• No results found

De dialoog kan door opdrachtgever en opdrachtnemer zowel op samenwerking gericht als opportunistisch worden aangewend. De tijdelijkheid van de relatie en de wisseling van machtsverhouding ex-ante en ex-post contract binnen de relatie, maken het dat partijen geneigd zullen zijn het laatste te doen.

In de ontwerpfase van de concurrentiegerichte dialoog werd door de Europese Commissie onder meer beoogd dat de procedure zou bijdragen aan een meer op vertrouwen gebaseerde samenwerking. Over de noodzaak tot samenwerking en het belang van vertrouwen voor samenwerking lijken Rijkswaterstaat en de kenniscentra van de bouw het eens. Ook in de evaluatie van de aanbesteding van KOSMOS wordt de factor vertrouwen besproken. De werkwijze KOSMOS en de concurrentiegerichte dialoog hebben bijgedragen aan meer vertrouwen en openheid en hebben bovendien samenwerking gestimuleerd, zo werd geconcludeerd. Tevens werd geoordeeld dat de werkwijze KOSMOS blijk geeft van een ‘cultuurverandering’ en een ‘structureel andere verhouding tussen Rijkswaterstaat en de markt’.

Toch blijkt na sluiting van de contracten de situatie veranderd. Het ging toch weer om de knikkers. Hoewel dus de verwachtingen hooggespannen waren, is de bijdrage van de concurrentiegerichte dialoog aan het komen tot samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer niet duidelijk waarneembaar.

Het verloop van KOSMOS laat zich echter verklaren. Hoewel vertrouwen wordt gezien als de factor die bepalend is voor het komen tot samenwerking lijken partijen toch vooral te handelen vanuit hun eigen belangen. De relatie tussen publieke opdrachtgever private opdrachtnemer bij complexe bouwprojecten leent zich gezien de kenmerken van die relatie alsmede de context waarbinnen zij bestaat uitermate slecht om te komen tot een op vertrouwen gebaseerde contractuele samenwerkingsrelatie.

Dit onderzoek maakt duidelijk dat belangen en niet zozeer vertrouwen bepalend zijn voor het komen tot samenwerking. In het bijzonder het belang van een gezamenlijke toekomst moet daarbij genoemd worden als zijnde bepalend voor het al dan niet op samenwerking gerichte gedrag van opdrachtgever als opdrachtnemer.

Het belang van de toekomst is voor opdrachtgever en opdrachtnemer, partijen met deels gemeenschappelijke en deels tegenstrijdige belangen, te klein om bij projecten als KOSMOS te komen tot samenwerking. Daarbij komt dat de belangen van partijen niet veranderen door het gebruik van de concurrentiegerichte dialoog. Er hoeven zodoende ook geen specifieke voordelen van deze procedure worden verwacht voor wat betreft het verloop van de samenwerking.

6.Discussie

6.1 Inleiding

In de conclusie werd gesteld dat de concurrentiegerichte dialoog weliswaar mogelijkheden biedt voor een betere samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer maar dat de context waarbinnen dit zou moeten gebeuren het komen tot een betere samenwerking bijzonder lastig maakt.

Er zijn een aantal kenmerken te benoemen in de context van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die wellicht van belang zijn voor het komen tot samenwerking. In dit hoofdstuk discussie zullen deze kenmerken worden besproken. Mogelijke verbanden tussen de kenmerken van de context waarbinnen de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zich bevindt en hetgeen zich afspeelt in die relatie zullen worden bediscussieerd.

Het onderstaande schema maakt op hoofdlijnen duidelijk welke discussiepunten er zijn. De verschillende discussiepunten staan niet los van elkaar maar zijn onderdeel van een geheel dat wellicht bepalend is voor hoe de relatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever verloopt.

Figuur 6.1

Het schema kan als volgt worden uitgelegd: De publieke opdrachtgever heeft te maken met complexe vraagstukken waarvoor oplossingen moeten worden gevonden. De vraagstukken resulteren in opdrachten voor marktpartijen. Doel is voor de opdrachtgever om de beste oplossingen te krijgen voor de beste prijs. Zodoende is het prikkelen van marktpartijen om te komen met innovatieve oplossingen een doel. Het functioneel specificeren van opdrachten is een middel om

Innovatie Aanbesteden 2. Samenwerking Onzekerheid Veel aandacht voor Risico’s 4. Bijkomende eisen aan ON 1. Functioneel specificeren relatie met ON opbouwen Complexe vraag vanuit

de opdrachtgever waarvoor een oplossing moet worden gevonden met bij voorkeur de best mogelijke prijs/ kwaliteit verhouding.

3. Minder kennis meer complexiteit

marktpartijen ruimte te geven om te komen met oplossingen. Vrijheid voor de opdrachtnemer betekent echter ook onderzekerheid voor de opdrachtgever. Er staat immers niet vast wat de precieze oplossing zal zijn die wordt gevonden voor een vraagstuk en of deze ook voldoet aan de verwachtingen. Daarbij komt dat functioneel specificeren ook een resultaat is van een nieuwe filosofie die Rijkswaterstaat dwingt om meer te doen met minder mensen. Het abstracter maken van opdrachten laat de werkzaamheden die leiden tot een bepaalde specifieke invulling van de opdracht over aan de opdrachtnemer. Keerzijde van de medaille is echter dat de opdrachtgever niet meer van de hoed en de rand weet en in onderzekerheid verkeert over het product dat uiteindelijk wordt geleverd. Het beschikken over minder kennis en het overdragen van taken aan de markt resulteert dus in onzekerheid voor de publieke opdrachtgever.

De mogelijke toename in onzekerheid is wellicht de verklaring voor twee ontwikkelingen: Ten eerste wil de opdrachtgever een relatie opbouwen met marktpartijen. Het opbouwen van een relatie is een manier om onzekerheid te reduceren. Ten tweede is er een grote aandacht voor risico’s bij aanbesteding van projecten. Onzekerheid resulteert in risico’s. De opdrachtgever probeert deze risico’s contractueel af te dichten en neer te leggen bij de opdrachtnemer.

Het reduceren van onzekerheid door te bouwen aan een relatie met marktpartijen is problematisch doordat de relatie gekenmerkt wordt door een onvermijdelijke tijdelijkheid aangezien opdrachten moeten worden aanbesteed.

Het reduceren van onzekerheid voor de opdrachtgever door omvangrijke risicoparagrafen op te nemen in de contracten is tevens problematisch aangezien de risicoverdeling zich leent voor eindeloze discussies ex-post contract. Zoals functioneel specificeren de discussie over meerwerk in belangrijke mate ondervangt zo maken risicoparagrafen misschien juist ruimte voor discussie. Tevens wordt onzekerheid ondervangen door bijkomende eisen te stellen aan opdrachtnemers. Eisen kunnen bijvoorbeeld worden gesteld aan de minimale omzet of ervaring van potentiële opdrachtnemer. Hierdoor schermt de opdrachtgever de markt juist af voor bepaalde partijen en wordt innovatie belemmerd.

In een notendop zijn nu de verschillende mogelijk verbanden besproken. Hierna zal dieper worden ingegaan op de nummer 1 tot 4 uit het schema.

1. Functioneel specificeren: deel van een oplossing of deel van een probleem?