Kredietverlening door een consortium van banken is iets dat in de hedendaagse economie
steeds vaker voorkomt. Het is daardoor des te opmerkelijker dat er voor de vestiging van
collectieve zekerheden ten behoeve van een dergelijk syndicaat nog geen afdoende oplossing
is gevonden in Nederland. De financieringspraktijk bedient zich nu nog vooral van de parallel
debt-structuur maar deze figuur is omslachtig en kostbaar, en heeft als grootste nadeel dat het
de kredietgevers niet beschermt tegen een faillissement van de zekerheden-houder. Het is de
314
Van Erp 2009, p. 25.
315
Snijders 1997, p. 94-95.
316
Emerich, RIDC 2009, p. 51.
317
Grimaldi & Barrière 2011, p. 1100.
318
trust, voortkomend uit het Angelsaksisch recht, die in dit scenario het meest geschikte
instrument zou zijn. Het onderscheid tussen legal en equitable eigendom en het creëren van
een afgescheiden vermogen komt echter in strijd met de fundamentele civil law-beginselen
van absoluut eigendomsrecht en ondeelbaarheid van vermogen. Dit is de reden dat de
Nederlandse wetgever nog altijd de invoering van de trust weigert. Het gevolg is wel dat er
hierdoor een lacune ontstaat die zeker in Nederland pertinent is omdat het bewind – ter
compensatie van de afschaffing van de fiducia cum amico – hier nooit ingevoerd is.
De vraag is echter of deze argumenten van de wetgever vanuit een juridisch
dogmatisch oogpunt nog altijd valide zijn, vooral gezien het feit dat andere civil law-landen in
toenemende mate de trust-figuur in hun rechtssysteem introduceren. Zelfs Frankrijk, dat met
de Code Civil van Napoleon aan de basis van ons hedendaagse vermogensrecht staat, kent
sinds 2007 de fiducie. Hier is er uitdrukkelijk voor gekozen om de splitsing van het absolute
eigendomsrecht niet te erkennen. In plaats daarvan voorziet de wet erin dat het eigendom over
het fiducie-vermogen wordt overgedragen aan de fiduciaire, die dit vermogen afgescheiden
dient te houden van zijn privévermogen. Door deze flexibele benadering ten aanzien van het
eigendoms- en vermogensbegrip is de introductie van de trust mogelijk geworden. De
synthese die zo is ontstaan tussen civil law en common law is een kleine revolutie voor alle
landen wiens rechtssysteem op het Franco-Germaans recht is gebaseerd, en zou ook in
Nederland goed gevolgd kunnen worden.
De financieringspraktijk heeft zich de laatste jaren op mondiale schaal sterk
ontwikkeld. Dat zelfs buurlanden nu tot invoering van de trust-figuur overgaan heeft dan ook
gevolgen voor de concurrentiepositie van Nederland. Het zou daarom wenselijk zijn als de
wetgever de noodzaak van de invoering van een trust-figuur, in ieder geval voor de vestiging
van collectieve zekerheden bij syndicaatsleningen, serieus zou heroverwegen. Door over te
gaan tot een wettelijke regeling zou de wetgever ervoor zorgen dat Nederland weer in de maat
loopt met de ontwikkelingen die in haar buurlanden plaatsvinden en zal voldaan worden aan
de huidige behoefte aan flexibele financieringsinstrumenten, die in een globaliserende finance
praktijk alleen maar zal blijven groeien.
Literatuurlijst
Academische literatuur (alfabetische volgorde)
Van Achterberg & Brakel, De Naamloze Vennootschap 1998, p. 68-73
M. van Achterberg & A. Brakel, ‘Kredietverlening door een groep van banken en de vestiging
van zakelijke zekerheden’, De Naamloze Vennootschap (76) 1998, afl. 3, p. 68-73.
Alink & Aarts, Ondernemingsrecht 2013/122
K. Alink & J. Aarts, ‘Veranderende bankfinanciering in Nederland: koers houden in de storm
op zoek naar rustig vaarwater’, Ondernemingsrecht 2013/122, afl. 17, p. 625-633.
Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013
S. Bartels & A. van Mierlo, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands
Burgerlijk Recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel IV. Algemeen goederenrecht, Deventer:
Kluwer 2013.
Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010
T. van Mierlo & A. van Velten, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het
Nederlands Burgerlijk Recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel VI*. Zekerheidsrechten,
Deventer: Kluwer 2010.
Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008
F. Mijnssen, A. van Velten & S. Bartels, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het
Nederlands Burgerlijk Recht. 5*. Eigendom en beperkte rechten, Deventer: Kluwer 2008.
Asser/Perrick 3-V* 2011
S. Perrick, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht.
3. Vermogensrecht algemeen. Deel V*. Gemeenschap, Deventer: Kluwer 2011
Asser/Scholten Algemeen deel* 1974
P. Scholten, Mr. C. Asser’s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk
Recht. Algemeen Deel, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1974.
Barrière 2013
F. Barriere, ‘The security fiducie in French law’, in: Smith 2013, p. 101-140.
Barrière, McGill Law Journal 2013, p. 847-868
F. Barrière, ‘La fiducie française ou le reveil chaotique d’une << belle au bois dormant >>’,
McGill Law Journal (58) 2013, afl. 3, p. 847-868.
Bertran de Balanda & Sorensen, Revue Lamy Droit Civil 2007, p. 53-58
J. Bertran de Balanda & A. Sorensen, ‘La fiducie: un enfer pave de bonnes intentions? Essai
d’analyse critique de la loi de février 2007 du point de vue des sûretés’, Revue Lamy Droit
Civil 2007, afl. 39, p. 53-58.
Biemans, NTBR 2011/71
Brinkhuis & Harmsen, Onderneming en Financiering 2005, afl. 67, p. 78-82
D. Brinkhuis en B. Harmsen, ‘Enkele kenmerken van gesyndiceerde leningen toegelicht’,
Onderneming en Financiering 2005, afl. 67, p. 78-82.
Van Buuren, Tijdschrift voor de ondernemingsrechtpraktijk 2008, p. 212-219
R. van Buuren, ‘Een overzicht van theorie en praktijk – deel II (slot). Nederlandsrechtelijke
aspecten bij een kredietovereenkomst’, Tijdschrift voor de ondernemingsrechtpraktijk 2008,
afl. 6, p. 212-219.
Crocq, Recueil Dalloz 2007, p. 1354
P. Crocq, ‘Lacunes et limites de la loi au regard du droit des sûretés’, Recueil Dalloz 2007, p.
1354.
Crocq 2009
P. Crocq, ‘L’introduction de la fiducie en droit privé francais’, in: Sagaert (red.), La réforme
du droit privé en France 2009, p. 9-20.
Decheix, Recueil Dalloz 1997, p. 35
P. Decheix, ‘La fiducie ou du sens des mots’, Recueil Dalloz 1997, p. 35.
Douglas, QUT Law Review 2013, p. 19-29
J. Douglas, ‘Trusts and their equivalents in civil law systems: Why did the French introduce
the fiducie intro the civil code in 2007? What might it effects be?’ (The WA Lee Lecture
2012), QUT Law Review (13) 2013, afl. 1, p. 19-29.
Emerich, RIDC 2009, p. 49-71
Y. Emericht, ‘Les fondements conceptuels de la fiducie française face au trust de la common
law: entre droit des contrats et droit des biens’, RIDC (61) 2009, afl. 1, p. 49-71.
Emerich, McGill Law Journal 2013, p. 827-846
Y. Emerich, ‘La fiducie civiliste: modalité de la propriété ou intermède à la propriété?’,
McGill Law Journal (58) 2013, afl. 4, p. 827-846.
Van Erp 2009
S. van Erp, ‘La fiducie du point de vue du droit néerlandais – réplique au professeur Pierre
Crocq du point de vue du droit néerlandais’, in: Sagaert (red.), La réforme du droit privé en
France 2009, p. 21-26.
Ferran & Chan Ho 2014
E. Ferran & L. Chan Ho, Principles of Corporate Finance Law, Oxford: Oxford University
Press 2014.
Gdanski & Pichardo-Angadi, Journal of International Banking Law and Regulation
2007, p. 434-438
M. Gdanski & T. Pichardo-Angadi, ‘The French Law on Fiducie and its Application to
Banking and Finance Transactions’, Journal of International Banking Law and Regulation
2007, afl. 8, p. 434-438.
Grimaldi & Barrière 1999
M. Grimaldi & F. Barrière, ‘La fiducie en droit francais’, in: M. Cantin Cumyn (red.), La
fiducie face au trust dans les rapports d’affaires. XVe Congrès International de Droit
Comparé (Bristol, 1998), Brussels: Bruylant 1999, p. 237-263.
Grimaldi & Barrière 2011
M. Grimaldi & F. Barrière, ‘Chapter 46: Trust and Fiducie’, in: A. Hartkamp e.a. (red.),
Towards a European Civil Code, Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International 2011, p.
1085-1106.
De Groot & Salomons, AA 2011, p. 383-390.
S. de Groot & A. Salomons, ‘Zekerheidsoverdracht in het Nederlandse BW, de Franse Code
civil en de Europese DCFR’, AA (60) 2011, afl. 5, p. 383-390.
Gullifer & Payne 2011
L. Gullifer & J. Payne, Corporate Finance Law: Principles and Policy, Oxford/Portland: Hart
Publishing 2011.
Hayton e.a. (red.) 1996
D. Hayton e.a. (red.), Vertrouwd met de Trust: Trust and Trust-like Arrangements (Serie
Onderneming en Recht, deel 5), Deventer: Kluwer Juridische Uitgevers 1996.
Hayton 1996
D. J. Hayton, ‘Trusts’, in: Hayton e.a. (red.) 1996, p. 3-65.
Hayton, WPNR 97/6281
D. Hayton, ‘Developing the use of trusts in the Netherlands’, WPNR (128) 97/6281, p. 542-
545.
Heyman, WPNR 94/6119
H. Heyman, ‘De reikwijdte van het fiducia-verbod – in het bijzonder in verband met leasing’,
WPNR (125) 94/6119, p. 1-14.
Van Houte, TvI 2005/34, p. 145-153
C. van Houte, ‘Enige juridische en fiscale aspecten van syndicaatsleningen’, TvI 2005/34, afl.
5, p. 145-153.
Jansen & Struycken, GS Vermogensrecht
C. Jansen & T. Struycken, in: J. Hijma (red.), Groene Serie Vermogensrecht, Deventer:
Kluwer (elektronisch geraadpleegd).
Kortmann 1996
S. Kortmann, ‘Past de “trust” in het Nederlands recht?’, in: Hayton e.a. 1996, p. 169-193.
Kortmann, Groninger Opmerkingen en Mededelingen 2010, p. 63-72
S. Kortmann, ‘“Werkelijke” overdracht… met een fiduciair karakter’, Groninger
Opmerkingen en Mededelingen (27) 2010, p. 63-72.
Kortmann, Rongen & Verhagen, WPNR 01/6459
S. Kortmann, M. Rongen & H. Verhagen, ‘Zekerheidsrechten op naam van een ‘trustee’ (I)’,
WPNR (132) 01/6459, p. 813- 823.
Kortmann, Rongen & Verhagen, WPNR 01/6460
S. Kortmann, M. Rongen & H. Verhagen, ‘Zekerheidsrechten op naam van een ‘trustee’ (II,
slot)’, WPNR (132) 01/6460, p. 840-846.
Leavy, IFLR 2007, p. 66-67
J. Leavy, ‘In France we trust – Why the new fiducie institution brings France closer to its
Anglo-Saxon peers’, IFLR (26) 2007, afl. 4, p. 66-67.
Loesberg 1998
E. Loesberg, ‘Enige beschouwingen over zekerheden in collectief verband’, in: S. Kortmann
e.a. (red.), Onderneming en effecten (Serie onderneming en recht, deel 13), Deventer: W.E.J.
Tjeenk Willink 1998, p. 525-539.
Malaurie & Aynès 2010
P. Malaurie & L. Aynès, Les biens (Collection Droit civil), Defrénois: Paris 2010.
Marini, Recueil Dalloz 2007, p. 1347
P. Marini, ‘Enfin la fiducie à la française!’, Recueil Dalloz 2007, p. 1347.
Matthews, Trust Law International 2007, p. 17-33
P. Matthews, ‘The French Fiducie: And Now For Something Completely Different?’, Trust
Law International (21) 2007, afl. 1, p. 17-33.
Matthews 2013
P. Matthews, ‘The compatibility of the trust with the civil law notion of property’, in: Smith
2013, p. 313-339.
Meesters 1996
B. Meesters, ‘De trustee als houder van zekerheidsrechten’, in: Hayton e.a. (red.) 1996, p.
395-416.
Meijer Timmerman Thijssen, Contracteren 2009, p. 123-140
J. Meijer Timmerman Thijssen, ‘De ontvankelijkheid van het Nederlandse privaatrecht voor
invloeden uit de Anglo- Amerikaanse financieringspraktijk’, Contracteren 2009, afl. 4, p.
123-140.
Nabet, Recueil Dalloz 2012, p. 1901
P. Nabet, ‘Pour un agent des sûretés efficace en droit français’, Recueil Dalloz 2012, p. 1901
Polak & Van Mierlo 1998
M. Polak & A. Van Mierlo, Verstrekking van zekerheden aan internationale syndicaten (Serie
NIVE Bankjuridische reeks, deel 31), Amsterdam: NIBE Uitgeverij 1998.
Raaijmakers, AA 1994, p. 331-339
G. Raaijmakers, ‘De externe werking van een trustverhouding tegenover derden naar Engels
en Nederlands recht’, AA (43) 1994, afl. 5, p. 331-339.
Raffenne 2002
C. Raffenne, ‘Why (Still) No Trust in French Law?’, in: A. Harding & E. Örücü (red.)
Comparative Law in the 21
st Century (Serie W.G. Hart Legal Workshop, deel 4), The Hague:
Kluwer Law International 2002, p. 75-100.
Rank 1998
W. Rank, De (on)hanteerbaarheid van het Nederlandse recht voor de moderne financiële
praktijk (Serie Onderneming en Recht, deel 12), Deventer: Kluwer Juridische Uitgevers 1998.
Rank-Berenschot, Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek
E. Rank-Berenschot, in: J. Nieuwenhuis e.a. (red.), Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek,
Deventer: Kluwer 2013 (elektronisch geraadpleegd).
Reehuis & Heisterkamp 2012
W. Reehuis & A. Heisterkamp, Goederenrecht (Serie Het Nederlands burgerlijk recht, deel
3), Deventer: Kluwer 2012.
Rémy 1999
Ph. Rémy, ‘National Report for France’, in: D. Hayton, S. Kortmann & H. Verhagen (red.),
Principles of European Trust Law (Serie Law of business and finance, deel 1), The Hague:
Kluwer Law International 1999, p. 131-158.
Sagaert, NTBR 2007/22
V. Sagaert, ‘The French can not tame the trust’, NTBR 2007/22, afl. 5, p. 185.
Sagaert (red.), La réforme du droit privé en France 2009
V. Sagaert (red.), La réforme du droit privé en France – Un modèle pour le droit privé
européen (Serie Contrats & Patrimoine, deel 10), Bruxelles: Larcier 2009.
Saegert 2009
V. Sagaert, ‘La réforme du droit privé francais dans le développement du droit privé
européen’, in: Sagaert (red.), La réforme du droit privé en France 2009, p. 115-129.
Salah Maandblad voor Vermogensrecht 2013, p. 138-146
O. Salah, ‘Het fiduciaverbod nieuw leven ingeblazen?’, Maandblad voor Vermogensrecht
2013, afl. 5, p. 138-146.
Smith 2013
L. Smith (red.), The Worlds of the Trusts, New York: Cambridge University Press 2013.
Snijders 1997
W. Snijders, ‘Nog een duit in de zak van de trust’, in: S. Kortmann e.a. (red.), Onderneming
en 5 jaar nieuw burgerlijk recht (Serie Onderneming en Recht, deel 7), Deventer: W.E.J.
Tjeenk Willink 1997, p. 87-105.
Snijders 2002
W. Snijders, ‘De openheid van het vermogensrecht. Van syndicaatsleningen, domeinnamen
en nieuwe contractsvormen’, in: S. Kortmann e.a. (red.), Onderneming en 10 jaar nieuw
burgerlijk recht (Serie Onderneming en Recht, deel 24), Deventer: Kluwer 2002, p. 27-58.
Stein 1992
P. Stein, Fiducia cum amico (afscheidscollege Amsterdam UvA), Deventer: Kluwer 1992.
Struycken, NTHR 2013, p. 75-87
T. Struycken, ‘Zekerheidsrechten in het internationale handelsverkeer’, NTHR 2013, afl. 2, p.
75-87.
Thiele, Ondernemingsrecht 2001, p. 456-463
A. Thiele, ‘Collectieve zekerheidsarrangementen: de security trustee als verzekerde
crediteur’, Ondernemingsrecht 2001, afl. 15, p. 456-463.
Thiele 2003
A. Thiele, Collective security arrangements: a comparative study of Dutch, English and
German law (Serie Law of Business and Finance, deel 5), Deventer: Kluwer Legal Publishers
2003.
Thiele & Vos, Financieel Recht 2009, p. 92-96
A. Thiele & B. Vos, ‘De (zekerheden)agent in de financiële problemen: no cure and no pay?’,
Tijdschrift voor Financieel Recht 2009, afl. 2/3, p. 92-96.
Tuil, WPNR 2009/6812
M. Tuil, ‘Syndicaatsleningen: veel eenvoudiger als vennootschap’, WPNR (140) 2009/6812,
p. 758-769.
Van der Velden 2008
J. van der Velden, Beleggingsfondsen naar burgerlijk recht (Serie Onderneming en Recht,
deel 47), Kluwer: Deventer 2008.
Vermeulen, Vennootschap & Onderneming 2001, p. 62-64
E. Vermeulen, ‘Zekerheden in gezamenlijk verband: over de parallel debt en het joint
creditorship’, Vennootschap & Onderneming 2001, afl. 4, p. 62-64.
De Waal, Stellenbosch Law Review 2001, p. 63-85
M. de Waal, ‘In search of a model for the introduction of the trust into a civilian context’,
Stellenbosch Law Review (12) 2001, afl. 1, p. 63-85.
Wibier 2013
R. Wibier, ‘Can a modern legal system do without the trust?’, in: Smith 2013, p. 67-88.
Witz, Recueil Dalloz 2007, p. 1369
C. Witz, ‘La fiducie française face aux enpériences étrangères et à la convention de La Haye
relative au trust’, Recueil Dalloz 2007, p. 1369.
Internationale verdragen
Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Haags
trustverdrag), 's-Gravenhage, 1 juli 1985.
Nederlandse wetgeving en parlementaire geschiedenis (chronologische volgorde)
C. van Zeben & J. du Pon, Parlementaire geschiedenis van het nieuwe burgerlijk wetboek.
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen, Deventer: Kluwer 1981.
W. Reehuis & E. Slob, Parlementaire geschiedenis van het nieuwe burgerlijk wetboek.
Invoering boeken 3, 5 en 6. Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen, Deventer: Kluwer 1990.
Kamerstukken II 1992/93, 23 027, 3 (MvT).
Wet van 4 oktober 1995, houdende wettelijke bepalingen in verband met de aanvaarding van
het op 1 juli 1985 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van
toepassing is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Wet conflictenrecht trusts), Stb.
1995, 508.
Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het notarisambt (Wet op het
notarisambt), Stb. 1999, 190.
Wet van 26 januari 2001 tot vaststelling van de Gerechtsdeurwaarderswet, Stb. 2001, 70.
Nederlandse jurisprudentie (chronologische volgorde)
HR 14 juni 1929, NJ 1929/1434 (De Boer/BUMA).
HR 13 maart 1981, NJ 1981/635 (Ermes c.s./Haviltex).
HR 3 februari 1984, NJ 1984/752 (Slis-stroom).
HR 16 september 1988, NJ 1989/10 (Onderdrecht/Pierson).
HR 3 juni 1994, NJ 1995/340 (Antillen/Komdeur).
HR 19 mei 1995, NJ 1996/119 (Sogelease).
HR 5 september 1997, NJ 1998/437 (Ontvanger/Hamm q.q.).
HR 13 juni 2003, RvdW 2003/108 (Beatrixziekenhuis/ProCall).
HR 18 november 2005, LJN AT8241 (BTL/Van Summeren).
HR 3 november 2006, NJ 2007/155 (Nebula).
Franse wetgeving en parlementaire geschiedenis (chronologische volgorde)
P. Marini, Proposition de loi instituant la fiducie N° 178, 8 februari 2005.
Sénat, Rapport N° 11 par H. de Richemot au nom de la commission des lois sur la proposition
de loi de M. P. Marini instituant la fiducie, 11 oktober 2006.
Assemblée Nationale, Rapport N° 3655 par X. de Roux au nom de la commission des lois sur
la proposition de loi (N° 3385) instituant la fiducie, 1 februari 2007.
Loi n° 2007-211 du 19 février 2007 instituant la fiducie, JORF No. 44, 21 février 2007, p.
3052.
Loi n° 2008-776 du 4 août 2008 de modernisation de l'économie, JORF No. 181, 5 août 2008,
p. 12471.
Franse jurisprudentie
Cour de Cassation (= Hof van Cassatie) 13 september 2011, Belvédère, Chambre
commerciale pourvoi n° 10-25.533 10-25.731 10-25.908 (publié au bulletin).
Internet
Website van de Hague Conference on Private International Law, ‘Status table’
http://www.hcch.net/index_en.php?act=conventions.status&cid=59, laatst bezocht: 30 juni
2015.