• No results found

In dit onderzoek is onderzocht wat de invloed is van de groeiende nieuwe middenklasse in Amsterdam op de aanwezigheid van de subcultuur van fietskoeriers. Hiertoe is de volgende hoofdvraag geformuleerd: In hoeverre is de fietskoeriercultuur van fietskoeriers in Amsterdam

nog te bestempelen als alternatief, gelet op de groeiende aanwezigheid van een nieuwe middenklasse in Amsterdam?

In de laatste decennia zijn er in Amsterdam steeds meer middenklassers komen wonen. Deze stedelijke middenklasse wordt getypeerd door een hoog opleidingsniveau en is veelal werkzaam in de dienstensector. Door de groeiende aanwezigheid van een nieuwe middenklasse in Amsterdam worden subculturen wel beïnvloed, maar zoals is gebleken in dit onderzoek, is dit niet de enige reden voor de marginalisatie van de fietskoeriercultuur. Als we kijken naar het aantal werkzame fietskoeriers en de cultuurgerelateerde activiteiten, kende de fietskoeriercultuur zijn hoogtepunt in de jaren 90. Vanaf eind jaren 90 zijn de fietskoeriers door het teruglopen van werk voor fietskoeriers en de veroudering van de gemiddelde fietskoerier in Amsterdam steeds minder aanwezig. Doordat er minder werk was, daalde het aantal fietskoeriers en dus het aantal mensen die zich de subcultuur konden toe-eigenen. Daarnaast

steeg de leeftijd van de gemiddelde fietskoerier in Amsterdam. Daardoor nam de toewijding aan de cultuur af, hetgeen een marginaliserende werking had.

De invloed van de nieuwe middenklasse op de aanwezigheid van de fietskoeriercultuur is onderzocht door de vier criteria van de labeling Theory van Becker toe te passen en de criteria voor het al dan niet kunnen spreken van een subcultuur van het CCCS en Irwin te gebruiken. Doordat de nieuwe middenklasse een diversiteit aan cultuurgerelateerde goederen en diensten consumeert, oefent deze groep invloed uit op het onderscheidend vermogen van de fietskoeriercultuur.

Zo zijn, naast fietskoeriers, in toenemende mate buitenstaanders van de fietskoeriercultuur cultuurgebonden goederen gaan consumeren. Voorbeelden zijn de fixie, de racefiets en de tassen. Ook doen zij mee aan “allycats” waardoor het onderscheidende vermogen van de cultuur vervaagt. Wel blijkt uit de manier waarop de fietskoeriers spreken in ’wij’ (fietskoeriers) versus ’zij’ (niet-fietskoeriers/ fakengers) dat er sprake is van een houding, die bevestigt dat er een verschil is tussen de nieuwe middenklasse en de fietskoeriers.

De fietskoeriercultuur kent in beperkte mate een eigen identiteit. Deze identiteit blijkt uit de grote mate waarin fietskoeriers een specifiek cultureel kapitaal bezitten. Dit is bij de nieuwe middenklasse in veel mindere mate aanwezig. Ook is het uiterlijke voorkomen van de fietskoeriers, ondanks de populariteit van de fixie’s, racefietsen en fietstassen onder de nieuwe middenklasse, onderscheidend. Gaat het bij de nieuwe middenklasse meer om het stijlvolle voorkomen, waarbij de kleding en de fiets bij elkaar moeten passen, zo typeert de fietskoerier zich in uiterlijk vertoon door functionaliteit. Wat betreft vrijetijdsbesteding en consumptiepatronen zijn er geen verschillen geconstateerd. Dat maakt dat er op deze criteria niet kan worden gesproken van een subcultuur.

Wat betreft de mate van autonomie van de subcultuur, kan er bij de fietskoeriercultuur worden gesproken van een marginalisatie. Deze marginalisatie houdt verband met de jarenlange afname van werk voor fietskoeriers. Hierdoor zijn er steeds minder fietskoeriers werkzaam in Amsterdam en worden er minder cultuurgerelateerde activiteiten georganiseerd. Onder de aanwezige fietskoeriers blijft echter, zij het in beperkte mate, sprake van sociale

organisatie en inzet voor het voortbestaan van de cultuur. Er zijn in dit onderzoek geen symbolen naar voren gekomen die door fietskoeriers worden uitgedragen voor het voortbestaan van de cultuur.

Een zekere mate van toewijding aan de fietskoeriercultuur bleek uit het gegeven dat veel fietskoeriers blijven werken als fietskoerier. Veel fietskoeriers kiezen bewust voor het beroep, ondanks het lage inkomen. Veel fietskoeriers gaven aan naast hun koerierswerk een andere, beter betaalde baan te hebben maar niet te willen stoppen als fietskoerier. Leeftijd bleek een belangrijke factor in de mate van toewijding aan de cultuur. Doorgaans wordt de toewijding minder naarmate fietskoeriers ouder worden. Zij gaan dan minder deelnemen aan cultuurgerelateerde activiteiten en gaan ook minder werken als fietskoerier. Daarnaast blijken zij zich minder onderdeel te voelen van de fietskoeriercultuur dan toen zij jonger waren.

De fietskoeriercultuur raakt in de verdringing door de groeiende aanwezigheid van de nieuwe middenklasse in Amsterdam. De fietskoeriers geven echter maar in beperkte mate blijk van deze verdringing. Toch lopen de fietskoeriers en de nieuwe middenklasse niet geheel langs elkaar heen. “Ga toch fietsen” is dan ook door meerdere koeriers genoemd, waarbij werd gedoeld op de fakengers.

Door de groeiende aanwezigheid van een nieuwe middenklasse is de al marginaliserende fietskoeriercultuur verder gemarginaliseerd. De verwachting is dat deze ontwikkeling zal doorzetten, waardoor de fietskoeriercultuur één zal worden met de stedelijke leefstijlen die de nieuwe middenklasse uitdraagt als eigen culturele identiteit. Hierdoor kan steeds minder worden gesproken van een subcultuur, zoals beschreven door Becker, het CCCS en Irwin.

Fietskoeriers voelen zich niet per se onderdeel van een subcultuur, hetgeen betekent dat deze fietskoeriercultuur in beperkte mate onderdeel uitmaakt van de identiteit van fietskoeriers en zij zich vermoedelijk ook identificeren met andere culturele normen en waarden. Dit bevestigt dat culturele kenmerken van de nieuwe middenklasse en die van subculturen hybridiseren tot één dominante stedelijke cultuur waarin ook subculturele kenmerken worden geconsumeerd en worden uitgedragen als onderdeel van de mainstream cultuur.

In deze scriptie is de invloed van de nieuwe middenklasse in Amsterdam op de aanwezigheid van subculturen nader bekeken door de fietskoeriercultuur in Amsterdam onder de loep te nemen.

De groeiende aanwezigheid van een nieuwe middenklasse in Westerse steden is, door zijn cultuurgerelateerde consumptiepraktijken, van invloed op de aanwezigheid van subculturen in deze steden. De culturele consumptiepraktijken van deze nieuwe middenklasse hebben in het geval van de fietskoeriercultuur in Amsterdam een marginaliserende invloed. Deze marginaliserende invloed geldt niet per definitie voor andere subculturen.

6. Aanbeveling

Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van subculturen en de invloed die nieuwe middenklassen daarop uitoefenen, kan een vergelijkend onderzoek tussen twee steden worden uitgevoerd. Op deze manier kan de specifieke invloed van een nieuwe middenklasse op de aanwezigheid van subculturen in een stad beter in kaart worden gebracht. Door soortgelijk onderzoek in een andere stad, kan een vergelijking worden gemaakt en eventuele verschillen worden geduid. Dit helpt ons de invloed van middenklassen op subculturen beter te begrijpen.

Verder zou onderzoek gedaan kunnen worden naar de invloed van de structurele economische neergang in de fietskoeriersector en de mate waarin de fietskoeriercultuur zich als alternatief kan staande houden. Ook de invloed van de professionalisering, ten gevolge van de groeiende aanwezigheid van de nieuwe middenklasse, lijkt een marginalisatie van de aanwezige subculturen in de hand te werken en verdient nader onderzoek.

Tot slot kan gekeken worden naar de rol van fietskoeriers in de verduurzaming van de stedelijke infrastructuur. Door de opkomst van het online winkelen is er een groeiende vraag naar bezorgdiensten. Het is zeer denkbaar dat deze ontwikkeling een toenemende impact heeft op de stedelijke infrastructuur en dat daarin bij uitstek een rol voor de fietskoeriers is weggelegd.

7. Bronnen

Bakker, R., Geurtsen, R., Kloos, M., Salet, W., Schrijnen, J., Vriesman, K., & Witsen, J. (2010). Juryrapport "Goed gemaakt" (Canon Ruimtelijke Ordening).

Becker, H. S., (1966). Outsiders: studies in the sociology of deviance. New York: The Free Press. De Beer, P. (2008). De middenklasse onder druk. De kwetsbare middenklasse, 15-42.

Bennett, A. (1999). Subcultures or neo-tribes? Rethinking the relationship between youth, style and musical taste. Sociology, 33(3), 599-617.

bicyclemessenger.org (2014) Bicycle messenger emergency fund [geraadpleegd op 08-04-2014]. Boterman, W. R., Karsten, L., & Musterd, S. (2010). Gentrifiers settling down? Patterns and trends of residential location of middle-class families in Amsterdam. Housing Studies, 25(5), 693-714.

Boterman, W. (2012). Residential Practices of Middle Classes in the field of Parenthood (doctoral dissertation). available from digital academic repository (dare. uva.

nl/record/420437).

Bottero, W. (2004). Class identities and the identity of class. Sociology, 38(5), 985-1003. Brooks, D. (2010). Bobos in paradise: The new upper class and how they got there. Simon and Schuster.

Cammen, H. V. D., & De Klerk, L. (2003). Ruimtelijke ordening: van grachtengordel tot vinexwijk. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.

Cohen, A. K. (1955). Delinquent boys: The subculture of the gang. London, Colher-Macmillan. Davidson, M., & Lees, L. (2010). New-build gentrification: its histories, trajectories, and critical geographies. Population, Space and Place, 16(5), 395-411.

deamsterdammer.wordpress.com/2011/12/30/koerier-zonder-rem-is-geen-kamikazefietser/ [geraadpleegd op 10-05-2014].

Dutch Messengers Association, 2014 [online: https://www.facebook.com/groups/11 3095972050456/].

Draaisma, J. (2014) struggling for Alternative Culture: Decline of the Squats and Rise of the

‘Broedplaats’ in Amsterdam.

Eijck, K., Lievens, J. (2008) Cultural omnivorousness as a combination of highbrow, pop, and folk elements: The relation between taste patterns and attitudes concerning social integration.

Poetics 36, 217-242.

Van Eijck, K. (1999). Socialization, education, and lifestyle: How social mobility increases the cultural heterogeneity of status groups. Poetics 26(5), 309-328.

Eijck, K., Michael, J. (2013) Culturele consumptie en de habitus. Mens en maatschappij 88(1), 63-89.

Van Eijck, K., & Van Oosterhout, R. (2005). Combining material and cultural consumption: Fading boundaries or increasing antagonism?. Poetics 33(5), 283-298.

van Eijk, G. (2011). Klassenverschillen in Nederland: percepties, ontkenning en moraliteit. Sociologie, 7(3), 248-269.

fastamsterdam.nl/ [geraadpleegd op 21-07-2014].

Fincham, B. (2007). ‘Generally speaking people are in it for the cycling and the beer’: Bicycle couriers, subculture and enjoyment. The Sociological Review,55(2), 189-202.

Fischer, C. S. (1995). The subcultural theory of urbanism: A twentieth-year assessment. American Journal of Sociology, 543-577.

Fischoff, E. (1944). The Protestant ethic and the spirit of capitalism: the history of a controversy. Social Research, 53-77.

Florida, R. (2002). Bohemia and economic geography. Journal of Economic Geography, 2(1), 55- 71.

Gottdiener, M. (1995). Postmodern semiotics: Material culture and the forms of postmodern

life (p. 34). Oxford: Blackwell.

Hall, S., & Jefferson, T. (1993). Resistance through rituals: Youth subcultures in post-war Britain. Psychology Press.

Hebdige, D. (1999). The Function of subculture. The cultural studies reader, 2, 441-450. Hofland, H. J. A., Hoeben, R., & Raviez, S. (1981). De stadsoorlog, Amsterdam 80.

Irwin, J. (1975). Class and Generation, Subculture and working class youth. Cultural Studies. Jensen, S, Q. (2006) rethinking subcultural capital. Nordic Journal of Youth Research 14(3), 257- 276.

Jordan, P. (2013). Fietsrepubliek. Podium bv Uitgeverij.

Kennedy, J. (2006). N. Pas, Imaazje. De verbeelding van Provo (1965-1967).BMGN-Low

Countries Historical Review, 121(1), 185-187.

Kidder, J. L. (2009). Appropriating the city: space, theory, and bikemessengers. Theory and

Society, 38(3), 307-328.

Kuipers, G. (2012). The rise and decline of national habitus: Dutch cycling and the shaping of national similarity, European Journal of Social Theory, 16(1) 17-35.

Kurutz, S. (2013). Caught in the hipster trap, New York Times. September 14, 2013

Van der Land, M. (2004). Vluchtige verbondenheid: stedelijke bindingen van de Rotterdamse

nieuwe middenklasse (Vol. 2). Amsterdam University Press.

Ley, D. (1997). The new middle class and the remaking of the central city.

Lizardo, O. (2011). Pierre Bourdieu as a post-cultural theorist. Cultural Sociology, 5(1), 25-44. Hansen, L., A., Andersen, H. T., & Clark, E. (2001). Creative Copenhagen: globalization, urban governance and social change. European Planning Studies, 9(7), 851-869.

Mak, G. (2012). Een kleine geschiedenis van Amsterdam. Atlas Contact. Mak, G. (1992). De engel van Amsterdam. Atlas Contact.

messengers.org (2014). International federation of bike messenger associations. [geraadpleegd op 6 april, 2014].

Musterd, S. (2012). Dynamiek van Buurten. Stadsgeografie, UvA. College 8, 12 Oktober, 2012. Mommaas, H., van der Heuvel, M., & Knulst, W. (2000). De vrijetijdsindustrie in stad en land. Een studie naar de markt van belevenissen, 109.

Nederlands Juridisch Dagblad, 2010. 2 April fietsers riskeren niet alleen bekeuring maar ook hun

leven. Online: http://juridischdagblad.nl/content/view/9154/72/ [geraadpleegd op 22-06-

2014].

Oosterman, J. (1993). Parade der passanten: de stad, het vertier en de terrassen. J. van Arkel. Peeters, H. (2011). De betekenis van muziek en subculturen in een post-moderne samenleving. Universiteit Leuven.

Pelzer, P. (2012). Nieuwe perspectieven op fietscultuur: Een conceptuele en empirische verkenning van fietscultuur in Amsterdam en Portland. Tijdschrift Vervoerswetenschap, 48(4), 7-23.

Redbull (2014) redbull.com/ca/en/bike/stories/1331646454417/vis-takes-victory-at-red-bull- race-the-place/ [geraadpleegd op 21-07-2014].

Romein, J. M., & Romein-Verschoor, A. (1971). Erflaters van onze beschaving: Nederlandse gestalten uit zes eeuwen. Querido.

Romein, J., & Romein-Verschoor, A. (1949). De lage landen bij de zee: een geschiedenis van het Nederlandse volk. W. de Haan.

Seelen, J. (Regisseur). (1996). De stad was van ons [documentaire]. Nederland: Zuidewind Filmproducties in co-productie met de NPS.

Shaw, K. (2007). The Place of Alternative Culture and the Politics of its Protection in Berlin, Amsterdam and Melbourne. Planning Theory & Practice, 6(2), 149-169.

Sparke, M. (2012). Introducing globalization: ties, tensions, and uneven integration. John Wiley & Sons.

Subculture-list (2014). Subculture theory. [geraadpleegd op 24-02-2014] via

Sullivan, A. (2002). Bourdieu and education: how useful is Bourdieu's theory for researchers?. Netherlands Journal of Social Sciences, 38(2), 144-166.

Thornton, S. (2013). Club cultures: Music, media and subcultural capital. John Wiley & Sons.

Tweewieler (2014). Marktcijfers: [geraadpleegd op 21-04-2014] via http://www.tweewieler.nl/Home/Marktcijfers/

Warde, A. (1991). Gentrification as consumption: issues of class and gender. Environment and

Planning D: Society and Space, 9(2), 223-232.

Watt, P. (2008). The only class in town? Gentrification and the middle-class colonization of the city and the urban imagination. International Journal of Urban and Regional Research, 32(1), 206-211.

Vernooij, K. (2012). Messenger style. Columns in het NRC.

Woudenberg, van, M. (28-03-2014). Pakhuis de Zwijger. Indie Brands on Wheels. Amsterdam. Woudenberg van, M. (16-4-2014). Pakhuis de Zwijger. Amsterdam fietsstad. Amsterdam.

Zukin, S. (1987). Gentrification: culture and capital in the urban core. Department of Socilogy,

City university of New York. 129-147.

Zukin, S. (1989). Loft living: culture and capital in urban change. Rutgers University Press. Zukin, S. (2004). Point of purchase: How shopping changed American culture. Psychology Press.

8. Bijlage

8.1 Interviewlijst

Kees, 38 jaar (Mede organisator EK ‘97, fietskoerier, werknemer Dienst ruimtelijke ordening (DRO), Interview, d.d. 6 Mei 2014.

Gerrit, 40 jaar (Mede organisator EK ‘97, fietskoerier), telefonisch gesprek, d.d. 27 April 2014. Michael, 42 jaar (Organisator Herdenkings Allycat, fietskoerier), Interview, d.d. 8 April 2014. Frans, 37 jaar (Fietskoerier en Planner bij de Komeet), Interview, d.d. 7 April 2014.

Corneel, 39 jaar (Fietskoerier en planner bij de Komeet), Interview, d.d. 23 April 2014. Wouter, 27 jaar (Fietskoerier), gesprek, d.d. 13 April. Mail, d.d. 15 April 2014.

Nick, 32 jaar (Fietskoerier), gesprek, d.d. 14 April 2014.

Danny, 37 jaar (Fietskoerier en Planner/ baas bij de Komeet), Interview, d.d. 14 April 2014. Bas, 40 jaar (Fietskoerier), interview, d.d. 10 April 2014.

Sanne, 35 jaar (Fietskoerier), gesprek, d.d. 23 April 2014.

8.3 Tabel Operationalisering, interviewvragen

(Sub)Cultureel Kapitaal: komt tot uiting door Culturele identiteit, te onderscheiden met de 4 punten van de Labelling Theory.

Kernbegrip Kenmerken Hoe te meten Interview vragen/ observatie punten Interview of Observatie Consistent Onderscheiden d Houding Wij/ Zij Smaak Houding: open gesloten/ positief negatief. Wij/ Zij: manier

van spreken. Smaak: kleding, muziek, cultuur.

Lichaamstaal / gebruik van wij & zij

cultuurdragende: kledingstijl/ culturele consumptiegoederen / uiterlijke Observatie s Observatie s & interviews

Culturele participatie: werk en vrijetijdsbestedin g. verschijningsvorm. Normen en ideeën Neemt u deel aan culturele activiteiten

die u ziet als verbonden met de cultuur van fietskoeriers? Observatie s & interviews Eigen Identiteit Habitus: Uiterlijke verschijningsvor m, Gedrag Kleding, fiets Subcultureel kapitaal Observatie s Toewijding Habitus: Wij/ Zij, werkzaam als fietskoerier, uitdragen van cultuur, Mate waarin culturele kenmerken zijn eigen gemaakt en worden uitgedragen, onderscheidend en autonoom willen zijn Frequentie en belang van contact met

leden van de alternatieve cultuur, gedrag, houding Observatie s en Interviews

Autonoom Sociaal Kapitaal: Al dan niet lid

zijn van een organisatie/ bedrijf dat is gerelateerd aan de cultuur van fietskoeriers. Werkt u of bent u actief bij een bedrijf dat actief

is in de fietskoerier business. Weet u wanneer er weer een Ben je werkzaam in de fietskoerier sector? Ben je lid van een fietskoerierorganisati

e?

Neem je deel aan activiteiten die door

Zowel Interviews

als Observatie

De mate van (actuele) kennis die toebehoort tot de fietskoeriercultu ur De frequentie van het contact

met leden van de alternatieve

subcultuur Het belang van deze contacten. Verbondenheid Leden wedstrijd is? Wat zijn de beste fietsen om

dit werk mee te doen? Veel / weinig Groot / Weinig belang zijn er symbolen die de cultuur identificeert waarmee leden zich verbinden fietskoeriers worden georganiseerd? Zo ja,

wie nemen daar nog meer aan deel? Zie of spreek je hen

vaak? Zijn dit belangrijke contacten voor je? Wat doe je voor

werk?

Wat doe je in je vrije tijd?

Ben je veel bezig met activiteiten die worden gerelateerd

aan het fietskoerieren?

8.4 Tabel basis informatie fietskoeriers

Naa

m / locatieDatum Fiets werkzaamheidsduur actief Verbonden (sub)Cultureel kapitaal Houdin g in verkeer onderde el van fietskoe rier Fran

s komeet7 april: Race 3 jaar Nee Ja/Nee hoog Ja ++ opgeleid, low skilled

werk

Ja

Mich

ael 8 April: sprint Race 18 jaar (vooraJa l vroege r) Ja Ja ++ opleiding niet afgemaakt maar groot cultureel kapitaal Ja (naarma te ik ouder word wel minder) Corn eel April: 23 Komeet : Fixed/ race/ singlesp eed 18 jaar Ja (vroeg er, nu niet meer) Ja/nee Ja + opleiding niet af gemaakt Ja Wou ter April: 13 Komeet

Race Anderhalf jaar Ja/Ne

e Ja opgeleid, Ja + hoog low skilled werk Ja Nick 14 April: Komeet

Race 7 a 8 jaar Nee Ja Ja + hoog

opgeleid, low skilled werk Ja Dann y April: 14 Komeet

Race 18 jaar Nee Ja Ja ++

hoog opgeleid, low skilled werk Ja/ Nee Bas 10 April: Versnell ing

Race 7 a 8 jaar Nee Nee Ja geen

Sann

e April: 23 Komeet

Fixed 18 jaar Ja Ja Ja + geen

opleiding Ja Gerri t April: 27 telefoni sch Versnell ing Race/Fix

ed 18 jaar Ja/Nee Ja hoog Ja ++

opgeleid, low skilled

werk

Ja

Kees 6 Mei:

DRO Fixed 18 jaar Ja Ja hoog Ja ++

opgeleid, low skilled

werk

Ja

Vis Fixed Ja Ja Ja ++ Ja

Jur Infinity Fixed Ja Ja Ja + -

Rem

on Komeet Race -

Kors Komeet Fixed 7 a 8 jaar Ja Ja/ nee Ja + -

8.5 Tabel Quotes fietskoeriers

Toewijding Eigen ID Consistent

onderscheidend

Autonoom

Frans Bovenal is het

werk. Identificeert eigen voorkomen niet met fietskoeriers maar benadrukt wel dat hij er één is. Mijn fiets is helemaal zwart tegen de eksters

Cultuur kan niet op zichzelf staan

omdat het beroepsmatig niet haalbaar is

dit als enige te doen.

Michael Bovenal is het werk. Ik ben vooral in het verleden erg Mijn fiets hoeft niet mooi te zijn. Hij moet het

Je herkent ze toch wel, ook omdat je ze

allemaal wel kent maar ook de

4 mei heel NL naar A’dam de allycat van ’t jaar met zo’n 60

actief geweest in de organisatie

van evenementen.

gewoon doen. portofoon, de tas man heb ik 3 keer gewonnen.

Vorig jaar een jongen die voor

mij werkte dus voel ik me wel

weer genoodzaakt weer mee te

doen. Corneel Ik werk al vanaf

het begin en ga hier ook wel gewoon lekker

mee door.

Fixie’s? Ja dat is gewoon een mode artikel. Het zijn mooie

fietsen vind ik zelf ook, maar

vind race gewoon fijner.

Omdat ik toen geen studie en werk had

ben ik in ‘99 bij de fietsdienst gekomen. Sindsdien ben ik fietskoerier. Ben begonnen bij de fietsdienst en daarna gevraagd om hier te komen werken en dat wilde ik wel en zo is het gegaan. Wouter Het verschil

tussen mij en mijn vrienden is

dat ik mijn geld verdien met het

fietsen.

Nou ja, ik ben wel echt een

fietskoerier.

Hoewel ik tegenwoordig nog

maar 1 dag in de week werk als koerier en bovenal met andere dingen

bezig ben. Nick Ik werk hier nog

niet zo heel lang en heb tussen door ook tijden minder gewerkt maar ik stop

zeker niet.

Werkkleding

Danny Ik heb in ’98 dit bedrijf overgenomen en

hervormingen doorgevoerd omdat er echt een hoop moest

veranderen.

Werkkleding. Moet ik daar wat van vinden dan? Ik vind daar helemaal

niks van.

Ja, het is mijn werk en daar ben ik blij mee.

volledig carbon, daarom doe ik

geen allycats meer. Als daar

wat mee gebeurt heb ik

geen werk meer.

betrokken” Maar ik ben wel

op de hoogte van allycats en

dergelijke.

Sanne Een tijd gestopt maar toch weer begonnen omdat

ik toch wel wilde blijven fietsen. “kwam op zijn zwart gemaakte fixie aan fietsen, met een ouderwetse racefiets op zijn schouder”

“ik ben niet echt een fietskoeriers ofzo” observatie:

fietskoerier.

Met dat andere werk bleef ik toch het gevoel

houden te moeten fietsen,

daarom ben ik dit ook maar weer gaan doen. Gerrit Ik stond echt

aan het begin en heb het allemaal zien gebeuren en heb daar ook

actief aan bijgedragen. ’96 Hamburg vs Amsterdam geregeld. EK ’97 in Amsterdam georganiseerd. Je herkende en herkent

GERELATEERDE DOCUMENTEN