• No results found

In dit onderzoek stond de volgende vraag centraal: welke lexicale intensiveerders kunnen in persberichten van Nederlandse musea een rol spelen bij het overtuigen van het publiek van de bijzonderheid van het museum en om het museum te bezoeken en waarom kunnen deze

intensiveerders een dergelijke functie vervullen?

Om een antwoord te vinden op deze vraag werd er een analyse gemaakt van twintig persberichten van zes Nederlandse musea. Er werd een onderscheid gemaakt tussen nationale en regionale musea omdat er verwacht werd dat regionale musea minder gebruik zouden maken van taalintensivering. Voor regionale musea kan het belangrijker zijn om de aandacht van de pers te krijgen en daarom zouden zij wellicht minder gebruik maken van lexicale intensiveerders om zo objectiever over te komen. Daarnaast werd er gekeken naar het gebruik van intensiveerders in de verschillende onderdelen van persberichten om te bekijken welke rol de intensiveerders in het overtuigingsproces zouden kunnen spelen.

In beide persberichten wordt de intensiveerder ‘kwalificator’ het vaakst gebruikt om het publiek te overtuigen van de bijzonderheid van het museum en om het museum te bezoeken. Daarna worden basisversterkers regelmatig gebruikt, gevolgd door tijdsaanduidingen en kwantificatoren. Plaatsaanduidingen, preciseerders en onverwachtheidspartikels komen slechts sporadisch voor.

Door kwalificatoren in te zetten wordt het sterkst een evaluatie gegeven van het onderwerp dat besproken wordt. In de meeste gevallen wordt de kunst of de kunstenaar

geëvalueerd, door bijvoorbeeld te benadrukken dat het gaat om een ‘indrukwekkend’ oeuvre of ‘baanbrekende’ kunst. Hiermee worden de kwaliteiten van de kunstenaar en de bijzonderheid van de tentoonstelling of het museum benadrukt. Door in te spelen op deze waarden, vervullen de kwalificatoren een overtuigingsfunctie en wordt de lezer overtuigd van het feit dat het museum het bezoeken waard is.

De basisversterkers geven iets minder duidelijk een evaluatie dan de kwalificatoren, maar versterken vooral een uiting door bijvoorbeeld een woord als ‘zeer’ of ‘enorm’ te gebruiken. Hierdoor worden eigenschappen van het werk en kwaliteiten van de kunstenaar benadrukt en aangegeven hoe bijzonder en uniek de situatie in het persbericht is. Door de bijzonderheid van de situatie duidelijk te maken kunnen de basisversterkers een bijdrage leveren aan het

39 De tijdsaanduidingen spelen in op de recentheid en de nieuwheid van de tentoonstelling in een museum. Het kan gaan om versterkingen die de kwaliteiten van de kunstenaar of de

kenmerken van de kunst benadrukken en zodoende inspelen op de bijzonderheid. Door woorden als ‘recent’, ‘vroegste’ en ‘zelden’ te gebruiken wordt hiermee de uniciteit van de gebeurtenis aangetoond. Door te benadrukken dat iets ‘zelden’ gebeurt of ‘recent’ is aangekocht wordt

getoond dat de beschreven gebeurtenis in het persbericht bijzonder is, wat ertoe kan bijdragen dat de lezer ervan overtuigd wordt om het museum te bezoeken.

Tot slot komen kwantificatoren ook met enige regelmaat voor. Door woorden als ‘bijna’, ‘nauwe’ en ‘relatief’ te gebruiken wordt aangegeven in welke mate iets voorkomt. Hiermee wordt opnieuw de uniciteit en exclusiviteit van de kunst, de kunstenaar of de tentoonstelling benadrukt. Door deze aspecten te benadrukken kan de lezer ervan overtuigd worden dat het museum het bezoeken waard is.

Wat opvalt aan het gebruik van intensiveerders per tekstonderdeel, is dat er naarmate het bericht dichterbij het einde komt minder intensiveerders gebruikt worden. In de aankondiging wordt veel gebruik gemaakt van taalintensivering. Dat geldt voor het begin van de verdieping ook, maar aan het einde van de verdieping is er juist minder sprake van taalintensivering. Voor de onderdelen contactgegevens en noot voor de redactie geldt dat er nauwelijks intensiveerders worden gebruikt. Een verklaring hiervoor kan het tweeledige doel van het genre zijn: aan de ene kant wordt het publiek overtuigd het museum te bezoeken, aan de andere kant worden journalisten geïnformeerd. Om aan de wensen en behoeftes van deze beide groepen tegemoet te komen kan er in het begin meer gebruik worden gemaakt van taalintensivering om de aandacht van de lezer vast te houden en hem of haar ervan te overtuigen het museum te bezoeken. Aan het einde van het bericht wordt er wellicht minder gebruik gemaakt van taalintensivering om de praktische informatie voor de journalisten zoveel mogelijk volgens de objectieve schrijfstijl die zij hanteren te schrijven.

Wat betreft de nationale en regionale persberichten valt op dat de regionale musea in hun persberichten over het algemeen minder gebruik maken van taalintensivering dan de nationale musea. Van bijna elk type intensiveerder maken nationale musea in elk onderdeel van het persbericht meer gebruik. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de nationale musea hun

40 zijn dat de media toch wel over ze schrijven. Evenementpersberichten worden vooral door lokale en regionale media overgenomen en dat kan de reden zijn dat de regionale musea een meer neutrale schrijfstijl hanteren.

Door dit onderzoek is meer kennis opgedaan over het gebruik van lexicale intensiveerders als presentatiemiddel in persberichten van Nederlandse musea. Een kwantitatief vervolgonderzoek kan zich richten op of intensiveerders mensen daadwerkelijk kunnen overtuigen van een

standpunt en bepaalde gedragsdoelen kunnen bereiken.

41

Bibliografie

Adjectief. (2005). In Van Dale. Utrecht/Antwerpen, Nederland/België: Van Dale Lexicografie. Eemeren, van, F.H. & Snoeck Henkemans, A.F. (2016). Argumentatie. Inleiding in het

analyseren en beoordelen van betogen (5de druk). Groningen/Houten: Noordhoff

Uitgevers.

Geerts, E. (2013). De strategische functie van taalintensivering in gezondheidsbrochures. Een pragma-dialectische analyse van strategisch manoeuvreren in pragmatische argumentatie in adviserende gezondheidsbrochures (Masterthese). Tekst en communicatie, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam.

Hoeken, H., Hornikx, J. & Hustinx, L. (2012). Overtuigende teksten. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Jacobs, G. & Strobbe, I. (2005). Persberichten op het internet: wie en wat kunnen we ermee bereiken? Tekstblad, 2, 44-49.

Jong, de, C. (2009). Het persbericht als kant-en-klaar nieuwsbericht? Een onderzoek naar inhoudelijke transformaties in het proces van pers- naar nieuwsbericht (Masterthese). Communicatiesstudies, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit van Utrecht, Utrecht.

Lagerwerf, L., Schurink, M. & Oegema, D. (2011). Subjectiviteit als taalgebruik in dagbladen en nieuwsweblogs. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 39(3), 107-125.

Lagerwerf, L., Taal, E. & Brouwer, P. (2005). Van pers- tot nieuwsbericht? Succesfactoren van persberichten bij Stivoro. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 33(1), 51-71. Lagerwerf, L. & Tromp, L. (2012). Persberichten in alle soorten en maten en hun effecten op de

vrije publiciteit. Tekstblad, 5(6), 6-10.

Lammers, M. (2009). Hoe affectiever, hoe liever? Een experimenteel onderzoek naar effecten van affectief geïntensiveerd taalgebruik in relatie met genre, leeswijze en interesse

42 (Masterthese). Communicatie- en Informatiewetenschappen, Faculteit

Geesteswetenschappen, Universiteit van Tilburg, Tilburg.

Lazzeretti, C. (2016). The Language of Museum Communication: A Diachronic Perspective. Basingstoke: Palgrave Macmillan.

Lazzeretti, C. & Bondi, M. (2012). ‘A hypnotic viewing experience’. Promotional features in the language of exhibition press announcements. Pragmatics, 22(4), 567-589.

Liebrecht, C., Hustinx, L., Mulken, van, M. & Schellens, P.J. (2016). Krachtige taal. Een literatuurstudie naar taalintensivering in vier onderzoeksvelden. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 38(1), 57-79.

Leeuwen, van, M. (2015). Stijl en politiek. Een taalkundig-stilistische benadering van Nederland parlementaire toespraken (Proefschrift). Universiteit Leiden, Leiden.

Maaskant, D. (2014). Strategisch manoeuvreren binnen het actietype ‘politieke tweet’. Een onderzoek naar de strategische manoeuvres van Leidse gemeenteraadsleden op Twitter in de aanloop naar de verkiezingen (Masterthese). Neerlandistiek, Universiteit van Leiden, Leiden.

McLaren, Y. & Gurau, C. (2005). Characterising the genre of corporate press release. LSP & Professional Communication, 5(1), 10-30.

Mies, J. (2002). Persberichtenwijzer. Hoe komt uw nieuws in het nieuws? Amsterdan: Boom Uitgevers.

Mulken, van, M. & Schellens, P.J. (2012). Over loodzware bassen en wapperende broekspijpen. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 34(1), 26-53.

Pander Maat, H. (2004). Wervend taalgebruik in persberichten – werkt het? Tijdschrift voor Taalbeheersing 26(1), 200-225.

Pander Maat, H. (2007). How promotional language in press releases is dealt with by journalists. Genre mixing or genre conflict? Journal of Business Communication, 44(1), 59-95. Renkema, J. (1997). Geintensiveerd taalgebruik: aan analyseschema. In H. van den Bergh, D.

43 Schellens, P.J. (2006). ‘Bij vlagen loepzuiver’. Over argumentatie en stijl in betogende teksten.

Tijdschrift voor Taalbeheersing, 28, 241-266.

Schilperoord, J. & Maes, A. (2003). Overtuigen met visuele en verbale retoriek. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 25(2), 119-141.

Smudde, M. (2009). Persbericht en krantenbericht. Een onderzoek naar de verschillen in de bewerking van een persbericht naar een krantenbericht op inhoud, modaliteit en opbouw (Masterthese). Communicatiesstudies, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht, Utrecht.

Spooren, W., Smith, B. & Renkema, J. (2000). De invloed van stijl en type argumentatie op de overtuigingskracht van direct mail. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 22(4), 344-357. Vaneker, C., Kuijpers, C. & Lagerwerf, L. (2003). Het compenseren van saaie onderwerpen:

tekstueel inforainment in het journaal. Verkregen van

https://www.researchgate.net/publication/257413898_Het_compenseren_van_saaie_onder werpen_tekstueel_infotainment_in_het_journaal_Presenting_boring_items_Textual_enter tainment_in_television_news_casts?enrichId=rgreq20bd2312349d695edee4325578ba990 4XXX&enrichSource=Y292ZXJQYWdlOzI1NzQxMzg5ODtBUzoyMzgwMzY2NjM0M DI0OTZAMTQzMzc2Mzc3MTY0OA%3D%3D&el=1_x_2 op 14 november 2016.

44

In document Heel erg veel zeer prachtige kunst (pagina 38-44)