• No results found

Conclusie na actualisatie beeld bodemgesteldheid anno 2016

In document De Krijgsman (pagina 137-140)

3 Het Plan - Transformatieopgave

5.4 Externe veiligheid

5.5.5 Conclusie na actualisatie beeld bodemgesteldheid anno 2016

Geconcludeerd kan worden dat op basis van de bodemparagraaf uit 2014 inclusief de sindsdien uitgevoerde onderzoeken/saneringen en verkregen

beschikkin-gen/vergunningen, de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem binnen het plange-bied voor de te doorlopen planologische procedure (herziening bestemmingsplan) voldoende en actueel in beeld is. Het aspect “bodem” vormt derhalve geen belemme-ring voor de (financiële) uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

5.6 Geluid

5.6.1 Wettelijk kader

Het aspect geluid vloeit voort uit de Wet geluidhinder en kan worden onderverdeeld in geluid afkomstig van wegverkeer, railverkeer en industrie. De Wet geluidhinder (Wgh) vormt het kader voor toetsing van initiatieven.

Wegverkeer en railverkeer

Langs wegen en spoorlijnen liggen ingevolgde de Wet geluidhinder zones. Binnen de-ze zones moet voor de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing akoestisch onderzoek worden uitgevoerd.

Industrielawaai

In de Wgh is bepaald dat rond industrieterreinen waarop bepaalde, krachtens de Wet milieubeheer, aangewezen inrichtingen zijn gevestigd of zich mogen vestigen (grote lawaaimakers), een geluidszone moet zijn vastgesteld. In bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd welke inrichtingen als grote lawaaima-ker moeten worden beschouwd.

5.6.2 Beleidskader

In januari 2009 heeft het college van B&W van de gemeente Muiden de beleidsregel

“Beleidsnota geluid: Hogere Waarden Wet geluidhinder” vastgesteld. Dit beleidskader betreft een toetsingskader waaraan een aanvraag voor het vaststellen van hogere waarden, wordt getoetst. Het beleidskader is door de voormalige gemeente Muiden vastgesteld vanuit het belang voor een goed woonklimaat, waaronder zo min mogelijk geluidsoverlast, voor haar inwoners en het belang ruimtelijke ontwikkelingen niet on-nodig te belemmeren. Er moet dus een balans zijn tussen de bescherming van het goede woonklimaat en het kunnen doorgaan van ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom verbindt de voormalige gemeente op grond van het beleidskader randvoorwaarden aan vast te stellen hogere waarden. Zo dient onderzoek plaats te vinden naar geluid reducerende maatregelen (bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen), alvorens een hogere waarde kan worden vastgesteld. Voorts stelt het hogere waardenbeleid van de gemeente als randvoorwaarde dat de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege de geluidsbronnen op de geluidsgevoelige gebouwen maximaal 3 dB hoger mag zijn dan de ten hoogste te verlenen hogere waarde.

132 5.6.3 Situatie plangebied

Wegverkeer

Door Aveco de Bondt is onderzoek45 uitgevoerd naar de geluidbelasting vanwege wegverkeerslawaai. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het bestemmings-plan ‘De Krijgsman’ te Muiden en ter onderbouwing van de benodigde hogere waar-den procedure. Voor voorliggend bestemmingsplan zijn de gemeentelijke randvoor-waarden van belang voor het vaststellen van hogere randvoor-waarden. In het rapport wordt hier op ingegaan en wordt in beeld gebracht wat de consequenties van dit beleid zijn voor het ontwikkelingsgebied. Hiervoor wordt verwezen naar het akoestisch rapport in de bijlage van dit bestemmingsplan. Uit het rapport is het volgende op te maken:

Voor het plangebied is nog geen definitief bouwplan bekend. Er is wel een Ambitiedo-cument opgesteld waarin bouwvlakken met diverse bestemmingen zijn aangegeven.

De mogelijkheden die in het Ambitiedocument uiteen worden gezet, zijn in het be-stemmingsplan, voor zover ruimtelijk relevant, juridisch vastgelegd. Het plangebied kan op grond van het bestemmingsplan, binnen de op de verbeelding weergegeven bestemmingsvlakken, dus onder bepaalde voorwaarden nog min of meer vrij verka-veld worden. De geluidbelastingen in het akoestisch rapport zijn derhalve met geluids-contouren op de meest maatgevende hoogten inzichtelijk gemaakt.

Het bestemmingsplangebied ligt gedeeltelijk binnen de wettelijke geluidzone van de A1 (zonebreedte van 600 m), de Maxisweg (zonebreedte van 250 m), de ontsluitings-weg en verbindingsontsluitings-weg naar A1 (zonebreedte van 250 m).

Op basis van het akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat:

 de geluidbelasting vanwege de Maxisweg ten hoogste 54 dB bedraagt. Deze waarde is hoger dan de voorkeursgrenswaarde maar voldoet aan de maximaal te vergunnen hogere waarde;

 de geluidbelasting vanwege de A1 ten hoogste 50 dB bedraagt. Deze waarde is hoger dan de voorkeursgrenswaarde maar voldoet aan de maximaal te vergunnen hogere waarde;

 de geluidbelasting vanwege de Ontsluitingsweg van het plangebied ten hoogste 60 dB bedraagt. Deze waarde is hoger dan de voorkeursgrenswaarde maar voldoet aan de maximaal te vergunnen hogere waarde;

 de geluidbelasting vanwege overige geluidgezoneerde wegen in de nabijheid van het plangebied ten hoogste 53 dB bedraagt. Deze waarde is hoger dan de voor-keursgrenswaarde maar voldoet aan de maximaal te vergunnen hogere waarde;

Omdat de geluidbelastingen hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde voor wegver-keerslawaai zijn bron- en overdrachtsmaatregelen onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat deze niet doelmatig zijn in de zin van de Wet geluidhinder. Voorts wordt op basis van het akoestisch onderzoek geconcludeerd dat:

 de geluidbelasting vanwege de 30 km/u wegen in het plangebied ten hoogste 60 dB bedraagt dat gesteld kan worden dat hiermee voldaan wordt aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.

 de gecumuleerde hogere waarden voldoen aan de eis uit het gemeentelijk geluid-beleid.

45 Akoestisch onderzoek De Krijgsman; Aveco de Bondt; projectnummer 12.1441; d.d. 9 april 2014

133

De gemeente Muiden is verzocht de hogere waarden zoals opgenomen in het onder-zoek te verlenen en heeft dit in september 2015 gedaan.

Waarborging binnengeluidsniveau

Daar waar de Wet geluidhinder eisen stelt aan de gevelbelasting van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, stelt het Bouwbesluit eisen aan het binnengeluids-niveau. Dit is aan de orde bij omgevingsvergunningverlening. Te zijner tijd zal in het kader van het omgevingsvergunningentraject (onderdeel bouwen) de gecumuleerde geluidbelasting (voor zowel de gezoneerde wegen alsmede de 30 km/u wegen) inzich-telijk gemaakt moeten worden in het kader van het berekenen van eventuele geluids-isolerende voorzieningen.

Consequenties hogere waarden procedure voor dit bestemmingsplan

De aangevraagde hogere waarden en het besluit hogere waarden zien, wat aantallen betreft (zie voorgaande paragraaf), toe op zowel woningen als andere geluidgevoelige gebouwen zoals bepaald in artikel 1 van de Wet geluidhinder. De aanvraag is over-legd aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek. In het besluit vast-stelling hogere waarden is het volgende bepaald:

Het hogere waardenbeleid van Muiden stelt als randvoorwaarde dat de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege de bronnen op de woningen maximaal 3 dB hoger is dan de hoogst vastgestelde waarde. De gecumuleerde geluidsbelasting is hiertoe bepaald.

De gecumuleerde geluidbelasting voldoet aan bovenstaande voorwaarde. Het hogere waardenbeleid van Muiden staat voor alleen hogere waarden te verlenen als een aan-vaardbaar akoestisch klimaat wordt gerealiseerd. Het bestemmingsplan is te globaal om te toetsen in hoeverre wordt voldaan aan de randvoorwaarden genoemd in het be-leid hogere waarden Wet geluidhinder. Daarom worden de randvoorwaarden ge-noemd in het hogere waardenbeleid geborgd met regels in het bestemmingsplan. De-ze regels zijn van toepassing in het geval de vastgestelde hogere waarden hoger zijn dan 53 dB. De volgende regels worden opgenomen om het voldoen aan de volgende randvoorwaarden te borgen:

 In de gebieden waarvoor een hogere waarde is vastgesteld, hoger dan 53 dB wordt voorzien in:

1 aanwezigheid van ten minste één geluidsluwe gevel;

2 aanwezigheid van ten minste één geluidluwe buitenruimte;

Overzichtstabel aangevraagde en verleende hogere waarden en aantallen (Bron: akoestisch onderzoek Aveco de Bondt d.d. 09-04-2014)

134

3 een akoestisch gunstige indeling (niet geluidgevoelige ruimtes aan de geluid belaste zijde en geluidgevoelige ruimtes zo veel mogelijk aan de geluidluwe zijde).

Railverkeer

Het plangebied bevindt zich op meer dan 1.200 meter vanaf beide spoorlijnen. Ge-luidsbelasting van de spoorlijnen is dan ook uitgesloten.

Industrielawaai

Nabij het plangebied ligt een inrichting met een wettelijk vastgestelde geluidszone, namelijk de Nuon-centrale. Er zijn geen woningen gepland binnen de vastgestelde 50 dB(A)-geluidszone. Verder geldt dat de bestaande zonering van de kruitfabriek niet meer aan de orde is wanneer tot woningbouw wordt besloten. Industrielawaai vormt derhalve geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

In document De Krijgsman (pagina 137-140)