• No results found

§ 5.2 Toetsing praktijkinitiatieven

Hoofdstuk 6 Conclusies & Aanbevelingen

Aan het begin van dit rapport is een onderzoeksvraag opgesteld. Als afsluiting van het onderzoek moet blijken of antwoord op de onderzoeksvraag gegeven kan worden.

De onderzoeksvraag luidt:

Hoe kan het bouwverkeer in de stadsregio Rotterdam gereduceerd worden waardoor de luchtkwaliteit verbeterd, en congestie in het verkeer minder wordt?

§ 6.1 Conclusie en Aanbeveling rekenmodel

§ 6.1.1 Conclusie rekenmodel

Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat het mogelijk is om door middel van het ontwikkelde rekenmodel de intensiteit en de emissies van het bouwverkeer in beeld te brengen. Hiervoor zijn de gegevens van het te realiseren bouwwerk (de begroting, de planning, de lijst van leveranciers en onderaannemers) en de gegevens van de transportmiddelen (laadvermogens en emissiefactoren) benodigd.

Door het bestaand en het verbeterd rekenmodel met elkaar te vergelijken is naar voren gekomen dat verbeteringen zijn doorgevoerd omdat het rekenmodel gebruiksvriendelijker is geworden, de project- en transportafhankelijke gegevens kunnen afzonderlijk worden ingevoerd en aangepast waardoor het rekenmodel geschikt is geworden om op andere bouwprojecten toe te passen. Ondanks deze verbeteringen blijft het rekenmodel drie zwakke punten bevatten. Het invoeren van de projectafhankelijke gegevens in het rekenmodel neemt veel tijd in beslag. Het berekenen van de totaal effecten per bouwweek (stap VII) verloopt handmatig en de marges tussen de aannames en de werkelijkheid (praktijk) zijn niet (helemaal) weggewerkt. Mede hierdoor zijn de resultaten uit het rekenmodel een indicatie van wat de werkelijkheid zou kunnen zijn.

§ 6.1.2 Aanbevelingen rekenmodel

Door de verbeteringen aan het rekenmodel zijn stappen vooruit gezet naar een meer betrouwbare rekenmodel, maar om het rekenmodel meer waarde te geven moeten nadere aanpassingen en verbeteringen worden gemaakt. De eerste stap is de structuur van het rekenmodel zo aanpassen dat de tijd dat de invoer van de projectafhankelijke gegevens in beslag neemt tot een minimum wordt beperkt. In het bestaand rekenmodel wordt de projectafhankelijke gegevens bij stap II aan de planning geïntegreerd/gekoppeld. In het verbeterd rekenmodel is het structuur aangepast zodat de koppeling bij de invoer van de projectafhankelijke gegevens plaatsvindt. Een verbetering hierop is de praktijkafhankelijk gegevens aan de lijst van de leveranciers en onderaannemers te integreren/koppelen waardoor de invoer van de begroting komt te vervallen. Het aantal leveranciers en onderaannemers is namelijk aanzienlijk korter vergeleken met de bouwmaterialen, bouwproducten en bouwmaterieel dat in de begroting zijn opgenomen.

Daarnaast is het van belang om een methode te vinden om de aannames zo nauwkeurig mogelijk te kunnen bepalen. De juistheid van bijvoorbeeld het aangenomen laadvermogen heeft invloed op de intensiteit en de aangenomen emissiefactoren hebben invloed op de totale emissies van het bouwverkeer. Het is dus wenselijk om een onderzoek naar de eenheden van laadvermogens (kg, m3 en stuks) van de

verschillende leveranciers en vervoerders te doen. Hierdoor zullen voor de verschillende materialen een standaard laadvermogen kunnen worden bepaald met gegevens die uit de praktijk zijn afgeleid.

Dit geldt ook voor de emissiefactoren. Uit het onderzoek moet blijken wat en/of hoe een geschikt (juist) en praktijkgericht aanname bepaalt kan worden.

Jonathan Leest, 2013 Bouwverkeer en luchtkwaliteit in de stadsregio Rotterdam 37 In dit rapport is het rekenmodel op twee bouwprojecten toegepast wat aangeeft dat het rekenmodel nog niet geschikt en/of betrouwbaar genoeg is. Het rekenmodel moet op meerdere bouwprojecten toegepast worden en belangrijker is dat feedback met de praktijk plaatsvindt om het rekenmodel waar nodig bij te stellen om het rekenmodel geschikter en betrouwbaarder te maken.

Een zeer belangrijk onderdeel dat nog ontbreekt, is de mogelijkheid om mogelijke reductiemaatregelen en vervoerskosten in te voeren om een indicatie te krijgen van de impact van het bouwverkeer in ritten, kilometers, emissies en kosten voor en na het invoeren van maatregelen. Het is wel belangrijk dat de verschillende maatregelen afzonderlijk ingevoerd, berekend en aangetoond kunnen worden.

De hierboven genoemde aanbevelingen kunnen allen bereikt worden als het rekenmodel aan een 3D of zelfs 5D tekenprogramma (bijvoorbeeld BIM) wordt gekoppeld. In een 3D tekenprogramma wordt een 3D-model van het uit te voeren bouwwerk getekend waarbij de benodigde hoeveelheden bouwmateriaal of bouwproduct gedefinieerd zijn. Door tijd aan het 3D-model toe te voegen kan de (uitvoerings)planning afgeleid worden (4D) en door het toevoegen van kosten wordt een overzicht van de bouwkosten gecreëerd (5D). Naast de bouwkosten is het noodzakelijk om ook de transportkosten, leveranciers met bijbehorende laadvermogens en Euronormen en de onderaannemers inclusief aantal personen per voertuig aan de bouwmaterialen en/of bouwproducten te definiëren. Hierdoor zal het eenvoudiger worden om het bouwverkeer in beeld te brengen.

Dit geeft aan dat in een 5D tekenprogramma veel voor het rekenmodel bruikbare informatie al in het tekenwerk (ontwerp) verwerkt is of toegevoegd kan worden. Een onderzoek naar de mogelijkheden om het rekenmodel en de benodigde informatie aan een tekenprogramma toe te voegen is zeer wenselijk.

§ 6.2 Conclusies en Aanbevelingen Analyse

§ 6.2.1 Conclusie Analyse

Het bouwverkeer dat tijdens de uitvoeringsfase van een bouwproject ontstaat, zorgt voor extra wegverkeer in de binnenstad. Dit bouwverkeer bestaat uit vracht- en personenverkeer. Al het bouwverkeer van de in uitvoering zijnde bouwprojecten in de binnenstad betekend een toename van het verkeer waardoor het risico op verkeerscongestie vergroot wordt. Bovendien zorgt dit extra verkeer ook voor een toename van de luchtvervuiling wat negatieve gevolgen voor de mens en milieu heeft.

Om de intensiteit en emissies van het bouwverkeer in kaart te brengen en te analyseren is een rekenmodel ontwikkeld. In deze tool zijn de projectafhankelijke en transportafhankelijke gegevens van twee referentieprojecten stapsgewijs ingevoerd waardoor de intensiteit van en de emissies door het bouwverkeer van deze referentieprojecten in tabellen en grafieken in beeld zijn gebracht.

Uit de analyse is gebleken dat de intensiteit van de personeelsstroom (personenverkeer) hoog is vergeleken met de materiaalstroom. Dit zorgt voor extra wegverkeer in de binnenstad en aangezien niet op de bouwplaats geparkeerd kan of mag worden zorgt deze situatie voor parkeerproblemen in de directe omgeving van de bouwlocatie.

Daarnaast is naar voren gekomen dat de materiaalstroom (vrachtverkeer) de grootste bijdrage heeft als het gaat om de emissie van CO2, NOx en PM10. Dit komt doordat de emissiefactor van een vrachtauto

vier maal groter is vergeleken met een personen- of bestelauto.

De analysen geven aan dat het aantal uitgestoten CO2, NOx en PM10 afhankelijk van de vervoersafstand

is.

Om een reductie van het bouwverkeer te bereiken zijn verschillende mogelijkheden onderzocht. Op basis hiervan is gebleken dat het beperken van ‘vuil’ vrachtverkeer door het realiseren van een milieuzone effectief is. Hierdoor kunnen vrachtauto’s met zeer slechte emissies het aangegeven gebied in de binnenstad niet betreden. Dit beperkt de luchtvervuiling in de binnenstad.

Wat betreft de intensiteit van het personenverkeer is het inzetten van een pendeldienst de meest effectieve mogelijkheid om het personenverkeer in de binnenstad te reduceren. Het personeel van zowel

Jonathan Leest, 2013 Bouwverkeer en luchtkwaliteit in de stadsregio Rotterdam 38 de aannemer en de onderaannemers parkeren op een locatie buiten het stadscentrum. Vanaf dit punt wordt het personeel met een bus naar de bouwlocatie vervoerd. Hierdoor wordt het mogelijk extra verkeer in de binnenstad te voorkomen. Ook wordt voorkomen dat het aantal parkeergelegenheden door het bouwpersoneel wordt gebruikt waardoor minder parkeergelegenheden beschikbaar blijven voor de overig stadsbezoekers.

Een zeer effectieve mogelijkheid om de intensiteit van het goederenvervoer in de binnenstad te reduceren is door het samenvoegen van de verschillende leveringen tot één levering door één vervoerder in combinatie met een bouwlogistiek HUB. Dit geeft niet alleen een reductie van de intensiteit van het goederenverkeer, maar ook een reductie van de afgelegde kilometers en dus ook een reductie van de emissies binnen en buiten de stad. De vervoerder heeft namelijk de mogelijkheid om zelf de logistiek in te plannen waardoor een reductie in kilometers en dus ook emissies wordt bereikt.

Met de hierboven genoemde mogelijkheden wordt niet alleen het bouwverkeer in de binnenstad gereduceerd waardoor de luchtkwaliteit verbeterd en opstopping in het verkeer wordt voorkomen, maar minder bouwverkeer in de binnenstad betekend een goed bereikbaar, leefbaar en veilige stad.

§ 6.2.2 Aanbevelingen Analyse

Het bouwverkeer dat uit materiaal- en personeelsstroom bestaat komt in de vier bouwfasen tijdens de uitvoering van een bouwwerk voor. Het is in voordeel van de stad als het bouwverkeer tot een minimum wordt beperkt. Hiervoor is in §6.2.1 toegelicht wat de mogelijkheden zijn om het bouwverkeer te beperken en/of reduceren. Uit de resultaten van de geanalyseerde bouwprojecten is naar voren gekomen dat de effecten van het bouwverkeer in de verschillende bouwfasen verschillend zijn. Het is dus van belang om de reductiemogelijkheden in de juiste bouwfase toe te passen en waar mogelijk gezamenlijk. Zo is de inzet van een pendeldienst het meest effectief in de bouwfasen gevel/dak en afbouw. In deze bouwfasen is de intensiteit van het personenverkeer het grootst.

Het toepassen van de reductiemogelijkheden is niet mogelijk zonder financiële investering. Denk bijvoorbeeld aan een aangepaste bus dat als pendeldienst kan worden ingezet en de kosten voor het realiseren en sturen/onderhouden van een bouwlogistiek HUB. Het is dus verstandig dat de gemeente het initiatief neemt en proactief meedenkt en/of meewerkt om deze reductiemogelijkheden te realiseren. In de rol van overheid is de gemeente in staat om openbare ruimten met eventuele financiële ondersteuning te faciliteren die als bouwlogistiek HUB ingericht kunnen worden.

Dit onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de effecten van het bouwverkeer en reductiemogelijkheden aanreiken die de effecten van het bouwverkeer tijdens de bouwwerkzaamheden reduceren. In principe wordt hier achter de feiten gelopen omdat het bouwverkeer in een eerdere stadium bepaald wordt, namelijk in de ontwerpfase. In de ontwerpfase wordt de bouwmethode en dus ook de toe te passen bouwmaterialen en bouwproducten vastgelegd. Aan het type bouwmateriaal of bouwproduct behoort een laadvermogen wat de aantal te maken ritten bepaalt. In dit afstudeeronderzoek is op basis van twee bouwprojecten de te verwachten ritten voor de verschillende bouwmaterialen of bouwproducten in kaart gebracht. Dit zegt niets over de aanleiding die tot het toepassen van de bouwmaterialen of bouwproducten heeft geleid. Een vervolgonderzoek gericht op de ontwerpfase moet inzicht geven in de aanleidingen die invloed op de materiaalkeuze en eventuele toegepaste bouwmethode hebben. Hierdoor kan in een vroeg stadium in het bouwproces (ontwerp) rekening worden gehouden met het bouwverkeer dat in een latere stadium in het bouwproces (uitvoering) voor komt.

Jonathan Leest, 2013 Bouwverkeer en luchtkwaliteit in de stadsregio Rotterdam 39

Literatuurlijst

Afbouwbox. (2013, Juni). Opgehaald van www.afbouwbox.nl: http://www.afbouwbox.nl/

Agency, E. E. (2013). maps and graphs. Opgeroepen op mei 21, 21, van www.eea.europa.eu: http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/figures/evolution-of-co2-emissions-from-1 Amsterdam, I. (2013, mei 14). Opgehaald van www.iba.amsterdam.nl:

http://www.iba.amsterdam.nl/?ActItmIdt=180298&ActLbl=pagina Bedrijfsadvies, E. (2007). Besparen in ketens - Bouwlogistieke keten.

Betonson. (2013, Juni). Opgehaald van www.betonson.nl: http://www.betonson.com/plus-producten/hvp200-

11/default.aspx

Bosman, B. (2012, 27 november 27). Slavenburg, Project Blaakhaven. (J. Leest, Interviewer)

DeWithPallets. (2013, juni). Opgehaald van www.dewithpallets.nl: http://www.dewithpallets.nl/europallets

Eendragtspolder. (2013, mei 21). Opgehaald van www.eendragtspolder.nl: http://www.eendragtspolder.nl/index/pagina/86/Watkomtwaar

Eesteren, B. &. (2013). projecten. Opgeroepen op mei 21, 2013, van www.boele.nl: http://www.boele.nl/project.php?project=183

EICB. (2013, maart 26). milieu. Opgehaald van www.informatie.binnenvaart.nl: www.informatie.binnenvaart.nl/milieu/216.html

Eindhoven, T. U. (2013, mei 14). Opgehaald van http://w3.tue.nl/nl/:

http://w3.bwk.tue.nl/nl/unit_sdct/uitvoeringstechniek/afstudeerverslagen/2010_heden/wetering_rla_ van/

Emissieregistratie. (2013, mei 21). documentatie. Opgehaald van www.emissieregistratie.nl:

http://www.emissieregistratie.nl/ERPUBLIEK/documenten/Lucht%20(Air)/Verkeer%20en%20Vervo er%20(Transport)/Klein%20et%20al.%20(2012)%20Methoden%20voor%20berekening%20van%20e missies%20door%20mobiele%20bronnen%20in%20NL%20-%20tabellenset.xls#'1.14'!A1

Encyclo. (2013). luchtkwaliteit. Opgeroepen op maart 26, 2013, van www.encyclo.nl: www.encyclo.nl/begrip/luchtkwaliteit

Flapper, H. (2011). Jellema 12 Uitvoeren De Techniek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Gökemeijer, P. (2012). Ingenieursbureau Amsterdam. (J. Leest, Interviewer)

Google. (2012). maps. Opgeroepen op mei 12, 2012, van www.maps.google.nl: http://maps.google.nl/ Goudappel Coffeng. (2013, mei 31). Expertise Centrum Milieuzone.nl. Opgehaald van www.milieuzones.nl:

http://www.milieuzones.nl/sites/default/files/Effectstudie_2010.pdf Infrastructuur, D. M. (2004). Project: Bouwlogistiek.

Klouwen, A. (2012, april 17). Dura Vermeer. (J. Leest, Interviewer) Kolet, F. (2011). Bouwverkeer en Luchtkwaliteit.

Kolet, F. (2012). Naar duurzame bouwlogistiek.

Leeuwen, E. v. (2012, november 15). Dura Vermeer Rotterdam, Project De Landbouwbuurt. (J. Leest, Interviewer)

Milieuloket. (2013, maart 26). Opgehaald van www.milieuloket.nl: www.milieuloket.nl/9353000/1/j9vvhurbs7rzkq9/vhurdyxq5fvm

Milieuzone.nl, E. C. (2013). publicatie. Opgeroepen op mei 31, 2013, van www.milieuzones.nl: http://www.milieuzones.nl/sites/default/files/Effectstudie_2010.pdf

Multi-Mix. (2013, juni). Opgehaald van www.multi-mix.be: http://www.multi-mix.be/pages/productie-

uitrusting.php

Office. (2013, mei 17). Opgehaald van www.office.microsoft.com: http://office.microsoft.com/nl-nl/excel- help/getallen-delen-HP010342450.aspx

Overheid.nl. (2013, mei 31). Opgehaald van www.wetten.overheid.nl:

Jonathan Leest, 2013 Bouwverkeer en luchtkwaliteit in de stadsregio Rotterdam 40 Pijper, I.R.; Woude van der, D.H.J.; Pro4all B.V.; Woerden. (2012). Jellema 1 Inleiding Bouwnijverheid.

Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Platform logisiteik in de bouw. (2013, may 5). Opgehaald van www.logistiekindebouw.nl: http://logistiekindebouw.files.wordpress.com/2013/01/vlw-bouwlogistieke-hub-final.pdf RET. (2013, mei 4). kaarten. Opgehaald van www.ret.nl.

Rijksoverheid. (2013, juni). Opgehaald van www.rijksoverheid.nl:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/goederenvervoer-over-de-weg/vraag-en-antwoord/wat-is- de-maximale-lengte-en-het-maximale-gewicht-van-een-vrachtwagen.html

Rijkswaterstaat. (2013). Aanbestedingsvormen. Opgeroepen op maart 18, 2013, van Rijkswaterstaat: http://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/zakendoen_met_rws/inkoopbeleid/aanbesteden/aanbesteding svormen/

Rooy, E. d. (2012, november 20). Gemeente Rotterdam, afdeling vergunningen. (J. Leest, Interviewer) Rotterdam. (2013, mei 31). Opgehaald van www.rotterdam.nl:

http://www.rotterdam.nl/Stadsontwikkeling/Document/Plannen%20in%20procedure/First/APV/Con cept%20Voorschriften%20bouwplaatsvergunning%20Weena%20750-760.pdf

Rotterdam. (2013, juni 10). Opgehaald van www.rotterdam.nl: http://www.rotterdam.nl/luchtkwaliteit Rotterdam. (2013). Milieuzone. Opgehaald van www.rotterdam.nl: http://www.rotterdam.nl/milieuzone Search-CIO-Midmarket. (2013, juni). www.searchchio-midmarket.techtarget.com. Opgehaald van

http://searchcio-midmarket.techtarget.com/definition/PICK-chart-Possible-Implement-Challenge- and-Kill-chart

Slotman, W. (2006). Bouwen in binnenstedelijke gebieden.

Soortelijkgewicht. (2013, Juni). Opgehaald van www.soortelijkgewicht.com:

http://www.soortelijkgewicht.com/vaste-stoffen

Stadsregio. (2013). Veelgestelde vragen. Opgeroepen op maart 18, 2013, van Stadsregio: http://www.stadsregio.info/#pagina=1007

TLN. (2012). nieuws. Opgeroepen op mei 21, 2013, van www.tln.nl: http://www.tln.nl/index.html?id=37733&mode=searchnews TNO. (2011). Bouwlogistieke oplossingen voor binnenstedelijke bouwen. top10.nl. (2013, juni 5). nieuwbouw. Opgehaald van www.top10.nl:

http://www.top010.nl/html/nieuwbouwprojecten_rotterdam.htm

Valkarchitecten. (2013). vragen. Opgeroepen op maart 18, 2013, van Valkarchitecten: http://www.valkarchitecten.nl/vragen/Vragen.htm#vraag1

Wikipedia. (2013). Opgeroepen op maart 18, 2013, van www.nl.wikipedia.nl: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestek_(bouwkunde)

Wikipedia. (2013). Fijnstof. Opgeroepen op maart 26, 2013, van www.nl.wikipedia.org: nl.wikipedia.org/wiki/Fijnstof

Bijlagen

BIJLAGEN