• No results found

Conclusie van de literatuurstudie

In document LIEVER EFFECTIEVER (pagina 35-38)

2 LITERATUURSTUDIE

2.6 Conclusie van de literatuurstudie

Samenvattend geeft literatuurstudie de volgende uitgangspunten die centraal staan bij de verdere toepassing in het vervolg van dit onderzoeksverslag:

Een maatschappelijke interventie tracht een verbetering te veroorzaken in een complex systeem. De besturing van de interventie in dit complexe systeem wordt bemoeilijkt door een aantal eigenschappen die inherent zijn aan maatschappelijke interventies zelf. Inzicht in maatschappelijke interventies is lastig wegens het tijdverschil tussen investering en effect, mogelijke neveneffecten, dynamiek van het probleem zelf en de moeilijke kwantificeerbaarheid. Studie van relevante bronnen geven mogelijke oplossingen voor de problemen met betrekking tot inzichtelijkheid van maatschappelijke baten. De ‘randomized controlled test’ wordt voorgesteld als methodiek om resultaten van maatschappelijke interventies inzichtelijk te maken. De werkelijke resultaten en offers kunnen vervolgens worden vergeleken met de beoogde resultaten en offers. Dit geeft inzicht in de werkelijke productiviteit, effectiviteit en efficiëntie van de interventie.

Deze conclusies geven het te ontwerpen instrument de volgende voorwaarden:

• Het instrument dient de productiviteit van een maatschappelijke interventie bepalen. De definitie volgens In ’t Veld (2003) gebruikend, moet hierbij het resultaat tegenover de offers worden vastgesteld. Het vaststellen van de offers is geen probleem, deze gegevens zijn aanwezig in de administratie. Het instrument moet daarom de resultaten kunnen bepalen.

• De bestuurbaarheid van een complex systeem is dermate onzeker dat een keuze gemaakt moet worden over het kleine, maar belangrijke onderdeel, dat gemeten gaat worden. Hiertoe moet een waardevolle indicator worden benoemd.

• Bij de beoordeling van resultaten van een complex systeem is het aannemelijk dat er door subjectiviteit verkeerde conclusies worden verbonden aan bevindingen. Het instrument moet dit risico verkleinen.

2.6.1 Het instrument; concreet

Het instrument dient allereerst inzicht te bieden in de productiviteit van de interventie. Door het gebrek aan norm-resultaten en norm-offers, is het niet mogelijk om de effectiviteit en efficiëntie vast te stellen. In de toekomst moet het verkregen inzicht in de productiviteit van een maatschappelijke interventie, leiden tot een afwegingskader waarmee woningcorporaties op zoek kunnen gaan naar win-win situaties zoals geschetst in de inleiding (hoofdstuk 1). De vooronderstelde win-win situatie wordt in de casusstudie onderzocht door te kijken in hoeverre een maatschappelijke interventie heeft geleid tot hogere woningprijzen. De aanname is, dat een hogere woningprijs een indicator voor leefbaarheid is, omdat mensen bereid zijn hogere prijzen te betalen in een omgeving met veel voorzieningen in plaats van een omgeving met weinig voorzieningen. Hogere woningprijzen zijn tevens een indicator voor een gezonde woningportefeuille en daarmee een indicator voor een gezond bedrijf omdat een duurdere woning voor een hogere prijs verkocht en verhuurd kan worden.

Het is belangrijk om te benadrukken dat er niet wordt aangenomen dat er een causaal verband bestaat tussen leefbaarheid,woningprijzen en voorzieningen. De eerder geschetste complexe eigenschappen van een maatschappelijke interventie noodzaken zorgvuldig onderzoek voordat er voldoende bewijs is voor een bepaald verband. De aanname met betrekking tot het verband zal zorgvuldig moeten worden onderbouwd, bijvoorbeeld middels literatuuronderzoek. Alleen wanneer dit verband voldoende duidelijk is, mogen er conclusies aan worden gekoppeld. In het kader van dit onderzoek heeft het bestuderen van beschikbare bronnen, ongeveer drie werkdagen in beslag genomen.

Het voorbereiden van de aanname leidt tot de eerste component van het instrument:

1) Voorbereiding

Onderzoek de relatie tussen de interventie en de te veranderen omgeving. Maak aannemelijk dat de interventie een deel van de verandering teweeg zal brengen. Dit kan door middel van ervaring en literatuurstudie. Benoem een indicator die in de meting van de interventie een belangrijke indicatie geeft voor het resultaat van de interventie. De tijdsindicatie is drie dagen en bronnen zijn in de vorm van eerder gepleegd onderzoek gemakkelijk voorhanden.

Het aannemelijk maken dat de ene variabele een bepaald verband heeft met de andere, is een belangrijke eerste stap. Er wordt goed nagedacht en zo mogelijk gediscussieerd over de

eigenschappen van dit verband. De exacte relatie is hiermee echter niet aangetoond. Het meetinstrument moet over een volgende eigenschap beschikken; het meten van het effect van de ene variabele op de andere.

Zoals gesteld in paragraaf 2.4.3 is deze meting kwetsbaar voor subjectiviteit. Om deze subjectiviteit te limiteren is voorgesteld om de Randomized Controlled Test toe te passen. De feitelijke meting van effect van de ene variabele op de andere leidt tot de tweede component van het instrument:

2) RCT-methodiek

Beoordeel de effecten aan de hand van de RCT-methodiek. Benoem een experimentele groep en een controle groep. Stel het resultaat van de interventie vast door het verschil van de gekozen indicator tussen de beide groepen te bepalen.

De RCT in deze methodiek heeft een ‘open’ karakter. De controle groepen en experimentele groepen worden door de onderzoeker zelf gekozen. Experimentele en controlegroepen waren ruimschoots voorhanden. De woningcorporatie in de casusstudie heeft bezit in 76 woonkernen. In veel van deze kernen heeft het in het verleden een bepaalde vorm van leefbaarheidsinvestering gedaan. De kernen waar dit in mindere mate het geval was, kunnen dienen als controlekernen. Het is hierbij interessant om te noemen dat deze 76 woonkernen voor een groot deel redelijk homogene eigenschappen hebben. Het gaat veelal om woonkernen met een inwonertal van 1000 tot 3000 met een redelijk gelijkmatige verdeling van het aantal voorzieningen per inwoner. Ook demografisch zijn er, over het algemeen, geen grote afwijkingen.

Het uitvoeren van de RCT in de casusstudie heeft drie dagen in beslag genomen. De tijd is met name besteed aan het verzamelen van onderzoeksgegevens.

De laatste stap van het instrument is vervolgens een relatief gemakkelijke exercitie. In deze stap worden de bevonden resultaten in verband gebracht met de bijbehorende offers. Zoals gesteld worden deze offers nauwkeurig bijgehouden in de administratie van de organisatie.

3) Productiviteit bepalen

Bepaal de productiviteit van de interventie door de bevonden resultaten te delen door de bijbehorende offers.

In document LIEVER EFFECTIEVER (pagina 35-38)