Hieronder volgen de conclusies voor BESIX Nederland welke voortkomen uit dit afstudeerverslag.
7.1 Conclusie
Er kan gesteld worden dat de bouwwereld zich in een revolutie bevindt. Tijden zijn moeilijk en er worden steeds meer eisen gesteld aan de opdracht. De traditionele wijze van aanbesteden volstaat niet langer meer. De markt vroeg om een verandering en deze vindt momenteel plaats.
Onderzoeksvraag 1: Is EMVI trend of toekomst in Nederland?
Naast de wetgeving, welke nagenoeg verplicht om te gunnen op EMVI, zien verschillende opdrachtgevers de meerwaarde van gunnen op EMVI in. De formulering van de EMVI-criteria is echter nog een punt van discussie. Aanbestedende diensten zijn verplicht, vanuit de wetgeving, om de uitvraag zo concreet mogelijk op te stellen. Verschillende partijen zijn van mening dat het innovatieve aspect van EMVI juist tot zijn recht komt wanneer er meer vrijheid in de uitvraag gegeven wordt. Hieruit kan worden geconcludeerd dat gunnen op EMVI de toekomst is van het aanbesteden en voorlopig relevant blijft in de bouwwereld en zal dan ook zeker, voorlopig, niet verdwijnen.
Onderzoeksvraag 2: Welke EMVI-criteria worden er gebruikt bij gunnen op EMVI in Nederland? De in Nederland gebruikte EMVI-criteria lopen zeer uit één, afhankelijk van de opdrachtgever, het project, de locatie, stakeholders et cetera. Het CROW, ‘het nationale kennisplatform voor
infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte’ in Nederland, heeft in samenwerking met Bouwend Nederland en Ballance & Result de EMVI-criteria bibliotheek opgesteld. Met het oog op de EMVI-criteria uit de aanbestedingen zijn projecten uit het verleden doorgelicht waarbij dergelijke EMVI-criteria gevraagd werden door de opdrachtgever. Deze EMVI-criteria zijn onderverdeeld in een 9-tal categorieën. Deze categorieën zijn: functionaliteit, beschikbaarheid, esthetica & inpassing, duurzaamheid (product), levensduur, gebruikersvriendelijkheid, duurzaamheid (proces),
omgevingsvriendelijkheid en risicobeheersing. Deze categorieën, met EMVI-criteria als voorbeelden, hebben betrekking op het product (het project) of het proces (uitvoeringsfase). Met deze EMVI- criteria bibliotheek is een inspiratiebron voor opdrachtgevers gegeven wat het gebruik van EMVI- criteria zou moeten bevorderen.
Onderzoeksvraag 3: Wat zijn de belangrijkste EMVI-criteria voor BESIX Nederland?
Na een onderzoek naar de aanbestedingen van BESIX Nederland van de afgelopen 6 jaren (2008 – 2013) kwam naar voren dat het gebruik van EMVI-criteria bij aanbestedingen flink is
toegenomen. Rijkswaterstaat spande hiermee de kroon door nagenoeg alle aanbestedingen te laten gunnen op EMVI. Met het oog op de EMVI-criteria bibliotheek kwam naar voren dat er 3 categorieën wel erg vaak gesteld werden. Risicobeheersing, Omgevingsvriendelijkheid en Verkeershinder waren voor BESIX Nederland de drie categorieën om verder onderzoek naar te doen. Hiernaast is de visie van BESIX Nederland de aankomende jaren vooral gericht op de droge- en natte- infra waardoor dit onderzoek gericht is op de gestelde EMVI-criteria afkomstig uit de droge en natte infra. Dit zijn voornamelijk de criteria waarmee BESIX Nederland de afgelopen jaren gewerkt heeft.
Conclusie, Aanbevelingen en Beperkingen van het verslag
Onderzoeksvraag 4: Welke EMVI-documenten zijn er nodig om de belangrijkste EMVI-criteria te kunnen beantwoorden?
Binnen deze gestelde EMVI-criteria bevond zich een enorme diversiteit in de uitvraag. Hoewel de gestelde EMVI-criteria betrekking hebben op Risicobeheersing, Omgevingsvriendelijkheid en/of Verkeershinder, vroegen de opdrachtgevers enkele documenten waarbij er een overlapping zat tussen de verschillende aanbestedingen. De type documenten welke ingeleverd moesten worden zijn opgenomen in een lijst van (hoofd)documenten. Ieder (hoofd)document is opgedeeld uit
(sub)document waarbij de (sub)documenten75 het (hoofd)document compleet maakt. De 8-tal
(hoofd)documenten zijn: 1. Risicobeheersing, 2. Kwaliteit, 3. Planningen, 4. Vergunningen, 5. Communicatie, 6. Organisatie, 7. Projectfases en 8. Omgevingsaspecten.
Onderzoeksvraag 5: Welke kennis voor deze documenten is geborgd binnen BESIX Nederland? Na het intern onderzoek bij BESIX kwam naar voren welke kennis voor deze (sub)documenten wel (voldoende) aanwezig is bij BESIX en welke kennis voor (sub)documenten niet aanwezig is. De kennis voor (sub)documenten die voldoende aanwezig is binnen de organisatie (groen) zijn: 2. Kwaliteit, 3. Planning, 4. Vergunningen, 5. Communicatie, 6. Organisatie, 7. Projectfases en 8.1.2 Omgevingsobjecten (gebouwen)
De volgende kennis voor (sub)documenten zijn deels wel, of niet op niveau, bij BESIX Nederland(oranje):
1. Risicomanagement, 8.2.3 Midden/Maatregelen, 8.2.4 Handhaving (vaar/spoor) wegen, 8.4 Geluidshinder, 8.5 Stofhinder, 8.6 Trillingen
De kennis voor (sub)documenten welke BESIX niet aanwezig heeft binnen de organisatie (rood)zijn: 7. Projectfases, 8.1.1 Kabels & Leidingen, 8.2.1 Voertuig Verlies Uren, 8.2.2 Minimaliseren
Verkeershinder, 8.3 Ecologie
Onderzoeksvraag 6: Welke EMVI-documenten hebben de hoogste prioriteit voor BESIX Nederland? Met behulp van een berekening werd de prioriteit van de (sub)documenten vast gesteld. De top 10 bestaat uit:
1: Overig Risicomanagement(1.6), 2: Middelen/maatregelen (8.2.3), 3: Minimaliseren Verkeershinder (8.2.2), 4: Kwaliteitsborging (2.2), 5: Uitvoering (7.2), 6: Voertuig Verlies Uren (8.2.1), 7: Ontzorgen Opdrachtgever (1.3.1), 8: Communicatie Stakeholders (5.3),
9: Uitvoeringsplan (7.2.1), 10: Risicoanalyse (1.1)
Conclusie, Aanbevelingen en Beperkingen van het verslag
Onderzoeksvraag 7: Hoe kan de kennis voor deze EMVI-documenten geborgd worden binnen BESIX Nederland?
In combinatie van de prioriteit met het intern onderzoek kwamen de volgende resultaten en adviezen: De kennis voor de documenten kwaliteit(2), planning(3), vergunningen(4),
communicatie(5), organisatie(6), projectfases(7) en omgevingsobjecten(gebouwen)(8.1.2) heeft BESIX in huis en moet op niveau gehouden worden. Kennis voor (sub)documenten die BESIX Nederland moet gaan borgen zijn de volgende:
(1) Risicomanagement(1) is een document waar BESIX zijn aandacht op moet vestigen en waarbij kennis in huis gehaald worden vanwege zijn hoge prioriteit en het niet volledig in huis hebben van deze kennis.
(2) Documenten over Projectfases(7) waarbij BESIX geen kennis heeft van specifieke onderdelen zou geborgd kunnen worden via een combinant of een onderaannemer. (3) Kennis over Kabels & leidingen(8.1.1) moet ondergebracht worden bij een combinant
met ervaring hierin. Indien dit niet mogelijk is zou hier een onderaannemer voor gecontracteerd moeten worden.
(4) Verkeersmanagement, waaronder Voertuig Verlies Uren (8.2.1), Minimaliseren Verkeershinder (8.2.2), Middelen/Maatregelen (8.2.3) en Handhaving
(vaar/spoor)wegen(8.2.4), is zeer afhankelijk van de uitvraag of BESIX de kennis bezit of niet. Hier wordt er geadviseerd om een vast samenwerkingsverband aan te gaan met een verkeersmanagementbureau.
(5) Kennis van ecologie (8.3) zal ingehuurd moeten worden. Dit komt doordat de ecologie locatiegevoelig is. Er is in het verleden niet vaak een document gevraagd over ecologie.
(6) Bij de verschillende omgevingshinder, geluid(8.4), stof(8.5) en trillingen(8.6), wordt geadviseerd om een samenwerkingsverband aan te gaan voor de specifieke kennis welke BESIX niet, net zoals specifieke software.
Conclusie, Aanbevelingen en Beperkingen van het verslag
7.2 Aanbevelingen
Deze scriptie bevat niet alles omtrent dit onderwerp. Er kunnen vervolgstudies gedaan waarbij deze scriptie als beginpunt zou kunnen fungeren. Voor BESIX Nederland zijn hieronder een aantal
aanbevelingen tot verder onderzoek gegeven:
Voor BESIX zou er een vervolgonderzoek gehouden kunnen worden naar welke onderaannemers er gebruikt zouden kunnen worden voor het invullen van de missende kennis welke nodig is voor de documenten waarvan BESIX Nederland niet, of niet helemaal, over de kennis beschikt.
Dit zelfde geldt voor de adviesbureaus waarmee een samenwerkingsverband aangegaan moet worden. Er kan een marktonderzoek plaats vinden naar de verschillende adviesbureaus die BESIX Nederland nodig heeft en welke adviesbureaus het beste gebruikt kunnen worden voor dergelijke documenten.
Er kan een vervolgonderzoek plaats vinden in het verder verdiepen van de gevraagde documenten door een student aan technische opleiding. Waaruit bestaan de documenten en hoe kunnen deze documenten goed opgesteld worden zijn vragen die hierin centraal kunnen staan.
Voor een student aan een bedrijfskundige opleiding kan een vervolgonderzoek gedaan worden naar functie profielen van mensen die aangenomen kunnen worden om de missende kennis op te vullen.
7.3 Mogelijke beperkingen van het onderzoek
Dit onderzoek heeft enkele beperkingen. Hieronder worden de mogelijke beperkingen uitgelegd en toegelicht:
EMVI-criteria uit de aanbestedingsleidraden zijn slechts een ‘momentopname’. Bij een toelichting hoort een aannemer waar opdrachtgevers echt waarde aan hechten. Dit staat niet op papier maar kan wel bevestigd worden tijdens projectpresentaties waardoor er strategisch ingespeeld kan worden op de belangen/waarden van de opdrachtgever.
Dit onderzoek is geen garantie voor de toekomst, onder andere vanwege de veranderende markt. In dit verslag worden projecten van BESIX Nederland gebruikt. De projecten kunnen verschillen per aannemer waardoor conclusies niet evenredig bruikbaar zijn.
Voor dit onderzoek zijn er 51 aanbestedingsleidraden (2008 – 2013) behandeld en verwerkt. Het is niet met zekerheid te zeggen dat deze 51 aanbestedingsleidraden de volledige weergave geven over de doorgelopen aanbestedingen van de afgelopen zes jaar.
Gemiddelde weging/aanneemsom per project ontbreekt. Er is enkel gekeken naar EMVI-criteria en niet naar de weging ten opzichte van de aanneemsom. Hierdoor zou een
ondergeschoven (sub)document minder belangrijker lijken dan een belangrijk document. Het kan voorkomen dat op dit ondergeschoven (sub)document veel meer winst te behalen is.
Resultaten uit paragraaf 6.1 ‘De invulling van de documenten door BESIX Nederland’ zijn enkel en alleen gebaseerd op de ervaring en kennis van Dhr. A. Heeren. Dit zou in de werkelijkheid kunnen afwijken.
Nawoord