• No results found

In deze paragraaf zal er antwoord worden gegeven op de hoofdvraag door de resultaten te koppelen aan de gevonden literatuur uit het theoretisch kader. De hoofdvraag, die als volgt luidt: Wat is de impact van de beleving van toerisme op de ervaren buurtcohesie van de bewoners van de Zeedijk? zal worden beantwoord aan de hand van de vooraf opgestelde deelvragen. Allereerst zal er een samenvatting worden gegeven van de gevonden resultaten.

De eerste deelvraag die zal worden beantwoord is: Hoe ervaren de bewoners van de Zeedijk het gedrag van de toeristen? Uit de resultaten bleek dat de respondenten vinden dat de toeristen zich vaak roekeloos gedragen en zich niet aan de regels houden, zoals wildplassen en afval op straat gooien. Dit sluit aan bij de theorie van Heimtum (2007) die stelt dat toeristen verschillen van de lokale bevolking en zich vaak niet hechten aan de plekken waar ze komen, waardoor men zich minder snel aan de regels houdt. Dit sluit ook aan bij onderzoek van Martinez-Garcia et al. (2017) waarin wordt gesteld dat massatoerisme negatieve effecten genereert in een buurt. Zo bleek dat de meeste overlast die de respondenten ervaren te maken heeft met het afval, geluidsoverlast,

drugsgebruik, en de drukte, wat strookt met de bevindingen van Martinez-Garcia et al. (2017). Daarnaast is uit de resultaten naar voren gekomen dat de respondenten het idee hebben dat toeristen andere normen en waarden hebben. Toeristen houden zich volgens de respondenten namelijk niet altijd aan de regels. Dit strookt met onderzoek van Heimtum (2007) die stelt dat toeristen het idee hebben dat de plaatselijke normen en waarden niet op hen van toepassing zijn. Het gaat hierbij dus om een bepaald type toerist dat de Zeedijk aantrekt. Zoals Sharpley (2014) stelt, trekt elke

bestemming andere toeristen aan. De respondenten hebben ook aangegeven dat ze de steakhouses en souvenirshops niet waarderen en dat deze allemaal hetzelfde zijn. Dit heeft te maken met de ontwikkeling dat massatoerisme kan leiden tot monocultuur in (delen van) een stad (Kauppila et al., 2009). Deze ontwikkeling is dus ook te zien op de Zeedijk: de respondenten hebben aangegeven dat lokale winkels waar zij gebruik van maken, langzamerhand verdwijnen. Met andere woorden: het lokale winkelaanbod verschraalt, zoals Kauppila et al. (2009) stellen.

Uit de verhalen van de respondenten blijkt dat de Zeedijk een bepaald soort toerist aantrekt omdat de buurt wordt geprofileerd als een buurt waar alles kan. Doordat de Zeedijk bekend staat als een straat voor vertier, lijken toeristen te vergeten dat er ook mensen wonen. Respondenten hebben

aangegeven het idee te hebben dat toeristen geen rekening houden met de bewoners, daarnaast is zelfs het woord pretpark gevallen waardoor kan worden aangenomen dat de theorie van Nijman (1999), die stelt dat er kan worden gesproken van pretparkisering in Amsterdam, strookt met de bevindingen van dit onderzoek. Hiermee wordt bedoeld dat de stad wordt aangeboden als een pretpark waarbij bepaalde concepten worden gethematiseerd, dit geldt zeker voor de Zeedijk. Het is belangrijk hierbij mee te nemen dat geen van de bewoners een helemaal toeristenvrije straat zou willen. Het gaat er vooral om dat de respondenten zich ergeren aan de hoge concentratie van toeristen, niet per se aan toeristen in het algemeen.

De tweede deelvraag in dit onderzoek luidt: Wat is de impact van de beleving van toerisme op de sociale interactie tussen bewoners van de Zeedijk? De respondenten gaven aan dat lokale winkels de plekken zijn waar zij medebewoners tegenkomen. De winkels waar het om ging waren met name de slager, de bakker en de viswinkel. Het gaat dus om lokale winkels waar bewoners terecht kunnen voor hun dagelijkse levensbehoeften; hoe minder van deze winkels er op de Zeedijk zijn, des te minder ontmoetingsplekken er zijn voor de bewoners van de Zeedijk. Onderzoek van Blokland (2008) en Zukin (2012) toont aan dat openbare ruimtes en winkels van groot belang zijn voor interactie, dit komt dus overeen met de gevonden resultaten. Daarnaast is uit het theoretisch kader gebleken dat de interactie afneemt bij grote drukte (Brueckner en Largey, 2008). Ook dit strookt met de bevindingen uit het onderzoek, respondenten hebben aangegeven dat er op straat vaak weinig ruimte is voor een praatje vanwege de drukte, hierdoor neemt de interactie tussen bewoners af. Daarnaast neemt de interactie af doordat men, zoals eerder genoemd, routines aanpast. Dit leidt ertoe dat bewoners elkaar minder tegenkomen en daardoor minder interactie hebben. Ook bleek uit het onderzoek dat de jongere respondenten over het algemeen minder interactie hebben met de buurtbewoners. Dit zou te maken kunnen hebben met de individualiserende samenleving: zoals Tonnies (Inglis, 2009) stelt, bouwt men in de moderne samenleving (gesellschaft) relaties op wanneer er iets te bereiken valt, men is individualistisch ingesteld. Een aantal respondenten gaf namelijk aan dat ze de anonimiteit op de Zeedijk ook wel prettig vinden.

Wat betreft de participatie blijkt dat toerisme hier weinig impact op heeft: bewoners zijn zelf niet actief wanneer het gaat om participeren, behalve een harde kern uit de buurt.

De derde deelvraag in dit onderzoek luidt: Wat is de impact van de beleving van toerisme op de dagelijkse routines van de bewoners van de Zeedijk? Uit de resultaten blijkt dat de toeristen een grote impact lijken te hebben op de dagelijkse routines van de bewoners van de Zeedijk. Zo hebben bijna alle respondenten aangegeven dat zij worden verstoord in hun routines, dit sluit aan bij de bevindingen van Pinkster en Boterman (2016). Zij stellen dat toeristen de dagelijkse routines van bewoners verstoren doordat ze op een andere manier gebruik maken van de omgeving. Dit komt overeen met de gevonden resultaten waaruit blijkt dat toeristen zich in grote getale langzaam over de Zeedijk verplaatsen en vooral uit zijn op vertier. Terwijl bewoners juist gericht en snel de

Zeedijk trotseren. Bewoners lijken zich aan de passen aan de toeristen door zich op andere

tijdstippen op de Zeedijk te begeven en andere fietsroutes te nemen. Door het aanpassen van deze routines komen bewoners elkaar minder tegen, blijkt uit de resultaten. Daarnaast verandert de omgeving omdat deze wordt aangepast aan de toeristen. Dit blijkt ook uit de resultaten waarin respondenten aangeven dat veel van de winkels op de Zeedijk niet op de bewoners zijn gericht. De drie strategieën die Andereck (2005) noemt; terugtrekken, beschermen van grenzen en het uiten van wrok en haat jegens toeristen, komen ook deels overeen met de resultaten. Bewoners lijken zich namelijk af en toe terug te trekken vanwege de drukte op de Zeedijk, door bijvoorbeeld gordijnen dicht te trekken om de drukte buiten te sluiten. Daarnaast worden grenzen aangegeven door te laten blijken dat de straat van de bewoners is, dit doet men onder andere door luid te bellen op de fiets of minder uit te wijken voor de toeristen. Tot slot wordt er af en toe irritatie geuit jegens de toeristen; de respondenten gaven bijvoorbeeld aan zich soms door de menigte toeristen te duwen en wezen toeristen erop dat ze in de weg stonden.

De vierde deelvraag in dit onderzoek luidt: Wat is de impact van het toerisme op het beleefde thuisgevoel van de bewoners van de Zeedijk? Uit dit onderzoek is gebleken dat bewoners zich minder thuis voelen naarmate het aantal toeristen is toegenomen omdat zij zich niet verbonden voelen met deze mensen en geen karakteristieken met hen delen. Dit komt met name omdat

toeristen een andere taal spreken en geen contact zoeken met de bewoners van de Zeedijk, bleek uit de resultaten. Onderzoek van Van der Graaf en Duyvendak (2009) sluit hierbij aan, zij stellen namelijk dat men zich thuis voelt als men zich verbonden voelt met de medebewoners en het gevoel heeft bij de buurt te horen. Daarnaast stelt Smith (2011) dat het belangrijk is dat bewoners een connectie hebben met andere bewoners. De bewoners hebben wel een connectie met elkaar maar niet met de toeristen die over de Zeedijk lopen. Deze resultaten stroken dus met de bevindingen van Van der Graaf en Duyvendak (2009) en Smith (2011). Daarnaast bleek uit de resultaten dat

bewoners zich minder snel thuisvoelen omdat een groot deel van de winkels op de Zeedijk niet gericht zijn op de bewoners maar op de tijdelijke bezoeker: de toerist. Dit heeft ertoe geleid dat respondenten het idee hebben dat de straat niet aan hen toebehoort maar aan de toeristen.

Tot slot zal er antwoord worden gegeven op de laatste deelvraag: In hoeverre heeft het al dan niet zien van toerisme als gemeenschappelijke vijand impact op het handelen van de bewoners van de Zeedijk? In dit onderzoek is gekeken of er een band kan ontstaan tussen bewoners doordat de toerist als gemeenschappelijke vijand wordt gezien. Uit de resultaten kwam naar voren dat men de toeristen zeker als een gemeenschappelijk probleem van de buurt ziet. Alle respondenten gaven namelijk aan dat toeristen een probleem vormen en dat de kwaliteit van de buurt erdoor afneemt. Aan de hand van onderzoek van Simmel (1904) bleek dat wanneer mensen een gemeenschappelijke vijand hebben, er een band tussen deze mensen kan ontstaan. Uit het onderzoek bleek echter dat geen van de respondenten toeristen als een gemeenschappelijke vijand ziet. De respondenten zien

de toeristen niet als een gemeenschappelijke vijand omdat ze de problemen die toerisme met zich meebrengt nog niet als zodanig groot ervaren dat er gesproken kan worden van een vijand. Dit leidt ertoe dat er niet wordt samengewerkt om de problemen met toerisme aan te pakken. McLauchlin en Pearlman (2012) stellen dat wanneer men een gemeenschappelijke vijand heeft, men zal

samenwerken om deze vijand te verslaan, wat de cohesie tussen deze groepen of individuen zal versterken. De bewoners van de Zeedijk werken echter niet samen om de problemen rondom toerisme aan te pakken, wat ertoe leidt dat de onderlinge cohesie niet wordt versterkt. In dit geval heeft een extern conflict niet geleid tot versterkte cohesie tussen de bewoners van de Zeedijk. De bewoners van de Zeedijk zien elkaar wel als groepsleden, uit dit onderzoek bleek namelijk dat men zich verbonden voelt met de medebewoners omdat ze op een speciale plek wonen: de Zeedijk. Dit is een belangrijk gegeven, Bernard (2012) en Coser (1956) stellen namelijk dat er voorafgaand aan het conflict al sprake moet zijn van een groepsgevoel. Maar omdat de bewoners de toeristen niet als vijand bestempelen zou het kunnen dat de problemen rondom toerisme niet ernstig genoeg zijn voor mensen om actie te ondernemen. Hierdoor is de cohesie tussen de bewoners niet toegenomen. Dat de cohesie niet is toegenomen bleek ook uit het onderzoek doordat respondenten aangaven weinig contact te hebben met medebewoners, de respondenten gaven aan over het algemeen alleen de directe buren te kennen.

De bewoners ervaren de toeristen over het algemeen als negatief vanwege de overlast die zij veroorzaken en het soort winkels en horecaondernemingen dat ze aantrekken. Toch bleek uit dit onderzoek dat de bewoners geen grootschalige acties ondernemen om het toerisme aan te pakken. Het lijkt alsof het probleem rondom toerisme nog niet zo groot is dat het mensen aanzet tot actie of samenwerking. Sterker nog: de bewoners van de Zeedijk passen hun routines aan op de

toeristenstroom. Dit kan ertoe leiden dat de ontmoetingsmogelijkheden voor de bewoners afnemen omdat ze niet meer op dezelfde vaste momenten naar de supermarkt of slager gaan en elkaar dus minder vaak zien. Er kan dus worden geconcludeerd dat de beleving van het toerisme op de Zeedijk een negatieve impact heeft op de ervaren buurtcohesie. Het bleek echter wel dat het toerisme

handvaten geeft voor goede gespreksonderwerpen tussen bewoners, bijna alle respondenten gaven namelijk aan dat dit onderwerp vaak een aanknopingspunt is voor een gesprek. Maar vooralsnog blijkt dat de bewoners hun leven aanpassen aan de toeristen in plaats van de toeristen aan te pakken. Het blijkt dat de bewoners vooral problemen hebben met de monocultuur die ontstaat als gevolg van toerisme, de hoge concentratie aan toeristen en de afwijkende normen en waarden van de toeristen. Tot slot zien de respondenten de toeristen wel als gemeenschappelijk probleem, maar dit blijkt geen impact te hebben op hun handelen. Daaruit kan geconcludeerd worden dat het toerisme de ervaren buurtcohesie niet versterkt.

6.2 Discussie

Dit onderzoek kan van belang zijn voor verschillende partijen. De gemeente Amsterdam zou deze resultaten mee kunnen nemen in eventuele beleidsplannen over toerisme. In de gebiedsanalyse van de gemeente is namelijk naar voren gekomen dat Burgwallen Oude Zijde, waaronder de Zeedijk valt, kampt met problemen rondom leefbaarheid en toenemende drukte. Daarnaast kan dit

onderzoek van belang zijn voor de NV Zeedijk, waar directer kan worden gereageerd op de overlast die toeristen veroorzaken, omdat het bedrijf op de Zeedijk zelf is gevestigd. In dit onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat toeristen in zekere mate de buurtcohesie doen afnemen. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat toeristen in groten getale over de Zeedijk lopen en daardoor een dermate grote overlast veroorzaken dat bewoners bepaalde plekken mijden en hun routines aanpassen waardoor ze elkaar minder tegenkomen.

Aan de hand van dit onderzoek is duidelijker in kaart gebracht wat toerisme volgens de lokale bewoners voor de buurtcohesie betekent. De belangrijkste bevindingen hebben te maken met de monocultuur die is ontstaan in de straat als gevolg van het toerisme, de hoge concentratie aan toeristen en het afwijkende gedrag van toeristen. Deze factoren blijken vooral impact te hebben op de ervaren buurtcohesie. Omdat andere onderzoeken dikwijls kwantitatief van aard zijn, werpt dit onderzoek – waarin een kwalitatieve onderzoeksmethode is gebruikt – een nieuw licht op de problematiek omdat er specifiek wordt gekeken naar de beleving van de bewoners, die zich minder makkelijk kwantitatief laat onderzoeken.

Tekortkomingen die dit onderzoek kent en waar in vervolgonderzoek rekening mee moet worden gehouden is de manier waarop respondenten zijn geworven. De respondenten zijn namelijk geworven door verspreid over de straat vijftig brieven in de bus te doen. Bewoners konden zich telefonisch of per e-mail melden. Het gevaar bestaat dat alleen bewoners hebben gereageerd die een uitgesproken mening over toerisme hebben. Hierdoor kan het zijn dat de gemiddelde mening van de bewoners van de Zeedijk niet goed wordt vertegenwoordigd. Daarnaast kan er bias zijn opgetreden omdat ikzelf op de Zeedijk woon, waardoor het onderzoek mogelijk op sommige punten niet waardeneutraal is. Ten tweede is in het onderzoek niet duidelijk naar voren gekomen of een common enemy uiteindelijk tot een sterkere buurtcohesie zou kunnen leiden, aangezien uit dit onderzoek bleek dat de problemen rondom toerisme niet tot samenwerking hebben geleid. Dit zou in een vervolgonderzoek kunnen worden meegenomen; zo zou er kunnen worden gekeken onder welke omstandigheden bewoners de toeristen wél als gemeenschappelijke vijand zouden zien.

6.3 Reflectie

Ik vond het onderzoek interessant om te doen. Ik heb veel geleerd gedurende deze periode, het opzetten van een eigen onderzoek heeft mij verder geholpen in mijn ontwikkeling op de UvA. Daarnaast hadden de interviews ook een persoonlijke meerwaarde. Doordat ik zelf in de buurt woon

heb ik een aantal mensen gesproken die ik anders nooit had leren kennen. Ik ben tevreden over het onderzoeksproces, dat is verlopen volgens de gestelde deadlines. Wat ik heb geleerd van de

7.0 Literatuurlijst

Andereck, K., Valentine, K., Knopf, R. en Vogt, C. (2005). Residents' perception of community tourism impacts. Annals of Tourism Research, vol. 32(4), pp. 1056-1076.

Bernard, S. (2012). Cohesion from Conflict: Does Intergroup Conflict Motivate Intragroup Norm Enforcement and Support for Centralized Leadership? Social Psychology Quarterly, Vol. 75 (20), pp. 107-130.

Blokland, T. (2008). Ontmoeten doet er toe. Rotterdam: Vestia.

Bornstein, G. (2003). Intergroup Conflict: Individual, Group, and Collective Interests. Personality and Social Psychology Review. Vol. 7(2) , pp. 129 – 145.

Brilleman, E. (2004). De Zeedijk. Uitgeverij THOTH Bussum.

Brueckner, J. en Largey, A. (2008) Social Interaction and Urban Sprawl. Journal of Urban Economics, vol. 64, pp. 18-34.

Bryman, A. (2012). Social Research Methods. Oxford, New York: University Press.

CBS in uw buurt (2014) Percentage personen met laag inkomen. Opgehaald op 13 oktober 2017 van: http://www.cbsinuwbuurt.nl/#buurten2014_percentage_personen_met_laag_inkomen Chan, J., To P. en E. Chan (2006). Reconsidering Social Cohesion. Social Indicators Research, vol. 75 (2), p. 273-302.

Clampet‐Lundquist, S. (2004) HOPE VI Relocation: Moving to New Neighborhoods and Building New Ties. Housing Policy Debate, vol. 15(2), pp. 415-447.

Coser, L. (1956). The Functions of Social Conflict. New York: Free Press.

Dassopoulose, A. en Monat S. (2011) Do Perceptions of Social Cohesion, Social Support, and Social Control Mediate the Effects of Local Community Participation on Neighborhood Satisfaction? Environment and behavior, Vol. 43(4), pp. 546-565.

Duyvendak, J.W (2011) The Politics of Home. Palgrace Macmillan. Amsterdam.

Forrest, R. en Kearns A. (2001) Social Cohesion, Social Capital and the Neighbourhood. Urban Studies. Vol. 38(12), pp. 2125-2143.

Farahani, L. (2016) The Value of the Sense of Community and Neighbouring. Housing, Theory

and Society, vol. 33(3), pp. 357-376.

Gemeente Amsterdam (2016) Toerisme in MRA (2014-2015). Gemeente Amsterdam, Onderzoek, informatie en statistiek.

Gemeente Amsterdam (2015) Gebiedsanalyse Centrum-West stadsdeel Centrum. Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek.

Heimtum, B. (2007). Depathologizing the Tourist Syndrome. Tourist studies, vol. 7(3), pp. 271-293. Hickman, P. (2013) ‘Third Places’ and Social Interaction in Deprived Neighbourhoods in Great Britain. House and the Built Environment, vol. 28(2), pp. 221-326.

Inglis, D. (2009) Cosmopolitan Sociology and the Classical Canon: Ferdinand Tönnies and the Emergence of Global Gesellschaft. The British Journal of Sociology. Vol. 60(4), pp. 813- 832.

De Jaegher, K. en Hoyer, B. (2016) Collective Action and the Common Enemy Effect. Defence and

Peace Economics, vol. 27(5), pp. 644-664.

Karsten, L. (2014), From Yuppies to Yupps: Family Gentrifiers Consuming Spaces and

Reinventing Cities. Tijdschrift voor Economische en Sociale geografie. Vol. 105(2), pp. 175-188.

Maoz, Z., Terris, L., Kuperman, R. en Talmud, I. (2007). What Is the Enemy of My Enemy? Causes and Consequences of Imbalanced International Relations. The Journal of Politics. Vol. 69(1), pp. 100-115.

Marissing, E., Bolt, G. en Kempen, R. (2005) Onbedoelde Vormen van Sociale Cohesie. Rooilijn. Vol. 38(3), pp. 213-218.

Martinez-Garcia, E., Raya, J. en Majo, J. (2017) Differences in Residents' Attitudes Towards Tourism among Mass Tourism Destinations. International Journal of Tourism Research, vol. 19, pp. 535-545.

McLauchlin, T. en Pearlman, W. (2012) Out-Group Conflict, In-Group Unity? Exploring the Effect of Repression on Intra-movement Cooperation. Journal of Conflict Resolution, vol. 56(1), pp. 41-66.

Meegan, R. en Mitchell, A. (2001) ‘It’s Not Community Round Here, It’s Neighbourhood’:

Neighbourhood Change and Cohesion in Urban Regeneration Policies. Urban Studies, Vol. 38(12), pp. 2167–2194.

Nijman, J. (1999). Cultural Globalization and the Identity of Place : the Reconstruction of Amsterdam. Cultural Geographies, vol. 6(2), pp. 146-164.

NZ Zeedijk. (z.j.) Over NV Zeedijk. Opgehaald op 2 november van: http://nvzeedijk.nl/over-nv- zeedijk/

Onderzoek, Informatie en Statistiek Amsterdam (2017). Wederom groei toerisme in Amsterdam. Opgehaald op 1 oktober 2017 van:

http://www.ois.amsterdam.nl/nieuwsarchief/2016/wederom-groei

Onderzoek, Informatie en Statistiek Amsterdam (2016). Gebiedsanalyse 2016 Centrum West, Stadsdeel Centrum. Opgehaald op 10 oktober 2017 van:

https://www.ois.amsterdam.nl/pdf/2016_gebiedsanalyse_1.pdftoerisme-in-amsterdam Pinkster, F. en Boterman W. (2017) When the Spell Is Broken: Gentrification, Urban Tourism and

Privileged Discontent in the Amsterdam Canal District. Cultural Geographies, vol. 24(3), pp. 457-472.

Het Parool. (2016) Overlast op de Zeedijk: als Zeedijkers klagen, is er echt wat aan de hand.

Opgehaald op 10 oktober 2017 van: https://www.parool.nl/amsterdam/overlast-op-de

GERELATEERDE DOCUMENTEN