• No results found

Combinatiemogelijkheden van gebiedsbenaderingen ‘in theorie’ In deze paragraaf worden de combinatiemogelijkheden besproken die naar voren

Stap 3: Plankaart + Dualistische Aanpak = Dualistisch gebiedsplan

8 Gebiedsbenaderingen in omgevingsplanning

8.2 Waarde van combinatie van gebiedsbenaderingen voor omgevingsplanning

8.2.1 Combinatiemogelijkheden van gebiedsbenaderingen ‘in theorie’ In deze paragraaf worden de combinatiemogelijkheden besproken die naar voren

gekomen zijn in de afzondelijke analyses van de gebiedsbenaderingen. Daarvoor is gekeken naar de drie elementen van de gebiedsbenaderingen: de achtergrond, de visie en de methode.

Achtergrond

Bij de Lagenbenadering, de Strategie van de twee netwerken en de Watersysteem- benadering komt duidelijk het normatieve uitgangspunt terug dat water sturend hoort te zijn voor de allocatie van andere ruimtegebruikende functies. Dit normatieve uitgangspunt lijkt daarom een basis te kunnen vormen voor combinatie van deze drie gebiedsbenaderingen. De manier waarop met de functie water wordt omgegaan is echter zeer verschillend. De Lagenbenadering bekijkt de functie vanuit het oogpunt van sturing. De verantwoordelijkheid voor het goed organiseren van de water- huishouding in de toekomst wordt nadrukkelijk bij de overheid gelegd als kernverantwoordelijkheid. In planning moet deze functie prioriteit krijgen in de analyse en ontwerp. Deze gebiedsbenadering geeft echter alleen een hiërarchie en prioritering aan. De Strategie van de twee netwerken beschouwt de functie water als een netwerk waar andere functies omheen gaan, maar maakt daarbij gebruik van de eerder genoemde principes van de Watersysteembenadering. Typisch is dat hoewel de Watersysteembenadering als achterliggend gedachtengoed gepresenteerd kan worden bij Waterwijs, de inhoudelijke principes explicieter uitgewerkt zijn in de Strategie van de twee netwerken dan in Waterwijs zelf. Zowel de Lagenbenadering als

realistische benadering van een vervlochten waterhuishouding, in plaats van de veronderstelde aparte, intern gerichte watersystemen. Hierdoor zijn de drie principes van de Watersysteembenadering ook niet direct meer te herkennen in de modellen van de methode Waterwijs.

De sterke nadruk op de sturende werking van de functie water vormt echter een beperking voor het toepassen van de drie gebiedsbenaderingen in planprocessen. Het streven om water ordenend of sturend te laten zijn voor ruimtegebruik is makkelijk voor kritiek vatbaar. Want meestal is water in de praktijk niet sturend voor ruimte- gebruik maar het omgekeerde; het ruimtegebruik bepaalt de inrichting van het watersysteem. Er is eerder sprake van interactie, een wederzijdse beïnvloeding van water en ruimte. In de praktijk is ook sprake van een veelheid aan functies, die allemaal hun eigen gewicht eisen in een planproces. In de huidige ontwikkeling in overheidssturing en de toegenomen marktwerking wordt de positie van deze ‘andere’ functies alleen nog maar versterkt. In dat opzicht gaat de Dualistische plattelandsvisie uit van een realistischer beeld van de werkelijkheid. Bij deze benadering wordt niet vanuit één functie geredeneerd.

Visie

In de visies van de Dualistische plattelandsvisie, de Strategie van de twee netwerken en de Lagenbenadering zijn kenmerken te herkennen van het casco-concept. Deze benaderingswijze beziet de ruimtelijke omgeving als opgebouwd uit twee onderdelen: een ruimtelijk raamwerk en landgebruiksruimten. Het ruimtelijk raamwerk is samen- gesteld uit onderdelen van de ruimtelijke structuur, die in de tijd slechts langzaam (mogen) veranderen en die bestemd zijn voor laagdynamische functies zoals natuur. De gebruiksruimtes zijn bestemd voor die onderdelen van de ruimtelijke structuur, waarvan de veranderingssnelheid veel groter is. Dit zijn hoogdynamische functies, zoals intensieve landbouw of grootschalige recreatie. Het raamwerk biedt bescher- ming voor kwetsbare functies, terwijl in de gebruiksruimten onder bepaalde rand- voorwaarden ruimte wordt gelaten voor een vrijere ontwikkeling (RPD, 2001, p. 31). In de Lagenbenadering komt de tijdsdimensie (trage en snelle veranderingstijd) uit het casco-concept terug. Bij deze gebiedsbenadering wordt deze dimensie echter niet zozeer gekoppeld aan functies als wel aan lagen. Ook de erkenning van het belang van netwerken is in deze gebiedsbenadering terug te zien in de definiëring van de netwerklaag. De Strategie van de twee netwerken en de Dualistische plattelandsvisie zijn twee verschillende, maar ongeveer gelijkwaardige varianten van het cascoconcept. De Strategie van de twee netwerken zoneert de functies water en infrastructuur als hoog- en laagdynamische functies binnen netwerken. De Dualistische plattelandsvisie neemt de tweedeling in raamwerk en gebruiksruimte ook over, maar draait de invulling van raamwerk en gebruiksruimte om: in het raamwerk wordt plaatsgegeven aan hoogdynamische functies (de Hoofdwegzones), terwijl voor laagdynamische functies een plaats wordt gevonden in de gebruiksruimten binnen het raamwerk (Open, Rustige en Stille-ruimten).

De Lagenbenadering en de Strategie van de twee netwerken hebben beide de duidelijkste wortels in het gedachtengoed van het casco-concept. Theoretisch zou de

Strategie van de twee netwerken ingezet kunnen worden als strategie bij de Lagen- benadering. Het bezwaar is dat de Strategie van de twee netwerken zeer beperkt is in het aantal functies dat meegenomen wordt in de analyse en het ontwerp. De Lagenbenadering geeft wel een sterke selectiviteit aan in de behandeling van functies, maar deze heeft betrekking op tijd. Binnen de Lagenbenadering worden uiteindelijk wel alle functies in een gebied meegenomen in de planning. De beperking in de Strategie van de twee netwerken vernauwt het brede concept van de Lagenbena- dering zover dat deze niet meer voldoende tot haar recht zou komen in het resultaat van deze combinatie20.

De Dualistische plattelandsvisie (als tweede uitwerking van het cascoconcept) biedt wel ruimte aan alle functies, maar plaatst deze in een voorgevormd raamwerk. Dit raamwerk past niet binnen de hiërarchische lagen van de Lagenbenadering, omdat de Dualistische plattelandsvisie niet uitgaat van de drielagen-hiërarchie bij het toewijzen van ruimte aan verschillende functies. Zo wordt water niet perse als conditionerend gezien voor bijvoorbeeld de functie woningbouw. Deze functie wordt bij de Dualis- tische Visie vooral (en ondanks de eisen van de functie water) in de Hoofdwegzones gepland.

Methode

Uit de methodes bij de gebiedsbenaderingen komt naar voren dat ze alle vier vooral goed ingezet kunnen worden als analyse-instrument. De Lagenbenadering en de Strategie van de twee netwerken bieden een abstract normatief kader om de ruimtelijke omgeving te analyseren. De Strategie van de twee netwerken concretiseert dit abstracte kader door middel van een ontwerp. De Dualistische plattelandsvisie gaat ook uit van een normatief kader maar concretiseert dit door middel van een rekenmodel in een kaart. De methode Waterwijs geeft alleen een rekenkundig model aan als instrument. Combinatie van de Waterwijsmethode met de Strategie van de twee netwerken of met de Dualistische plattelandsvisie is op methodisch vlak wel mogelijk21. Als de eisen van deze gebiedsbenaderingen gekwantificeerd in Waterwijs zouden worden opgenomen kan dit programma aangeven in hoeverre bepaalde opties mogelijk zijn binnen door de gebiedsbenaderingen gestelde randvoorwaarden ten aanzien van de functie water.

Conclusie

Op grond van dit onderzoek zijn drie overeenkomsten aan te wijzen, die als basis lijken te kunnen dienen voor het komen tot combinaties van gebiedsbenaderingen. Van deze drie biedt alleen de methodische overeenkomst genoeg aanknopingspunten voor combinatie. Het gaat dan om combinaties van de Watersysteembenadering met steeds een van de andere gebiedsbenaderingen. De twee andere overeenkomsten in respectievelijk de normatieve achtergrond en de visies, lijken alleen op een zeer hoog abstractieniveau een basis te kunnen vormen voor combinatie. Deze twee overeen- komstige aspecten worden door de gebiedsbenadering op concreter niveau heel verschillend uitgewerkt. Combinatie op basis van deze overeenkomst zou leiden tot

8.2.2 Combinatiemogelijkheden van gebiedsbenaderingen door