• No results found

Communicatie

In document Transitievisie Warmte Valkenswaard (pagina 42-62)

In elke gemeente zijn er binnen de energietransitie koplopers en achterblijvers. De grote middengroep heeft echter een duidelijke aanpak en inzicht in de bijkomende kosten nodig, voordat er stappen worden ondernomen. Inwoners willen bijvoorbeeld weten of investeringen zichzelf terugverdienen en of deze aansluiten bij buurtplannen.

Een heldere en toegankelijke communicatie met bewoners en bedrijven vinden we daarom erg belangrijk.

Een goede communicatie is een centraal onderdeel om draagvlak en brede participatie te creëren.

Als gemeente volgen we de principes van de participatieladder, zie kader en Figuur 26. Tijdens het opstellen van deze Transitievisie Warmte is vooral ingezet op de onderste traptreden: ‘informeren’ en

‘raadplegen.

Transitievisie Warmte Valkenswaard 43

Figuur 26 Participatiewijzer Valkenswaard, ook wel ‘participatieladder’ genoemd.

Treden op de Participatieladder

De participatieladder bestaat uit verschillende treden. Elke trede vertegenwoordigt een participatieniveau. Hoe hoger op de ‘ladder’, hoe meer invloed inwoners en bedrijfseigenaren hebben.

We zien de volgende niveaus:

1. Informeren:

De gemeente bepaalt de agenda voor besluitvorming en houdt inwoners op de hoogte.

2. Raadplegen:

De gemeente bepaalt grotendeels zelf de agenda, maar ziet betrokkenen als gesprekspartners.

3. Adviseren:

De gemeente stelt de agenda samen, maar inwoners en bedrijfseigenaren kunnen problemen en oplossingen aanbieden. Deze inbreng speelt een grote rol. De gemeente verbindt zich in principe aan de resultaten en als hiervan afgeweken wordt, moet dit goed worden onderbouwd.

4. Coproduceren:

De gemeente en betrokkenen gaan samen in gesprek over de weg naar duurzame warmte binnen de gemeente. De overeengekomen warmteoplossing en de fasering is voor de gemeente bindend in de uiteindelijke besluitvorming.

5. Meebeslissen:

De gemeente laat de ontwikkeling en besluitvorming over aan de betrokkenen, waarbij de gemeente een adviserende of faciliterende rol heeft. Resultaten uit het proces hebben een bindende werking: de gemeente neemt de resultaten over.

1. Informeren 2. Raadplegen 3. Adviseren 4. Coproduceren 5. (Mee)beslissen

Participatieladder

Valkenswaard

Transitievisie Warmte Valkenswaard 44

Een volgende stap om in buurten de overstap naar aardgasvrij te maken start met een verkenning. Dit is de eerste stap van een buurtuitvoeringsplan. De nadruk daarin zal dan veel sterker komen te liggen bij hogere treden van de participatieladder: ‘adviseren’, ‘coproduceren’ en mogelijk zelfs ‘meebeslissen’.

Belangrijke uitgangspunten voor een effectieve communicatie met onze inwoners zijn:

- Het hanteren van drie communicatie vereisten:

o Eenvoudige informatie, voor iedereen te begrijpen,

o De mogelijkheid voor inwoners om zich verder te verdiepen, bijvoorbeeld via een projectwebsite,

o Online beschikbaarheid van alle rapporten en onderzoeken voor de inwoners die alles willen weten.

- Elke buurt is anders en vraagt om maatwerk in de communicatie. Voor elk buurt moeten we een afweging maken over het soort informatie, de keuze van de communicatiekanalen en de participatieaanpak zelf.

- We willen helder zijn over de kaders, over wat er al vast staat en over wat we nog niet weten of kunnen beloven. We moeten daarbij helder zijn over rollen, proces, planning, verantwoordelijkheden, dilemma’s, hinder, risico’s, en de mate van invloed van bewoners. Al dit soort aspecten moeten vanaf de start helder worden toegelicht.

- We maken gebruik van bestaande netwerken en communicatiekanalen. We hanteren het liefst een persoonlijke benadering: liever een gesprek dan een brief. De vindbaarheid van informatie en een regelmaat in de communicatie is hierbij essentieel. Dit legt een basis voor vertrouwen. Een persoonlijke aanpak, aandacht, een plek en tijd voor zorgen van mensen, dat is wat het echte verschil maakt en wat vertrouwen geeft.

Transitievisie Warmte Valkenswaard 45

Basisboodschap voor verdere communicatie

Naar een aardgasvrij Valkenswaard

In de duurzaamheidsvisie van Valkenswaard staat dat we streven naar een energieke en gezonde gemeente. Een van de projecten die we hiervoor doen is toewerken naar een aardgasvrije gemeenten. Op dit moment verwarmen veel Nederlanders hun woning en water met aardgas en koken ze op aardgas. Dit gebeurt met een cv-ketel. Om klimaatverandering tegen te gaan, is landelijk

in het Klimaatakkoord afgesproken dat we stapsgewijs van het aardgas afgaan (uiterlijk in 2050).

We stappen over op duurzame alternatieven zoals een elektrische warmtepomp, groen gas of een warmtenet. Dit heet de warmtetransitie.

Transitievisie Warmte

Alle gemeenten in Nederland maken uiterlijk in 2021 een plan over hoe ze aardgasvrij willen worden. Dit is de Transitievisie Warmte.

In dit plan onderbouwen we per buurt welk aardgasvrij alternatief het meest geschikt lijkt.

Ook schetsen we een tijdspad naar een aardgasvrije gemeente en hoe we hier mee

aan de slag willen gaan.

Buurtuitvoeringsplan

Het hele traject om met een wijk of buurt aardgasvrij te worden brengen we onder in

een ‘buurtuitvoeringsplan’.

We schatten in dat het 5 tot 15 jaar duurt om met een buurt aardgasvrij te worden. Dat

hangt af van veel verschillende dingen, bijvoorbeeld het gekozen alternatief voor

aardgas en hoe groot de verschillen zijn tussen gebouwen.

Waarom van het aardgas af?

Bij de verbranding van aardgas komt CO2vrij waardoor onze aarde langzaam opwarmt. Daarom moeten we met elkaar op zoek naar duurzame alternatieven.

In Nederland willen we ook versneld stoppen met gaswinning, dat is vanwege de aardbevingen in Groningen. En we willen niet te afhankelijk worden van buitenlands aardgas.

We vinden het wel belangrijk dat het alternatief voor aardgas betaalbaar, duurzaam en betrouwbaar is.

Verkenningsgebieden

We hebben in onze gemeente een aantal verkenningsbuurten benoemd. Daar lijkt het

ons interessant om de komende jaren in gesprek te gaan met de bewoners, bedrijven

en andere partijen over de warmtetransitie.

Keuzevrijheid is een belangrijk onderdeel van de verkenning. Pas als er voldoende draagvlak is voor een oplossing, dan willen

we de plannen om met een buurt van het aardgas af te gaan concreet maken.

Wat kunt u als inwoner zelf al doen?

U kunt nu al zelf stappen zetten, ook als onze Transitievisie voorziet dat uw buurt pas later

aardgasvrij wordt.

- Isoleer uw woning, daarmee krijgt u meer comfort en een lagere energierekening

- Nieuwe keuken? Stap dan over naar elektrisch koken

- Overweeg ook kleine ingrepen, zoals tochtstrippen en radiatorfolie

Transitievisie Warmte Valkenswaard buurtniveau genomen. Dit doet de gemeente in samenspraak met bewoners en andere lokale partijen.

Alleen bij voldoende draagvlak zal een buurt overgaan naar een nieuwe warmtevoorziening. We beschouwen dit document als het startpunt om het gesprek aan te gaan met onze inwoners.

Betaalbaarheid

Betaalbaarheid is voor bewoners het meest belangrijke criterium. Dit is begrijpelijk en daarmee is betaalbaarheid voor de gemeente een essentiële voorwaarde. Voor de gemeente geldt dat plannen alleen uitvoerbaar zijn als het Rijk de benodigde middelen vrijmaakt. In de buurtuitvoeringsplannen zal daarom goed gekeken worden naar de kosten en baten voor bewoners en andere betrokkenen in de wijk.

In het najaar van 2020 zijn prijzen voor aardgas sterk gestegen. We kunnen niet voorspellen hoe de markt zich de komende jaren zal ontwikkelen, maar duidelijk is al wel dat de jaarlijkse energierekening flink hoger zal worden. De betaalbaarheid van de bestaande energievoorziening is dus ook een aspect welke we in overweging moeten nemen. Een gevolg van hoge aardgasprijzen is dat aardgasvrije alternatieven financieel aantrekkelijker worden.

Keuzevrijheid

De huidige regelgeving biedt bewoners keuzevrijheid. Bijvoorbeeld, als er een optie wordt aangeboden in een bestaande wijk voor een warmtenet, dan kan een bewoner ervoor kiezen om wel of niet aan te sluiten.

Bewoners die geen warmtenetaansluiting willen en hun woning op een andere manier aardgasvrij willen maken, hebben in de huidige regelgeving de ruimte om zelf voor een (duurzaam) alternatief te kiezen.

In wijken waar individuele oplossingen met een warmtepomp slimmer lijken, benaderen we bewoners op basis van vrijwilligheid. Er is vooralsnog geen regelgeving om aan te sturen op het verplicht afsluiten van het aardgas van bewoners. De gemeente beoogt programma’s en projecten voor de warmtetransitie samen met bewoners en bedrijven op te zetten en uit te voeren. Hierdoor kan na worden gegaan welke stappen wenselijk zijn en op draagvlak kunnen rekenen.

Op tijd starten is van groot belang

Duidelijk is dat het Rijk in navolging van het Klimaatakkoord steeds meer aanstuurt op strengere isolatiestandaarden. Zo moeten woningbouwcorporaties in 2021 hun bezit gemiddeld op label B hebben.

Kantoorpanden (van meer dan 100 m2) dienen in 2023 minimaal een energielabel C te hebben. Particuliere woningen zijn sinds 1 januari 2015 verplicht om een energielabel te overleggen bij de verkoop van woningen.

Tot nu toe zijn er geen strengere isolatie-eisen voor particuliere woningen. In maart 2021 heeft het Rijk wel een nieuwe isolatiestandaard voor particuliere woningen aangekondigd. Ook deze standaard wordt in de komende jaren niet verplicht gesteld. Het is echter wel waarschijnlijk dat de Rijksoverheid steeds meer gaat aansturen op beter isoleren en de uitfasering van aardgas. De gemeente Valkenswaard hoopt met deze transitievisie haar bewoners zo goed mogelijk voor te bereiden op de aanstaande warmtetransitie.

Transitievisie Warmte Valkenswaard 47

Bijlage A. Elektrische oplossingen

In deze bijlage voorzien we een extra toelichting bij verschillende elektrische oplossingen.

Oplossing Toelichting

Luchtwarmtepomp Luchtwarmtepompen halen warmte uit de buitenlucht om de woning te verwarmen. Ze verbruiken hiervoor ook elektriciteit. Het is een individuele oplossing, die per woning of per appartementencomplex toegepast kan worden.

De standaard luchtwarmtepomp geeft warmte op lage temperatuur. Een woning moet dan – net als voor andere lage temperatuur-oplossingen – goed geïsoleerd zijn. Daarnaast is er een passend warmte-afgiftesysteem nodig, zoals vloerverwarming of lage temperatuur-radiatoren. Er zijn ook midden- en hoge temperatuur warmtepompen op de markt. Keerzijde daarbij is dat die systemen relatief meer elektriciteit verbruiken.

De verhouding tussen elektriciteitsverbruik en warmteproductie wordt voor warmtepompen uitgedrukt in de Coefficient of Performance (COP). Zo geeft een COP van 3,5 weer dat een warmtepomp per kWh elektriciteit in totaal 3,5 kWh nuttige warmte produceert. Een hogere COP is dus beter.

Grondwater warmtepomp en bodemsysteem

Bodem warmtepompen onttrekken warmte aan de ondergrond en zijn daardoor minder afhankelijk van seizoensinvloeden. Net als luchtwarmtepompen verbruiken deze systemen ook elektriciteit.

Een voorwaarde is dus dat er een bodemlus of warmte-koudeopslag (WKO) nodig is. Dergelijke bodemsystemen benutten de ondergrond tussen 20 en 300m diep. Regeneratie van de bodem is veelal wel een voorwaarde. Bij realisatie van een bodemsysteem moet wel worden opgepast voor mogelijke interferentie met andere bodemsystemen.

Vanwege de vereiste van een bodemsysteem zijn de investeringskosten van een grondwater warmtepomp hoger dan die van een luchtwarmtepomp. Vanuit de omgevingsverordening Noord Brabant een maximale boordiepte bepaald voor bodemenergiesystemen, in Valkenswaard varieert de maximum boordiepte tussen de 49 en 126 meter diep.8

Elektrische boilers Naast warmtepompen is het ook mogelijk om elektriciteit zonder tussenkomst van een warmtepomp om te zetten in warmte. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van omgevingswarmte uit de buitenlucht of ondergrond.

Voordeel is dat de kosten voor dergelijke systemen relatief laag zijn. Keerzijde is dat er (veel) meer duurzame opwek moet worden gerealiseerd en dat de transportcapaciteit van het elektriciteitsnet sterk moet worden uitgebreid.

8 Zie

https://noord-brabant.maps.arcgis.com/apps/MapSeries/index.html?appid=10292284d5024bea9e3e9e594d110eb3

Transitievisie Warmte Valkenswaard 48

Bijlage B. Grootschalige warmtebronnen

In deze bijlage voorzien we een extra toelichting bij verschillende grootschalige warmtebronnen.

Oplossing Toelichting Thermische

energie uit oppervlaktewater

Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) is het winnen van warmte uit oppervlaktewater. De meeste potentie zit in stromend water, zoals in kanalen of rivieren. Een warmte-koudeopslag (WKO) kan worden ingezet als seizoen buffer, zodat warmte in de zomer kan worden opgeslagen voor inzet in de winter.

Om TEO om te zetten in nuttig bruikbare warmte is een collectieve warmtepomp nodig. De warmte zoals geleverd door de collectieve warmtepomp kan vervolgens worden gedistribueerd met het warmtenet.

De meeste TEO-potentie is Valkenswaard komt uit de Dommel met een geschatte totale (technische) potentie van 1.500 TJ per jaar.9 Verder onderzoek moet echter uitwijzen of onttrekking van deze warmte nadelige effecten kan hebben op het ecosysteem.

Om de ecologie voldoende te beschermen gaat het Waterschap ervanuit dat 10% van de technische potentie voor TEO beschikbaar is. Het gaat daarbij dus om 150 TJ per jaar

Restwarmte bedrijven

Bij industriële processen blijft soms warmte over, die niet binnen het bedrijf gebruikt kan worden. Afhankelijk van het type proces is dit lage, middelhoge of hoge temperatuur warmte. Een warmtenet zou deze restwarmte kunnen transporteren naar lokale afnemers, zodat de beschikbare restwarmte nuttig wordt hergebruikt.

Om lage temperatuur restwarmte om te zetten in nuttig bruikbare warmte is een collectieve warmtepomp nodig. De warmte zoals geleverd door de collectieve warmtepomp kan vervolgens worden gedistribueerd met het warmtenet.

In Valkenswaard zijn geen bedrijven aanwezig met hogere temperatuur restwarmte. De Dommelsch brouwerij heeft een mogelijke potentie in lage temperatuur restwarmte. De restwarmte potentie in Valkenswaard is ingeschat tussen de 50 - 150 TJ per jaar10.

Aardwarmte (ondiep en diep)

Aardwarmte of geothermie is het winnen van de warmte uit een ondergrondse aardlaag. Warm water wordt via boorputten (doubletten) opgepompt, waarna het afgekoeld weer retour wordt gestuurd. Hierin is geothermie dus niet vergelijkbaar met gaswinning, netto wordt er voor geothermie namelijk niks verwijderd uit de ondergrond.

In de regel is de beschikbare temperatuur afhankelijk van de diepte. Voor ondiepe geothermie worden putten van 500m tot 1km gebruikt. Hieruit kan warmte tot 50 °C worden gewonnen. Voor diepe / ultradiepe geothermie worden putten van 1 tot 7km diep gebruikt waarmee warmte van meer dan 100°C kan worden gewonnen.

9 Bron: Concept RES MRE

10 Bron: Warmteatlas

Transitievisie Warmte Valkenswaard 49

Oplossing Toelichting

Vanwege de lagere temperaturen zoals winbaar met ondiepe geothermie kunnen hier aanvullende warmtepompen nodig zijn. Merk ook op dat geothermieputten veelal een levensduur hebben van 30-50 jaar, daarna zijn de putten afgekoeld.

Voor de gemeente Valkenswaard is in de concept RES MRE de potentie ingeschat op 4.300 TJ voor ondiepe geothermie en tussen de 150 en 300 TJ per doublet voor diepe geothermie.11 Nader onderzoek is nodig om te bepalen of en op welke plekken in gemeente Valkenswaard geothermie een optie is en wat de potentie op die plekken is.

EBN is momenteel bezig met een landelijk onderzoek naar de potentie van geothermie, wat in de loop van 2021 tot aanvullende inzichten kan leiden. De Raad van Valkenswaard is kritisch ten opzichte van geothermie vanwege mogelijke grondwaterverontreiniging en een risico op aardbevingen.

Zonnewarmte Een alternatief voor de bekende PV-panelen (elektriciteit) zijn zonnecollectoren.

Deze systemen produceren warm water met behulp van zonlicht. Er zijn ook tussenversies op de markt, zogenaamde PVT-panelen. Die combineren de productie van elektriciteit én warmte.

De conversie van zonlicht naar warmte is relatief makkelijk, deze technologie heeft dus ook een hoger rendement dan PV-panelen. Daar staat tegenover dat zonnecollectoren vooral warmte produceren als de vraag typisch laag is, namelijk in de zomer en overdag.

Warmte uit zonnecollectoren kan in zowel grootschalige als kleinschalige oplossingen ingezet worden. Bij toepassing op daken worden de zonthermische panelen vaak gecombineerd met een warmtepomp in de woning. Bij een veldopstelling wordt de geproduceerde warmte via een warmtenet afgeleverd bij aangesloten afnemers.

Zonnecollectoren verwarmen water en er zijn dus leidingen nodig om de warmte af te voeren. Leidingen zijn duurder dan elektriciteitkabels, dit maakt dat zonnecollectoren relatief prijzig zijn ten opzicht van zonnepanelen.

Het maximaal potentieel voor zonnewarmte is ongeveer 10 TJ per hectare in een veldopstelling en ongeveer 2 GJ per vierkante meter in een dak opstelling.12 In de conceptversie van de RES is een inschatting van 829 TJ gegeven voor de bruikbare potentie van zonnevelden in Valkenswaard13.

Merk op dat zonthermie als techniek is Nederland tot op heden beperkt op grote schaal wordt ingezet voor het verwarmen van de gebouwde omgeving. In bijvoorbeeld Denemarken is dit veel gangbaarder.

11 Bron: Concept RES MRE

12 Bron: Berenschot position paper: Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie

13 Bron: concept RES MRE

Transitievisie Warmte Valkenswaard 50

Oplossing Toelichting Biomassa

(houtachtig)

Biomassa is de verzamelnaam voor diverse soorten organisch materiaal, waaronder voedselresten, snoeihout, meststromen en productiebossen.

De inzet van biomassa voor het verwarmen van woningen zal naar verwachting gering blijven. Dit heeft te maken met de beperkte beschikbaarheid van duurzaam beschikbare biomassa én de andere toepassingsmogelijkheden die biomassa heeft. Zo kan biomassa worden meegestookt in grotere energiecentrales en op kleinere schaal ingezet worden met pelletkachels. De potentie voor de productie van warmte met resthout afkomstig uit Valkenswaard wordt geschat op 50 TJ per jaar14.

Merk op dat de publieke opinie t.o.v. biomassa de afgelopen jaren is gekanteld.

Een belangrijke aanleiding hiervoor is dat het voor de publieke perceptie niet als duurzaam wordt ervaren dat biomassa uit het buitenland wordt aangevoerd om te voorzien in onze energiebehoefte.

14 Bron: Warmteatlas

Transitievisie Warmte Valkenswaard 51

Bijlage C. Groen gas oplossingen

In deze bijlage voorzien we een extra toelichting bij verschillende groen gas oplossingen.

Oplossing Toelichting

Biogas Biogas wordt geproduceerd door organisch materiaal te vergisten.

Verschillende vormen van (lokaal geproduceerde) biomassa kunnen als grondstof dienen voor het produceren van biogas, waaronder vloeibare mest, GFT-afval en de bio-restfractie van akkerbouw en grasland.

Merk op dat biogas niet dezelfde samenstelling heeft als ons aardgas. De

‘verbrandingswaarde’ (energie per m3) is typisch dan ook lager. Biogas kan dus niet zonder meer worden ingevoerd in het aardgas netwerk. Om dat mogelijk te maken zou het eerst moeten worden opgewerkt tot ‘aardgaskwaliteit’.

De beschikbaarheid in Valkenswaard van biomassa reststromen om biogas mee te produceren wordt geschat op circa 230 TJ per jaar.15 Biogas kan geïmporteerd worden uit andere gebieden, maar binnen Nederland is de beschikbaarheid hiervoor beperkt (zie kader).

Waterstof Waterstofgas kan worden geproduceerd uit water of fossiele energie, het komt op zichzelf niet voor in de natuur. Het ‘ketenrendement’ bij inzet van waterstofketels is relatief laag, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld elektrische warmtepompen.

Interessant aan waterstofgas is dat er bij verbranding geen CO2 vrijkomt.

Keerzijde is wel dat diezelfde hoeveelheid CO2 wel elders in de (productie)keten kan ontstaan. Dat is afhankelijk van de productiemethode van waterstofgas.

Blauwe waterstof: In het geval van blauwe waterstof wordt fossiel aardgas gesplitst een deel H2 en een deel CO2. Hierna kan de CO2 kan worden opgeslagen in lege gasvelden of zoutcavernes. Bij een keuze voor blauwe waterstof blijven we dus afhankelijk van aardgas.

Groene waterstof: In het geval van groene waterstof wordt water (H2O) met elektriciteit gesplitst in een deel H2 en een deel zuurstof (O2). Hierbij is dus geen afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Wel is er een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit nodig om groene waterstof te produceren. Die elektriciteit moet ook duurzaam worden opgewekt. Dat zou kunnen met windturbines en/of zonneweides.

Groene waterstof is vooralsnog duur en schaars. Dat zal de komende 15 jaar waarschijnlijk zo blijven. Waterstof is bij uitstek geschikt om hoge temperaturen te maken. Het is dan ook het meest logisch om waterstof in eerste instantie in te zetten daar waar hoge temperaturen noodzakelijk zijn, zoals in de industrie, zwaar transport of het balanceren van het elektriciteitsnet. De waterstofladder van Natuur en Milieu laat duidelijk zien dat er geringe kansen zijn om onze gebouwen op termijn met waterstof te verwarmen.

15 Bron: Warmteatlas

Transitievisie Warmte Valkenswaard 52

Oplossing Toelichting

De bestaande gasinfrastructuur is met beperkte aanpassingen inzetbaar voor waterstof. Voorwaarde daarbij is wel dat er een keuze wordt gemaakt:

- Een ‘aardgas’ gasnet kan traditionele cv-ketels voorzien.

- Een ‘waterstof’ gasnet kan waterstof-ketels voorzien.

- Een ‘waterstof’ gasnet kan waterstof-ketels voorzien.

In document Transitievisie Warmte Valkenswaard (pagina 42-62)

GERELATEERDE DOCUMENTEN