden verwerkt. Dat geldt ook voor de teksten van een verslaggever op locatie.148 Een verslaggever op locatie kan niet alleen een geruststellende werking hebben, het laat ook zien dat je als programma aanwezig bent bij een bepaald nieuwsfeit. Bovendien wordt de betrokkenheid van de kijkers vergroot wanneer ze een bekend gezicht op de plaats van de gebeurtenis zien.

Ook is in later onderzoek van Nikken en Walma van der Molen het gebruik van grafische elementen als geruststellingstrategie genoemd.149 Door kaartjes kan de afstand naar een bepaalde gebeurtenis duidelijk worden weergegeven en ingewikkelde zaken kunnen door middel van animaties duidelijk en speels worden uitgelegd.

3.2.3 Shotniveau

Het laatste niveau is het shotniveau.150 Op dat niveau kiezen Walma van der Molen en De Vries als subcategorie het uit de weg gaan van gewelddadig beeldmateriaal. Het gaat dan niet alleen om beelden van fysiek geweld, of de gevolgen van fysiek geweld. Ook natuurrampen en de vernielingen die daardoor zijn aangericht kunnen kinderen angstgevoelens bezorgen. Ook emotionele reacties van mensen, zoals verdriet of paniek, kunnen angst veroorzaken.

Naast het uit de weg gaan van gewelddadige beelden kunnen makers ook nog rekening houden met de camerapositie. Ook keuzes in cameraposities kunnen namelijk een vorm zijn van een geruststelling. Wanneer er bij heftig of aangrijpend beeld wordt gekozen voor shots die heel dichtbij staan, is er geen sprake van geruststelling, want de kijker wordt dan heel dicht bij de gebeurtenis gebracht. Met een wijder shot, waarbij meer een overzicht van de situatie wordt gegeven, wordt de afstand tot het onderwerp juist vergroot. Er zijn verschillende shots te onderscheiden151:

1. Een wijd shot is duidelijk van grote afstand gefilmd. Het geeft een overzicht op een groot oppervlakte.

2. Een totaalshot geeft een ook een overzicht van de situatie, maar iets minder veraf dan een wijd shot.

146 Nikken en Walma van der Molen, Operation Iraqi Freedom in Children‟s News, 181

147 Walma van der Molen en de Vries, Violence and Consolation, 8

148 Nikken en Walma van der Molen, Operation Iraqi Freedom in Children‟s News, 192

149 Ibidem, 192

150 Ibidem, 182

3. Bij een medium shot wordt een gedeelte van een groter plaatje weergegeven. Een klein groepje mensen die deel uitmaken van een grote groep bijvoorbeeld. Deze mediumshots zijn emoties van mensen niet overduidelijk zichtbaar.

4. Close-ups zijn shots die je vaak bij quotes ziet: een persoon is duidelijk zichtbaar, ook zijn of haar emoties zijn goed af te lezen. Maar het kan natuurlijk ook gaan om close-ups van dingen.

5. Extreme close-up geven maar een klein detail van een close-up weer. Een naald van een injectiespuit bijvoorbeeld.

6. Variabele camerapositie zijn beelden waarbij de cameraman in beweging was. Een andere subcategorie heeft te maken met het toevoegen of weglaten van geluid. Veel programma‟s voegen volgens Walma van der Molen en de Vries extra achtergrondgeluid toe, om beeld overtuigender te maken. Dat niet doen is dus een manier om de kijkers minder bang te maken. Een andere manier om kijkers gerust te stellen is door heftig geluid (bijvoorbeeld huilende mensen, schreeuwende mensen of oorlogsgeluid) juist extra zacht te maken.

Een laatste subcategorie is het voorkomen van herhaling van schokkende beelden in verschillende uitzendingen. Analyse op dit niveau is belangrijk omdat blijkt dat kinderen vooral bang worden van gewelddadige beelden, of beelden waarin duidelijk fysieke en emotionele schade te zien is.152 In dit onderzoek wordt de berichtgeving van het TMJ over de Mexicaanse griep gebruikt als casestudy. Hieronder wordt de casestudy besproken waarna op basis van voorgaande typologie het analysemodel wordt gepresenteerd.

3.3 Casestudy

Op basis van de hiervoor beschreven typologie zullen de items van het TMJ worden geanalyseerd. Op programmaniveau, itemniveau en shotniveau wordt gekeken welke van de hierboven beschreven geruststellingstrategieën gebruikt zijn. De typologie van geruststellingen van Walma van der Molen en de Vries zijn gebaseerd op analyses van onder andere het NOS Jeugdjournaal. Aangezien medewerkers van het TMJ veel trainingen hebben gekregen van redacteuren van het NOS Jeugdjournaal is de vraag die in dit onderzoek centraal staat gericht op de mate van het gebruik van die geruststellingstrategieën in het TMJ. Daartoe wordt een analyse gemaakt van de berichtgeving over een heftig onderwerp. In hoeverre maakt het TMJ gebruik van de geruststellingstrategieën die Walma van der Molen en de Vries hebben waargenomen in onder andere het NOS Jeugdjournaal?

Gekozen is voor een casestudy over de berichtgeving omtrent de Mexicaanse griep. In eerdere onderzoeken is vooral gekeken naar geruststellingen in items waar gewelddadige beelden in te zien waren. In de berichtgeving omtrent de Mexicaanse griep is geen sprake geweest van gewelddadige beelden, maar desondanks was het een onderwerp wat vele mensen, over de hele wereld, angst aanjoeg. Ook kinderen konden niet om het nieuws heen. Omdat het overal besproken werd, in nieuwsprogramma‟s, op internet, in gesprekken die ouders hadden, wisten zij wat er speelde. En zoals ze bij het

TMJ zeggen: “angst ontstaat bij ouderen en slaat dan over op de kinderen.”153 Ook voor kinderen zorgde de Mexicaanse griep voor onrust. Deze casestudy is dan ook gekozen om te kijken of en op welke manieren het TMJ probeerde dat gevoel van onrust weg te nemen of te verkleinen. De keuze voor dit onderwerp draagt bij aan de onderscheidende waarde van dit onderzoek. Nog niet eerder werd het gebruik van geruststellingstrategieën geanalyseerd in berichtgeving over een angstaanjagend nieuwsonderwerp, waarbij geen sprake is van gewelddadige beelden.

Allereerst zal een inleiding worden gegeven over de Mexicaanse griep in het algemeen. Daarna zal worden beschreven hoe de Mexicaanse griep en de onrust die daarmee gepaard ging in Suriname is verlopen.

3.3.1 Mexicaanse griep: onnodige paniek

In maart 2009 dook er een nieuw griepvirus op in Mexico. De varkensgriep, zoals het virus eerst werd genoemd breidde zich snel uit naar andere landen. Men vreesde voor een pandemie. De griep werd genoemd naar het land waar hij het eerst ontdekt was en deze Mexicaanse griep zorgde ervoor dat de gehele wereld zich ernstig zorgen maakte. Ultimo februari 2010 hebben wereldwijd 16.000 mensen de griep niet overleefd. In Nederland stierven tot die datum 57 mensen, van wie een groot deel al aan een andere ziekte leed.154

Achteraf gezien blijkt dat er overdreven veel paniek is gezaaid. Slechts weinig mensen die in volle gezondheid verkeerden zijn slachtoffer geworden van deze griep. Autoriteiten voorspelden grote aantallen doden. Het aantal mensen dat uiteindelijk overleed, lag veel lager. In het Verenigd Koninkrijk waren zo‟n 65.000 doden voorspeld. Er overleden er 360.155 Ook in Nederland werd de pandemie groots ingeschat. Er werden 34 miljoen vaccins ingekocht en daarvan werden er 14 miljoen gebruikt voor daadwerkelijke inentingen.156 Van de Nederlandse voorraad werden nog 280.000 vaccins doorverkocht aan Cyprus en Malta, maar het resterende deel was door de beperkte houdbaarheidsdatum zo goed als onbruikbaar.157 Daardoor belandden alleen al in Nederland vaccins met een geschatte waarde van 300 miljoen euro in de verbrandingsoven.158

Deze voorbeelden geven aan dat er wereldwijd grote angst was over de omvang van de Mexicaanse griep. Die angst leefde bij overheden, gezondheidsorganisaties en de bevolking. En die angst bleek ook uit de berichtgeving in de media.

Een nieuwsonderwerp als de Mexicaanse griep brengt voor de media een dilemma mee. Soms wordt er dusdanig veel aandacht (verdiend of onverdiend) aan een bepaald onderwerp geschonken dat het verandert in een mediahype. En een mediahype kan leiden tot de risico amplificatie. Dat betekent dat de eventuele gevolgen en risico‟s van een gebeurtenis steeds worden uitvergroot. Niet alleen door de media, maar ook door de regering en belangengroepen. Dit kan dan weer leiden tot een toenemend gevoel van

153 Bijlage 2: Vraaggesprek Soelami Kemble-Starke, Paramaribo 30 juni 2010

154 http://nos.nl/artikel/139326-who-griep-nog-niet-op-zn-retour.html 17-06-2010

155 http://www.europa-nu.nl/id/vidwefmc9ezd/nieuws/

raad_van_europa_autoriteiten_zaaiden?ctx=vi5sc6d6revo 17-06-2010

156 „Miljoenen Griepvaccins in de Verbandingsoven‟, NRC Handelsblad 27-07-2010

157 Monica Beek, „Vaccins Mexicaanse Griep zijn Weggegooid Geld‟, Algemeen Dagblad 10-05-2010

onrust bij het publiek.159 In het geval van de Mexicaanse griep kan de berichtgeving bij het publiek leiden tot een grotere angst voor de omvang en gevolgen van de griepepidemie.

Maar makers van nieuwsprogramma‟s kunnen door bewuste keuzes in hun berichtgeving de angstgevoelens en paniekgevoelens ook inperken. Een tegenstrijdige situatie dus: media dragen bij aan de vorming van mediahypes maar proberen tegelijk de toenemende verontrusting bij het publiek te remmen.

Hoe kan daarbij de rol van de jeugdjournaals worden gezien? Ze kunnen door geruststelling bijdragen aan het voorkomen van onnodige angst bij de kinderen. Maar door veel aandacht te besteden aan de Mexicaanse Griep wordt ook het angstgevoel versterkt. In dit onderzoek wordt daarom gekeken naar de manier waarop het TMJ heeft geprobeerd in hun berichtgeving te zorgen voor geruststelling bij de doelgroep.

3.3.2 De Mexicaanse griep in Suriname

In Suriname kwam de Mexicaanse griep relatief laat opzetten. Eind april 2009 komt het bericht over een nieuwe varkensgriep via de Surinaamse media naar buiten. Het virus is dan nog niet in Suriname, maar duidelijk is wel dat het virus zich snel verspreidt en dat de kans bestaat dat het virus wel in Suriname komt. “Indien dat gebeurt, dan bestaat de mogelijkheid dat reeds twee maanden nadat het eerste geval van varkensgriep in Suriname is geconstateerd, 30% van de Surinaamse bevolking ziek zal worden. Hoe ernstig de ziekte zal zijn, weet men nog niet.160” reageert arts Wim Bakker in de media. Meteen wordt ook bericht over de manieren om een snelle besmetting te voorkomen: vaak handen wassen en tissues gebruiken. Maar ook meer verontrustende berichten verschijnen in de kranten. Bijvoorbeeld over het tekort aan het medicijn Tamiflu. Ook worden reizigers die Suriname binnenkomen strenger gecontroleerd. Er wordt al gesproken over een pandemie: een wereldwijde epidemie. 161

In de maand mei wordt in de media aandacht besteed aan de ontwikkeling van varkensgriep, inmiddels Mexicaanse griep genoemd in de rest van de wereld. De bevolking krijgt tips over de beperking van besmetting en er wordt aangegeven wat het behandelplan is in geval van ziekte.

Op 15 juni 2009 worden de eerste gevallen van Mexicaanse griep in Suriname bekend. Van een volleybalteam dat naar Trinidad en Tobago was geweest om mee te doen aan het wereldkampioenschap blijkt bij terugkomst begin juni de helft van de spelers ziek. Zij worden positief op de Mexicaanse griep getest. Ook twee kinderen van de spelers raken met de griep besmet.162 Dat is de reden waarom op 17 juni 2009 de crèche waar een van de besmette kinderen op zit gesloten wordt. Hennah Draaibaar doet als NOS -correspondente verslag op Radio 1 van de situatie in Suriname. Ze benadrukt dat de overheid ervoor probeert te zorgen dat er geen paniek uitbreekt. Telkens weer wordt benadrukt dat Mexicaanse griep niet ernstig is, zelfs minder ernstig dan de gewone griep.

159 Peter Vasterman, „Media en Rampen‟, Psychologie en Gezondheid 36 (2008) 3:108

160 http://www.dbsuriname.com/archief/nat/2009/apr09/29-04-09/Nat_Wim%20Bakker%20over% 20voorkomen%20varkensgriep%20in%20Suriname.asp 24-10-2010

161 http://bvg2.bedrijvengidssuriname.com/index.php/Nieuws/onvoldoende-medicamenten-tegen-varkensgriep.suriname 24-10-2010

De bevolking heeft al genoeg gehoord over de Mexicaanse griep in andere delen van de wereld: “Er is een run ontstaan op mondkapjes en op desinfecterende handzeep die je kunt gebruiken zonder water, aldus Draaibaar vanuit Paramaribo.163 Een groot probleem is op dat moment dat Suriname niet zelf de testen kan uitvoeren waardoor besmetting met de Mexicaanse griep kan worden vastgesteld. Daarvoor moeten de testen naar het naastgelegen Frans-Gyuana of naar Trinidad worden opgestuurd.164

Na de schrik van de eerste besmettingen lijkt de griepgolf toch mee te vallen: op 7 juli 2009 zijn er vijftien griepgevallen vastgesteld. Tot die tijd zijn media wel blijven berichten over de ontwikkelingen van de griep in de rest van de wereld. In ziekenhuizen staan extra bedden en medicijnen klaar, maar het lijkt erop dat de griepgolf gestabiliseerd