• No results found

4. DE INHOUDELIJKE BEOORDELING VAN HET RA ULL

4.2 COLLOCATIEDIENSTEN

4.2.2 Collocatieopties

In de Verordening wordt collocatie als volgt gedefinieerd:

“Het leveren van fysieke ruimte en technische faciliteiten, nodig om het installeren en aansluiten van de apparatuur van een ontvanger onder redelijke voorwaarden mogelijk te maken”

In de richtsnoeren collocatie40 heeft het college de in de Verordening genoemde collocatieopties (fysieke collocatie, collocatie op afstand en virtuele collocatie) als volgt gedefinieerd:

Fysieke collocatie: het plaatsen van de ten bate van ontbundelde toegang tot het aansluitnet benodigde apparatuur in, of op het terrein van, een centralegebouw;

Aanpalende collocatie: het plaatsen van de ten bate van ontbundelde toegang tot het aansluitnet benodigde apparatuur in een ruimte in de onmiddellijke omgeving van (het terrein van) het

centralegebouw, waarbij de aansluitlijn via een ononderbroken verbinding wordt doorgetrokken naar de locatie van de aanbieder41;

Virtuele collocatie: het plaatsen van de ten bate van ontbundelde toegang tot het aansluitnet benodigde apparatuur in, of op het terrein van, een centralegebouw, waarbij het beheer van de apparatuur feitelijk plaatsvindt door de aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt.

Het college constateert dat KPN in het RA ULL op dit moment drie zogenaamde collocatievarianten heeft benoemd: fysieke collocatie, adjacent collocatie en ‘streetcabinets’.

Het college constateert dat de door KPN in het RA ULL gehanteerde definities afwijken van de door het college gehanteerde definities. Het college is van mening dat de door KPN gehanteerde definities verwarring scheppen. In geval van de door KPN als ‘fysieke collocatie’ gedefinieerde vorm van collocatie biedt KPN de mogelijkheid om apparatuur te plaatsen in een centralegebouw van KPN. In geval van de door KPN als ‘adjacent collocatie’ gedefinieerde vorm van collocatie biedt KPN de mogelijkheid om

40 Richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn d.d. 20 december 2000, kenmerk: OPTA/IBT/2000/203357.

41 Aanpalende collocatie is gelijk aan de in de Verordening genoemde collocatieoptie ‘collocatie op afstand’.

31. KPN dient de bepaling dat zij collocatie als ondersteunende dienst aanbiedt aan

wholesaleklanten ten behoeve van en noodzakelijk voor het afnemen door die klanten van – onder meer – ontbundelde toegang tot de aansluitlijnen in het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN, zodanig aan te passen dat blijkt dat collocatie een essentieel en integraal onderdeel vormt van de dienstverlening ten behoeve van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn.

apparatuur te plaatsen in een kast met verdeler die in of buiten aan het centralegebouw is bevestigd. Bij de variant die door KPN is gedefinieerd als ‘streetcabinets’ biedt KPN de mogelijkheid om een

apparatuurkast te plaatsen buiten op het terrein van het centralegebouw. Het college is van oordeel dat deze drie varianten allen vormen van fysieke collocatie betreffen.

Fysieke collocatie

KPN stelt in het RA ULL ten aanzien van de collocatieoptie ‘streetcabinets’ dat de haalbaarheid van deze variant wordt onderzocht. Het college constateert dat er geen sprake is van een aanbod, omdat thans (andere) aanbieders niet daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de mogelijkheid tot het plaatsen van een zogenaamde ‘streetcabinet’ op het terrein van het centralegebouw van KPN.

In de richtsnoeren collocatie heeft het college bepaald dat, indien KPN tot de conclusie komt dat de gevraagde vorm van collocatie in het centralegebouw niet gerealiseerd kan worden, zij in ieder geval ook de mogelijkheid dient te onderzoeken van het plaatsen van externe ruimten, zoals bijvoorbeeld door middel van plaatsing van zogenaamde ‘portacabins’, op het terrein van het centralegebouw, waarin dan alsnog de benodigde faciliteiten gerealiseerd zouden kunnen worden.

Het college is van oordeel dat het aanbod op het onderdeel fysieke collocatie niet volledig is zolang KPN de mogelijkheid tot het plaatsen van externe ruimten op het terrein van het centralegebouw waarin de voor collocatie benodigde faciliteiten gerealiseerd kunnen worden, niet daadwerkelijk aanbiedt. Het college is van oordeel dat KPN een dergelijk aanbod dient op te nemen in het RA ULL.

KPN stelt dat zij de collocatieoptie ‘streetcabinets’ commercieel zal introduceren. Het college is van oordeel dat de term ‘commercieel’ verwarring kan scheppen over de voorwaarden waaronder KPN een dergelijke dienst dient aan te bieden. Het college wenst op te merken dat KPN gehouden is om op basis van de Tw en de Verordening (andere) aanbieders in staat te stellen om de voor collocatie benodigde faciliteiten te realiseren door middel van het plaatsen van externe ruimten op het terrein van het centralegebouw van KPN, en dat een aanbod daarvoor dan ook dient te voldoen aan de vereisten van transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie.

In paragraaf 7.2.6 van het RA ULL geeft KPN aan dat volgens de planning vòòr 1 juli 2001 een pilot zal worden gestart en dat drie maanden na de start van de pilot de dienst commercieel zal worden

geïntroduceerd. Het college is van mening dat hiermee onduidelijkheid kan ontstaan over de introductie van de collocatieoptie ‘streetcabinets’. Enerzijds geeft KPN aan dat de haalbaarheid wordt onderzocht waarmee de suggestie kan worden gewekt dat de introductie van deze collocatieoptie onzeker is,

anderzijds geeft KPN in het RA ULL aan dat drie maanden na start van een pilot de dienst commercieel zal worden geïntroduceerd.

Zoals hierboven gesteld is het college van oordeel dat het plaatsen van externe ruimten op het terrein 32. KPN dient de in de Verordening genoemde algemene definitie van collocatie, alsmede de

definities van fysieke collocatie, aanpalende collocatie en virtuele collocatie uit de richtsnoeren collocatie op te nemen in het RA ULL. KPN dient voorts de omschrijving van de door haar te leveren collocatie-dienstverlening in overeenstemming te brengen met deze definities.

faciliteiten, onderdeel dient te vormen van het aanbod voor fysieke collocatie. Het college is van oordeel dat KPN derhalve gehouden is (andere) aanbieders deze vorm van collocatie ook daadwerkelijk aan te bieden.

Aanpalende collocatie

Het college constateert dat KPN geen mogelijkheid voor aanpalende collocatie in het RA ULL heeft opgenomen. Het college is van oordeel dat KPN de mogelijkheid voor aanpalende collocatie in het RA ULL dient op te nemen.

Het college wenst ten aanzien van een aanbod voor aanpalende collocatie het volgende op te merken. In de richtsnoeren collocatie heeft het college bepaald dat KPN, in geval een aanbieder aanpalende

collocatie wenst, KPN moet voorzien in:

a) Een interne koppelkabel: het verschaffen, inclusief testen, afmonteren en onderhoud van een metalen aderpaar tussen de hoofdverdeler en de tussenverdeler (bij fysieke collocatie) of tussen de hoofdverdeler en het aansluitpunt in of bij het centralegebouw van KPN; b) Een externe koppelkabel: het verschaffen, inclusief testen, afmonteren en onderhoud van

een metalen aderpaar tussen het aansluitpunt in of bij het centralegebouw van KPN en de tussenverdeler in de aanpalende collocatieruimte (indien de verzoekende partij gebruik maakt van aanpalende collocatie).

Ten slotte heeft het college in de richtsnoeren collocatie bepaald dat verzoekende partijen die gebruik wensen te maken van aanpalende collocatie de mogelijkheid dienen te hebben om zelf de externe koppelkabel te leveren. In dat geval dient KPN de externe koppelkabel door te trekken, zodat deze externe koppelkabel van de verzoekende partij door middel van een interne koppelkabel verbonden kan worden met de hoofdverdeler. Deze dienst dient inclusief gezamenlijke end-to-end testen en codering geleverd te worden.

Virtuele collocatie

Het college constateert dat KPN geen mogelijkheid voor virtuele collocatie in het RA ULL heeft

opgenomen. Het college is van oordeel dat KPN een aanbod voor virtuele collocatie in het RA ULL dient op te nemen.

33. KPN dient een transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd aanbod voor het plaatsen van externe ruimten op het terrein van het centralegebouw van KPN waarin de voor collocatie benodigde faciliteiten gerealiseerd kunnen worden, op te nemen in het RA ULL.

34. KPN dient een transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd aanbod voor aanpalende collocatie op te nemen in het RA ULL, waaronder begrepen het leveren van een interne koppelkabel, het leveren van een externe koppelkabel (door KPN of een andere aanbieder) en doortrekken van de externe koppelkabel, inclusief gezamenlijke end-to-end testen en codering.

35. KPN dient een transparant, non-discriminatoir en kostengeoriënteerd aanbod voor virtuele collocatie op te nemen in het RA ULL.

Collocatie bij toegang tot het subnetwerk

Het college constateert dat KPN geen collocatieopties heeft opgenomen die afgenomen kunnen worden in het kader van ontbundelde toegang tot het zogenoemde subnetwerk. Het college is van oordeel dat KPN een aanbod voor collocatieopties ten behoeve van ontbundelde toegang tot het subnetwerk in het RA ULL dient op te nemen.