• No results found

Conceptualisaties van betrokkenheid binnen Gezonde Toekomst Dichterbij

6. Betrekken van gezinnen in een achterstandssituatie

6.3 Conceptualisaties van betrokkenheid binnen Gezonde Toekomst Dichterbij

terug te vinden in de projecten van Gezonde Toekomst Dichterbij. Met name de eerste (betrokkenheid bij ontwikkeling) en de tweede conceptualisatie (betrokkenheid bij uitvoering) is in een substantieel deel van de projecten succesvol toegepast. We lichten de bevindingen hieronder toe.

(1) betrokkenheid van gezinnen bij de ontwikkeling van projectonderdelen en activiteiten

In het merendeel van de projecten is de doelgroep betrokken geweest bij de ontwikkelingsfase van projectactiviteiten, bijvoorbeeld bij het meedenken over een activiteit. Van de 46 projecten hebben er 43 de doelgroep in meer of mindere mate een rol gegeven in de ontwikkeling activiteiten (18 van de 19 projecten uit programmalijn 1 en 25 van de 27 projecten uit programmalijn 2). Hoewel de voorwaarden rondom het betrekken van bewoners in programmalijn 1 anders waren dan in programmalijn 2, zien we hier in de praktijk dus geen duidelijke verschillen. Het betrekken van bewoners bij de ontwikkeling van de activiteiten gebeurde voornamelijk in de vorm van interviews, vragenlijsten of focusgroepen om behoeften te peilen en deze als uitgangspunt te nemen voor de opzet van de activiteiten. Een aantal projecten heeft gewerkt met een klankbordgroep van ervaringsdeskundigen waar zij hun ideeën aan konden voorleggen of waar ze hun materialen of product bij konden testen om vervolgens aan te passen, of waarmee ze samen konden brainstormen om zo activiteiten te ontwikkelen. De input uit deze consultaties was soms bepalend voor het wel of niet opzetten van een projectactiviteit of -onderdeel. In een aantal projecten werd in het eerste groepsinterview dat wij met hen afnamen al duidelijk dat het al dan niet opzetten van specifieke activiteiten volledig afhankelijk was van de behoeften van betrokken gezinnen. Zo zijn zwemlessen georganiseerd en wijk/hulp-platforms opgericht. In andere gevallen stonden de activiteiten al vast en werd de input van gezinnen meer gebruikt als richtinggevend voor de invulling van die activiteiten of voor de vorm waarin activiteiten werden aangeboden. Op deze manier konden betrokken gezinnen bijvoorbeeld invloed uitoefenen op hoe vaak en waar een sportactiviteit plaatsvond, of werd met het thema van een informatiesessie over gezondheid aangesloten bij de behoeften van gezinnen, zoals diabetes, contact met de huisarts of voeding.

‘Doelgroep is aanwezig geweest bij focusgroepen, van daaruit samen het project verder vormgegeven en (...) opgezet. Deelnemers uit de doelgroep geven aan dat ze het erg leuk vinden om op deze manier samen dingen te doen, nieuwe mensen leren kennen.’ (Verslag tweede groepsgesprek)

‘Moeders hebben meegedacht bij de ontwikkeling van de app en er is (volgens deelnemer XX) ook daadwerkelijk naar hun wensen geluisterd. XX is bij 5 co-creatie bijeenkomsten geweest. Zowel moeders als projectgroep zijn positief over deze bijeenkomsten.’ (Verslag tweede groepsgesprek) (2) uitvoering van projectonderdelen of -activiteiten door gezinnen

Van de 46 projecten hebben 27 projecten gezinnen of gezinsleden betrokken (14 bij programmalijn 1 en 13 bij programmalijn 2) bij de uitvoeringsfase van het project, e.g. het meewerken aan een activiteit. Hoewel in een iets groter deel van de projecten in programmalijn 1 bewoners een rol hadden in de uitvoering van projectonderdelen of -activiteiten, zien we ook hier dus geen duidelijke verschillen in bewonersbetrokkenheid tussen de projecten uit de twee programmalijnen. Wanneer bewoners een rol hadden in de uitvoering, dan gebeurde dat veelal in de vorm van meehelpen met/ondersteunen van het uitvoeren van activiteiten in de buurt of klas, bijvoorbeeld bij de voorbereiding van de activiteit, klaarzetten van materialen, verzorgen van koffie of lunch. Een aantal projecten betrok gezinnen bij de uitvoering in de vorm van werkgroepen (ondersteund door een professional), het opnemen van filmpjes of vlogs, of bij het (door)geven van trainingen aan anderen (ambassadeurs, community workers, ervaringsdeskundigen).

‘Wij zoeken vrijwilligersvacatures op het gebied van gezonde leefstijl en koppelen dit aan de getrainde deelneemsters. Deelneemsters zijn dan voor het verdere verloop van de activiteit zelf verantwoordelijk, maar kunnen wel ondersteuning krijgen bij de voorbereiding.’ (Projectleider, voortgangsverslag 2-2017) ‘We werken momenteel nog steeds met de twee werkgroepen: (WG 1 en WG 2). WG 1 heeft na de eerste twee rommelmarkten, nu de derde rommelmarkt vrijwel geheel zelfstandig georganiseerd. Dit proces is goed verlopen, waaruit duidelijk blijkt dat zij steeds zelfstandiger kunnen werken. Ook de

rommelmarkt zelf werd drukbezocht en aanwezigen gaven aan zeer tevreden te zijn over de organisatie.’ (Projectleider, voortgangsverslag 2-2017)

(3) projectonderdelen en -activiteiten gericht op empowerment van de gezinnen (en gemeenschappen waar zij deel van uitmaken)

In veel mindere mate dan betrokkenheid bij de ontwikkeling en uitvoering van projecten zagen we de conceptualisatie gericht op empowerment terug binnen de projecten van Gezonde Toekomst Dichterbij (5 projecten bij programmalijn 1 en 2 projecten bij programmalijn 2). In de projecten waar dit wel gebeurt, was die empowerment vaak onderdeel van het vooraf gekozen theoretisch uitgangspunt of de benadering binnen het project, zoals popular education of participatief actieonderzoek. Bij deze projecten lag de focus eerder lag op achterliggende problematiek dan op de uitkomstmaten rondom leefstijl. Het doel was vooral dat mensen actief binnen deze projecten zich gesterkt voelden in hun verschillende rollen in hun leven en in de keuzes die zij konden maken.

‘In het project staat co-creatie centraal met als uiteindelijk doel het stimuleren van een gezonde leefstijl en het verbeteren van de ervaren gezondheid van (...) gezinnen via een bottom-up benadering. Hierbij wordt ingezet op empowerment en coproductie (...).’ (Voortgangsverslag 1-2017)

6.4 Conclusie/duiding

Zowel in programmalijn 1 als in programmalijn 2 waren verschillende vormen van betrekken terug te zien. Met name betrokkenheid bij ontwikkeling en betrokkenheid bij uitvoering van projecten is in een substantieel deel van de projecten succesvol toegepast. We zien hierbij weinig verschillen tussen de programmalijnen 1 en 2. Het betrekken van de doelgroep gebeurde allereerst in de vorm van interviews, vragenlijsten of focusgroepen om behoeften te peilen en deze als uitgangspunt te nemen voor de opzet van de activiteiten. Daarnaast waren veel projecten ook succesvol in het betrekken van de doelgroep in de uitvoeringsfase van het project. Empowerment van gezinnen door participatie is als doel in mindere mate terug te zien binnen de projecten. Dit is te verklaren omdat het programma Gezonde Toekomst een duidelijke focus had op gezondheid en leefstijl. Ook hier is het niet zo dat een bepaalde vorm van betrekken beter of slechter is. Belangrijker is dat de vorm van betrekken past bij de doelstellingen van het project wat weer een weergave is van de doelen van het programma.