• No results found

Hoofdvraag: Welke vaardigheden, houding en kennis over loyaliteit heeft een gezinshuisouder nodig met oog op het voorkomen van een

loyaliteitsconflict bij de jongere in de samenwerking met ouders?

Conclusie

Verschillende vormen van loyaliteit

In het literatuuronderzoek is beschreven dat uithuisgeplaatste jongeren verschillende vormen van loyaliteit hebben. Het gaat hierbij om de existentiële loyaliteit tussen de jongere en de ouder en de verworven loyaliteit tussen de jongere en gezinshuisouders. Binnen het contextuele gedachtegoed, waar loyaliteit uitvoerig bestudeerd is, wordt gesproken over de basishouding meerzijdig partijdigheid. Het is belangrijk dat gezinshuisouders deze

basishouding bezitten en bewust zijn van de loyaliteitsgevoelens van de betrokkenen volgens ons literatuuronderzoek. Als de gezinshuisouder ruimte geeft aan de ouder om een rol te spelen in het leven van de jongere, accepteert de ouder de plaatsing beter, waardoor een constructieve samenwerkingsrelatie kan ontstaan. Het is belangrijk dat de

gezinshuisouder zich bewust is van de eigen positie en zich kan inleven in de ouder om een goede samenwerkingsrelatie aan te gaan en in stand te houden. Als de samenwerking goed is, zal de jongere meer ruimte ervaren om open te zijn in de loyaliteitsgevoelens.

Basiskennis

De organisaties die betrokken zijn bij het onderzoek benoemen dat de gezinshuisouders over bepaalde basiskennis moeten beschikken. Deze basiskennis sluit aan bij het literatuuronderzoek. Volgens een aantal organisaties moeten gezinshuisouders kennis hebben van het contextuele gedachtegoed en roldifferentiatie. De organisaties verwachten ook dat de gezinshuisouders beschikken over basisvaardigheden om een

samenwerkingsrelatie met ouders aan te gaan, zodat een loyaliteitsconflict wordt voorkomen.

Verschillende houdingen en vaardigheden

De gezinshuisouders zelf benoemen vaardigheden en houdingen die zij inzetten in de

samenwerking met ouders met betrekking tot loyaliteit. Ze spreken over een niet oordelende, empathische, respecterende en open houding. Deze sluiten aan bij wat de literatuur

meerzijdig partijdigheid noemt. De gezinshuisouder leeft zich in in de verschillende betrokkenen, toont begrip en kiest hierbij niet de kant van één persoon. De

gespreksvaardigheden die gezinshuisouders noemen zijn bekrachtigen, afstemmen, transparant communiceren en betrekken. Door de gespreksvaardigheden en houding in te zetten kan de gezinshuisouder een samenwerkingsrelatie met ouders vormgeven en een loyaliteitsconflict voorkomen worden.

Loyaliteit in interventies

Er zijn verschillende manieren waarop gezinshuisouders over deze kennis, houding en vaardigheden leren beschikken. We hebben onderzocht welke interventies er in binnen- en buitenland zijn ontwikkeld die gericht zijn op de samenwerking tussen professionele

opvoeders en ouders, waar er aandacht is voor loyaliteit. De interventies die het meest

36 aansluiten bij het thema loyaliteit richten zich op de gevoelens en gedachten die zich onder het zichtbare gedrag van de ouder, de jongere of de gezinshuisouder bevinden. Het is belangrijk dat de onderliggende laag wordt besproken, zodat de gezinshuisouder kennis krijgt over loyaliteit en hoe het zichtbaar wordt in gedrag. Bij de bestaande interventies wordt er gebruik gemaakt van verschillende werkvormen met als doel dat gezinshuisouders

bewust worden van gedachten en gevoelens die spelen bij loyaliteit. Gebruikte werkvormen zijn opstellingen, casuïstiekbespreking en rollenspellen. De professionele opvoeder wordt getraind in het inleven in de ouder en het oefenen van de meerzijdige partijdigheid. De kans op een loyaliteitsconflict neemt af als het thema loyaliteit wordt besproken en de

gezinshuisouders bewust zijn van de loyaliteitsgevoelens. Als gezinshuisouders

vaardigheden ontwikkelen om de loyaliteitsgevoelens een plek geven, kan een breakdown worden voorkomen.

Ondersteuning van de organisaties

De betrokken organisaties bieden ondersteuning aan bijvoorbeeld als de gezinshuisouder dreigt vast te lopen in de samenwerkingsrelatie met ouders. De meeste ondersteuning geven organisaties en ontvangen gezinshuisouders van gedragswetenschapper en/of een andere betrokken hulpverlener, zodat de gezinshuisouder leert om met de

loyaliteitsgevoelens van de jongere om te gaan. Organisaties bieden ondersteuning op maat. Dit sluit aan bij de behoefte van de gezinshuisouder. Er wordt een systeemtherapeut of supervisor ingezet die de gezinshuisouder helpt op een andere of wijze naar de situatie te kijken. Er wordt ook scholing aangeboden door organisaties. Hierbij wordt bijvoorbeeld aandacht gegeven aan hoe het voor een jongere is om in twee systemen op te groeien en aan de beleving van ouders. Een deel van de deskundigheidsbevordering wordt door alle organisaties uitbesteed aan Gezinshuis.com.

Aansluitende werkvormen

Er zijn verschillende werkvormen die door gezinshuisouders als prettig worden ervaren wanneer het gaat om het aanleren van de kennis, houding en vaardigheden die nodig zijn voor de samenwerking. Ze benoemen meerdere keren dat het inbrengen van eigen casuïstiek een fijne werkvorm is. De casuïstiek kan worden verwerkt in een rollenspel of opstelling. De gezinshuisouders leren hiervan, omdat ze eigen ervaringen en vragen kunnen inbrengen en ook leren van de andere gezinshuisouders. Het in gesprek gaan met andere gezinshuisouders, mogelijk in intervisie, wordt over het algemeen als prettig ervaren.

Deze werkvormen worden ook gebruikt in de drie onderzochte interventies uit deelvraag twee en in de meeste vormen van ondersteuning bij de organisaties.

Samenvattend

Concluderend kan worden gezegd dat gezinshuisouders kennis moeten hebben van het begrip loyaliteit en hoe dit van invloed is op een jongere. De belangrijkste basishouding is de meerzijdige partijdigheid. Bij de meerzijdige partijdigheid zijn de niet veroordelende,

empathische en respecterende houding belangrijk. Deze komen tot uiting in verschillende vaardigheden, zoals transparant zijn, inleven in de ouder en open communiceren. Hierbij is het belangrijk dat de gezinshuisouder zich bewust is van de loyaliteitsgevoelens en de eigen positie. Er worden verschillende vormen van ondersteuning aangeboden om de

gezinshuisouder te laten ontwikkelen, zodat hij of zij over de juiste kennis, houding en vaardigheden bezit met als doel dat de samenwerkingsrelatie met ouders zo wordt vormgegeven om een loyaliteitsconflict bij de jongere te voorkomen.

37 Aanbevelingen

Koppeling met theorie

Naar aanleiding van ons onderzoek kunnen wij zeggen dat er weinig interventies vindbaar zijn via de databanken en de gevonden interventies weinig onderbouwd zijn vanuit de literatuur. Wij vinden dat bestaande en nieuwe interventies theoretisch onderbouwd moeten worden. Het toevoegen van literatuur zorgt ervoor dat de interventie niet op zichzelf staat, maar wordt onderbouwd vanuit grotere kaders. De literatuur geeft verdieping aan de interventie. We begrijpen dat dit extra investering en tijd vraagt van organisaties, maar denken dat dit belangrijk is voor de gezinshuisouders. Bij een koppeling tussen theorie en de dagelijkse praktijk van de gezinshuisouder, kan het eigen handelen binnen een kader

worden geplaatst en dit verantwoordt worden vanuit (inter)nationale visies. Dus in een interventie moet er een balans zijn tussen de theorie en praktijkervaringen.

Gebruikmaken van een werkvorm

We zien ook een bepaald onderscheid in de interventies. De drie interventies die wij hebben uitgeschreven zijn voornamelijk gericht op onderliggende gedachten en gevoelens. We denken dat dit aansluit bij het thema loyaliteit, omdat dit ook niet altijd zichtbaar is. Het risico aan dit thema is dat het abstract blijft, daarom moet in de interventie loyaliteit concreet gemaakt worden. Door rollenspellen of andere oefeningen kan de professionele opvoeder zelf ervaren wat loyaliteit met iemand doet. De professionele opvoeder krijgt zicht op welke handelingen werkend zijn. Verder moet er aandacht zijn voor de loyaliteitsgevoelens bij een uithuisplaatsing. De gezinshuisouders kunnen de jongere beter ruimte geven voor

loyaliteitsgevoelens als gezinshuisouders kennis opdoen over en vaardig worden in het samenwerken met ouders. Met als gevolg dat de kans op een loyaliteitsconflict kleiner is.

Dus in een interventie moet er gebruik gemaakt worden van een werkvorm om loyaliteit concreet te maken.

Regie bij gezinshuisouders

Gezinshuisouders hebben geen behoefte hebben aan ondersteuning die van bovenaf wordt opgelegd. Zij willen hier eigen regie in voeren, door de nodige ondersteuning te kiezen en dat ondersteuning aansluit op de behoefte van gezinshuisouders. Echter geven zij aan dat loyaliteit een belangrijk thema is en bespreekbaar moet blijven. Het delen van ervaringen tussen gezinshuisouders is leerzaam. Gezinshuisouders moeten leidend zijn in wat

ontwikkeld moet worden aan ondersteuning. Er moet gebruik gemaakt worden van de kennis en ervaring die gezinshuisouders zelf bezitten. Dus organisaties moeten in de ondersteuning aandacht geven aan loyaliteit, zodat de gezinshuisouder hiermee leert omgaan en een loyaliteitsconflict voorkomen kan worden.

Ondersteuning voor ouders

Gezinshuisouders en organisaties wensen ondersteuning voor ouders, omdat deze ondersteuning ten goede komt aan de samenwerkingsrelatie en daarmee ook aan de

loyaliteitsontwikkeling van de jongere. Wij vinden dat ouders betrokken moeten worden in de ondersteuning aan gezinshuisouders. Met als gevolg dat er begrip en herkenning ontstaat, dat resulteert in samenwerkingsmogelijkheden tussen beide partijen.

In bijlage 1 staat ons product dat wij naar aanleiding van de bovenstaande resultaten en aanbevelingen hebben ontwikkeld.

38