Hoofdstuk 3 Toetsing nieuwe wet aan het IVRK en EVRM
4.4 Conclusie
De wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen zorgt ervoor dat het gezag van de ouders wordt ingeperkt. Er wordt sneller ingegrepen wat ertoe leidt dat er sneller aan art. 5 IVRK voorbij wordt gegaan en art. 18 IVRK eerder intreedt. De verschuiving die derhalve te constateren is in de verhouding tussen kinderen en ouders is; dat de ouders steeds vaker een stapje terug dienen te doen en in het gezinsleven van het kind steeds sneller wordt ingegrepen. Of dit in het belang van het kind is, is in grote mate afhankelijk van het moment waarop er wordt ingegrepen. Per geval dient er dus gekeken te worden of de overheid op het juiste moment heeft ingegrepen. Naast het moment van de overheidsinterventie kan aan de hand van de toetsing van de nationale kinderbeschermings-
maatregelen aan het IVRK worden beoordeeld of deze verschuivingen in de verhouding tussen kinderen en de ouders positief te waarderen is ten aanzien van de rechten van de kinderen. De positieve en negatieve gevolgen van de wetswijziging in het licht van het IVRK heb ik zojuist besproken. Mijns inziens wegen de wijzigingen die negatief in het licht van het IVRK zijn niet op tegen de positieve. De wet zorgt ervoor dat er eerder een passende(re) kinderbeschermingsmaatregel kan worden opgelegd. Geconcludeerd kan worden dat aan de rechten van de ouders eerder voorbij zal worden gegaan, er eerder in het gezinsleven van het kind wordt ingegrepen en de herziening kinderbeschermingsmaatregelen niet alle artikelen van het IVRK heeft geïmplementeerd. Toch kan mijns inziens geconcludeerd worden dat de verschuivingen die met de wet herziening
kinderbeschermingsmaatregelen te constateren zijn in de verhouding tussen kinderen en ouders positief te waarderen is ten aanzien van de rechten van het kind aangezien de negatieve wijzigingen in het licht van het IVRK niet opwegen tegen de positieve en het risico op lichamelijke of geestelijke schade bij het kind aanzienlijk wordt verminderd.
Literatuurlijst Bruning 2001
M.R. Bruning, Rechtvaardiging van kinderbescherming, naar een nieuw maatregelenpakket na
honderd jaar kinderbescherming (academisch proefschrift), Den Haag: Kluwer
rechtswetenschappelijke publicaties 2001.
Bruning 2006
M.R. Bruning, Over sommige kinderen moet je praten: Gegevensuitwisseling in de jeugdzorg, Leiden: Universiteit Leiden 2006.
De Bruijn-Luckers 1994
M.L.C.C. de Bruijn-Luckers, EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag; ‘a whole code of juvenile
law’, (diss Leiden) 1994.
De Graaf, Mak & Van Wijk 2008
J.H. de Graaf, C. Mak & F.K. van Wijk, Rechten van het kind en ouderlijke verantwoordelijkheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2008.
De Graaf, Van Wijk, Mak & Mulders 2010
J.H. de Graaf, F.K van Wijk, C. Mak & L.A. Mulders, Rechten van het kind en autonomie, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2010.
De Graaf, Limbeek, Bahadur, Van der Meij 2012
J.H. de Graaf, M.M.C. Limbeek, N.N. Bahadur en N. van der Meij, De toepassing van het
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in de Nederlandse rechtspraak, Nijmegen:
Ars Aequi Libri 2012.
Detrick 1992
S. Detrick, The United Nations Convention on the rights of the Child, A Guide to the ‘Travaux
préparatoires’, Dordrecht: Martinus Nijhoff 1992.
De Langen & De Graaf 1989
M. de Langen en J.H. de Graaf, Kinderen en Recht: opstellen over de positie van minderjarigen in
het recht, Arnhem: Gouda Quint, 1989, p. 287-300.
Doek, Vlaardingerbroek e.a. 2009
J. Doek, P. Vlaardingerbroek, M.R. Bruning en T. Liefaard, Jeugdrecht en Jeugdzorg. Amsterdam: Elsevier Juridisch 2009.
Hodgkin and Newell 2007
Rachel Hodgkin and Peter Newell, Implementation handbook for the Convention on the Right of the
Child, Geneva Switzerland: UNICEF, 2007.
Jans, Prechal & Widdershoven 2011
J.H. Jans, S. Prechal & R.J.G.M. Widdershoven, Inleiding tot het Europees Bestuursrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2011.
Fleuren 2004
J.W.A. Een ieder verbindende bepalingen van verdragen, Den Haag: Boom 2004.
Freeman 2007
Hermanns, Van Nijnatten, M. Smit e.a.
J. Hermanns C. Van Nijnatten, M. Smit, F. Verheij, M. Reuling, Handboek Jeugdzorg deel 2:
Methodieken en programma’s, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2007.
Nollkaemper 2011
A. Nollkaemper, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011.
Meuwese, Blaak & Kaandorp. 2005
S. Meuwese, M. Blaak en M. Kaandorp, Handboek Internationaal Jeugdrecht, Een toelichting voor
de rechtspraktijk en jeugdbeleid op het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en andere
internationale regelgeving over de rechtspositie van minderjarigen, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005
Tobin 2004
J. Tobin, ‘The Convention on the Rights of the Child: The rights and Best Interests of cildren
Conceived Trough Assisted Reproduction’, Victiorian Law Reform Commission, augustus 2004
Van Crombrugge, Vandenhole & Willems 2007
H. van Crombrugge, W. Vandenhole en J. Willems, Gedeelde pedagogische
verantwoordelijkheid? De opvoedingsbelofte in het licht van de rechten van de mens en de rechten van het kind. Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen & het Vlaams
Centrum voor het Welzijn van Kinderen en Gezinnen 2007, p. 27-36.
Vlaardingerbroek, Blankman e.a. 2011
P. Vlaardingerbroek, K. Blankman e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011
Tijdschriften
Doek 2008
J.E. Doek, 'De herziening jeugdbescherming: IVRK-Proof?' in Tijdschrift voor Familie- en jeugdrecht, november 2008, nr. 11.
Huijer en Weijers 2012
J. Huijer en I. Weijers, Tekortkomingen bij de uithuisplaatsing, NJB 2012-37, p. 2748-2754.
Kok 2011
J. Kok, ‘Eerder ingrijpen in het gezin’, FJR 2011-9.
Kok & Cardol 2014
Officiële publicaties
Staatsblad 2014, nr.130, Wet van 12 maart tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de Jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming.
Tractatenblad 1995, nr. 92, Verdrag inzake de rechten van het kind; New York, 20 december 1989. Kamerstukken II 1992/93, 22 855 (R1451), nr 3. Kamerstukken II 2008/09, 32015, nr. 2. Kamerstukken II 2008/09, 32015, nr. 3. Kamerstukken II 2009/10, 32015, nr. 7. Kamerstukken II 2010/11, 32015, A. Kamerstukken II 2010/11, 32015, nr. 19. Kamerstukken II 2010/11, 32015, nr. 38. Kamerstukken II 2010/11, 32015, nr. 40. Kamerstukken II 2010/11, 32015, nr. 41. Kamerstukken II 2010/11, 32015, nr. 43. Kamerstukken II 2013/2014, 33 684, nr. 99.
General Comment No. 5, 2003, CRC/GC/2003/5. General Comment No. 6, 2005, CRC/GC/2005/6. General Comment No. 7, 2005, CRC/C/GC/7/Rev.1. General Comment No. 8, 2006, CRC/C/GC/8. General Comment No. 12, 2009, CRC/GC/2009/12. General Comment No. 13, 2011, CRC/C/GC/13. General Comment No. 14, 2013, CRC/C/GC/14.
Elektronische bronnen Defence for Children 2008
Advies op wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen: http://www.defenceforchildren.nl/images/42/564.pdf .
Het OM 2014
http://www.om.nl/actueel/archief-strafzaken/savanna/@123504/requisitoir_zaak/ laatst bekeken op: 11 augustus 2014.
Rapporten en plannen
Rapport Directie Justitieel Jeugdbeleid 2005.
Rapport van de Directie Justitieel Jeugdbeleid, Beter beschermd, programma voor een effectieve en efficiënte jeugdbescherming, Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Centraal
Bureau voor de Statistiek 2005.
Documenten White Paper (2002)
White Paper on principles concerning the Establishment and Legal consequences of parentage of the Council of Europe (White Paper, 15 januari 2002)
Jurisprudentielijst
Europese Hof van de Rechten van de Mens
EHRM 13 juni 1979, nr. 6833/74, NJ 1980, 462 (Marckx vs. Belgium).
EHRM 24 maart 1988, nr. 10465/83, NJCM-Bulletin 1988, 362. (Olsson I vs. Sweden) EHRM 7 augustus 1996, NJ 1998, 324 (Johansen vs. Norway).
EHRM 17 december 2002, nr. 35731/97 (Venema vs. The Netherlands). EHRM 21 september 2006, RFR 1 (Moser vs. Austria).
Hoge Raad
HR 3 november 2000, LJN AA8104 HR 19 december 2008, LJN BG1818
Gerechtshof
Hof Amsterdam, 26 januari 2011, nr. 200.075.411-01 Hof Leeuwarden, 24 juli 2012, LJN BX5439.
Hof Arnhem, 22 maart 2012, LJN BW5429
Hof Arnhem-Leeuwarden, 17 april 2014, nr. 200.135.864-01
Rechtbank