• No results found

Conclusie

In document Gezond en vitaal ouder worden (pagina 34-55)

7. Conclusie en aanbevelingen

7.1 Conclusie

Allereerst zal een antwoord gegeven worden op de hoofdvraag:

In hoeverre zorgt gedurende 12 weken het dagelijks vaker bewegen gecombineerd met een individueel fitnessprogramma bij het VIEF leefstijlprogramma voor een gezonde(re) leefstijl in vergelijking met een vrijblijvend fitnessprogramma?

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de VIEF leefstijldeelnemers, vergeleken met de controlegroep, op de meeste punten een gezonde(re) leefstijl hebben aangenomen.

Volgens de resultaten van het onderzoek zijn gemiddeld lichte verschillen gevonden tussen de leefstijl- en controlegroep. De meeste verschillen kunnen niet als significant gezien worden. Met name zijn er lichte verschillen in lichaamssamenstelling gevonden. De leefstijlgroep is gemiddeld 2,3% gewicht, 5,4% vetpercentage en 2,4% buikomtrek kwijtgeraakt. De controlegroep daarentegen is 0,7% gewicht, 0,6% vetpercentage en 1% buikomtrek kwijtgeraakt.

Verder is het beweeggedrag van de leefstijlgroep met 204% toegenomen, terwijl dit bij de controlegroep met 3% is toegenomen. Tijdens de nulmeting was het gemiddelde aantal wekelijkse beweegminuten nog een significant verschil tussen de leefstijl- en controlegroep. Tijdens de eindmeting was dit verschil niet meer significant, wat betekent dat de leefstijlgroep aanzienlijk meer is gaan bewegen. Bij de 6 minuten wandeltest is 12,4% meer meters

afgelegd door de leefstijlgroep. De controlegroep maakte gemiddeld 9,3% meer meters. De stappenteller heeft wel degelijk gestimuleerd. 5 van de 7 leefstijldeelnemers hebben in 10 weken tijd hun dagelijkse stappen gemiddeld met meer dan 50% verhoogt, ten opzichte van de nul week. Bij een aantal leefstijlgroep deelnemers wisselt de score bij de tussen- en eindmeting. Vermoedelijk heeft dit verschil met de gezondheid te maken.

De deelnemers van het VIEF leefstijlprogramma zijn meer gaan bewegen en tonen

verbetering van gezondheidsvariabelen ten opzichte van de controlegroep. Het lijkt dus dat de hoofdvraag beantwoord kan worden, maar het VIEF leefstijlprogramma biedt meer dan dagelijks bewegen. Om te concluderen of het VIEF leefstijlprogramma daadwerkelijk effectiever is dan alleen fitnessen, is meer onderzoek nodig. Er zal een meer vergelijkbare controlegroep nodig zijn. Tijdens dit onderzoek zaten vanaf de nulmeting al te grote

verschillen tussen beide groepen. Met name op gezondheid wisselde de groepen van elkaar, wat mogelijk voor wisselendere resultaten heeft gezorgd bij de leefstijlgroep

Er kan alleen niet geconcludeerd worden dat deze verbetering door het dagelijks meer bewegen komt. Allereerst was de onderzoekspopulatie te klein om meerdere significante verschillen te kunnen aantonen. Daarnaast ontving de leefstijlgroep ten opzichte van controlegroep meer begeleiding, een stappenteller welke stimulerend werkt en educatiemomenten over voeding, voldoening en beweging. Wel is in de literatuur van hoofdstuk 3 voldoende bewijs te vinden dat het bewegen een belangrijk onderdeel van het VIEF leefstijlprogramma moet zijn.

Tot slot bleek uit de eindgesprekken met de leefstijldeelnemers dat iedereen tevreden over het programma is. Zij zagen het programma met name als leerzaam en als “stok achter de deur”. Alle deelnemers hebben ervan geleerd en zijn meer gaan bewegen.

7.2 Aanbevelingen

Zes leefstijldeelnemers gaven tijdens het eindgesprek aan, het stuk over cel- en

mondvoeding het meest interessante te vinden. Gedurende het onderzoek bleek dat voeding een belangrijk deel is om af te vallen (P. van Lit, persoonlijke communicatie, 24 februari 2014). Wellicht is het zinvol om het programma meer te richten op voeding. Dan met name meer het controleren en advies geven op het schema cel- en mondvoeding.

Om daadwerkelijk te concluderen dat het leefstijlprogramma effectiever is, zal moeten blijken uit verder onderzoek. Er zal onderzoek gedaan moeten worden naar voeding en voldoening. Uit de resultaten bleek dat weinig leefstijldeelnemers in de 12 weken zijn komen fitnessen bij Club VIEF. Wellicht is het een idee om in het vervolg de deelnemers meer te stimuleren om zelfstandig te komen fitnessen en niet alleen te wandelen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door wekelijks de reden te vragen bij deelnemers die niet zijn gaan fitnessen. Nu wordt veel op het dagelijks bewegen (aeroob) gericht, maar volgens Nelson et al. (2007) zijn ook spierversterkende oefeningen nodig om gezond te blijven. Deze oefeningen kunnen dan bij Club VIEF gedaan worden.

Wanneer naar de leefstijlprogramma’s uit hoofdstuk 3 gekeken wordt, duren de meeste 6 tot 12 maanden. Uit deze onderzoeken blijkt dat significante verschillen gevonden zijn. Drie leefstijldeelnemers gaven aan hun doel niet behaald te hebben, omdat zij te weinig tijd hadden. Daarom is het advies om in de toekomst het leefstijlprogramma langer dan 12 weken aan te bieden. Een andere mogelijkheid, uit gesprekken tijdens de bijeenkomsten bleek dat ander halfuur te kort was. Wellicht is het een idee om in de toekomst twee keer per week een uur de deelnemers te laten komen. Zodat één keer per week gezamenlijk gesport wordt en één keer per week het educatiemoment gegeven wordt, zodat er voldoende tijd is om het onderwerp te bespreken en vragen te beantwoorden.

Uit gesprekken met de deelnemers bleek dat zij een opmerking over de stappenteller hadden. Nu wordt iedereen gestimuleerd om meer te gaan wandelen, maar een aantal fietst liever of is genoodzaakt vaker te fietsen. De stappenteller is niet nauwkeurig en zal tijdens het fietsen weinig stappen registreren. Voor een volgende editie zal niet alleen op het wandelen gericht moeten worden, maar meer op het bewegen in algemene zin. Dit zodat de deelnemer zelf kan beslissen waar hij/ zij zich het prettigst bij voelt.

Nu bleek bij de stappenchallenge met deze methode dat de laatste weken de deelnemers minder punten scoorde. Het advies is om een andere puntentelling te kiezen, zodat ook de laatste weken de deelnemers gemotiveerd blijven om meer stappen te zetten.

Zoals in paragraaf 4.3 te lezen is, was het lastig om deelnemers te werven. Wellicht kan in de toekomst de doelgroep verbreed worden. Gezien de locatie en het bedrijfsprofiel is het een kans bijvoorbeeld om het programma meer onder de aandacht te brengen bij

medewerkers binnen “WVO Zorg”. Het leefstijlprogramma wat gezondheidswinst oplevert kan wellicht het ziekteverzuim4 binnen “WVO Zorg” verminderen, wat kostenbesparend kan zijn.

Tot slot, om te kunnen concluderen en een volledig advies te geven dat het VIEF

leefstijlprogramma effectiever is dan alleen een fitnessprogramma, zal in de toekomst meer onderzoek naar het programma gedaan moeten worden. Dan zullen alle leefstijlgedragingen onderzocht moeten worden, zullen de onderzoeksgroepen minder van elkaar moeten

verschillen en moeten de onderzoeksgroepen groter zijn.

4 In verband met de privacy van “WVO Zorg” worden aan derden geen cijfers over ziekteverzuim bekend

8. Referenties

‘Overgewicht wordt onderschat’. (2012, Juli 3). De Telegraaf . Geraadpleegd op 4 maart 2014. Van web

http://www.telegraaf.nl/vrouw/gezond/20791543/___Overgewicht_wordt_onderschat___.html Baarda, D.B. (2009). Dit is onderzoek! (1e druk). Groningen: Noordhoff Uitgevers

Baarda, Goede de & Dijkum van (2007). Basisboek statistiek met SPSS (3e druk). Wolters-

Noordhoff.

Bijnen F. C. H., Feskens E.J.M., Caspersens C. J., Giampaoli S. Nissinen A. M., Menotti A., Mosterd W. L. & Kromhout D. (1996). Physical Activity and Cardiovascular Risk Factors

among Elderly Men in Finland, Italy, and The Netherlands. American Journal of

Epidemiology.

Brug J., Assema P. van & Lechner L. (2010). Gezondheidsvoorlichting en

gedragsverandering. Assen: Van Gorcum.

CBS. (2013). Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken, 2013. Geraadpleegd op 23 oktober 2013. Van web

http://statline.cbs.nl/StatWebpublication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81175NED&LA=NL CHAMPS. (n.d.). Introduction. Geraadpleegd op 14 januari 2014. Van web

http://dne2.ucsf.edu/public/champs/resources/manuals/pdfs/intro.pdf Chivo. (2012). Fitheid en niet BMI bepalen vitaliteit!

Geraadpleegd op 6 december ’13. Van web, http://www.chivo.nl/content/fitheid-en-niet-bmi- bepalen-vitaliteit.

Enright P. L. (2003). The six-minute walk test. Respiratory Care.

Feijter C. (2008). Overgewicht bij ouderen groeiend probleem. Huisarts in praktijk Former M. (2004). Fitfood. Inmerc bv.

Gezondheidsraad (2003). Overgewicht en obesitas Gezondheidsraad (2010). Voor dik en dun.

Gezondheidsraad (2013). Beweegredenen.

GGD Zeeland. (2012). Gezond blijven ouderen. Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning Zeeland 2012.

Greef M. de (2009). Het belang van bewegen voor onze gezondheid. Partnership Huisartsenzorg in Beweging

Hildebrandt V.H., Chorus A.M.J. & Stubbe J.H. (2008). Trendrapport bewegen en

gezondheid 2006/2007. Leiden: TNO

Hollander M. (2006). Het effect van fysieke training op de Quality of life bij overlevenden van

een CVA in de chronische fase. Geraadpleegd op 11 januari 2014. Van web http://hbo-

kennisbank.uvt.nl/cgi/hu/show.cgi?fid=5528

Hombergh S. van den & Thé K. (2013). MKB & sedentair gedrag. Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen.

Husserl E., Egan G., Gadamer H.G., Uitgeest W. & Rosenberg M. (n.d.). Wat is coachen. Geraadpleegd op 9 januari 2014. Van web

http://www.coachingacademy.nl/pages.php?pagina=2&subid=182

Iksen L.D. & Harbers M.M. (2009) Gedragsverandering levert ook bij ouderen

gezondheidswinst op. Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.

Geraadpleegd op 23 oktober 2013. Van web http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Preventie\Gericht op doelgroepen\Ouderen

Jones C. J. & Rikli R.E. (2002). Measuring functional fitness of older adults. The Journal on Active Aging.

Jongert T. (2012). Feiten over beweging. Tijdschrift voor praktijkondersteuning.

Knoops K.T.B., Groot L. C. P. G. M. de, Kromhout D., Perrin A.E., Moreiras-Varela O., Menotti A. & Staveren W.A. van.(2004). Mediterranean Diet, Lifestyle Factors, and 10-Year

Mortality in Elderly European Men and Women. The Journal of the American Medical

Association.

Kroeze, R. (2012). FC Twente scoren met gezondheid. Geraadpleegd op 22 april 2014. Van web http://essay.utwente.nl/61549/1/BSc_R_Kroeze.pdf

Lenz M., Richter T. & Mühlhauser I. (2009). The Morbidity and Mortality Associated With

Overweight and Obesity in Adulthood. Deutsches Ärzteblatt.

Mandos E., Veldhuizen K. van & Zeele S. van. (2010). Rotterdams Leefstijlprogramma van

klacht naar kracht. GGD Rotterdam-Rijnmond. Geraadpleegd op 7 februari 2014. Van web

http://www.ggdrotterdamrijnmond.nl/fileadmin/user_upload/_temp_/Zeele_VKnK_tweede_tus senrapportage__def_2009_01.pdf

Medic info. (n.d.). Dossier sport & bewegen. Geraadpleegd op 7 januari 2014. Van web http://www.30minutenbewegen.nl/downloadpool/dossier-dubbel30.pdf

Nelson M. E., Rejeski J. W., Blair S. N., Duncan P.W., Judge J.O., King A. C., Macera C. A. & Castaneda- Sceppa C. (2007). Physical Activity and Public Health in Older Adults:

Recommendation from the American College of Sports Medicine and the American Heart Association. Medicine & science in sports & exercise.

Nijs J., Calders P., Geraerts J.J.X.R., Veenhof C., Wegen E.E.H. van & Wilgen C.P. van. (2014). Jaarboek Fysiotherapie Kinesitherapie 2014. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Obesitas vereniging. (2012). Heb ik overgewicht?- vetpercentage. Geraadpleegd op 14 april 2014. Van web http://www.obesitasvereniging.nl/heb-ik-overgewicht?showall=&start=3 O’Leary V.B., Marchetti C.M., Krishnan R.K., Stetzer B.P., Gonzalez F & Kirwan J.P. (2005)

Exercise-induced reversal of insulin resistance in obese elderly is associated with reduced visceral fat. Journal of applied physiology.

Ooms L. & Veenhof C. (2012). Aanvullende NASB sportprojecten. Utrecht: Nivel. Otten F. (2001). Actieve ouderen. Geraadpleegd op 7 januari 2014. Van web http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/35240450-9666-4074-BA66-

Provincie Zeeland. (2009). Bevolkingsprognose. Geraadpleegd op 23 oktober 2013. Van web

http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=web&cd=3&ved=0CEUQFjA C&url=http%3A%2F%2Fprovincie.zeeland.nl%2Ftopics%2Fprovincie_zeeland_nl%2Fwonen %2Fbevolking%2Fcijfers%2Findex%2Fbevolkingsprognose_2009_5_jr.pdf&ei=qo5_Us7VE4 6o0wXy6IHgDQ&usg=

Royen P. van, Bastiaens H., D’hondt A., Provoost, C. & Borgt W. van der. (2006).

Overgewicht en obesitas bij volwassenen in de huisartsenpraktijk. België

Sealy A. (n.d.). Active Choices physical activity telephone support program. Geraadpleegd op 9 januari 2014. Van web

http://www.selfmanagementbc.ca/activechoicestelephonesupportprogram

Samawi H.M. (2013). Daily Walking and Life Expectancy of Elderly People in the Iowa 65+

Rural Health Study. Front public health.

Stewart A. L., Mills K.M., King A.C., Haskell W.L., Gillis D. & Ritter P.L. (2000). CHAMPS

Physical Activity Questionnaire for Older Adults: outcomes for interventions. University of

California San Francisco, Institute for Health & Aging, San Francisco, CA; Stanford University School of Medicine, Stanford Center for Research in Disease Prevention, Palo Alto, CA

Takken T. (2005). De 6-minutenwandeltest: een bruikbaar instrument. Stimulus. Geraadpleegd op 8 januari 2014.

Wendel-Vos M. & Schuit J. (2004). Handleiding SQUASH. Centrum voor Preventie en Zorgonderzoek. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Geraadpleegd op 3 april 2014.

Wilcox S., Dowda M., Dunn A., Ory A. G., Rheaume C. & King A.C. (2009). Predictors of

Increased Physical Activity in the Active for Life Program. Centers for Disease Control and

Prevention.

Wilcox S., Dowda M., Leviton L.C., Bartlett-Prescott J., Bazzarre T., Campbell-Voytal K., Carpenter R.A., Castro C.M., Dowdy D., Dunn A.L., Griffin S.F., Guerra M., King A.C., Ory M.C., Rheaume C., Tobnick J. & Wegley S. (2008) Active for Life. American Journal of Preventive Medicine.

Wilmore J.H., Costill D.L. & Kenney W.L. (2009). Inspannings- en sportfysiologie (2e druk).

Maarssen: Elsevier gezondheidszorg

Zantinge E.M., Wilk E.A. van der, Wieren S. van & Schoemaker C.G. (2011). Gezond ouder

worden in Nederland. RIVM.

Zee, K.I. van der., Sanderman, R. (2012). Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36.

Bijlage 1: Groepslessenrooster Club VIEF

Rooster groepslessen(versie januari 2014)

Tijd Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Tijd 8.15 30 minuten VIEF-amine 30 minuten VIEF-amine 30 minuten VIEF-amine - 30 minuten VIEF-amine - 8.15 9.00 Bosu VIEF Easy Spinning VIEF Plus

Yoga VIEF (in ’t Speeluus)

Spinning 9.00

9.30 - - VIEF Virtueel Nordic

Walking

VIEF

Virtueel - 9.30

10.00 VIEF Easy VIEF Plus

Spinning/ Keisercombi & Nordic Walking VIEF Easy - - 10.00 10.45 - - - - Soultraining (in ’t Speeluus) 10.45 11.00 VIEF Plus - - - - - 11.00 11.15 - Pilates - - - - 11.15 12.00 - - - Bosu VIEF Sportief (andere locatie) - 12.00 13.00 VIEF Plus en Spinning

Soultraining VIEF Plus - Spinning - 13.00 13.30 - VIEF Leefstijl (4 feb-22 april) - - - - 13.30 14.00 VIEF Easy - - - Yoga voor ouderen - 14.00 16.15 - - - Pilates - - 16.15 17.15 Spinning 30 minuten VIEF-amine 30 minuten VIEF-amine - - - 17.15 17.45 - - - Spinning - - 17.45 18.15 - - 30 minuten VIEF-amine 18.15 18.45 30 minuten VIEF-amine 30 minuten VIEF-amine - - - - 18.45 19.00 Soultraining

(in ’t Speeluus) - Spinning Pilates - - 19.00

19.30 Spinning Pilates - - - - 19.30

20.00 - - 30 minuten - - - 20.00

Openingstijden “Vrije Fitness” voor individueel bewegen

Maandag t/m donderdag 8.00–13.00 uur en 16.00–20.00 uur

Fitnessondersteuning aanwezig tussen 9.00 en 12.00 en 16.00-19.00 uur

Vrijdag 8.00-16.00 uur

Fitnessondersteuning aanwezig tussen 9.00 en 16.00

Zaterdag 9.00-12.00 uur

Bijlage 2: Programma VIEF leefstijl

Concept Opzet VIEF leefstijleditie 2014

Start 4 februari 12 dinsdagen van 13.30 tot 15.00 uur

Inspiratiesessies

Week 1: Dagelijkse stappenchallenge (uitleg + nul week) Week 2: Start Challenge (10 weken)

Dankbaarheidsdagboek

Week 3: Beweegapparaat/use it or loose it Week 4: Voeding voor de cellen

Week 5: fabels en feiten betreffende voeding (kwis) Week 6: Energiebalans/ViVo

Week 7: tussenstand challenge/Volhouden Week 8: Positief zijn

Week 9: stress/ontspanning (uitleg/ademhaling/soultraining) Week 10: De mens als gewoontedier

Week 11: Verzorging; ‘Je bent wat je slaapt’ Week 12: afsluiting/challenge/samenvatting

Bewegen 1 keer per week in groepsverband dinsdag 14.00-15.00

Periode 1 (4 weken) Bewegen

Goed bewegen (Houding, rompstijfheid, body bracing) Omgaan met fitness/cardioapparatuur

Zelfstandig trainen adhv. trainingskaart

Dagelijks bewegen (10 weken stappenteller challenge)(thuis) Periode 2 (4 weken)

Rompstijfheid en vrije fitnessoefeningen VIEFamine ( fitnesscircuit)

Kennismaking Sportief wandelen/Nordic walking

Dagelijks bewegen (10 weken stappenteller challenge)(thuis) Periode 3 (4 weken)

Idem Blok 2 verder opbouwen Kennismaking Yoga/Soultraining

Bijlage 3: Vragenlijst Beweeggedrag

1

Doel

Deze vragenlijst helpt u bij het inzichtelijk maken van uw beweeggedrag. Hoeveel beweegt u eigenlijk zonder daar veel moeite voor te hoeven doen? Bijvoorbeeld omdat het onderdeel uitmaakt van uw dagelijkse routine? (bv. hond uitlaten, wassen, koken) Hoeveel beweegactiviteiten voegt u daar zelf nog aan toe (tennis, wandelen)?

Toelichting

Neem voor u de vragen gaat beantwoorden een normale week uit de afgelopen maand in gedachten. Geef vervolgens per vraag aan: 1) hoeveel dagen per week u de activiteiten verrichtte, 2) hoeveel tijd u daar gemiddeld op zo'n dag mee bezig was.

Woon/werkverkeer Aantal dagen per week gemiddelde tijd per dag

a. Lopen van / naar werk of school … … uur …minuten

b. Fietsen van / naar het werk of school … … uur …minuten

c. Niet van toepassing □

Lichamelijke activiteiten op werk of school Aantal uren per week

a. Licht en matig inspannend werk … uur

b. Zwaar inspannend werk … uur

(lopend werk of werk waarbij regelmatig zware dingen opgetild moeten worden)

c. Niet van toepassing □

Huishoudelijke activiteiten Aantal dagen per week gemiddelde tijd per dag

a. Licht en matig inspannend werk

(zoals koken, afwassen, strijken etc.) … … uur … minuten b. Zwaar inspannend werk

(zoals vloeren schrobben, met zware boodschappen lopen)

… … uur … minuten

c. Niet van toepassing □

Vrije tijd Aantal dagen per week gemiddelde tijd per dag

a. Wandelen … … uur … minuten

b. Fietsen … … uur … minuten

c. Tuinieren … … uur … minuten d.

Klussen / doe-het-zelven … … uur … minuten

e. Sport:

voetbal … … uur … minuten

tennis … … uur … minuten

zwemmen … … uur … minuten

anders namelijk:

--- … … uur … minuten

--- … … uur … minuten

--- … … uur … minuten

f. niet van toepassing □

Bijlage 4: Vragen eindmeting

Doel behaald?

Zo ja /nee, waarom wel/niet?

Wat is in uw ogen het belangrijkste deel om uw doel te behalen? (dagelijkse) beweging,

voedingspatroon veranderen of lekker in uw vel zitten? Waarom?

Nieuw doel

- Heeft u een nieuw doel voor ogen? - Wat gaat u in de toekomst doen? - Wat gaat u doen om het te halen? - Denkt u dat u het zo vol kan houden of

wat heeft u nodig om het nieuwe doel te behalen?

Motivatiecijfer

- Wat is uw motivatiecijfer om door te gaan?

- Wat heeft u nodig om gemotiveerd te blijven?

- Wat moet er gebeuren om terug te vallen in het oude patroon?

-

Hoe denkt u de opgedane ervaring

cq. kennis verder in te zetten na de cursus?

-

Wat gaat u er aan doen om het verder vol te houden?

-

Wat denkt u echt nodig te hebben om het doel te behalen?

Haalbaarheidscijfer

- Het nieuwe doel, hoe hoog schat u de haalbaarheid in?

- Heeft u het geloof dat u bijv. in 1x uit de stoel stapt?

- Wat is de kans dat het gaat lukken? Bent u tevreden over het programma? Waarom wel/niet?

- Merkt u zelf verschillen met 12 weken geleden?

Zo ja, wat dan?

Zo nee, hoe zou dat komen? Heeft u er een verklaring voor?

- Wat is het meest bijgebleven en wat vond u het meest interessante?

Heeft u het idee dat het stimuleren om dagelijks meer te bewegen het meest zinvolle was van het leefstijlprogramma?

Er is met name op dagelijks bewegen gericht, heeft u tips/ verbeterpunten voor de volgende editie van het leefstijlprogramma? Wat moet er nog veranderen om het programma nog

succesvoller te maken? (waarom) - Stappenchallenge zinvol? - Meer richten op voeding? - Meer richten op ‘gelukkig zijn’?

Denkt u dat u hetzelfde behaald of gevoeld zou hebben als u alleen een individueel

fitnessprogramma zou volgen? - Wat zou anders zijn geweest? Wat vindt uw omgeving ervan dat u hieraan meegedaan heeft? Merken zij verschil? Aantal keren bij Club VIEF individueel gesport?

- Waarom heeft u zo weinig individueel gesport?

Overige opmerkingen

Bijlage 5: Vitacheck

VitaCheck

Naam:

1. Wat vindt u, over het algemeen genomen van uw gezondheid

O uitstekend O zeer goed O goed O matig O slecht

O uitstekend O zeer goed O goed O matig O slecht

O uitstekend O zeer goed O goed O matig O slecht

2a Word jij door je gezondheid op dit moment beperkt bij de

onderstaande bezigheden?

Matige inspanning zoals het verplaatsen van een tafel, stofzuigen,

fietsen

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

2b Een paar trappen oplopen

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

O Ja ernstig beperkt O Ja een beetje beperkt O Nee, helemaal niet

beperkt

3. Had jij, ten gevolge van je lichamelijke gezondheid de afgelopen 4

weken een van de volgende problemen bij je werk of andere dagelijkse

bezigheden?

3a. Waardoor je (lichamelijke gezondheid) minder hebt bereikt dan je

zou willen

U heeft minder bereikt dan u zou willen

O Ja O Nee

O Ja O Nee

O Ja O Nee

3b Je was (lichamelijke gezondheid) beperkt in het soort werk of het

soort bezigheden

O ja O Nee

O Ja O Nee

O Ja O Nee

4. Had je, tengevolge van een emotioneel probleem (bijvoorbeeld

doordat u zich depressief of angstig voelde, de afgelopen 4 weken een

van de volgende problemen bij uw werk of andere dagelijkse

bezigheden

4a Je hebt (emotioneel) minder bereikt dan je zou willen

O ja O nee

O ja O nee

O ja O nee

4b Je hebt (emotioneel) het werk of andere bezigheden niet zo

zorgvuldig gedaan zoals je gewend was

O ja O nee

O ja O nee

O ja O nee

5. In welke mate had je pijn de afgelopen vier weken

O geen O heel licht O licht O Nogal O ernstig O heel ernstig

O geen O heel licht O licht O Nogal O ernstig O heel ernstig

O geen O heel licht O licht O Nogal O ernstig O heel ernstig

6. Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken:

6a voelde je erg zenuwachtig?

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

6b zat je zo erg in de put dat niets je kon opvrolijken?

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

6c voelde je kalm en rustig?

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

6d voelde je erg energiek?

O voortdurend O meestal O vaak O soms O zelden O Nooit

In document Gezond en vitaal ouder worden (pagina 34-55)

GERELATEERDE DOCUMENTEN