• No results found

34 Cluster 9 || Financiering

In document Jaarverslag 2012 (pagina 34-38)

Wat willen we bereiken; wat zijn de maatschappelijke opgaven?

Ook Tynaarlo wil in tijden van zwaar weer op financieel gebied het werk goed kunnen blijven

uitoefenen. Daarom is het belangrijk een zodanige kwaliteit van de plannen en voortgangsrapportages te bereiken, dat deze bijdragen aan de betrouwbaarheid en transparantie van de organisatie. Het uitgangspunt is om met een helder financieel beleid en door risicomanagement de bewoners tegen zo laag mogelijke lasten een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau te bieden.

Samengevat zijn er drie belangrijke doelen:

• Een sober financieel beleid met een gezonde reservepositie

• Beheersing van de lastendruk

• Adequaat risicomanagement

Cijfers en getallen

Thema Doelen Kengetallen / indicatoren

2010 2011 2012 2013

W W R R

De burger als belastingbetaler

Oordeel burger verhouding gemeentelijke belastingen en voorzieningenniveau

5.8 5.8 5.8 5.8

Reserves Gezonde reservepositie en

weerstandsvermogen volgens ratio voldoende (V)

1.4 1.11 > 1 > 1 Belastingen Gehele lastendruk heeft een trendmatige ontwikkeling van maximaal

2% voor onze inwoners en ondernemers Realisatie: Wat hebben we gerealiseerd en gedaan in 2012?

Een sober financieel beheer met een gezonde reservepositie en adequaat risicomanagement

Op basis van de beschikbare weerstandscapaciteit en risico’s zal de weerstandsratio onder druk kunnen komen te staan. Wij hechten onverkort aan een volledige dekking van onze risico’s. Op dit moment is onze weerstandsratio nog voldoende tot goed, met een score van 100%.

De risico’s zijn geactualiseerd en opnieuw in beeld gebracht. Wij hebben in 2012 een

najaarsrapportage van onze projecten opgesteld, waarbij scenario’s zijn doorgerekend met betrekking tot vooral de risico’s m.b.t. vertragingen in de verkoop van kavels dan wel andere specifieke

projectrisico’s. De uitkomsten van deze rapportage zijn vertaald in een (indicatieve) aanvulling van de weerstandscapaciteit met rond 5 miljoen euro. De structurele effecten van deze aanvulling zijn inmiddels in de begroting 2013 -en verder- opgenomen.

Wij maken voor al onze projecten (ook andere dan grondexploitaties) regelmatig risicoanalyses. Hierbij maken we gebruik van zogenaamde factsheets. Hierin staat de stand van zaken en of het project nog loopt binnen de kaders van tijd, geld en kwaliteit. Zo kunnen we inspelen op opgetreden risico’s en deze beter beheersen.

Beheersing van de lastendruk

De gemiddelde lastendruk voor onze inwoners en ondernemers is in 2012 trendmatig met 2% omhoog gegaan. Dit geldt niet voor de riool- en afvalstoffenheffing; deze zijn gelijk gebleven ten opzichte van 2011. Het college blijft streven naar beheersing van de lokale lastendruk.

Ondanks de rijkskortingen op het gemeentefonds, de aanstaande transities binnen het sociale domein en de effecten van de economische crisis, stijgt voor 2013 de totale lastendruk eveneens met 2%. Technisch is dit gerealiseerd door de ozb met 11,5% te verhogen en de rioolrechten met 24 euro per

35

aansluiting te verlagen. Al met al blijft onze gemeente in 2013 nog steeds de goedkoopste gemeente in Drenthe qua belastingdruk.

Beheersing van overgedragen budgetten en verdere ontwikkeling van ken- en stuurgetallen

Steeds meer gelden worden ‘buiten de organisatie om’ beheerd via allerlei samenwerkingsverbanden. Wij werken aan een systeem van ‘checks en balances’ om relevante ontwikkelingen en risico’s tijdig te kunnen signaleren. Zo zijn met stichting Baasis afspraken gemaakt over aard en frequentie van (tussentijdse) rapportages. Deze afspraken hebben we ook met de ISD en Alescon gemaakt. De aandacht voor goede en frequente informatievoorziening heeft in 2012 een verbeterslag doorgemaakt. De conceptnota verbonden partijen is in 2012 opgesteld en aan de accountant

voorgelegd voor aanvullende adviezen. De bedoeling is dat de nota verbonden partijen in 2013 aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

Ombuigingsoperatie

In meerjarenperspectief vertoont de jaarschijf van 2015 een tekort. Daarnaast zijn er ontwikkelingen geweest die ertoe hebben geleid dat er nieuwe tegenvallers ontstonden. Dit noopte het college om nieuwe (aanvullende) ombuigingsmaatregelen ter

tafel te brengen ter grootte van rond 1,3 miljoen euro om de begroting 2013 en verder alsnog sluitend te maken. Deze ombuigingsmaatregelen werden aangeboden bij de perspectievennota 2012 en bestaan onder andere uit besparingen groen (300.000 euro), de (verdere) toepassing van het profijtbeginsel (rond 75.000 euro), een lagere dotatie onderhoudsvoorziening buitenbaden (150.000 euro) en de verlaging van enkele specifieke WMO-budgetten die in de praktijk nauwelijks werden gebruikt (115.000 euro).

Daarnaast wordt op de bedrijfsvoering (aanvullend) 570.000 euro bezuinigd. Voor een verdere

toelichting verwijzen wij naar de programmabegroting 2013. De

ombuigingsmaatregelen hebben ertoe geleid dat de begroting 2013 materieel sluitend is en er in

meerjarenperspectief een betere financiële positie is ontstaan.

Ontwikkelingen

Zicht op renteontwikkelingen

De renteontwikkeling heeft invloed op de uitgangspunten van investeringsvoorstellen. Er is echter geen “hard” zicht op de renteontwikkelingen. Deze kan zowel stijgen als dalen en is daarom onzeker. Momenteel is zowel de rente op de geld- als de kapitaalmarkt historisch laag. Dit wordt veroorzaakt door de economische situatie. Gelet op deze situatie en de ontwikkeling hiervan verwachten wij dat de rente voorlopig laag zal blijven. Het risico van een stijgende rente kan ingeperkt worden door een nauwgezet treasurybeleid.

Toenemende risico’s

Door economische onzekerheden en nieuwe rijksbezuinigingen zijn de algehele risico’s toegenomen. Daarnaast wil het rijk taken naar provincies en gemeenten decentraliseren. Hierbij worden aanzienlijke efficiencykortingen op de overgehevelde budgetten toegepast. Een en ander zal vooral vanaf 2015 gaan spelen.

Ten opzichte van de risico's die ook in de begroting 2012 zijn genoemd zijn de risico’s op een aantal punten toegenomen. Dat manifesteert zich met name binnen het openbaar onderwijs, die op

teruglopende leerlingenaantallen en rijksbekostiging moet anticiperen als een organisatie die goedkoper en flexibel is.

Daarnaast zijn de inzichten voor kavelverkopen en ontwikkelingen van het grondbedrijf nog niet positief. Omdat de gemeente Tynaarlo een grote grondvoorraad en boekwaarde heeft is het risico dat deze niet snel genoeg wordt terugverdiend aanwezig. Hierdoor zullen de financieringskosten

toenemen. De verwachting is dat dit in de toekomst zal leiden tot lagere resultaten c.q. verliezen,

36

waarvoor voorzieningen getroffen moeten worden..

Om risico’s te beheersen, dienen wij de gevolgen van het uitblijven van kavelverkoop van de desbetreffende complexen in beeld te houden, door regelmatig risicoanalyses te maken en waar mogelijk, bijvoorbeeld via een op maat gesneden ontwikkelstrategie, risico’s te beperken en te beheersen. Ook door een goede sturing op ons treasurybeleid te hebben, kunnen we inspelen op ontwikkelingen die op ons afkomen.

Wet H.O.F. (Houdbare Overheidsfinanciën)

Het terugdringen van het Nederlandse begrotingstekort (EMU saldo) is een zaak van zowel de Rijksoverheid, maar ook van de decentrale overheden zoals provincies en gemeenten. In de ten tijde van het uitbrengen van deze jaarrekening nog bij de Tweede Kamer aanhangig zijnde wetsvoorstel Wet HOF stapt het rijk af van een maximum tekort per afzonderlijke gemeente, provincie of

waterschap. Daarvoor in de plaats komt een maximum tekort voor alle decentrale overheden samen. Hiermee leveren ook gemeenten, provincies en waterschappen een bijdrage aan het terugdringen van het Nederlandse begrotingstekort in de komende jaren. Er komt, als de voorstellen definitief wet worden, nu een maximum van het nationale begrotingstekort voor alle decentrale overheden samen. Dat moet aan het begin van elke nieuwe kabinetsperiode worden bepaald, maar ligt voor dit en volgend jaar in elk geval op 0,5 procent van het BBP, wat neerkomt op ongeveer 3 miljard euro. In het wetsvoorstel is tot uitdrukking gebracht dat overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo kan leiden tot een korting op de algemene uitkering van het gemeentefonds, nadat hierover bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden. Overigens is juist dit punt onderwerp van gesprek tussen VNG en kabinet, waarbij de VNG voorstelt naast de europese sancties geen nationale sancties in de vorm van een korting op het gemeentefonds toe te passen.

Onze gemeente heeft een referentiewaarde van €4 miljoen in 2012 terwijl het EMU-saldo voor 2013 op rond € 5,5 miljoen euro wordt geprognosticeerd. Dit is derhalve een overschrijding van €1,5 miljoen. Er is als gesteld veel discussie over de Wet HOF en de Wet HOF is dan ook nog niet aangenomen.

37

38

Onvoorzien

In het overzicht van onvoorzien wordt een verantwoording gegeven op het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien. De post onvoorzien is als een post in de begroting opgenomen en wordt verantwoord onder programma 7: Algemene middelen.

Bestaand beleid is dat een bedrag van € 75.000 voor incidenteel onvoorzien wordt begroot. De stand en het verloop van deze onvoorzien posten wordt iedere 2 weken aan de gemeenteraad gerapporteerd, als daartoe door begrotingswijzigingen aanleiding toe is.

In document Jaarverslag 2012 (pagina 34-38)