Coördinatie FEC PPS

De coördinatie binnen het FEC PPS verloopt anders dan in het ‘publieke’ FEC. Door de samenkomst van zowel publieke als private partijen en hiermee tevens zowel onder toezicht gestelde als toezichthouder, gericht op het uitwisselen van informatie. Dit geeft moeilijkheden vanwege de autoritaire relatie die er normaliter is tussen meldplichtige en toezichthouder. In het geval van de FEC PPS is deze autoritaire kracht/ macht situatie alleen maar nadelig (Interview 6; Interview 1). Het levert moeilijke gevallen op waarbij soms zelfs de toezichthouder niet wordt uitgenodigd om op die manier wel mogelijke foutieve gevallen van banken te kunnen bespreken met FEC partners om hiervan te leren (Interview 6). Dit betekent

Master Thesis Stefan Vreeburg – Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme ₆₃

terwijl het FEC er juist op gericht is om wat te doen aan de preventieve kant van financieel economische criminaliteit (Interview 1). Hierdoor kan er gesteld worden dat er wel degelijk sprake is van een kracht/ macht mechanisme doordat het schijnbaar onmogelijk is om de repressieve toezichthouders functie te scheiden van een preventieve FEC partner functie. Naast deze moeilijkheden zijn er ook mogelijkheden in ieders voordeel gekomen die benut zijn: ‘Voorts heeft de FIU-Nederland met banken samengewerkt in het kader van het FEC-

project gericht op publiek-private samenwerking (PPS) en binnen het Terrorisme financieringsplatform. In het FEC-project PPS is gezamenlijk onderzoek verricht naar een specifiek witwasfenomeen, waar banken veelvuldig over melden. Deze samenwerking heeft bij de FIU- Nederland geleid tot een aantal concrete onderzoek dossiers gericht op witwassen, die zijn opgepakt door de FIOD’ (FIU, 2015: 24). Hieruit komt de kracht van informatie-

uitwisseling naar voren waardoor data en kennis gebundeld zijn om tot een vervolging van criminele activiteiten te komen. Dit duidt op de aanwezigheid van een informatie mechanisme. Tevens blijkt hieruit de aanwezigheid van een wederzijdse samenwerking, niet alleen met organisaties anders dan de toezichthouder. In het FEC jaarverslag 2014 wordt ook vermeld dat ‘naast concrete resultaten wordt er door de deelnemers waarde gehecht aan het

netwerken en de informele contacten die de (sub)-werkgroepen met zich meebrengen’ (FEC,

2015). Ook het informele deel waarbij het moeilijk te bepalen is of er werkelijk activa/informatie/data wordt ingebracht door te partijen, wordt als positief gezien. Normen/ vertrouwen zijn minder van toepassing op het FEC PPS vanwege de projectbasis waarop dit PPS wordt behandeld. De banken maken geen deel uit van de standaard FEC overleggen en zijn geen officieel deelnemer. Hierdoor gelden de gelegitimeerde gedragingen zoals hierboven behandeld, niet voor het FEC PPS.

Tabel 22: Mechanismen FEC & FEC PPS

6.3.3.3 SERVQUAL

De kwaliteit van de service binnen het FEC is moeilijk te omschrijven. Dit komt mede door het feit dat het een structuur van organisaties is waarbij geen leider of serviceaanbieder aanwezig is. De partijen worden als gelijke gezien; er is dan ook sprake van een informatie en wederzijds samenwerkingsmechanisme. Hierdoor geven de actoren vooral een mening over het functioneren van de organisatie op zichzelf, met zichzelf als deelnemer.

Binnen het FEC wordt betrouwbaarheid door de meeste actoren als meest belangrijk neergezet. Partners moeten van elkaar op aan kunnen (Interview 7). Je wilt niet dat partners achter elkaars rug om grote zaken oppakken. Hierin is terug te zien dat binnen een dergelijke informatieve, wederzijdse relatie groot belang wordt gehecht aan betrouwbaarheid tussen de partners. Hierop volgt het belang van responsiviteit. Hierin vormt zich een groot verschil tussen de FEC waarin enkel publieke partijen deelnemen en het Publiek Private

Autoriteit Kracht/macht Informatie Onderhandelingsruimte Wederzijdse

samenwerking

Dwang Normen/

vertrouwen

FEC x x x

samenwerkingsproject van de FEC waarin zoals eerder vermeld de vier grote banken deelnemen. Vanuit meerdere actoren komt hier naar voren dat binnen het FEC de responsiviteit goed is. Er heerst een bepaalde vorm van wederkerigheid tussen deze FEC partners. Deze wederkerigheid ziet men ook terug in de tevredenheid op dit moment in de cijfers die zijn gegeven. Het verschil had echter niet groter kunnen zijn want de responsiviteit binnen de FEC PPS wordt enkel met onvoldoende beoordeeld. De verklaring hiervoor komt vanuit het FEC en pakt terug op de eerder beschreven wettelijke kaders: ‘Dat komt eigenlijk,

en dat kan ik ook verklaren: publieke partijen mogen informatie verstrekken aan derden. Hiervoor zijn wettelijke kaders want het mag niet zomaar. Er mogen niet zomaar politie gegevens verstrekt worden aan een bank of verzekeraar. Hiervoor zijn voorwaarden opgesteld, meest zwaarwegend hierin is het algemeen belang. Je kunt een heleboel problemen formuleren die algemeen zwaarwegend belang zijn. Bijvoorbeeld property finance, de vastgoedtak die enorm fout is gegaan. Als je dat nu bekijkt denk, dat was algemeen belang. Maar als je nog niet weet of de zaak zo groot is of dat het überhaupt een zaak is, dan kan je ook niet beoordelen of het zwaarwegend algemeen belang is. Hierdoor is het enorm moeilijk om vanaf het begin al informatie te delen met instellingen buiten het FEC’ (Interview 7).

Hieruit blijkt het grote verschil tussen een organisatie met enkel publieke partijen en een organisatie die op een publiek/private manier moet samen werken.

Dit verschil is ook terug te zien in het verschil in opvatting over de empathie binnen de organisatie. Waar het FEC als publieke organisatie ruime voldoende krijgt is de empathie in de publiek private samenwerking nog niet optimaal. Dit komt mede doordat de PPS nog maar twee jaar loopt en hier nog veel ruimte voor verbetering is.

De tastbaarheden in de vorm van een eigen uitwisselsysteem tussen de partners wordt wel als goed ervaren. Het wordt weliswaar niet hoog geranked maar dit komt vanwege het feit dat als een aanname wordt gezien om een dergelijke samenwerking te laten slagen. Van de respondenten komt terug dat de voorgaande punten meer punten van belang zijn omdat hier nog echt winst te behalen valt. Afgezien van de wettelijke beperkingen die iedereen heeft is het mogelijk om binnen het systeem informatie uit te wisselen en aan te geven wie deze informatie onder welke omstandigheden kan inzien en waarvoor het gebruikt dient te worden. Zekerheid is de laatste indicator binnen deze organisatie en wordt als minst belangrijk gezien in de ranking. Mede vanwege het feit dat de uitkomst extreem moeilijk te voorspellen is doordat dit normaliter over financieel-economisch brede trends gaat. Er is nooit zekerheid dat het nuttige informatie is die er uit komt en alle energie die erin gestopt is ook werkelijk uitbetaald in nieuwe nuttige informatie voor de partners. Hierdoor wordt deze indicator in de meeste gevallen als niet van toepassing of laag ingeschat.

Het verschil in relatie tussen het FEC en het FEC PPS is relatief groot. Groot verschil hierbij is de aanwezigheid van het kracht/ macht mechanisme in de coördinatie van de relatie die ‘helaas’ aanwezig is volgens respondenten. De aanwezigheid hiervan heeft echter wel gevolgen voor de manier van samenwerken, de responsiviteit en de empathie binnen de

Master Thesis Stefan Vreeburg – Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme ₆₅

DNB - FEC FIU-NL – FEC OM - FEC

1 Betrouwbaarheid 6,5 Tastbaarheden 8 Tastbaarheden 6

2 Responsiviteit 6,5 Betrouwbaarheid 7 Betrouwbaarheid 8

3 Empathie 8 Empathie 7 Responsiviteit 7

4 Zekerheid 6 Responsiviteit 5 Zekerheid 7

5 Tastbaarheden 7 Zekerheid 5 Empathie 7

FEC - FEC FEC – FEC PPS ABN - FEC PPS

1 Betrouwbaarheid 8 Betrouwbaarheid 8 Responsiviteit 5

2 Empathie 7 Empathie 6 Tastbaarheden 8

3 Responsiviteit 8 Responsiviteit 5 Empathie 7

4 Tastbaarheden 9 Tastbaarheden 9 Betrouwbaarheid 7

5 Zekerheid - Zekerheid - Zekerheid -

Tabel 23: SERVQUAL ranking FEC & FEC PPS

6.4 De Verbinding tussen Coördinatie Stromingen en