• No results found

In dit hoofdstuk wordt de eindconclusie beschreven vanuit de belangrijkste resultaten van het

onderzoek. In deze eindconclusie wordt de centrale probleemstelling beantwoord. Daarnaast bevat het hoofdstuk de discussie en de aanbevelingen voor de organisatie.

6.1 Eindconclusie

De aanleiding van het onderzoek was een gedwongen interne verhuizing bij GGz Breburg. De

probleemstelling van het onderzoek was: Hoe gaan de 9 verhuisde cliënten tot en met april 2014 om met het verblijf op de open afdeling het Centrum Duurzaam Wonen en Behandeling Dongen? Aan de hand van praktijkgericht en literatuuronderzoek is onderzocht hoe de negen cliënten omgaan met hun verblijf op de open afdeling in Dongen. Er is gebruik gemaakt van drie verschillende data-

verzamelingmethoden. Algemeen valt op dat het verblijf positief wordt beschouwd en dat het niet uit de hand is gelopen. De ontevredenheid van cliënten is met name gericht op het wonen in Dongen en niet op het verblijf op een open afdeling in plaats van een gesloten afdeling.

In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de verhuizing en het verblijf op de open afdeling positief is verlopen. De cliënten en professionals zien de overgang vanuit de gesloten naar de open afdeling als een grote vooruitgang. De grotere en lichtere slaapkamers en de rustigere en huiselijkere groepssfeer spelen hierin een grote rol. De huiselijkheid en het continue toezicht van begeleiding in de woonkamer van de open woning wordt als zeer positief beschouwd. Wel werd er door een van de professionals opgemerkt dat het toezicht op de bovenverdieping ontbreekt. De vrijheid die het verblijf de cliënten biedt om eigen keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen bevalt goed. Er is gebleken dat cliënten over het algemeen zelf goed kunnen inschatten wanneer zij een blokje om of een frisse neus nodig hebben en dat hierdoor escalaties voorkomen kunnen worden. Er heeft één escalatie plaatsgevonden, waarbij een cliënt is overgeplaatst naar een crisisafdeling. Deze escalatie was te wijten aan externe factoren. De mate en ernst van de psychotische symptomen van het grootste deel van de cliënten was kort na de verhuizing zichtbaar verminderd. Na een tijdje kwamen de psychotische symptomen terug. Dit waren dezelfde symptomen als die cliënten altijd al toonden. Het dorp Dongen valt bij veel cliënten niet in de smaak. De cliënten zijn het niet gewend om in een dorp te wonen, omdat de meesten van hen hun hele leven in Tilburg hebben gewoond. Sommige cliënten ervaren Dongen als te rustig en vinden het vervelend dat de afstand naar voorzieningen in Dongen groter is. Wat opvalt aan het gedrag van de cliënten is dat zij ook op de open afdeling in contact willen blijven met hun sociale netwerk. Verschillende cliënten zijn erg ontevreden over de afstand die ze moeten afleggen naar Tilburg waar hun sociale netwerk zich bevindt. Toch zoeken ze de contacten bijna dagelijks op. Zij gaan dan op de fiets of te voet zelfstandig naar Tilburg. In de sociale contacten is dus niks veranderd. Ook het contact met de begeleiding wordt in tact gehouden. Zo geven de meeste cliënten het op eigen initiatief aan wanneer ze het huis verlaten en hoe laat ze van plan zijn thuis te komen. Er zijn cliënten die gebruik willen maken van faciliteiten in de omgeving, maar die niet zelfstandig de deur uit gaan. Zij vragen hierbij om begeleiding van de professionals. Een aantal cliënten hebben het terrein en de omgeving nog niet zelfstandig verkend en trekken zich liever terug in huis. Het idee van een nieuwe omgeving is voor hen beangstigend. Begeleiding probeert de cliënten optimaal te stimuleren om de omgeving gaan verkennen en bijvoorbeeld deel te nemen aan dagbesteding. Opmerkelijk is dat de cliënten die op de gesloten afdeling een dagbesteding hadden, nu ook aan georganiseerde dagbesteding deelnemen. De meeste cliënten die zich hier voorheen niet in interesseerden, hebben deze interesse op de open afdeling ook niet. Eén cliënt is door de verhuizing zijn baan als productiemedewerker verloren, door zijn financiële beperkte situatie. In Dongen is er op het terrein geen mogelijkheid om (betaald) productiewerk te verrichten en hier kan volgens

professionals nog winst te behalen zijn.

Wat betreft het middelengebruik zien de professionals een verandering. Er is tijdens de diepte- interviews meerdere malen benoemd dat met name het alcoholgebruik toegenomen is op de open afdeling. Dit heeft te maken met de toegankelijkheid en de verkrijgbaarheid van alcohol in de buurt en op het terrein. Er is in Dongen meer contact mogelijk tussen cliënten op het terrein en cliënten kunnen alcoholische drank nuttigen in een gezamenlijke ontmoetingsplek. De professionals vermoeden dat de

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 32 sociale contacten die plaatsvinden op het terrein gebaseerd zijn op het gezamenlijk gebruik van middelen, in plaats van vriendschap.

6.2 Discussie

Uit de eindconclusie zijn een aantal vragen voortgekomen. Deze worden in deze paragraaf behandeld. Ook wordt er in deze paragraaf gecontroleerd of er voldaan is aan alle kwaliteitseisen. De

kwaliteitseisen bestaan uit validiteit, betrouwbaarheid, bruikbaarheid en onafhankelijkheid. Na de discussie worden in paragraaf 6.3 bruikbare en praktijkrelevante aanbevelingen gedaan voor de opdrachtgever.

Vragen

De uitkomsten van het onderzoek hebben nieuwe vragen opgeroepen. De periode waarin de cliënten zijn onderzocht betreft de eerste vier maanden na de verhuizing naar de open afdeling. Hoe de cliënten zich verder gaan ontwikkelen en welk gedrag zij in de toekomst laten zien is de vraag. Veel professionals zien nu namelijk pas een verandering in het gedrag van cliënten. De huiselijkheid en het continue toezicht van begeleiding in de woonkamer van de open woning wordt als zeer positief

beschouwd. Wel werd er door een van de professionals opgemerkt dat het toezicht op de

bovenverdieping ontbreekt. De vraag is daarom hoe veilig het is op de bovenverdieping. Een volgende vraag is hoe er om gegaan kan worden met de toename van het alcoholgebruik onder cliënten in Dongen. Ook kan men zich afvragen waar de wensen van cliënten liggen wat betreft het hebben van een zinvolle dagbesteding en hoe deze wensen vervuld kunnen worden.

Validiteit

In totaal is van negen cliënten het gedrag tijdens een bepaalde periode onderzocht. De

generaliseerbaarheid van het onderzoek staat ter discussie, omdat het een kleine groep cliënten en professionals betreft. Er kan niet vanuit worden gegaan dat in alle gevallen waarbij cliënten van een gesloten naar een open afdeling verhuizen de cliënten hetzelfde gedrag vertonen. Wat het onderzoek minder valide maakt, is dat niet alle observatielijsten en enquêtes teruggekomen zijn. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de ondervraagden sociaal wenselijke antwoorden hebben gegeven op de vragen die hen gesteld zijn of dat bepaalde begrippen anders geïnterpreteerd zijn. Tijdens het onderzoek zijn echter wel alle verhuisde cliënten onderzocht. Ook zijn bevindingen van alle professionals van de afdeling meegenomen in het onderzoek. Hierbij stond de beleving van de ondervraagden centraal.

Betrouwbaarheid

Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve data-

verzamelingmethoden. Hierdoor is de centrale probleemstelling van alle kanten belicht. De diepte- interviews die zijn afgenomen zijn opgenomen met een geluidsrecorder. Dit zorgt voor

betrouwbaarheid van het onderzoek. Factoren die het onderzoek minder betrouwbaar kunnen maken, zijn het feit dat er maar één organisatie en één afdeling is onderzocht, waardoor vergelijking van materiaal niet mogelijk is. Daarnaast staat de beleving van de onderzochten centraal en kan deze beleving op andere momenten in tijd anders zijn. Het onderzoek is uitgevoerd in de eerste vier maanden van het verblijf op de open afdeling. In een andere periode, bijvoorbeeld later in het jaar, kunnen de cliënten heel ander gedrag laten zien. Het onderzoek zorgt voor meer betrouwbaarheid wanneer er langere tijd onderzoek wordt gedaan. Ook zou het onderzoek betrouwbaarder zijn wanneer de onderzoekers direct contact hebben met de cliënten tijdens het onderzoek, wat nu niet het geval was. Alle informatie is verworven via de professionals. Dit was een voorwaarde van de organisatie.

Bruikbaarheid

De uitkomsten kunnen gebruikt worden voor verder onderzoek. Het onderwerp is nog niet eerder onderzocht en bij verder onderzoek zouden uitkomsten onderling vergeleken kunnen worden. Dit wordt toegelicht in paragraaf 6.2.1. In paragraaf 6.2.1. worden ook andere aanbevelingen gedaan die bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid.

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 33 Onafhankelijkheid

Het onderzoek is onafhankelijk, omdat de mening van de onderzoekers achterwege is gelaten. Wel zijn de eisen en vragen van de opdrachtgever meegenomen in het onderzoek en is het onderzoek gebaseerd op de beleving van cliënten en professionals.

6.2.1 Aanbevelingen

Beleidsaanbevelingen

Uit het onderzoek is gebleken dat de sfeer op de open afdeling erg goed is. De cliënten en de professionals vinden de afdeling huiselijk en voelen zich hierbij prettig. Ook de nabijheid van de professionals speelt hierbij een grote rol. De woonkamer wordt veel gebruikt door cliënten. Er zijn altijd professionals aanwezig in de woonkamer. Er is geen apart kantoor, wat erg goed heeft

uitgepakt. Een aanbeveling is om dit aan te houden bij een eventuele volgende verhuizing. Er kan een groot compliment worden gegeven aan de organisatie en de professionals voor deze keuze!

Uit het onderzoek is gebleken dat de cliënten veel waarde hechten aan hun oude woonplaats. Zij vonden het een grote overgang om naar een nieuwe woonplaats en van een stad naar een dorp te verhuizen. Een aanbeveling is daarom om, bij een toekomstige verhuizing van een gesloten naar een open afdeling, rekening te houden met de ligging van de nieuwe woning. Om de overgang te

vergemakkelijken en aangenamer te maken voor cliënten, kan gekozen worden voor een nieuwe woonplek in dezelfde stad.

Uit het onderzoek is gebleken dat één cliënt zijn baan is verloren, doordat de afstand naar zijn werkplek aanzienlijk groter is geworden en het vervoer naar de werkplek niet meer werd vergoed. De cliënt heeft nog geen nieuwe baan gevonden, omdat hij nog geen vertrouwen heeft in een nieuwe werkplek. Daarnaast is er in de nieuwe woonplaats geen zelfde aanbod van betaald productiewerk. Een aanbeveling is daarom om te zoeken naar vervoersmogelijkheden die betaalbaar zijn voor cliënten. Een andere mogelijkheid is om binnen de organisatie te zoeken naar de mogelijkheid tot betaald (productie)werk voor cliënten. Dit laatste kan er voor zorgen dat meerdere cliënten geïnteresseerd raken in werk en/of dagbesteding.

Uit het onderzoek is gebleken dat er een aantal cliënten zijn die het huis niet uit durven of willen en dus geen gebruik maken van de open voordeur. Een aanbeveling is om deze cliënten te motiveren en stimuleren middels de methode ‘motiverende gespreksvoering’. Hiermee kunnen de wensen van de cliënten achterhaald worden en kan er intrinsieke verandering teweeg worden gebracht. De

professionals kunnen deze methode zich eigen maken, door een workshop aan te bieden over de motiverende gespreksvoering binnen het team.

Uit het onderzoek is gebleken dat het toezicht van professionals op de bovenafdeling van de open afdeling beperkt is. In de woonkamer is 24 uur per dag toezicht. Er is in de woning sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een aanbeveling is om ook op de bovenverdieping toezicht te creëren. Dit is mogelijk als er 2 professionals in de woning aanwezig zijn. Eén van de professionals blijft dan in de woonkamer, en de andere kan tussendoor boven een kijkje nemen. Dit versterkt naar verwachting het gevoel van veiligheid bij de cliënten.

Uit het onderzoek is gebleken dat er toename van alcoholgebruik is bij de cliënten op de open afdeling. Naast het doen van toekomstig onderzoek naar alcoholgebruik en alcoholpreventie, wat verder beschreven wordt in de onderstaande tekst, kan er in het team een workshop aangeboden worden over alcohol en alcoholmisbruik.

Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek

De volgende aanbevelingen bestaan uit doen van toekomstig onderzoek. Het onderwerp is nog niet eerder onderzocht en bij verder onderzoek zouden uitkomsten onderling vergeleken kunnen worden. Er kan bij verder onderzoek daarnaast ingegaan worden op de vragen die uit dit onderzoek zijn voortgekomen. Vaker of voor langere tijd onderzoek doen naar de omgang van cliënten op de open afdeling maakt het onderzoek meer valide. Bij het doen van toekomstig onderzoek is het van belang om ook de voorbereidingen van de verhuizing naar de open afdeling te onderzoeken. Aangezien het

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 34 onderzoek na de verhuizing plaatsvond, is los van de uitslagen van de HKT-30 en gesprekken met professionals, geen onderzoek gedaan naar de getroffen voorbereidingen. Door ook de

voorbereidingen volledig mee te nemen in het onderzoek kan worden gekeken naar het effect van de voorbereidingen op het gedrag wat de cliënten op de open afdeling laten zien. Daarnaast is het voor de validiteit van belang om bij toekomstig onderzoek observaties meerdere malen af te nemen. In het onderzoek zijn de cliënten ieder 3 keer gedurende 10 minuten geobserveerd. Bij toekomstig

onderzoek zouden cliënten vaker en op verschillende dagen geobserveerd kunnen worden. Hierdoor kan er meer informatie uit de observaties gehaald worden en kan er een duidelijkere conclusie over het gedrag van cliënten getrokken worden. Dit kan ook bereikt worden door de observaties na een aantal maanden te herhalen, om het gedrag van cliënten te bestuderen en te kijken naar eventuele verschillen.

Zoals gebleken uit het onderzoek is het alcoholgebruik bij de cliënten op de open afdeling toegenomen. Een aanbeveling is om toekomstig onderzoek te doen naar de toename van dit

alcoholgebruik en mogelijke preventie daarvan. Er kan bijvoorbeeld onderzocht worden in hoeverre de professionals in de begeleiding rekening kunnen houden met het alcoholgebruik en naar de

verkrijgbaarheid van alcohol. Zoals bij de aanbevelingen voor beleid staat beschreven kan er in het team een workshop aangeboden worden over alcohol en alcoholmisbruik, om de professionals alert te maken.

Uit het onderzoek is gebleken dat er cliënten zijn die geen interesse hebben in georganiseerde dagbesteding. Sommige cliënten hebben hier wel interesse in, maar hebben geen interesse in het aanbod aan dagbesteding bij GGz Breburg in Dongen. Een van de cliënten heeft interesse in (betaald) productiewerk. Een laatste aanbeveling is daarom het doen van toekomstig onderzoek binnen de organisatie naar de mogelijkheid tot betaald (productie)werk voor cliënten, dat op het terrein uitgevoerd kan worden. Wanneer het werk dichtbij huis uitgevoerd kan worden, wordt het voor de cliënten laagdrempeliger om deel te nemen. Door een kleine vergoeding aan te bieden, kan het zijn dat cliënten zich meer gemotiveerd voelen tot werken of dagbesteding. Een voorbeeld van dit werk kan zijn dat cliënten werk of klusjes binnen de organisatie uitvoeren, zoals tuinieren, schoonmaken of kantinewerk. Ook kan gedacht worden aan het maken en verkopen van spullen. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is het wekken van interesse bij cliënten in werk en/of dagbesteding.

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 35

Literatuurlijst

Beerthuis, R. J., Van Berckelaer-Onnes, I. A., Van Daalen, E., Van der Gaag, R. J., Grietens, H., De Haan, E., et. al. (2009). Psychiatrische stoornissen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij.

Blanken, C., Clijsen, M., Garenfeld, W., Te Paske, I. & Van Piere, M. (2012). Psychiatrie voor SPH. Amsterdam: Reed Business.

Bos-Gosselink, G. (2004). Verhuizen naar het woonzorgcentrum: Een ingrijpende gebeurtenis voor vergeetachtige ouderen. Denkbeeld, 16(2), 57-60. doi:10.1007/BF03059126

Bruynseraede, M. (2007, juni). Literatuuronderzoek naar de impact van de leefomgeving op het welbevinden van (thuiswonende) ouderen: Motieven van ouderen die een invloed hebben op de keuze om wel of niet van woonst of woonvorm te veranderen. Geraadpleegd op www.bib.phlimburg.be De Bruijn, A. (2011). Ook oude bomen moeten soms worden verplant: Een onderzoek onder ouderen naar gedwongen verhuizingen als gevolg van herstructurering (Master thesis, Universiteit Utrecht). Geraadpleegd op http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/205250

De Ruijter, B. (2009). Keerpunt: Van psychose naar herstel (3e druk). Assen: Koninklijke van Gorcum. Diagnose Behandeling Combinatie. (2014). Spelregels: DBBC-registratie fz(v20140122). Geraadpleegd op: 19 februari 2014, opgehaald van

http://www.dbconderhoud.nl/index.php?option=com_docman&task=doc_download&gid=6048&Itemid =143

Ferwerda, H., Van Hasselt, N., Van Ham, T. & Voorham, L. (2012, mei 29). De juiste snaar:

Professionals met een publieke taak en de omgang met overlast, agressie en geweld als gevolg van alcohol- en/of drugsgebruik. Geraadpleegd op www.trimbos.nl

HAN (2013, september 18). Ambulantisering van de GGz: Resultaten onderzoek. Geraadpleegd op: 7 maart 2014, opgehaald van http://www.han.nl/onderzoek/nieuws/ambulantisering-ggz-resul/ Hoencamp, E., Haffmans, J. & Van Loon, J. (2013). Psychiatrie: Een inleiding (2e druk). Amsterdam: Pearson Benelux.

Krook, K. (2004). Borderline de baas: Gids voor naastbetrokkenen. Baarn: HB Uitgevers.

Lohuis, G., Schilperoort, R., & Schout, G. (2008). Van bemoei- naar groeizorg: Methodieken voor de OGGZ (3e druk). Houten: Wolters-Noordhoff Groningen.

Mens en Gezondheid (2008, november 24). Literatuurstudie naar Dubbele Diagnose. Geraadpleegd op http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/verslaving/28028-literatuurstudie-naar-dubbele-diagnose.html Mueser, K. T., Noordsy, D. L., Drake, R. E. en Fox, L. (2011). Geïntegreerde behandeling van dubbele diagnose: Een richtlijn voor effectieve behandeling. Utrecht: De Tijdstroom

Tonny. (2014, januari 25). Uit de stad verhuizen naar een dorp. Geraadpleegd op http://mens-en- samenleving.infonu.nl/sociaal/125918-uit-de-stad-verhuizen-naar-een-dorp.html

Rutten, R., Loth, C. & Hulshoff, A. (2010). Verslaving: Handboek voor zorg, begeleiding en preventie. Amsterdam: Reed Business.

Van den Hooff, S., & Goossensen, A. (2012). Cliënt of patiënt?: De betekenis van aanspreektermen. Denkbeeld, 24(3), 6-8. doi:10.1007/s12428-012-0031-3

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 36 Van der Eycken, W., & Van Deth, R. (2004). Psychiatrie: Van diagnose tot behandeling (2e, herziene druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Van der Graag, M., Staring, T., & Valmaggia, L. (2012). Handboek psychose: Theorie, diagnostiek en behandeling. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Van der Stel, J. (2012). Wat elke professional over verslaving moet weten: Canon verslaving. (2e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Van Laar, M. W. (2012, oktober 9). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van drugsgebruik? Geraadpleegd op www.nationaalkompas.nl

Van Wamel, A. L. (2012). Dubbele diagnose. Bijblijven, 28(10), 44-50. doi:10.1007/s12414-012- 0074-7

Verhoeven, N. (2008). Wat is onderzoek?: Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (3e oplage). Boom Onderwijs.

Wijn, K. (2012). Tilburgse wijk Armhoef strijdt tegen verslavingszorg. Geraadpleegd op: 24 februari 2014, opgehaald van

http://www.omroepbrabant.nl/?news/173330512/Tilburgse+wijk+Armhoef+strijdt+tegen+verslavings zorg.aspx

Wilken, J. & Kaiser, L. & Den Hollander, D. (1994) Wonen en rehabilitatie. Uitgeverij SWP Utrecht. Wunderink, L. (2006). Als de werkelijkheid onbegrijpelijk wordt: Alles over schizofrenie en andere psychotische stoornissen (5e druk). Nijmegen: Een uitgave van Inmerc bv, Wormer, in samenwerking met Schizofrenie Stichting Nederland en Ypsilon.

Onderzoeksrapport, Christi Eekels & Lisa Verhaegh Pagina 37