• No results found

7. Conclusies, Aanbevelingen en Reflectie

7.1. Conclusies

In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de volgende vraag: Op welke wijze vult de

Provincie Zuid-Holland op dit moment haar rol omtrent klimaatadaptatie in en wat is een gewenste invulling voor de toekomstige rol? Daarvoor is ten eerste onderzoek gedaan naar de

huidige rol van de Provincie Zuid-Holland en hoe deze beoordeeld wordt door verschillende organisaties binnen de provincie Zuid-Holland. Ten tweede is gekeken hoe deze organisaties de toekomstige rol van de Provincie Zuid-Holland zien. Ten derde is onderzocht hoe de Provincie Noord-Brabant en de Provincie Overijssel hun rol invullen en wat de Provincie Zuid- Holland daarvan kan leren.

Huidige rol

De Provincie Zuid-Holland geeft aan op dit moment nog in de verkennende fase te zitten wat betreft klimaatadaptatie. Veel van de in de theorie geïdentificeerde taken worden uitgevoerd, maar vaak in beperkte mate. Ook worden een aantal taken niet uitgevoerd. De huidige rol van de Provincie Zuid-Holland ligt nadrukkelijk op het faciliteren. Er wordt sterk ingezet op het genereren en verspreiden van kennis, door het maken en beschikbaar stellen van de klimaat(effect)atlas en het laten doen van onderzoek. Deze kennisrol blijkt met name uit de interviews. Door de respondenten van het surveyonderzoek wordt deze rol minder herkend. Andere duidelijke zichtbare taken zijn die van het stimuleren van een verscheidenheid aan aanpassingsstrategieën en –opties en het bevorderen van interactie/opbouwen dialoog. Een tweede functie die in grote mate wordt uitgevoerd is de verbindende functie. De Provincie Zuid- Holland heeft een bestuurlijk en ambtelijk netwerk met gemeenten en waterschappen. Hierin wordt geprobeerd de gezamenlijke belangen op regionaal niveau te benadrukken. Ook wil de Provincie partijen samenbrengen door netwerken te linken en bijeenkomsten te organiseren. Dit wordt herkend in het surveyonderzoek. De focus ligt bij deze twee functies voornamelijk op gemeenten en waterschappen.

De politiek-bestuurlijke rol is op dit moment beperkt. Er is (nog) geen sprake van formele besluitvorming en er is slechts beperkt budget vrijgemaakt. Ook speelt de Provincie Zuid-Holland volgens de interviews geen rol in het voorzien in een rol-/taakverdeling voor betrokken partijen. Resultaten van het surveyonderzoek geven echter aan dat de Provincie dat wel doet. Wat betreft deze taak bestaat dus een verschil tussen de eigen perceptie van de Provincie Zuid-Holland en de organisaties binnen de Provincie Zuid-Holland.

162

Het meest lastig blijken de adaptieve en verspreidende functie. Er is wel een ambitie vastgelegd over klimaatadaptatie, maar deze is nog erg algemeen. De Provincie Zuid-Holland is zoekende hoe zij een rol kan spelen bij het stimuleren en verspreiden van innovaties. Ook zijn de taken die bij deze functies horen het meest onbekend bij de andere organisaties. De resultaten van het surveyonderzoek bevestigen dit beeld. Voor respondenten blijken de taken behorende bij deze functies vaak onbekend of ze zijn van mening dat deze nauwelijks of niet worden uitgevoerd.

Toekomstige rol

Voor de toekomstige rol geven respondenten van de Provincie Zuid-Holland aan dat de politiek- bestuurlijke functie sterker mag worden uitgevoerd. Ze willen daarbij inzetten op het maken van politieke keuzes (formele besluitvorming) en politieke zichtbaarheid. Ook de respondenten van het surveyonderzoek vinden deze taak belangrijk. Nog veel belangrijker vinden zij de taak rondom het vrijmaken van budget voor klimaatadaptatie en ze zijn dan ook van mening dat dit in veel grotere mate moet gebeuren in de toekomst. Dit zou kunnen in de vorm van subsidies voor bijvoorbeeld het uitvoeren van de stresstesten en het organiseren van risicodialogen. Wel vinden een aantal respondenten dat de Provincie Zuid-Holland kaders moet geven in aanvulling op het Deltaprogramma en kaders of regelgeving moet vaststellen voor nieuwbouw. Ook vinden drie respondenten dat de Provincie Zuid-Holland meer moet inzetten op integratie van de verschillende betrokken beleidsvelden.

De faciliterende functie moet volgens de resultaten van de interviews en het surveyonderzoek een belangrijke en aanwezige rol blijven voor de Provincie Zuid-Holland. Uit de interviews blijkt wel dat deze functie in iets mindere mate en met een andere focus moet worden uitgeoefend. Gemeenten en waterschappen zullen een grotere rol krijgen in plaats van de Provincie. Ook denken de respondenten dat de faciliterende rol minder gericht zal zijn op kennis, maar mee rop het instrumentarium waar andere partijen gebruik van kunnen maken. Uit het surveyonderzoek blijkt dat de kennisrol nog wel (zeer) belangrijk wordt gevonden door organisaties binnen de provincie. Taken waarvan de meeste respondenten vinden dat deze in de toekomst in (veel) grotere mate moeten worden uitgevoerd betreffen het afstemmen van werkzaamheden voor klimaatadaptatie van verschillende overheidslagen, het stimuleren van klimaatadaptatie door het verminderen van regels en het betrekken van alle relevante partijen. De taken over het verzamelen en verspreiden van kennis, het informeren over risico’s en consequenties van klimaatverandering en het organiseren van bijeenkomsten moeten vooral in

163

dezelfde mate worden vervuld volgens de respondenten. In aanvulling op de bestaande taken vinden respondenten van het surveyonderzoek dat de Provincie Zuid-Holland een goede website/kennisbank met informatie/best practices moet opzetten, ook moet zorgen voor kennisuitwisseling tussen provincies onderling en de verbinding moet maken tussen regionale en lokale initiatieven.

Respondenten van de Provincie Zuid-Holland ziet het verbinden van partijen als een rol die blijft bestaan in de toekomst. De nadruk ligt daarbij op het bovenlokale, regionale niveau. Uit de enquête blijkt dat respondenten met name vinden de Provincie Zuid-Holland in (veel) grotere mate samenwerking tussen partijen moet stimuleren. De andere drie taken worden ook als (zeer) belangrijk gezien, ongeveer de helft van de respondenten vindt dat deze taken in (veel) grotere mate moeten worden uitgevoerd. Hierbij wordt aangegeven dat ook moet worden opgezet op verbinding met maatschappelijke opgaven en niet alleen overheidspartijen en dat de opgaven aan elkaar moeten worden verbonden, waardoor een integrale aanpak ontstaat.

Wat de adaptieve functie is de Provincie Zuid-Holland nog zoekende naar haar rol. Daarom hebben de respondenten van de Provincie zelf daarover geen uitspraken gedaan. Wel willen zij, zoals gezegd, in toekomstig beleid ruimte geven voor innovaties. Echter, de respondenten uit het surveyonderzoek zien hier een duidelijke rol voor de Provincie Zuid-Holland weggelegd. Zij vinden bijna allemaal dat de Provincie in de toekomst in (veel) grotere mate budget moet vrijmaken voor innovatieve (pilot) projecten, ruimte moet geven in wet- en regelgeving om dingen uit te proberen in het kader van klimaatadaptatie en out of the box denken moet stimuleren. Het stellen van ambities wordt het minst vaak belangrijk gevonden. In aanvulling op bestaande taken wordt door respondenten gevraagd om inzet op procesinnovaties: ‘integraal kijken en samen ontwikkelen’, dus bij plannen de langetermijnopgaven, maar ook beheersaspecten al meenemen, en het verbinden van budgetten.

Voor de toekomst hebben de respondenten van de Provincie Zuid-Holland geen uitspraken gedaan over de verspreidende functie. Wel blijken beide taken, het vertellen over en lobbyen voor innovaties in het kader van klimaatadaptatie bij bestuurders van verschillende organisaties (zeer) belangrijk te worden gevonden. De meeste respondenten van het surveyonderzoek vinden dat ook dat deze taak in de toekomst in (veel) grotere mate moet worden vervuld in de toekomst. Ten slotte geven respondenten aan dat de Provincie Zuid-Holland moet aansluiten bij (innovatieve) initiatieven voor samenwerkende gemeenten en bewoners en deze functie niet

164

alleen moet richten op bestuurders maar ook op gemeenteraden, ambtelijke organisaties en burgers.

Bij de resultaten van het surveyonderzoek is ook gekeken of er een samenhang bestaat tussen bepaalde leiderschapsfuncties/-taken en het soort organisatie waarbij de respondenten werken. Met andere woorden: er is gekeken of een bepaald soort organisatie voorkeur heeft voor een leiderschapsfunctie. Bij geen van de taken bleek een correlatie (die sterk genoeg is) te bestaan met een bepaald soort organisatie. Statistisch gezien heeft dus geen van de soorten organisaties voorkeur voor een leiderschapsfunctie. Echter, als naar de tabellen behorende bij paragraaf 4.6.2 wordt gekeken blijkt wel degelijk dat bepaalde soorten organisaties vaker kiezen voor de antwoordoptie ‘Deze taak moet in de toekomst in (veel) grotere mate worden uitgevoerd’. Bij de politiek-bestuurlijke functie bleken landbouw-/natuurorganisaties bij elke taak aan te geven dat deze (zeer) belangrijk is en dat deze in de toekomst in (veel) grotere mate moet worden uitgevoerd. Bij de faciliterende functie geldt dit vooral voor drinkwaterbedrijven. Bij de verbindende functie is het beeld wat diffuser kan een dergelijke uitspraak niet worden gedaan. Bij de adaptieve functie zijn twee van de vier taken voor alle soorten organisaties (zeer) belangrijk en vinden alle soorten organisaties deze in de toekomst in (veel) grotere mate moet worden uitgevoerd. Bij de taken over het stellen van ambities en het stimuleren van out of the

box denken geldt dit met name voor grote gemeenten, drinkwaterbedrijven en andersoortige

organisaties. Van de taken die horen bij de verspreidende functie vinden bijna alle soorten organisaties dat deze in de toekomst in (veel) grotere mate moet worden uitgevoerd.

De behoefte aan leiderschap door de Provincie Zuid-Holland blijkt dus met name bij drinkwaterbedrijven en landbouw-natuurorganisaties te liggen.