• No results found

Om onze hoofdvraag en deelvragen te kunnen beantwoorden, maken we gebruik van verschillende dataverzamelingsmethoden.

Deelvraag 1 en 2 Onderzoek naar literatuur en interventies

Voor de eerste deelvraag hebben we onderzocht wat er in de literatuur beschreven staat over loyaliteit en waarom het belangrijk is voor gezinshuisouders om kennis te hebben van loyaliteit en dit een plek te geven in de samenwerking met ouders. We hebben gebruik gemaakt van de dataverzamelingsmethode ‘tekstbronnen bestuderen’ om data te

verzamelen die we nodig hebben om de deelvraag te beantwoorden (Van der Donk & Van Lanen, 2015, p. 136). Bij het zoeken naar goede bronnen hebben we criteria en handvatten die worden aangereikt in het boek Praktijkonderzoek in zorg en welzijn gebruikt (Van der Donk & Van Lanen, 2015, pp. 323-330). We hebben gebruik gemaakt van het

literatuuronderzoek uit ons onderzoeksplan en vakliteratuur die ons is aangereikt in onze verdiepingsminoren over loyaliteit. Ook hebben we gebruik gemaakt van de databanken waar we via de Christelijke Hogeschool Ede toegang voor krijgen, bijvoorbeeld Nederlands Jeugdinstituut, Narcis, SpringerLink en Wiley Online Library. In bijlage 4 staat een overzicht van de literatuur uit de databanken. Als laatste hebben we gebruik gemaakt van de experts (bijlage 2) binnen de onderzoeksgemeenschap en de literatuur die zij gebruiken bij het onderzoek.

Voor deelvraag twee hebben we bestaande interventie geanalyseerd die gericht zijn op samenwerken met aandacht voor de loyaliteit van de jongere. In bijlage 4 staat beschreven welke zoekwoorden wij hebben gebruikt en wat de uitkomsten waren van de databanken.

Om een volledig beeld te krijgen van bestaande interventies hebben we in binnen- en buitenland gezocht. We hebben hiervoor gebruik gemaakt van experts binnen de

onderzoeksgemeenschap, databases en literatuurverwijzingen in boeken of artikelen (Van der Donk & Van Lanen, 2016, pp.326-328). Er is nog weinig onderzoek gedaan naar gezinshuizen en in het buitenland is deze vorm van hulpverlening minder bekend dan in Nederland. We hebben daarom niet alleen gezocht op interventies die gericht zijn op gezinshuisouders, maar ook op pleegzorg, residentiële zorg en onderwijs.

In de databanken hebben we een aantal interventies gevonden rondom samenwerken met ouders en loyaliteit. We vonden een aantal literatuurstudies over het belang van het opleiden van pleegouders in het samenwerken met ouders en aanbevelingen voor het ontwikkelen van interventies.

Op aanraden van docenten hebben we contact opgenomen met studenten van universiteiten in Nederland en gekeken of er op de databanken van deze universiteiten meer interventies te vinden zijn. Dit bleek niet het geval. We hebben ervoor gekozen om de eerste deelvraag toe te voegen voor onze literatuurstudie over loyaliteit. Voor de tweede deelvraag zijn we met onze kernwoorden gezocht op Google en hebben contact gezocht met organisaties die interventies rondom het thema samenwerken en loyaliteit aanbieden.

De interventies zijn beoordeeld op de inhoud, zodat we konden bepalen of deze passen bij het praktijkprobleem. We hebben hiervoor de volgende criteria opgesteld:

● De interventie leidt tot kennis, houding en/of vaardigheden bij de professionele opvoeders in het samenwerken met ouders.

12

● De interventie kan worden ingezet in de samenwerking tussen professionele opvoeders en ouders.

● De interventie besteedt aandacht aan de loyaliteit van jongeren (de ouders en de professionele opvoeder).

We hebben de interventies onderverdeeld in twee lijsten. Deze lijsten vormen als het ware een sociale kaart van interventies die ontwikkeld zijn in binnen- en buitenland. In bijlage 5 worden de interventies uitgebreider beschreven.

We zijn ons bewust van de risico’s bij het kiezen van de dataverzamelingsmethode bij deelvraag één en twee. Een risico van bestudeerde tekstbronnen is dat ze gebaseert

kunnen zijn op eigen visie van één persoon of organisatie. Dit geldt ook voor de onderzochte interventies. Een risico kan ook zijn dat niet bij elke interventie beschreven staat of deze effectief is gebleken. Een ander risico is dat we literatuur of andere bronnen verkeerd interpreteren, omdat we de Engelse taal niet volledig beheersen. We hebben verschillende manieren gebruikt om tot een betrouwbaar antwoord op de deelvragen te komen. We hebben de gevonden literatuur en interventies in de onderzoeksgemeenschap gedeeld en bespraken of de bronnen bruikbaar waren. De gevonden interventies hebben we getoetst aan onze criteria over loyaliteit.

Deelvraag 3 Onderzoek naar ondersteuning van organisaties

Om antwoord te kunnen geven op de derde deelvraag hebben we onderzoek gedaan naar de visie van verschillende organisaties over de samenwerking met ouders en de hieruit voortkomende ondersteuning aan gezinshuisouders. We hebben gebruik gemaakt van de

‘bezoeken/bevragen’ (Van der Donk & Van Lanen, 2016, pp. 142-147). Vanuit het onderzoek

‘Jouw gezin, mijn zorg?’ zijn organisaties uitgekozen die onderzocht worden, namelijk Het Leger des Heils, Pluryn, Lindenhout, Driestroom en Parlan. Deze organisaties zijn de stakeholders van ons onderzoek en betrokken, omdat zij gezinshuisouders in loondienst hebben of gezinshuisouders aangesloten zijn als zelfstandig ondernemer bij deze

zorgaanbieder. Elk studentenkoppel van de onderzoeksgemeenschap is op bezoek geweest bij één van deze organisaties. Er is een gezamenlijke vragenlijst opgesteld voor het

interviewen. Elk koppel heeft twee vragen ingebracht die gericht zijn op de eigen invalshoek.

De interviewlijst staat in bijlage 6.1. De antwoorden van de verschillende organisaties op de vragen vormen een database van informatie. De interviews zijn getranscribeerd en verwerkt door te schrappen, labelen en analyseren. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van het boek Basisboek Kwalitatief Onderzoek (Baarda, De Goede & Teunissen, 2013)’. Het

kernlabelschema staat in bijlage 7.1. Een risico bij het beantwoorden van deze deelvraag is dat we niet zelf bij alle organisaties de interviews hebben afgenomen. Het gevolg kan zijn dat medestudenten niet hebben doorgevraagd op onze invalshoek en wij daardoor niet voldoende of onvolledige informatie hebben ontvangen van de organisatie. Een ander risico van de dataverzamelingsmethode ‘bevragen’ is dat we één persoon gesproken hebben die de gehele organisatie vertegenwoordigt. Dit kan leiden tot een eenzijdig beeld van de organisatie. Door met de andere koppels een interviewlijst op te stellen met doorvragen en het doel van de vraag, hebben we geprobeerd elkaar zo goed mogelijk in te lichten.

Deelvraag 4 en 5 Interviews met gezinshuisouders

Om de vierde en vijfde deelvraag te beantwoorden hebben we drie gezinshuisouders individueel gesproken en een groepsinterview afgenomen met vijf gezinshuisouders. De gezinshuisouders zijn stakeholders van ons onderzoek. We hebben de interviews samen met een ander koppel afgenomen. Onze onderzoeken sloten op elkaar aan, zodat onze

13 interviewvragen elkaar konden aanvullen. Door samen te werken hebben we meer

interviews af kunnen nemen. We hebben gebruik gemaakt van de

dataverzamelingsmethode ‘bezoeken/bevragen’ enacht gezinshuisouders gesproken om een beeld neer te kunnen zetten van het vormgeven van een constructieve

samenwerkingsrelatie en de verschillende wensen en vragen. Dit aantal geïnterviewden biedt de mogelijkheid om te vergelijken wat overeenkomsten en verschillen zijn. We hebben tijdens de interviews gebruik gemaakt van een vragenlijst die we van tevoren hebben

opgesteld (Van der Donk & Van Lanen, 2016, p.204). De vragen komen voort uit de analyse van deelvraag één, twee en drie. De gesprekken hebben we opgenomen, getranscribeerd, gelabeld en geanalyseerd, zodat we een consistent antwoord geven op de deelvraag (Baarda et al., 2013). In bijlage 6.2, 7.2 en 7.3 staan de interviewlijst en het

kernlabelschema. Een risico van de dataverzamelingsmethode is dat we deels afhankelijk zijn van de bereidheid en bereikbaarheid van gezinshuisouders. Om te onderzoeken of de gezinshuisouder bereid is en het praktijkprobleem erkent, stemmen we van tevoren af over ons doel van het interview. Op 17 april is er een ontmoetingsdag georganiseerd op de Christelijke Hogeschool Ede voor alle gezinshuisouders die aan Gezinshuis.com verbonden zijn. Op deze dag hebben wij gebruik gemaakt van de walkthrough. De walkthrough is een strategie om de uitkomsten in de praktijk te testen en data te verzamelen om te evalueren (Van der Donk & Van Lanen, 2011, pp. 288, 289). Wij hebben de walkthrough gebruikt om te checken wat andere gezinshuisouders vonden van de wensen uit de interviews.

14